Therapie actueel Trabectedine voor wekedelensarcomen Trabectedin for soft tissue sarcoma M.C. Verboom en A.J. Gelderblom Samenvatting Summary Trabectedine is een nieuw chemotherapeuticum voor de behandeling van het wekedelensarcoom. Doxorubicine en ifosfamide zijn al decennia lang de gebruikte chemotherapeutica voor de meeste subtypen. Trabectedine is inmiddels als weesgeneesmiddel in een aantal centra in Nederland beschikbaar voor het leiomyosarcoom en myxoïde liposarcoom na eerdere behandeling met standaardchemotherapie. Aangezien effectief bij andere subtypen, zoals het synoviosarcoom, kunnen deze patiënten in het kader van het lopende doelmatigheidsonderzoek met trabectedine worden behandeld. De meest voorkomende bijwerkingen zijn vermoeidheid, leverfunctiestoornissen en beenmergsuppressie en in zeldzame gevallen rabdomyolyse. Een groot deel van de ernstige toxiciteit kan worden voorkomen door voorbehandeling met 20 mg dexamethason. De behandeling met trabectedine dient in ervaren handen te gebeuren, mede door noodzakelijke dosisaanpassingen op basis van consequent en uitgebreid bloedonderzoek tussen de kuren door. In dit overzichtsartikel worden de resultaten van een aantal fase II-onderzoeken besproken, evenals de studies die nu gaande zijn. (Ned Tijdschr Oncol 2012;9:216-23) Trabectedin is a new chemotherapy for the treatment of soft tissue sarcoma. Doxorubicin and ifosfamide are the agents used for most subtypes since decades. Trabectedin is available as orphan drug in a number of hospitals in the Netherlands for leiomyosarcoma and myxoid liposarcoma after previous treatment with standard chemotherapy. Since effective in other subtypes, such as synovial sarcoma, these patients can be treated with trabectedin as part of the on-going observational study. The most frequent adverse effects are fatigue, liver and bone marrow toxicity, and in rare cases rhabdomyolysis. A great part of the toxicity can be prevented with 20 mg dexamethason pre-medication. Treatment with trabectedin has to be given by experienced doctors, due to mandatory dose reductions based on consistent and extensive laboratory tests in between cycles. In this article the results of phase II studies are reviewed, as are current studies. Inleiding Trabectedine is een nieuw middel in de behandeling van het wekedelensarcoom. Wekedelensarcomen zijn een heterogene groep tumoren die ontstaan vanuit het bind- en steunweefsel. Omdat elk van de meer dan 50 verschillende typen wekedelensar- comen een eigen etiologie en biologie heeft, is trabectedine niet bij elk wekedelensarcoom werkzaam. Het is echter wel een van de weinig nieuwe middelen dat bij meerdere typen sarcomen effect heeft, in het bijzonder bij het leiomyosarcoom en myxoïde liposarcoom. Auteurs: dhr. drs. M.C. Verboom, arts-onderzoeker, prof. dr. A.J. Gelderblom, internist-oncoloog, afdeling Klinische Oncologie, Leids Universitair Medisch Centrum. Correspondentie graag richten aan dhr. dr. M.C. Verboom, arts-onderzoeker, afdeling Klinische Oncologie, K01-62, Leids Universitair Medisch Centrum, Postbus 9600, 2300 RC Leiden, tel.: 071 526 10 93, e-mailadres: [email protected] Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Trefwoorden: behandeling, bijwerkingen, trabectedine, wekedelensarcomen, Yondelis Key words: adverse effects, soft tissue sarcomas, trabectedin, treatment, Yondelis 216 Nederlands Tijdschrift voor Oncologie Jaargang 9 - nr. 5 - augustus 2012 5 Jaarlijks krijgen ongeveer 1.000 patiënten in Nederland de diagnose ‘wekedelensarcoom’, 5 per 100.000 per jaar.1 De meest voorkomende typen zijn leiomyosarcoom (19%), synoviaal sarcoom (13%), gastrointestinale stromale tumor (GIST; 13%) en liposarcoom (12%). De vijfjaarsoverleving voor alle hooggradige non-GIST-sarcomen is 60%.1 Wegens de zeldzaamheid van de verschillende typen wekedelensarcomen wordt geadviseerd deze patiënten naar gespecialiseerde centra te verwijzen. Daar kunnen patiënten tevens met nieuwe middelen in studieverband worden behandeld. Bij de helft van de patiënten treedt metastasering op, meestal naar de longen.2,3 GIST wordt in dit artikel verder buiten beschouwing gelaten, omdat het een ander klinisch beloop heeft. Als metastectomie niet mogelijk of niet zinvol is, is palliatieve behandeling met monotherapie doxorubicine eerste keuze, met een hoge dosis ifosfamide als eventuele tweedelijnsbehandeling.4 In de afgelopen decennia zijn veel studies gedaan om de werkzaamheid van andere middelen bij wekedelensarcomen aan te tonen.5 Trabectedine is een van deze middelen en heeft in meerdere studies bewezen van nut te zijn in het stabiliseren van tumorgroei.6 Deze bijdrage aan Therapie actueel heeft als doel een overzicht te geven van de kennis van behandeling met trabectedine voor sarcomen (in de weke delen) tot op dit moment. Naast de bijwerkingen en de effectiviteit in het algemeen bij sarcomen, zal worden ingegaan op enkele subtypen wekedelensarcomen. Tevens zullen de nu lopende fase III- en fase IV-studies worden besproken. Ontwikkeling In jaren 60 van de vorige eeuw werd tijdens een ‘National Cancer Institute’-screening naar nieuwe middelen antitumoreffect gevonden van extracten van het zakpijpje Ecteinascidia turbinata, een manteldiertje uit de Caribische Zee (zie Figuur 1).7 Van een deze extracten werd in 1984 de moleculaire structuur bepaald; ET-743, oftewel trabectedine. Nadat ET-743 eerst via een aquacultuur werd verkregen, wordt het sinds 1996 synthetisch bereid.8 De commerciële naam van trabectedine is Yondelis® (PharmaMar, Madrid, Spanje). In-vitro- en xenograftstudies hebben effectiviteit van trabectedine aangetoond bij onder meer wekedelensarcomen.9-11 Een in-vitrostudie liet zien dat trabecte- Nederlands Tijdschrift voor Oncologie Figuur 1. Het zakpijpje Ecteinascidia turbinata. dine voor sarcoomweefsel cytotoxischer is dan voor andere typen tumorweefsel en effectiever is tegen sarcomen dan de bekende chemotherapeutica.12 Op basis van een vergelijkende fase II-studie is trabectedine door het Europees Geneesmiddelenbureau (‘European Medicines Agency’; EMA) per september 2007 goedgekeurd. In Nederland is trabectedine in 2010 aangemerkt als weesgeneesmiddel voor de tweedelijnsbehandeling van leiomyosarcomen en myxoïde liposarcomen. Werkingsmechanisme Trabectedine heeft een uniek werkingsmechanisme, dat nog niet helemaal wordt begrepen. Het middel bestaat uit 3 aan elkaar verbonden ringen, waarbij 2 ringen aan het DNA binden en de derde uit dit complex steekt om met enzymen rond het DNA te reageren.13 In tegenstelling tot de meeste alkylerende middelen, die aan de grote groeve van het DNAmolecuul binden, bindt trabectedine aan de kleine groeve.14 Door deze binding buigt het DNA naar de grote groeve en interfereert trabectedine met transcriptiefactoren, eiwitten die met DNA binden en DNA-herstelmechanismen (zie Figuur 2, pagina 218).15 Deze interacties leiden tot dubbelstrengsbreuken en verstoring van de celcyclus door een vertraging van de S-fase en blokkade van de G2M-fase waarop apoptose optreedt.16,17 Trabectedine beïnvloedt ook de productie van cytokines. In cellijnen met myxoïd liposarcoom was de productie van CCL2, CXCL8, VEGF en PTX3 ver- Jaargang 9 - nr. 5 - augustus 2012 217 Therapie actueel A B C Figuur 2. Het werkingsmechanisme van trabectedine. (A) Trabectedine bindt aan de kleine groeve van het DNA en buigt het DNA-molecuul naar de grote groeve. (B) Hierop gaat de cel in apoptose door het falen van het DNA-herstelmechanismen, dat door binding van trabectedine aan XPG niet kan werken en waarop dubbelstrengs DNA-breuken ontstaan. (C) Daarnaast interfereert trabectedine met transcriptiefactoren rondom de bindingsplaats. laagd na toediening met trabectedine, wat in een xenograftmodel werd bevestigd.18 De (progressievrije) overleving van patiënten die met trabectedine worden behandeld, wordt beïnvloedt door de expressie van ERCC1 (‘excision repair cross-complementing group 1’), ERCC5 (ook bekend als XPG; xeroderma pigmentosum groep D) en BRCA1 (‘breast cancer 1’). Bij patiënten met verhoogde expressie van ERCC1 en XPG en verlaagde expressie van BRCA1 is langere overleving aangetoond.19,20 Dit zou een potentiële voorspeller kunnen zijn voor klinische respons. Effectiviteit van trabectedine als monotherapie Er zijn nog geen gerandomiseerde studies met trabectedine versus placebo of een ander chemotherapeuticum gepubliceerd, wat in onze ogen een omissie is. Bij sarcomen is de klinische relevantie van een respons volgens de ‘Response Evaluation Criteria In Solid Tumors’ (RECIST)-criteria beperkt.21,22 De sarcomenwerkgroep van de ‘European Organisation for Research and Treatment of Cancer’ (EORTC) adviseert daarom de progressievrije overleving als surrogaateindpunt voor werkzaamheid, waarbij werkzame antitumormiddelen in de tweede of latere lijn een progressievrije overleving van ten minste 39% na 3 maanden en 14% na 6 maanden moeten halen.23 Voor wekedelensarcomen als geheel genomen is het responspercentage van trabectedine inderdaad niet hoog gebleken; als tweedelijnsmiddel niet hoger dan 10%.24-30 Het percentage dat na een halfjaar progressievrij was, lag echter consistent rond een kwart van de patiënten.26-28 Voor de verschillende subtypen sarcomen waren er duidelijke verschillen in effectiviteit van trabectedine. 218 Nederlands Tijdschrift voor Oncologie De meest gevoelige tumoren zijn leiomyosarcomen en liposarcomen. Daarnaast is er ook bij een ruim aantal patiënten met een synoviosarcoom effect gezien. Voor het veel zeldzamere alveolair sarcoom, fibrosarcoom en maligne fibreus histiocytoom zijn de resultaten ook bemoedigend, maar de patiëntenaantallen zijn te klein om zekere uitspraken te doen (zie Tabel 1). Op basis van een gecombineerde analyse van 3 nietgerandomiseerde fase II-studies, waarin leiomyosarcomen en liposarcomen iets beter reageerden op trabectedine, is een gerandomiseerde studie opgezet met deze zogeheten L-sarcomen.31 Hierin werden 270 patiënten gerandomiseerd tussen 2 infusieschema’s met als primair eindpunt tijd tot progressie. Het driewekelijkse 24-uursschema met 1,5 mg/m2 deed het significant beter dan het wekelijkse 0,58 mg/m2 3-uursschema. Van de 136 patiënten met het driewekelijkse schema hadden 5,6% van de patiënten een objectieve respons, 53,4% was progressievrij na 3 maanden en 37,2% na 6 maanden.32 Hierop is het driewekelijkse schema standaard geworden. In andere tweedelijns fase II-studies hadden in totaal 161 patiënten met een L-sarcoom een objectieve responskans van 7,1-13,0% en bij 28,6-58,3% van de patiënten had de behandeling een klinisch effect (ten minste stabiele ziekte bij de eerste scan van de voor start progressieve patiënt).25-29 In een Amerikaans ‘expanded access program’ had in een populatie van 437 patiënten met een L-sarcoom 7,3% een objectieve respons, terwijl 47,1% een klinisch effect van de behandeling had.30 Trabectedine lijkt het meest werkzaam te zijn tegen myxoïde liposarcomen; in een retrospectieve studie hadden 51 patiënten een responspercentage van 51% en een mediane progressievrije overleving van 14 maanden.33 Net zoals L-sarcomen is het synoviosarcoom ook ge- Jaargang 9 - nr. 5 - augustus 2012 5 Tabel 1. Samenvatting effectiviteit van trabectedine bij wekedelensarcoom en subtypes. Subtype wekedelensarcoom Patiënten (n) Respons (%) Klinisch effect (%) PFS 3 maanden (%) PFS 6 maanden (%) 2.713 6,6 42,4 46,4 27,1 leiomyosarcoom 130 8,5 36,2 25,0 23,1 synoviaal sarcoom 104 13,5 48,1 50,0 23,3 liposarcoom 84 19,0 59,5 34,6 34,6 GIST 55 0,0 25,5 50,0 9,1 osteosarcoom 42 7,1 16,7 17,6 17,6 ewingsarcoom 32 6,3 28,1 26,5 13,4 alveolair sarcoom 20 10,0 90,0 * * fibrosarcoom 11 18,2 45,5 33,3 33,3 maligne fibreus histiocytoom 10 10,0 50,0 * * maligne perifere zenuwschedetumor 5 0,0 0,0 * * angiosarcoom 2 0,0 0,0 * * uterien leiomyosarcoom 207 17,9 51,7 54,8 36,4 L-sarcomen 892 6,9 44,2 44,7 31,4 wekedelensarcoom PFS=progressievrije overleving, GIST=gastro-intestinale stromale tumor, L-sarcomen=leiomyosarcomen en liposarcomen, *=geen gegevens. voeliger voor trabectedine dan andere subtypen wekedelensarcoom. In 3 tweedelijns fase II-studies met in totaal 86 patiënten varieerde het responspercentage van 5,6% tot 17,9% en hadden 50,0% tot 61,1% van de patiënten klinisch voordeel bij de behandeling.26,34,35 Helaas zijn er weinig gegevens bekend over de progressievrije overleving na 3 en 6 maanden. Een aantal subtypen wekedelensarcomen, zoals GIST, zijn niet gevoelig voor trabectedine; dit geldt ook voor de botsarcomen ewingsarcoom en osteosarcoom (zie Tabel 1). Effectiviteit van trabectedine in combinatie met andere chemotherapeutica Uit preklinisch onderzoek is een synergistisch effect Nederlands Tijdschrift voor Oncologie gebleken van trabectedine met onder meer doxorubicine, irinotecan en cisplatine.36-38 Hierop zijn fase Istudies gestart in de hoop deze synergie in de praktijk te zien. In 2 fase I-studies met de combinatie trabectedine en doxorubicine was de maximale tolerabele dosis trabectedine 1,1 mg/m2. De meest voorkomende bijwerkingen waren beenmergsuppressie en stijging van de transaminasen. Hoewel er in dit type studie geen uitspraak kan worden gedaan over de werkzaamheid, is het bemoedigend om responspercentages te zien van 12% en 17%, wat hoger is dan in de eerdergenoemde fase II-studies met monotherapie trabectedine.39,40 Over de andere mogelijke combinaties zijn nog geen klinische gegevens verschenen. In de kliniek wordt trabectedine nog niet gecombineerd met andere Jaargang 9 - nr. 5 - augustus 2012 219 Therapie actueel chemotherapeutica voor de behandeling van wekedelensarcomen. Bijwerkingen Trabectedine wordt door de meeste patiënten goed verdragen, mits zij voor de kuur een gift dexamethason krijgen. Tijdens de eerste klinische onderzoeken met trabectedine waren leverfunctiestoornissen de meest voorkomende bijwerking. Uit proefdieronderzoek bleek een voorbehandeling met dexamethason te beschermen tegen levertoxiciteit zonder de antitumorwerking negatief te beïnvloeden.41 Daarom is 20 mg dexamethason een halfuur voor de kuur standaardzorg geworden. Tevens wordt hiermee de beenmergsuppressie verminderd en heeft dexamethason antiemetisch effect.42 Voorbehandeling met dexamethason kan ook 24 uur voor de trabectedine worden gegeven. Het is nog niet bekend welk schema het beste de toxiciteit vermindert. De meest genoemde subjectieve bijwerking is vermoeidheid.6 Soms is de moeheid progressief na meerdere kuren, 0-15% van de patiënten heeft graad 3-4-moeheid. Misselijkheid is goed te behandelen met anti-emetica en 5-9% heeft graad 3-4-misselijkheid en braken.25-30,32 Haaruitval of stomatitis zijn zeer zeldzaam (<1%). Door de voorbehandeling met dexamethason is het optreden van graad 3-4 stijging van de transaminases gedaald tot 11-57% van de patiënten.25-30,32 Deze stijging is meestal tijdelijk, maar kan wel reden zijn voor een dosisreductie of uitstel van de volgende kuur. Beenmergsuppressie wordt in wisselende mate bij alle patiënten gezien en lijkt met name afhankelijk te zijn van de uitgebreidheid van voorbehandeling; 17-61% van de patiënten heeft graad 3-4. Een deel van deze patiënten krijgt bij de neutropenie ook koorts, waardoor zij moeten worden opgenomen; van alle patiënten 1-10%. Anemie graad 3-4 komt bij 0-22% voor, graad 3-4 trombopenie bij 10-29% van de patiënten.25-30,32 Om de kans op febriele neutropenie te verkleinen, zou bij uitgebreid voorbehandelde patiënten primaire profylaxe met G-CSF moeten worden overwogen. Een aantal patiënten is overleden door de behandeling met trabectedine, met als oorzaken multi-orgaanfalen, ernstige levertoxiciteit of rabdomyolyse. Om dit te voorkomen, moet voor start van de behandeling het bilirubine normaal zijn, en de overige leverfuncties en het creatinekinase mogen niet sterker verhoogd zijn dan 2,5 maal de bovenste normaalwaarde. Dit 220 Nederlands Tijdschrift voor Oncologie wijkt af van de routinepraktijk van de oncoloog, waarbij voor start van de therapie vaak alleen naar het bloedbeeld wordt gekeken. Daarnaast worden patiënten tussen de kuren door middel van wekelijks laboratoriumonderzoek gecontroleerd (met name nier- en leverfuncties en creatinekinase). Bij uitslagen hoger dan 2,5 maal de bovenste normaalwaarden dient bij de volgende kuur de dosis te worden verlaagd. Daarbij mag het creatinekinase niet al te zeer oplopend zijn. Dit vereist extra discipline, want niet alleen de laboratoriumuitslagen op de dag van de nieuwe kuur zijn van belang, maar ook de laboratoriumuitslagen tussen de kuren door. Bij aanwijzingen voor rabdomyolyse dient dit zo vroeg mogelijk proactief te worden behandeld. De standaarddosis van trabectedine is 1,5 mg/m2 in 24 uur, elke 3 weken. Gezien de frequente noodzaak tot dosisreductie naar 1,2 mg/m2 wordt echter aanbevolen bij uitgebreid voorbehandelde patiënten te starten met deze verlaagde dosis. Infusie via een port-a-cath is aanbevolen. Het middel heeft voor zover bekend geen cumulatieve toxiciteit. Discussie Trabectedine is een nieuw middel in het arsenaal tegen wekedelensarcomen. Het middel is werkzaam tegen meerdere subtypen, waarbij de beste resultaten zijn verkregen bij patiënten met een leimyosarcoom, liposarcoom en synoviosarcoom. Bij patiënten met een normale leverfunctie en met voorbehandeling met dexamethason is het middel veilig te gebruiken. De werkzaamheid van trabectedine bij de verschillende subtype weke delen is opmerkelijk, gezien de biologische verscheidenheid van wekedelensarcomen. Tevens is trabectedine in combinatie met doxorubicine in gepegyleerde liposomen (PLD) effectief bij gerecidiveerd ovariumcarcinoom.43 Sinds 2009 is trabectedine in combinatie met PLD goedgekeurd door de EMA bij gerecidiveerd ovariumcarcinoom. In een fase III-onderzoek bleek deze combinatie een langere progressievrije overleving op te leveren dan PLD alleen.44 Door het langere platinavrije interval dan na andere antitumormiddelen, was de ‘rechallenge’ met platinahoudende chemotherapie daarna ook langer effectief.45 De eerstelijnschemotherapie voor wekedelensarcomen is momenteel doxorubicine. Toevoeging van ifosfamide verhoogt de responskans, maar doet de overleving van patiënten niet verbeteren.4 Trabectedine geldt als een Jaargang 9 - nr. 5 - augustus 2012 5 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Wekedelensarcomen zijn maligne tumoren die ontstaan uit bind- en steunweefsel. De eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerde ziekte is doxorubicine. 2. Trabectedine is een nieuw chemotherapeuticum dat werkzaam is bij bepaalde subtypen wekedelensarcoom; met name het leiomyosarcoom en het myxoïde liposarcoom, maar ook bij het synoviosarcoom. 3. Trabectedine heeft als bijwerkingen nier- en levertoxiciteit en beenmergsuppressie. Voorbehandeling met dexamethason en frequente laboratoriumcontrole zijn vereist om het middel veilig te kunnen geven. 4. Op dit moment zijn 2 onderzoeken gaande met trabectedine in de wekedelensarcomencentra (LUMC, UMCG, UMCN, NKI-AvL en Erasmus MC); een doelmatigheidsonderzoek en een fase III-studie, waarmee het middel in studieverband beschikbaar is voor patiënten. derdelijnsmiddel. Er kan ook voor worden gekozen te behandelen met trabectedine, alvorens behandeling met een hoge dosis ifosfamide wordt ingezet, wegens de aanmerkelijk kortere opnameduur per kuur trabectedine. Gezien de positieve resultaten uit fase II-studies met trabectedine is een internationale fase III-studie gestart (EORTC-62091, TRUSTS-trial), waar de Nederlandse wekedelensarcomencentra (LUMC, UMCG, UMCN, NKI-AvL en Erasmus MC) aan meedoen. Hierin wordt het middel vergeleken met de standaardbehandeling doxorubicine. In de eerste fase worden 3 groepen vergeleken: doxorubicine en 2 doseringen trabectedine; als 3-uursinfuus (1,3 mg/m2) en als 24-uursinfuus (1,5 mg/m2). Deze trabectedinedoseringen waren in een studie met ovariumcarcinoompatiënten gelijkwaardig voor wat betreft effectiviteit en toxiciteit.46 In de tweede fase van dit onderzoek valt een van de trabectedinedoseringen af en wordt vergeleken met doxorubicine. Na decennia zonder nieuwe middelen met een brede indicatie voor wekedelensarcomen zijn in korte tijd 2 nieuwe middelen ontwikkeld; naast trabectedine is ook pazopanib werkzaam gebleken. Het is in een fase III-studie als tweedelijnsmiddel vergeleken met placebo. Pazopanib heeft een behoorlijke winst in het primaire eindpunt progressievrije overleving van 3 maanden (hazardratio 0,31) en tevens een beperkte overlevingswinst van 2 maanden (hazardratio 0,86).47 Het is nu op basis van gebruik uit mededogen (‘compassionate use’) beschikbaar voor niet-liposarcomen Nederlands Tijdschrift voor Oncologie na behandeling met doxorubicine. Pazopanib is een ‘multi-targeted’ tyrosinekinaseremmer met een bijwerkingenprofiel dat vergelijkbaar is met andere tyrosinekinaseremmers. Pazopanib is nog niet vergeleken met trabectedine. Tevens loopt er met trabectedine een door ZonMW gesubsidieerde fase IV-doelmatigheidsstudie met het doel te registreren wat bij de behandeling met trabectedine de overleving en medische zorgbehoefte van patiënten is. Er wordt vergeleken ten opzichte van patiënten die ofwel geen antitumortherapie krijgen (best ondersteunende therapie), ofwel een ander antitumormiddel. Deze observationele studie loopt in de eerder genoemde centra en moet inzicht geven in de kosteneffectiviteit per gewonnen ‘quality-adjusted life year’ (NCT01299506). Conclusie Trabectedine heeft zijn waarde bewezen als nieuw middel in de behandeling van wekedelensarcomen. Hoe die waarde zich verhoudt ten opzichte van andere middelen zal door lopende studies duidelijk worden. Voor bepaalde histologische subtypen, zoals leiomyosarcoom, liposarcoom en mogelijk het synoviosarcoom, lijkt het een duidelijke plaats te hebben bij voorbehandelde patiënten met wekedelensarcomen. Of het in de eerste lijn ook van meerwaarde zal zijn, moet nog worden aangetoond in de huidige eerstelijnsstudie. Jaargang 9 - nr. 5 - augustus 2012 221 Therapie actueel Referenties mediated apoptosis. J Biol Chem 2002;277(44):41580-9. 1. www.oncoline.nl (bekeken op 21 juni 2012). 18. Germano G, Frapolli R, Simone M, et al. Antitumor and anti-inflam- 2. Coindre JM, Terrier P, Guillou L, et al. Predictive value of grade for matory effects of trabectedin on human myxoid liposarcoma cells. Cancer metastasis development in the main histologic types of adult soft tissue Res 2010;70(6):2235-44. sarcomas: a study of 1240 patients from the French Federation of 19. Schoffski P, Taron M, Jimeno J, et al. Predictive impact of DNA repair Cancer Centers Sarcoma Group. Cancer 2001;91(10):1914-26. functionality on clinical outcome of advanced sarcoma patients treated 3. Blackmon SH, Shah N, Roth JA, et al. Resection of pulmonary and with trabectedin: a retrospective multicentric study. Eur J Cancer 2011; extrapulmonary sarcomatous metastases is associated with long-term 47(7):1006-12. survival. Ann Thorac Surg 2009;88(3):877-84. 20. Italiano A, Laurand A, Laroche A, et al. ERCC5/XPG, ERCC1, and 4. Casali PG, Blay JY. Soft tissue sarcomas: ESMO Clinical Practice BRCA1 gene status and clinical benefit of trabectedin in patients with Guidelines for diagnosis, treatment and follow-up. Ann Oncol 2010; soft tissue sarcoma. Cancer 2011;117(15):3445-56. 21(Suppl 5):v198-v203. 21. Verweij J. Other endpoints in screening studies for soft tissue sarcomas. 5. Penel N, Van Glabbeke M, Marreaud S, et al. Testing new regimens in Oncologist 2008;13(Suppl 2):27-31. patients with advanced soft tissue sarcoma: analysis of publications 22. Schuetze SM, Baker LH, Benjamin RS, et al. Selection of response cri- from the last 10 years. Ann Oncol 2011;22(6):1266-72. teria for clinical trials of sarcoma treatment. Oncologist 2008;13 Suppl 6. Casali PG, Sanfilippo R, D’Incalci M. Trabectedin therapy for sarcomas. 2:32-40. Curr Opin Oncol 2010;22(4):342-6. 23. Van Glabbeke M, Verweij J, Judson I, et al. Progression-free rate as 7. Rinehart KL. Antitumor compounds from tunicates. Med Res Rev the principal end-point for phase II trials in soft-tissue sarcomas. Eur J 2000;20(1):1-27. Cancer 2002;38(4):543-9. 8. Cuevas C, Perez M, Martin MJ, et al. Synthesis of ecteinascidin ET- 24. Demetri GD, Blay JY, Schoffski P, et al. Outcomes of patients (pts) 743 and phthalascidin Pt-650 from cyanosafracin B. Org Lett 2000;2(16): with advanced soft-tissue sarcomas (STS) treated in clinical trials (CTs) 2545-8. versus expanded access programs (EAPs): a decade of experience with 9. Izbicka E, Lawrence R, Raymond E, et al. In vitro antitumor activity of single-agent trabectedin (Tr). J Clin Oncol 2010;28(15s):suppl; abstr 10029. the novel marine agent, ecteinascidin-743 (ET-743, NSC-648766) 25. Delaloge S, Yovine A, Taamma A, et al. Ecteinascidin-743: a marine- against human tumors explanted from patients. Ann Oncol 1998;9(9): derived compound in advanced, pretreated sarcoma patients - preliminary 981-7. evidence of activity. J Clin Oncol 2001;19(5):1248-55. 10. Ghielmini M, Colli E, Erba E, et al. In vitro schedule-dependency of 26. Le Cesne A, Blay JY, Judson I, et al. Phase II study of ET-743 in myelotoxicity and cytotoxicity of ecteinascidin 743 (ET-743). Ann Oncol advanced soft tissue sarcomas: a European Organisation for the Research 1998;9(9):989-93. and Treatment of Cancer (EORTC) soft tissue and bone sarcoma group 11. Hendriks HR, Fiebig HH, Giavazzi R, et al. High antitumour activity of trial. J Clin Oncol 2005;23(3):576-84. ET743 against human tumour xenografts from melanoma, non-small- 27. Yovine A, Riofrio M, Blay JY, et al. Phase II study of ecteinascidin-743 cell lung and ovarian cancer. Ann Oncol 1999;10(10):1233-40. in advanced pretreated soft tissue sarcoma patients. J Clin Oncol 2004; 12. Li WW, Takahashi N, Jhanwar S, et al. Sensitivity of soft tissue sarcoma 22(5):890-9. cell lines to chemotherapeutic agents: identification of ecteinascidin-743 28. Huygh G, Clement PM, Dumez H, et al. Ecteinascidin-743: evidence of as a potent cytotoxic agent. Clin Cancer Res 2001;7(9):2908-11. activity in advanced, pretreated soft tissue and bone sarcoma patients. 13. D’Incalci M, Galmarini CM. A review of trabectedin (ET-743): a unique Sarcoma 2006;2006:56282. mechanism of action. Mol Cancer Ther 2010;9(8):2157-63. 29. Garcia-Carbonero R, Supko JG, Manola J, et al. Phase II and pharma- 14. Pommier Y, Kohlhagen G, Bailly C, et al. DNA sequence- and structure- cokinetic study of ecteinascidin 743 in patients with progressive sarcomas selective alkylation of guanine N2 in the DNA minor groove by ecteinas- of soft tissues refractory to chemotherapy. J Clin Oncol 2004;22(8):1480-90. cidin 743, a potent antitumor compound from the Caribbean tunicate 30. Samuels BL, Tap WD, Patel S, et al. Trabectedin (Tr) as single agent ecteinascidia turbinata. Biochemistry 1996;35(41):13303-9. for advanced soft tissue sarcomas (STS) failing standard of care: interim 15. Minuzzo M, Marchini S, Broggini M, et al. Interference of transcrip- analysis of 1,400 patients (pts) in an expanded access program study. tional activation by the antineoplastic drug ecteinascidin-743. Proc Natl J Clin Oncol 2010;28(15s):abstr 10027. Acad Sci USA 2000;97(12):6780-4. 31. Le Cesne A, Misset JL, Demetri GD, et al. Consistent evidence of 16. Erba E, Bergamaschi D, Bassano L, et al. Ecteinascidin-743 (ET-743), activity of ecteinascidin (ET-743) in pretreated, advanced soft tissue a natural marine compound, with a unique mechanism of action. Eur J sarcoma (STS): results from a pooled analysis of three pivotal phase II Cancer 2001;37(1):97-105. clinical trials (P2CT) and safety profile of a 24h infusion schedule. Eur J 17. Gajate C, An F, Mollinedo F. Differential cytostatic and apoptotic Cancer 2001;37(S34):suppl 6: abstr 114. effects of ecteinascidin-743 in cancer cells. Transcription-dependent 32. Demetri GD, Chawla SP, Von Mehren M, et al. Efficacy and safety of cell cycle arrest and transcription-independent JNK and mitochondrial trabectedin in patients with advanced or metastatic liposarcoma or leio- 222 Nederlands Tijdschrift voor Oncologie Jaargang 9 - nr. 5 - augustus 2012 5 myosarcoma after failure of prior anthracyclines and ifosfamide: results Clin Cancer Res 2008;14(20):6656-62. of a randomized phase II study of two different schedules. J Clin Oncol 41. Donald S, Verschoyle RD, Greaves P, et al. Complete protection by 2009;27(25):4188-96. high-dose dexamethasone against the hepatotoxicity of the novel antitumor 33. Grosso F, Jones RL, Demetri GD, et al. Efficacy of trabectedin (ectei- drug yondelis (ET-743) in the rat. Cancer Res 2003;63(18):5902-8. nascidin-743) in advanced pretreated myxoid liposarcomas: a retro- 42. Grosso F, Dileo P, Sanfilippo R, et al. Steroid premedication markedly spective study. Lancet Oncol 2007;8(7):595-602. reduces liver and bone marrow toxicity of trabectedin in advanced sarcoma. 34. Dileo P, Sanfilippo R, Grosso F, et al. Trabectedin (T) in advanced, Eur J Cancer 2006;42(10):1484-90. pretreated synovial sarcomas (SS): a retrospective analysis of 39 patients 43. Poveda A, Vergote I, Tjulandin S, et al. Trabectedin plus pegylated (pts) from three European institutions. J Clin Oncol 2010;28(15s):abstr liposomal doxorubicin in relapsed ovarian cancer: outcomes in the partially 10030. platinum-sensitive (platinum-free interval 6-12 months) subpopulation 35. Grosso F, Jones RL, Blay JY, et al. Trabectedin (T) in soft tissue of OVA-301 phase III randomized trial. Ann Oncol 2011;22(1):39-48. sarcomas (STS) carrying a chromosomal translocation: an exploratory 44. Kaye SB, Colombo N, Monk BJ, et al. Trabectedin plus pegylated analysis. CTOS 2007; abstract 900. liposomal doxorubicin in relapsed ovarian cancer delays third-line chemo- 36. Takahashi N, Li WW, Banerjee D, et al. Sequence-dependent enhan- therapy and prolongs the platinum-free interval. Ann Oncol 2011;22(1): cement of cytotoxicity produced by ecteinascidin 743 (ET-743) with 49-58. doxorubicin or paclitaxel in soft tissue sarcoma cells. Clin Cancer Res 45. Sehouli J, Alfaro V, Gonzalez-Martin A. Trabectedin plus pegylated 2001;7(10):3251-7. liposomal doxorubicin in the treatment of patients with partially platinum- 37. Riccardi A, Meco D, Ubezio P, et al. Combination of trabectedin and sensitive ovarian cancer: current evidence and future perspectives. Ann irinotecan is highly effective in a human rhabdomyosarcoma xenograft. Oncol 2012;23(3):556-62. Anticancer Drugs 2005;16(8):811-5. 46. Del Campo JM, Roszak A, Bidzinski M, et al. Phase II randomized 38. D’Incalci M, Colombo T, Ubezio P, et al. The combination of yondelis study of trabectedin given as two different every 3 weeks dose schedules and cisplatin is synergistic against human tumor xenografts. Eur J Cancer (1.5 mg/m2 24 h or 1.3 mg/m2 3 h) to patients with relapsed, platinum- 2003;39(13):1920-6. sensitive, advanced ovarian cancer. Ann Oncol 2009;20(11):1794-802. 39. Sessa C, Cresta S, Noberasco C, et al. Phase I clinical and pharma- 47. Van der Graaf WT, Blay JY, Chawla SP, et al. Pazopanib for metastatic cokinetic study of trabectedin and cisplatin in solid tumours. Eur J Cancer soft-tissue sarcoma (PALETTE): a randomised, double-blind, placebo- 2009;45(12):2116-22. controlled phase 3 trial. Lancet 2012;379(9829):1879-86. 40. Blay JY, Von Mehren M, Samuels BL, et al. Phase I combination study of trabectedin and doxorubicin in patients with soft-tissue sarcoma. Nederlands Tijdschrift voor Oncologie Ontvangen 20 april 2012, geaccepteerd 20 juni 2012. Jaargang 9 - nr. 5 - augustus 2012 223