Infosessies voor energiedeskundigen type A januari/februari 2011 Verduidelijkingen en aanpassingen in de werkwijze voor het verzamelen van gegevens over installaties Ruimteverwarming 1 Bewijsstukken • IP legt vast welke bewijsstukken voor welke invoergegevens en onder welke voorwaarden worden aanvaard ◦ Technische documentatie (eventueel op websites): – op voorwaarde dat: - ter plaatse vastgesteld kan worden of via bewijsstukken kan aangetoond worden dat de installatie/invoergegevens toegepast zijn in de wooneenheid ◦ Offerten – Idem 3 Bewijsstukken • Indien geen vaststelling of geen bewijsstukken ○ Minst gunstige aanname • Vaststelling primeert ○ Dus bewijsstukken steeds toetsen aan de werkelijkheid • Bij tegenspraak tussen bewijsstukken ○ Gegevens van het recenste bewijsstuk dat expliciet betrekking heeft op de installatie primeert ○ Bij twijfel => minst gunstige aanname • Energiedeskundige is verplicht bewijsstukken bij te houden • Aankruisen van de bronnen (= gebruikte bewijsstukken) in de software 4 2 Ruimteverwarmingsinstallatie (RV) • Individueel ○ = centraal opwekkingssysteem voor één wooneenheid of equivalente wooneenheid • Decentraal ○ Bij: ◦ kachels ◦ of elektrische (decentrale of centrale) verwarming – directe elektrische verwarming – accumulatieverwarming – elektrische vloerverwarming – electrische verwarming via luchtgroep • Collectief ○ = centraal opwekkingssysteem voor meerdere wooneenheden of equivalente wooneenheden 5 Ruimteverwarmingsinstallatie (RV) • 1 equivalente wooneenheid ○ per 3 studentenkamers (waarvoor geen afzonderlijk EPC) ○ voor één of meerdere niet-residentiële bestemmingen (niet geïntegreerd in EPC) 6 3 Opdeling in ruimteverwarmingsinstallaties • In software => 2 RV’s • Opdeling volgens aandeel in het beschermde volume ○ Aanname: steeds 100% vh BV => verwarmd ○ Ruimten zonder directe verwarming => indirecte verwarming ◦ 1 => via opening naar ruimten met directe verwarming ◦ 2 => via wanden ○ Sfeerverwarming in ruimten met centrale of elektrische verwarming => verwaarloosd 7 Systemen niet in IP => FAQ • FAQ o.a. aannames voor ○ Ketels ◦ Kolenketel ◦ Pelletketel ◦ Condenserende houtketel ○ Warmtepompen ◦ Lucht/lucht warmtepomp ◦ Warmtepomp met gasaandrijving ○ Kachels ◦ Pelletkachel ◦ Allesbrander ◦ Kachel met centrale warmteverdeling ○ Stadsverwarming ○ Afgiftesystemen 8 4 Regeling • Regeling van de watertemperatuur van de ketel = kamerthermostaat of buitenvoeler ○ Dan ook aanduiden bij het regelsysteem • Zelden ○ Niet-condenserende ketel waarbij de watertempertuur in de ketel =>buitenvoeler • Niet: thermostatische én manuele kranen ○ IP: ◦ Indien zowel manuele als thermostatische kranen voorkomen dient het meest (in aantal) voorkomende type te worden aangekruist. Indien er van elk evenveel zijn dan enkel manuele kranen aanduiden. 9 Leidingen • Lengte vd ongeïsoleerde leidingen buiten het beschermde volume ○ Bij individuele verwarming ◦ Meten: – Verticaal langs de muren & horizontaal in vogelvlucht ○ Bij collectieve verwarming ◦ Meten: – Enkel verticale leidinglengte in sterk geventileerde leidingkokers en horizontaal in vogelvlucht • Zelden ○ Ketel in BV én (ongeïsoleerde) leidingen buiten BV 1 0 5 Sanitair Warm Water Sanitair warm water: algemeen • Individueel • Collectief ○ = Centraal opwekkingssysteem voor meerdere wooneenheden of equivalent wooneenheden ○ 1 equivalente wooneenheid ◦ Idem RV ○ Bewijsstukken ◦ Idem RV 1 2 6 Sanitair Warm Water: algemeen • Geen voorzieningen voor de opwekking van SWW ○ Fictief systeem invoeren • Geen voorzieningen voor badkamer of keuken ○ Deze voorzieningen voor gehele wooneenheid • Meerdere badkamers of keukens ○ Belangrijkste badkamer/keuken invoeren • Niet ○ Installaties die niet instaan voor badkamer of keuken ◦ Voorzieningen voor het opwarmen van het water van een zwembad – Wel aanwezigheid vermelden in het vrije invoerveld 1 3 Systemen niet in IP => FAQ • FAQ o.a. aannames voor ○ ○ ○ ○ ○ Elektrische doorstroomtoestellen Doorstroomtoestellen op stookolie Ketels alleen voor SWW Warmtepomp alleen voor SWW SWW geleverd door stadsverwarming ○ Doorstroomtoestellen (platenwisselaars) bij collectieve installaties ◦ Gekoppeld aan/los van RV-installatie ◦ Met/zonder voorraadvat 1 4 7 Voorraadvat • Indien meerdere voorraadvaten voor één sanitair warm watersysteem ○ Volume van de voorraadvaten optellen • Isolatie van het voorraadvat ○ Enkel aanwezigheid van isolatie vaststellen ○ Niet de dikte 1 5 Leidingen • Onderscheid tss: ○ Gewone leidingen ○ Circulatieleidingen ◦ Let op: direct warm water bij aftappunten: geen garantie op aanwezigheid circulatieleiding ◦ Gekenmerkt door: retourleiding + circulatiepomp ◦ Doorstromer + circulatieleiding = onrealistische combinatie ○ Meten: ◦ Leidingen verticaal langs muren en horizontaal in vogelvlucht tussen het SWWtoestel en het verste tappunt 1 6 8 Ventilatie Ventilatie • Doel EPC: ○ Verbruik van ventilatoren en eventuele warmteterugwinning ○ Niet: conformiteit met ventilatienorm ○ Op basis van aanwezigheid van ventilatiesysteem ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ Geen ventilatievoorzieningen Natuurlijke ventilatie Mechanische toevoer (en natuurlijke afvoer) Mechanische afvoer (en natuurlijke toevoer) Mechanische ventilatie (aan- en afvoer) Mechanische ventilatie (aan- en afvoer) met warmteterugwinning 1 8 9