Boekbesprek;ng Boe on: stri etn re, in ' act ho< stu lin~ Arr liM tior the Drs. T.L.E. Strop-von Meyenfeldt eqt Positieve discriminatie als laatste redmiddel gel de voir juri' Op ZOE var be~ Posit/eve actie is zeker niet de eerst in aanmerking komende oplossing voor het opheffen van achterstellingen. Mevrouw Strop bespreekt: B. P. Sloat, Posit/eve discriminatie, uitg. WEJ. Tjeenk Willink, Zwolle. Discriminatie, het achterstellen van mensen, om wat voor reden dan ook, blijkt in de maatschappij een zeer hardnekkig verschijnsel. Ondailks aile goede wil, gelijkheidswetgeving en maatregelen om mensen gelijke kansen te geven blijft discriminatie zeer veel en in zeer vele vormen voorkomen. Ook al is gelijkheid volgens de Wet vastgelegd, hoe verwezenlijken wij deze ook in de praktijk? Een van de middelen waartoe wij in Nederland in onze hedendaagse bestuurspraktijk in toenemende mate onze toevlucht nemen is dat van de positieve actie, positieve discriminatie of hoe je het ook wilt noemen. Positieve discriminatie om achtergestelde groepen een extra stimulans te geven om hun handicap te overwinnen, het lijkt zo sympathiek. Toch is het 182 ook bij ons een niet onomstreden middel. Denk maar eens aan de reacties op het besluit van wethouder mevrouw M.A. Wildekamp van Amsterdam om de eerstkomende vijf jaar slechts vrouwen als directeur van een school te benoemen. Het laatste woord is in deze zaak nog niet gezegd. Over positieve discriminatie schreef de jurist Dr. Sloot zijn proefschrift, waarvan enige tijd geleden ook bovengenoemde handelseditie verscheen. Waar proefschriften over het algemeen nauwelijks toegankelijk ZIJn voor het grote publiek, bevestigt Sloot zeker de uitzondering op deze regel. Zijn boek is een handle/ding geworden voor ieder die zich iets meer wil verdiepen in positieve d1scriminatie als middel om achterstandssituat1es op te heffen. In zijn boek vergelijkt Sloot de situatie, zoals die zich in de Verenigde Staten en in sch ker har aar de' kin~ We 19£1 VOrl se r van het disc VSr Set Drs T L.E Strop-von Meyenfeldt (1944) IS l1d van de redact1e van Chr1sten Democrat1sche Verkenn1ngen en voorz1tter van de Nederlandse Verenrg1ng tot Steun Oecumen1sche Ontwlkkel,ng Coop (NVOC) In t! tegE nau om den een ons opl stet het korr Chr:sten Democrat1sche Verkenn1ngen 4/88 Chr1st, ons land ontwikkeld heeft. In de VS is de strijd tegen de segregatie op basis van etnische afkomst en sekse een veellangere en meer uitgebreide geweest, dan die in ons land waar de roep om positieve actie eigenlijk nog maar net wordt gehoord. Voor wat de VS betrett spitst de studie van Sloot zich toe op de ontwikkeling in de juridische positie van de zwarte Amerikaan. De Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring sprak reeds over 'anation, conceived in liberty, and dedicated to the proposition that all men are created equal'. Desondanks is de strijd voor een gelijke positie voor de zwarte bevolking in de VS nag steeds niet beeindigd. Sloot volgt de strijd, zoals die zich vooral via vele juridische processen heeft afgespeeld. Op vele manieren hebben organisaties, zoals de National Association for the Advancement of Coloured People vanaf het begin van deze eeuw getracht langs juridische kanalen de segregatie te doorbreken. Men volgde de theorie, dat aan de hand van feiten en cijfers segregatie werd aangetoond, die in tegenspraak was met de wettelijke rechten van de zwarte bevolking. Deze ontwikkeling, die reeds voor Wereldoorlog II werd ingezet, kreeg na 1948 steeds meer ondersteuning in de vorm van rechterlijke uitspraken bij diverse processen. Sloot analyseert een aantal van deze processen en sluit dit deel van het boek at met de conclusie, dat positieve discriminatie momenteel zijns inziens in de VS geen breed draagvlak meer heett. Schizofreniteit In tegenstelling tot de VS speelt de strijd tegen discriminatie zich in ons land niet of nauwelijks voor de rechter at. Hier wordt om de positie van vrouwen en minderheden te versterken in toenemende mate een beroep gedaan op de overheid. Bij ons stoelt de strijd tegen discriminatie niet op lange ervaring, maar is zij van de laatste twintig jaar. Eigenlijk is de noodzaak tot het nemen van extra maatregelen met de komst van grote groepen buitenlanders Chr1sten Democrat1sche Verkenn1ngen 4/88 tot uiting gekomen. Het boek gaat daarom met namein op de positieve discriminatie van allochtone etnische groepen in Nederland en op die van vrouwen in Nederland. Op beide terreinen volgt Sloot de ontwikkelde bestuurspraktijk, met als voorbeelden het spreidingsbeleid van de gemeente Rotterdam en het in ons land ontwikkelde emancipatie-beleid. Terecht wijst hij op de schizofreniteit tussen de heersende neiging tot individualisering en het toenemende beroep op de overheid om de positie van vrouwen te versterken via positieve discriminatie. Hij besluit dit deel met zijn twijfel over het effect van de (zwakke) positieve discriminatie op de deelname van vrouwen in het arbeidsproces bij de overheid. De discussie, die de vanzelfsprekendheid van de achtergestelde positie van de vrouw aan de kaak stelde, heett zijns inziens meer losgemaakt dan positieve actie-plannen. Het laatste deel van het boek bevat een bundeling van de verschillende vormen van positieve discriminatie om daaruit voor Nederland de lessen te trekken. Zijns inziens is in de VS de gecobrdineerde actie tussen particuliere en overheidsorganen enerzijds en de rechtspraak anderzijds zeer effectief gebleken. Hij pleit dan ook voor een indirecte bestrijding van discriminatie, en ziet positieve discriminatie als een laatste redmiddel, zeker nog niet als de oplossing voor het opheffen van de achterstelling. Een definitieve afweging van voor- en nadelen maakt hij niet, daarvoor is de Nederlandse praktijk nag te jong. Kortom, het boek van Sloot is een goede inleiding in de problematiek, die verband houdt met positieve actie. Nadeel van het boek lijkt me het ontbreken van gegevens over het effect, dat met name aile positieve discriminatie op de zwarte bevolking van de VS heeft gehad voor wat betrett hun sociale positie. Daarover zouden meer gegevens beschikbaar moeten komen. 183