Tips bij kern 1 - Veilig leren lezen

advertisement
veilig leren
lezen
Caraï bisch gebied
en Suriname
Tips bij kern 1
Auteur: Wilma Stegeman
In de handleidingen van Veilig leren lezen staan de structureerwoorden twee dagen centraal. Maar een aantal scholen in het Caraïbisch gebied en Suriname werken niet twee, maar drie dagen lang aan een structureerwoord. Op die manier is er een extra dag voor het leren lezen, voor woordenschat, voor familiarisering
van het Nederlands en voor activiteiten uit Ko heeft praatjes. In dit artikel vindt u tips waarmee u bovenstaande activiteiten kunt ondersteunen.
Kennismaking met de materialen
In de loop van kern 1 legt u de kinderen alle materialen van Veilig leren lezen uit. Deze uitleg is over de
hele kern verdeeld en vindt plaats in een extra lesje,
de ‘Flitsles’. Zo’n Flitsles kunt u aan het eind van de
dag geven.
Een overzicht van de flitslessen vindt u in de inhoudsopgave van Handleiding 1.
De Woordendoos
De Woordendoos wordt in kern 1 en 2 gebruikt voor
het maken van woordjes en voor auditieve oefeningen. De concrete lettertekens en de plaatjes helpen
de kinderen bij de lastige auditieve verkenning van
de letterklanken.
Zo leert u de kinderen de doos te gebruiken:
• Oefen met de kinderen eerst het open- en dichtdoen van de doos. ‘Wat is de bovenkant? Wat is de
onderkant?’
De Woordendoos moet bij het openen altijd op het
tafeltje liggen, de tekst ondersteboven, de schar-
1
Veilig leren lezen Caraïbisch gebied en Suriname - Tips bij kern 1
© Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
nieren naar de kinderen toe, de sluiting van de kin-
De Lettermuur
deren af. Zo voorkomt u dat de inhoud bij het ope-
De Lettermuur bestaat uit 8 doorzichtige plastic
nen op de grond valt.
strengen en een Letterboek met 38 letterkaarten en
• Op de bovenste regel liggen de plaatjes. De kinde-
114 plaatjes. Bij elke letter horen drie plaatjes. De
ren moeten deze plaatjes eerst kunnen benoemen.
Lettermuur wordt tijdens de eerste zes kernen van
De plaatjes zijn: de maan, de vaas, mis, ren, het
Veilig leren lezen gebruikt bij het aanleren van de let-
net, raap, rem, de roos, de boom, de pit, het mes,
ters. Bij elke nieuwe letter wordt een nieuwe streng
de vis, boos, de reep, vaar, ik, het been, eet, de aap,
opgehangen. In het bovenste insteekvakje komt de
het raam. Een mooie aanleiding voor woorden­
kaart met de nieuwe letter, bijvoorbeeld de ‘m’. Daar-
schatuitbreiding!
onder komen drie plaatjes uit het Letterboek met
Introduceer onbekende woorden in een verhaaltje
woorden waar je de /m/ in hoort. Voor de overige
of in een zin. Laat zien en doe voor als u dat nodig
vakjes verzamelen de kinderen voorwerpen, plaatjes
vindt: ‘Ik raap een bal op. Wie kan heel boos kij-
en tekeningen waar ze de /m/ in horen. Met de Let-
ken? Dit is een reep chocola.’
termuur kunnen de kinderen op een concrete manier
Het is bij de auditieve oefeningen niet nodig dat de
de letters van de woorden uitluisteren.
plaatjes op een bepaalde vaste manier in de doos
Op de website van Veilig leren lezen vindt u een arti-
liggen. Wel moeten de kinderen leren om vóór een
kel over de Lettermuur: ‘Op avontuur met de Letter-
oefening eerst alle plaatjes op hun tafeltje te leg-
muur’ geschreven door Josée Warnaar.
gen, boven de doos.
Gebruik van Letterzetter en Veilig & vlot
•De kinderen gebruiken het deksel als werkveld.
Boven in het deksel is een groot vak waar de kinde-
Letterzetter
ren de plaatjes bij de auditieve oefeningen neer-
Letterzetter, een kopieermap met extra stof, bevat
leggen. Er is ruimte voor vijf plaatjes. Daaronder is
twee soorten werkbladen: sterwerkbladen voor leer-
een verdeelstrook voor een woord van drie letters
lingen die extra oefening nodig hebben en raket-
en een vakje voor een plaatje. Dit gebruikt u wan-
werkbladen voor de goede en snelle leerlingen.
neer de kinderen met letters en woorden werken.
Met de sterwerkbladen oefent u de moeilijke deelvaardigheden van het lezen nog eens extra, bijvoor-
Gebruik de Woordendoos vaak. Doe regelmatig een
beeld de verwisseling van letters, of het uitluisteren
extra auditieve oefening als u tijd over hebt. Oefenin-
van letters in woorden (auditieve analyse).
gen met de Woordendoos aan de instructietafel zijn
U kunt zelf een keuze maken uit de grote hoeveelheid
zeer zinvol voor de zwakke leerlingen.
werkbladen. Maar u kunt er ook voor kiezen om de
2
Veilig leren lezen Caraïbisch gebied en Suriname - Tips bij kern 1
© Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
sterwerkbladen met alle kinderen te maken. U kunt
lezen en bij het leesbegrip. Elke dag oefenen met
de werkbladen mondeling behandelen, maar ze ook
­Veilig & Vlot helpt de kinderen om los te komen van
schriftelijk laten maken.
het letter-voor-letter-hardop-lezen (de elementaire
leeshandeling).
Mondeling
Veilig & Vlot wordt gebruikt vanaf het woord ‘sok’.
U doet de oefening samen met de kinderen die moeite
Veilig & Vlot is geen extra stof, maar hoort bij de ba-
hebben met het uitluisteren van de letter. In het voor-
sisstof van Veilig leren lezen.
beeld (p. 2) is Kopieerblad 1.1 (‘m’ vooraan) gebruikt.
1 Op het eerste plaatje zie je een muur.
Planning van kern 1
We hakken het woord ‘muur’ in stukjes. Doe maar
Het overzicht op pagina 5 geeft aan:
mee: /m/-/uu/-/r/.
• op welke dagen u de bladen van Veilig & Vlot ge-
2 Wat hoor je vooraan bij ‘muur’? Hoor je de mmmm?
bruikt,
Teken een rondje om het plaatje.
• op welke dagen u de sterwerkbladen van Letter-
3 Op deze manier behandelt u alle woorden van het
zetter kunt gebruiken.
werkblad.
Voor de snelle lezers maakt u, naar eigen inzicht, een
keuze uit de raketwerkbladen.
Schriftelijk
Mondeling Nederlands
Kinderen die geen moeite hebben met de opdracht,
Interactief voorlezen
mogen het werkblad zelfstandig maken, nadat u de
plaatjes hebt toegelicht. Zie hiervoor de toelichting
In Veilig leren lezen zijn veel voorleesactiviteiten op-
bij kopieerblad 1.1 op pagina 9 van Letterzetter.
genomen. - In kern 1 is er zelfs bij ieder structureer-
De raketwerkbladen bieden extra stof voor de kinde-
woord een prentenboekje. - Door voor te lezen ont-
ren die goed en snel werken. Deze kinderen zijn soms
wikkelt u de Nederlandse taal én de geletterdheid.
sneller klaar dan de groep. Zij mogen dan een raket-
De kinderen genieten van het verhaal, ze gaan de
werkblad pakken.
Nederlandse taal steeds beter begrijpen én ze ervaren dat er mooie verhalen in uw boeken staan en dat
Veilig & Vlot
stimuleert ze om zelf ook te gaan lezen.
Veilig & Vlot helpt de kinderen bij het automatiseren
Lees voor volgens de principes van het ‘interactief
van de leeshandeling. Kinderen moeten niet alleen
voorlezen’. Het interactief voorlezen is helemaal
correct lezen, maar ze moeten dat ook vlot kunnen.
uitgewerkt in de handleidingen van Veilig leren
Anders krijgen zij later problemen bij het technisch
­lezen. Maar op uw school moet u het voorlezen aanpassen aan de familiarisering van het Nederlands.
Hierna vindt u tips voor het interactief voorlezen,
aangepast aan de situatie in het Caraïbisch gebied
en Suriname.
Stap 1 – Vóór het lezen: voorgesprek
Vóór u gaat lezen, houdt u eerst een kort voorgesprek over het verhaal.
In het voorgesprek leert u de kinderen bepaalde
woorden. Dit zijn woorden die ze moeten onthouden
(ongeveer 20 per kern). In de handleidingen worden
deze woorden ‘themawoorden’ genoemd. Leer de
woorden zo concreet mogelijk aan, neem voorwerpen mee om bepaalde woorden duidelijk te maken.
Als het om een werkwoord gaat, kunt u het woord uitbeelden: u legt dus niet uit wat ‘grommen’ is, maar u
gromt zelf. En natuurlijk kunt u een woord vertalen
naar de moedertaal van de kinderen.
In de handleidingen vindt u suggesties voor dit voorgesprek.
3
Veilig leren lezen Caraïbisch gebied en Suriname - Tips bij kern 1
© Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
‘Ik‘Wat
hebkun
nietjezo’n
zin om
naarmama.
school te gaan,’ zegt Rik.
nooit?’
vraagt
Vertel
me eens
wat
er aan deJeroen
hand is.’
Ik
wil
weer
naar
de
kleuters.
is ook bij de kleuters gebleven.
‘Ik‘Leren
ben een
beetje
ziek.’
lezen
natuurlijk!’
dromerig kijken
Rik
staart
naar
de
hapjes
op
zijn
bord.
Waarom
ik dan
niet?’
‘Ziek?’
vraagt
mama
verbaasd.
Rik wordt
een
beetje
boos. Waarom snapt mama dat niet?
‘Ik kan hetzegt
nooit!’
roept
hij
danjeineens.
‘Lieverd,’
mama,
‘nú
hoef
ookdat
nog niet
kunnen lezen.
aan.
Nee,
ik geloof
niet
ziekte
bent.
Kun je dat nu pas? ‘Kijk
‘Anme
kaneens
allang
een boek
lezen.
Ik vindjelezen
veel
te moeilijk.
‘Wat
kun
je
nooit?’
vraagt
mama.
Dat ga
jeeens
juist wat
leren.
En jede
kunt
je is.’
eigen naam toch al lezen en schrijven?
me
er
aan
hand
O nee, ik kan dat allang! Vertel
Ik wil weer naar de kleuters. Jeroen is ook bij de kleuters gebleven.
Stap 2 - Vertellen
‘Leren
Dat
An lezen
al kannatuurlijk!’
lezen,
knap. op
Maar
meeste kinderen kunnen, net als jij
dromerig kijken
Rik
staart
naar
deishapjes
zijndebord.
Waarom
ik dan
niet?’
Als de kinderen op uw school nog niet zo vertrouwd
Rik
wordt
een
beetje
boos.
Waarom
snapt
mama dat niet?
nog
‘Ik
kanniet
hetlezen.’
nooit!’
roept ‘nú
hij dan
ineens.
zijn met de Nederlandse taal, kunt u het verhaal
‘Lieverd,’
zegt
mama,
hoef
je
ook
nog
niet
te kunnen lezen.
Kun je dat nu pas?
‘An toch
kan allang
eenzin
boek
lezen.
Ik vindte
lezen
veel te moeilijk.
‘En
heb
ik geen
om
naar school
gaan!’
eerst in eigen woorden vertellen, zonodig in de‘Wat
moekun
je
nooit?’
vraagt
mama.
Dat
ga
je
juist
leren.
En
je
kunt
je
eigen
naam
toch
al lezen en schrijven?
O nee, ik kan dat allang!
Ik wil
weer
naar
de kleuters.
Jeroen
is ook
bij dehet
kleuters
Rik
doet
zijnnatuurlijk!’
armen
stevig over
elkaar.
Hij weet
zeker. gebleven.
Hij wil weer
dertaal van de kinderen.
‘Leren
lezen
Dat An al kan lezen, is knap. Maar de meeste kinderen kunnen, net als ji
Waarom
ik
dan
niet?’
naar
de kleuters.
Rik
wordt
beetje boos. Waarom snapt mama dat niet?
nog
nieteen
lezen.’
stap 3 – Tijdens het lezen
‘Lieverd,’
zegt
mama,
hoefdan.
je ook nog niet te kunnen lezen.
‘Ik
heb
een
idee,’
zegt ‘nú
mama
Kun je dat nu pas?
allang
lezen.
vind lezen
veel te moeilijk.
‘Enkan
toch
heb ik een
geenboek
zin om
naarIkschool
te gaan!’
Als u het verhaal voorleest, stelt u af en toe een‘An
vraag
Datgaat
ga jeéén
juist
leren.
Eninjejekunt
je eigen
naam
toch
al lezen
en
schrijven?
‘Je
dag
kijken
nieuwe
klas.
Als
je
morgen
nog
steeds
nee,
ik kan duidelijk
dat allang!te houden.
om de grote lijn van O
het
verhaal
IkRik
wil doet
weerzijn
naararmen
de kleuters.
Jeroen
is ookHij
bijweet
de kleuters
gebleven.
stevig over
elkaar.
het zeker.
Hij wil weer
Datu Anwilt
al kan
lezen,
is knap.gaan
Maarwedevragen
meeste
kunnen, net als ji
terug
naarniet?’
de kleuters,
ofkinderen
dat kan. Goed?’
Voorbeeldvragen vindt u in de handleiding maar
Waarom
dan
naar deikkleuters.
nogdenkt
niet lezen.’
kunt natuurlijk ook zelf vragen bedenken.
Rik
na. mama,
Eén dag‘nú
is hoef
zo voorbij.
hijtewel
proberen.
leg uit/synoniem
‘Lieverd,’
zegt
ook Dat
nogwil
niet
kunnen
lezen.
‘Ik
heb
een
idee,’ zegt
mama je
dan.
Ook kunt u een moeilijk woord kort uitleggen volgens
‘En
toch
heb
ik
geen
zin
om
naar
school
te
gaan!’
‘Oké,’
zegt
hij
dan.
doe voor
Dat
je juist
leren.
En jeinkunt
je eigen
naam
al lezen
en steeds
schrijven?
‘Jega
gaat
één dag
kijken
je nieuwe
klas.
Alstoch
je morgen
nog
de vier principes van Veilig leren lezen, aangevuld
Rik nu
doet
zijn armenjij!’
stevig
over
elkaar. Hij weet het zeker. Hij wil weer
‘En
opschieten,
lacht
mama.
Dat
An al
kan
lezen,
is knap. Maar
kunnen,
met een vijfde: laat zien
terug
wilt
naar
de kleuters,
gaan de
wemeeste
vragen kinderen
of dat kan.
Goed?’net als jij,
naarstaat
de kleuters.
‘An
vast
allang
op
ons
te
wachten.’
1 Wijs aan: a wijs aan
• Woorden die te maken hebben met lezen. Bijvoornog
lezen.’
Rikniet
denkt
na. Eén dag is zo voorbij. Dat wil hij wel proberen.
leg uit/synoniem
‘Ik heb een beeld:
idee,’het
zegt
mama
dan. de titel, de regel, de zin.
Laat een woord zien op de illustratie uit het ankerwoord,
de letter,
‘En
toch
heb
ik
geen
zin om naar school te gaan!’
‘Oké,’
zegt
hij
dan.
doe voor
verhaal.
• Begrippen
diein
deje
kinderen
groepAls
1 enje
2 al
heb- nog steeds
‘Je gaat één
dag kijken
nieuweinklas.
morgen
Rik
doet
zijn armen
stevig
overmama.
elkaar. Hij weet het zeker. Hij wil weer
‘En
nu
opschieten,
jij!’
lacht
2 Laat zien:
ben
geleerd:
laat zien
terug wilt naar de kleuters, gaan we vragen of dat kan. Goed?’
naar
kleuters.
Laat zien wat
het
woord
betekent,
neem
het
voor- deallang
voorkant,
achterkant,
de bovenkant, de on‘Ande
staat
vast
op de
ons
te wachten.’
a wijs aan
Rik denkt na. Eén dag is zo voorbij. Dat wil hij wel proberen.
leg
uit/synoniem
werp mee in de klas.
derkant;
‘Ik heb een idee,’
zegt mama dan.
‘Oké,’ zegt hijdedan.
8 de middelste, de voorste,
3 Doe voor:
eerste, de laatste,
doe voor
‘Je gaat één- dag kijken
in je nieuwe
klas. Als je morgen nog steeds
‘En nu opschieten,
jij!’ vooraan,
lacht mama.
Doe het woord laat
voorzien
als het om een werkwoord
de achterste,
achteraan, in het midden.
terug wilt naar de kleuters, gaan we vragen of dat kan. Goed?’
gaat.
De allang
kinderen
begrippen al wanneer
‘An staat vast
opkennen
ons tedeze
wachten.’
a wijs aan
Rik denkt na. het
Eéngaat
dag
zo voorbij.
Dat maar
wil hij
proberen.
4 Leg uit:
omisconcreet
materiaal,
nu wel
moeten
zij
leg uit/synoniem
O nee, ik kan dat allang!
iG
G
iG
G
G
G
i
P
G
i
P
G
i
P
G
Dit is de moeilijkste manier voor kinderen.
Leg zegt hijdie
ook begrijpen vanaf8papier of op het gehoor:
‘Oké,’
dan.
i doe voor
daarom pas uit wat een woord betekent als‘En
u de
- de
voorkant,
de achterkant
nu opschieten,
jij!’ lacht
mama. van je leesboekje en
laat zien
P
vorige drie mogelijkheden niet kunt gebruiken.
je werkboekje;
‘An staat vast allang op ons te wachten.’
avijfde
wijs aan
5 U kunt een
principe gebruiken: vertaal het
- de bovenkant, de onderkant van de bladzijde;
woord in de moedertaal van de kinderen.
- de eerste, laatste, middelste
letter die je hoort;
8
- de voorste, achterste, middelste letter die je ziet.
Stap 4 – Na het lezen
• De kinderen moeten ook de woorden kennen die zij
Als u het verhaal heeft voorgelezen kunt u een nage-
nodig hebben om de oefeningen te lezen en te ma-
sprek houden. Vraag de kinderen wat ze van het ver-
ken. In het werkboekje van kern 1 op werkblad 2
haal vonden, bijvoorbeeld grappig of spannend. En
zijn dat bijvoorbeeld: de mug, de ton, de mol, de
of ze ook weleens zoiets meegemaakt hebben.
vis, de pop, het net, de muis, de maan, de muur,
8
Let op: het is niet de bedoeling dat u de vier stappen
mis, de kok, het mes, de mat, de wip.
allemaal achter elkaar uitvoert. Dat zou veel te lang
• Op aan-dag 1 leert u het woord ‘aan’ in verschil-
duren. U kunt eerst het verhaal in uw eigen woorden
lende betekenissen: iets aan iemand geven, kleren
vertellen en de volgende dag voorlezen volgens stap
aantrekken, iets hangt aan de lijn, ik doe het licht
2 tot en met 4.
aan.
• De woorden uit de prentenboeken. U kunt uit elk
Woordenschat in kern 1
prentenboek enkele woorden kiezen om aan te le-
In de inleiding van handleiding 1 staat onder het kop-
ren. De woorden staan vermeld in de handleiding
je ‘Woordenschat’: de kinderen breiden hun woor-
van kern 1.
denschat uit binnen het thema ‘Mijn klas’. Tijdens
deze kern komen zo heel wat woorden aan de orde.
Planning
Allemaal woorden die te maken hebben met het leren
Op www.veiliglerenlezen.nl, in de rubriek ‘Gratis ma-
lezen in groep 3.
teriaal per kern’ vindt u twee soorten planningen:
• een planning waarin alle 12 kernen in een jaar wor-
• Woorden rond het materiaal.
den afgerond;
Bijvoorbeeld: de pen, het potlood, het gum, het
• een planning waarin 9 kernen in een jaar worden
krijtje (bordkrijt en kleurkrijt), het schoolbord, het
afgerond. In dit geval kunt u de lessen uit de hand-
boek(je), het werk­­boek(je), het leesboek(je), de
leiding spreiden over drie dagen. Gebruik voor
kaft, de titel, de bladzijde.
kern 1 dan het schema van de volgende pagina.
4
Veilig leren lezen Caraïbisch gebied en Suriname - Tips bij kern 1
© Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
Planning van kern 1
Dag
Woord
1
ik-dag
2
maan-dag 1
3
maan-dag 2
4
maan-dag 3
5
roos-dag 1
6
roos-dag 2
7
roos-dag 3
8
vis-dag 1
9
vis-dag 2
10
vis-dag 3
Letter
Veilig & vlot
Letterzetter ster
kern 1 t/m 3
werkbladen
m
werkblad 1.1 – letter m
r
werkblad 1.2 – letter r
v
werkblad 1.3 – letter v
i
werkblad 1.5 – letter i
werkblad 1.4 – m-r-v
11
sok-dag 1
s
12
sok-dag 2
blad 1
werkblad 1.6 – letter s
13
sok-dag 3
blad 2
werkblad 1.7 –klankpositie m
werkblad 1.8 – klankpositie r
14
aan-dag 1
15
aan-dag 2
aa
blad 3
blad 4
werkblad 1.10 – letter aa
werkblad 1.9 – klankpositie s
16
aan-dag 3
17
pen-dag 1
18
pen-dag 2
herhaling
p
werkblad 1.11 – leesoefening
blad 5
blad 6
werkblad 1.12 – letter p
werkblad 1.13 – leesoefening
19
pen-dag 3
herhaling
werkblad 1.14 – klankpositie p
werkblad 1.15 – v-s-p
20
en-dag 1
e
blad 7
21
en-dag 2
blad 8
werkblad 1.16 – letter e
22
en-dag 3
blad 9
werkblad 1.17 – woordrijtjes
23
blad 10
blad 10
werkblad 1.18 – i-aa-e
24
herhaling
herhaling
werkblad 1.19 – woordrijtjes
25
herhaling
herhaling
werkblad 1.20 – zinnetjes lezen
5
Veilig leren lezen Caraïbisch gebied en Suriname - Tips bij kern 1
© Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl
Download