Gemeente Oirschot Resultaten dialoogbijeenkomst Bestuurlijke Toekomst 15 mei 2017, Spoordonkse Watermolen Zo’n 40 aanwezigen, waarvan aanzienlijk deel met bestuurlijke of organisatorische verbondenheid met de gemeente. De dialoog is gevoerd met inwoners die niet (meer) politiek of organisatorisch betrokken zijn bij de gemeente Oirschot. Aantal betrokken inwoners “zonder specifieke binding”: 18. De in dit verslag opgenomen opmerkingen geven niet altijd de opvatting van de meerderheid van de aanwezigen weer. 1 Thema behoud en identiteit van het dorp • • Verreweg de meeste deelnemers identificeren zich meer met het dorp waarin ze wonen dan met de gemeente Oirschot. Spoordonk kan dan ook volgens velen hetzelfde functioneren in een andere toekomstige situatie als nu het geval. Identiteit kan wel onder druk komen te staan als “stadse mentaliteit” (lees: Eindhoven) rol gaat spelen. Aantal deelnemers wijst op het gegeven dat de afgelopen jaren een aantal dorpen door Eindhoven letterlijk zijn geannexeerd. Anderzijds is er wel degelijk sprake van een verbinding met het stedelijk gebied, nog meer dan met De Kempen. Er wordt gewezen op de “bron” van de identiteit van de gemeente: de heren van Oirschot. “Als je niet weet waar je vandaan komt, weet je niet waar je naar toe moet”. Van oudsher was er sprake van verbinding met Best. Het groene landschappelijke karakter van de gemeente zal naar mening van de meeste deelnemers ook in een grotere gemeente behouden blijven. Zelfs “in geval van aansluiting bij Eindhoven” zal de groene corridor behouden blijven. Dit zal nooit een nieuwe Vinex-wijk worden. Groene longen zijn ook voor Eindhoven belangrijk. Beperkt aantal deelnemers twijfelen of gemeente “monument in het groen” kan blijven, maar dan meer vanuit de vraag voor wie de gemeente “een monument” is of kan zijn. Eén deelnemer vindt dat Best terug naar Oirschot moet zoals ook in het verleden was: “Oirschot heeft Best wat te bieden”. 2 Thema dienstverlening en voorzieningen • • Op de uitspraak “bij goede dienstverlening maakt de schaal van de gemeente niet uit’ wordt met name ontkennend geantwoord. Het woord “goede” in de uitspraak maakt een verschil. Een deel van de dienstverlening heeft betrekking op lokale contacten, dichtbij de inwoners, zeker voor degenen die digibeet zijn. Dan maakt de schaal wel degelijk uit, naar mening van meerderen. Anderzijds wordt erkend dat Oirschot te klein is om op alle aspecten goede dienstverlening te kunnen realiseren; daarvoor is onvoldoende kwaliteit in de ambtelijke organisatie. De dienstverlening “vanuit Eindhoven” organiseren staat daarentegen weer erg ver af van de inwoners. Een tussenvorm wordt wenselijk geacht door een aantal deelnemers: de “voorkant” (ingang) van de dienstverlening dichtbij, de “achterkant”(ict, digitale techniek) op grotere schaal en efficiënt georganiseerd. Wat betreft voorzieningen voor zorg en welzijn zijn de deelnemers verdeeld of dit beter door een kleine dan door een grote(re) gemeente georganiseerd kan worden. Enerzijds geldt hier het gegeven dat in de uitvoering directe kennis dichtbij prettig kan zijn (bv ouderenzorg), anderzijds geldt dat op vele terreinen (zeker die van jeugd- en jongeren) zorgverlening op de schaal van Oirschot niet mogelijk is. Ook ten aanzien van dit onderwerp wordt gesteld dat voor wat betreft beleid, inkoop, etc efficiënt en op grote schaal moet worden (samen)gewerkt en dat de uitvoering waar dat kan op kleine schaal moet worden ingevuld. 3 Thema Beleidskracht en Financiën • • Op de vraag of een grotere gemeente meer kan bereiken op terreinen als wonen, economie en verkeer wordt m.n. positief geantwoord. Een grotere gemeente kan meer bereiken in haar omgeving, kan een grotere vuist maken. Daar wordt aan toegevoegd dat een grotere gemeente (lees: Eindhoven) ook kleinere gemeenten meer zou moeten betrekken bij ontwikkelingen. Het gevoel bestaat dat MRE, maar bijvoorbeeld ook Brainport en de ontwikkelingen rond Eindhoven Airport (te veel) wordt gedicteerd door de gemeente Eindhoven zelf. Door één deelnemer wordt aangegeven dat het onderwerp “kenniseconomie” van essentieel belang voor de toekomstige beleidskracht van de gemeente is. Ongeveer de helft van de deelnemers verwachten dat een opschaling van de gemeente de burger meer geld gaat kosten, evenveel antwoorden neutraal of weten het niet, een enkeling verwacht geen extra kosten door opschaling. Eén van de deelnemers betoogt dat “the economy of scale” één van de grootste leugens is en dat een grotere, meer gelaagde organisatie altijd duurder is. Een enkele deelnemer is wel van mening dat schaalvergroting meer efficiëncy en minder kosten kan bewerkstelligen. Een aantal deelnemers die neutraal ten opzichte van deze uitspraak staan geven aan dat alles afhankelijk is van hoe je het organiseert. 4 Toekomstscenario’s en oriëntatie Scenario A Ambtelijke netwerksamenwerking • • • Scenario B Ambtelijke fusie Scenario C Vergaande bestuurlijke en ambtelijke samenwerking Scenario D Bestuurlijke fusie (gemeentelijke herindeling) Scenario A wordt door de meeste deelnemers als niet voldoende toekomstgericht bestempeld. Daarbij wordt gesteld dat er wat moet gebeuren en dat het niet door kan gaan zoals het nu is. Wat betreft de oriëntatie hebben de meeste deelnemers de voorkeur voor een verbinding met Best en Son (de zogenaamde BOS-variant). BOS wordt omschreven als een mooie natuurlijke en groene buffer van zo’n 65.000 inwoners. De deelnemers die deze variant opteren zien vrijwel allen de gemeente Oirschot in zijn geheel hierin opgaan. Een enkele deelnemer zou dit gepaard willen zien met een splitsing (deel naar Best, deel naar Boxtel). Een paar deelnemers zijn van mening dat samengaan met Eindhoven de beste optie voor de toekomst is. Geen van de deelnemers ziet een ontwikkeling richting De Kempen. De keuze tussen de scenario’s B, C en D is sterk afhankelijk van de oriëntatie; aantal deelnemers ziet bestuurlijke fusie (sowieso) niet zitten, de meesten zien dat dit waarschijnlijk onoverkomelijk is. Eén deelnemer opteert voor een model waarbij bestuurlijke taken op “centraal” niveau in een grote gemeente zijn gepositioneerd en de taken die direct verband houden met het gebied decentraal zijn gepositioneerd. 5 Tot slot: nabranders • • • • Als tussen de verschillende thema’s een weging kan worden gemaakt geven de meeste deelnemers veel gewicht aan het thema “behoud en identiteit van dorpen”. Iedere deelnemer geeft dit punt aan. Ook de leefbaarheid en de dienstverlening worden, zij het niet door iedereen gedeeld, belangrijk geacht. Van kleine kernen wordt (qua organisatie, zelfredzaamheid, etc) veel meer verwacht dan van de grote(re) kernen. Het zou goed zijn (voor de verdere toekomst van Oirschot) dat de Raad zou afstappen van het coalitie-oppositie-model. De gemeente moet in contact blijven met de burgers en met de kernen! 6