Getallenkennis en bewerkingen

advertisement
Getallenkennis en bewerkingen
Signaleringsoefeningen L6
Getallenkennis: gehele getallen, breuken, kommagetallen en toepassingen
1. Plaats het passende teken tussen de getallen: <, > of =.
8 020 125
8 020 521
5 102 750
5 201 750
2. Noteer de waarde van de onderstreepte cijfers.
4 275 248
4=
7=
4=
8=
3. Ontbind.
102 608 704 =
4. Noteer het getal.
3M 6D 4H 5T =
5. Noteer de gevraagde getallen.
9 475 248
-
Het vorige miljoental:
-
Het vorige honderdduizendtal:
-
Het volgende honderdduizendtal:
-
Het volgende miljoental
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
6. Schrijf de getallen voluit.
9,4 miljoen =
6,85 miljoen =
7. Schrijf de getallen als een kommagetal en een woord.
Denk aan de afspraken
bij het afronden!
4 789 254 inwoners = _______________________ inwoners
2 478 100 inwoners = _______________________ inwoners
8. Los op.
100 x 62 250 =
1000 x 29 =
Handig rekenen!
X 100 = twee nulletjes erbij
5102 x 1000 =
X 50 = eerst x 100 en dan :2
50 x 290 000 =
98 000 x 50 =
9. Vul in.
Een getal is deelbaar door 10 als _______________________________________________________.
Een getal is deelbaar door 100 als ______________________________________________________.
Een getal is deelbaar door 2 als ________________________________________________________.
Een getal is deelbaar door 5 als ________________________________________________________.
Een getal is deelbaar door 3 als ________________________________________________________.
Een getal is deelbaar door 9 als ________________________________________________________.
10. Vul op de stippen een cijfer in, zodat het getal deelbaar is door…
Deelbaar door 2 en 4
6.
18 .
74 23 .
Deelbaar door 5 en 10
9.
32 .
706 20 .
Deelbaar door 25
5.
32 .
92 47 .
Deelbaar door 50 en 100
5..
25 5 . .
8 754 2 . .
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
11. Juist of fout?
Tip: denk aan een getal.
Klopt de uitspraak? Ga
op zoek naar een tweede
goede voorbeeld om
zeker te zijn!
Juist
fout
Elk getal dat deelbaar is door 10 is ook deelbaar door 100.
Elk getal dat deelbaar is door 25 is ook deelbaar door 4.
Elk getal dat deelbaar is door 4 en door 25 is ook deelbaar door 100.
Elk getal dat deelbaar is door 4 en door 10 is ook deelbaar door 5 en
door 2.
12. Schrijf het juiste teken: <, > of =.
2
5
2
3
1
6
3
2
.
.
.
.
2
Om breuken te vergelijken
moet je ze eerst gelijknamig
maken.
Ga op zoek naar het k.g.v. van
de noemers en vermenigvuldig
of deel de teller en noemer
met hetzelfde getal.
7
5
9
1
Bij breuken met dezelfde
teller kan het sneller:
Hoe kleiner de noemer, hoe
groter de breuk.
7
6
4
13. Rangschik de breuken.
7
7
3
3
1
8
5
5
2
2
______________>______________>______________>______________>_________________
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
14. Tussen welke twee opeenvolgende gehele getallen liggen de breuken?
Een breuk waarvan de teller en
noemer gelijk zijn, is één
geheel.
_______< 8/5 <________
8
3
_______< 8/10 <________
3
3
_______< 9/2 <________
2
3
=1
3
3
=1
15. Plaats de breuken op de getallenas. Zet er een pijltje bij.
2/5
1/2
6/10
3/5
16. Bereken het gemiddelde en de mediaan van deze resultaten.
An
Kris
8/10
4/10
Tom
6/10
Jef
Sofie
9/10
Ada
5/10
Ben
6/10
8/10
Nele
7/10
Gemiddelde:
Mediaan:
17. Bereken het gemiddelde en de mediaan van deze prijzen.
A
€0.8
B
C
€1.2
€3.5
D
€0.9
E
F
€1.0
€2.5
G
€2.4
H
€1.8
I
€1.6
Gemiddelde:
Mediaan:
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
18. Noteer de getallen.
8M 7HD 3TD 7D 5H 0T 3E 4t 7d =
3HD 8H 2E 1d =
19. Analyseer de getallen.
658 048,021 =
54 002,985 =
20. Tussen welke opeenvolgende gehele getallen ligt het getal?
_____________________
709,021
_________________
_____________________
42 510,095
_________________
21. Noteer de gevraagde getallen.
1,8
-
Het juist voorafgaande kommagetal met 1 cijfer na de komma: ________
-
Het juiste voorafgaande kommagetal met 2 cijfers na de komma: ________
-
Het juist volgende kommagetal met 2 cijfers na de komma: ________
-
Het juist volgende kommagetal met 1 cijfer na de komma: ________
22. Schrijf de getallen in Arabische cijfers.
Weet je het nog?
MCMXVII =
LXIX =
MMIII =
MDCCLXIX =
I=1
C = 100
V=5
D = 500
X = 10
M = 1000
L = 50
23. Schrijf de getallen in Romeinse cijfers
474 =
1999 =
57 =
449 =
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
24. Zet om. Orden van klein naar groot en zet op de getallenlijn.
½
25%
 ________________________________________
0,75
25. Negatieve getallen. Bereken en vul in.
Ellen, Tom en Joost hebben miniatuurracewagentjes. Ze houden bijna dagelijks autoraces. Wie een
race wint, krijgt twee cent uit de pot. Wie verliest, moet er twee in de pot steken.
Bereken hoeveel geld of hoeveel schuld Tom heeft op de volgende dagen.
-
Maandagochtend heeft Tom 65 cent. Die dag verliest hij 50 cent.
Hij heeft dan nog ___________________________.
-
Op dinsdag verliest hij 20 cent.
Hij heeft dan nog ___________________________.
-
Op donderdag verliest hij opnieuw: 16 cent.
Hij heeft dan nog ___________________________.
-
Op vrijdag leent hij geld van zijn mama, waarmee hij kan voortspelen. Deze keer speelt hij
beter en hij verdient 36 cent.
Hij heeft nu _______________________________.
26. Maak de oefeningen eenvoudiger en los ze op. Hou rekening met de eigenschappen van
bewerkingen.
3750 : 150 = (3750 : 3) : (150 :_____) = ___________________
125 x 96 = (8 x 125) x (96 __________) = ___________________
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
Bewerkingen: procenten, breuken, kommagetallen, ongelijke verdeling,
bruto/netto/tarra, cijferen, k.g.v./g.g.d., snelheid, intrest
27. Vul in.
HET PROCENT BEREKENEN VAN EEN GEHEEL bv. 2,5% van 1 500 = …
Er zijn verschillende manieren om dit probleem op te lossen. We kiezen er één uit:
1 500 : 100 = 15 (1%)
15 x 2,5 = 37,5 (2,5%)
HET GEHEEL BEREKENEN ALS JE EEN PERCENT KENT bv. 60% van … is 42
:10
60
100
X7
6
10
:10
42
70
X7
BEREKENEN HOEVEEL PERCENT EEN DEEL VAN EEN GEHEEL IS bv. 52,5 op 70 is …%
X10
:7
52,5
70
7,5
10
:7
75
100
X10
20 is ________ % van 40
35% van 300 = __________
10 is ________ % van 50
105% van 250 = __________
40 is ________ % van 100
42% van 60 = __________
175% van 360 = _____________
12,5% van 368 = _____________
160% van 480 = _____________
1 op 4 is ________%
0,45 is ________%
2 op 8 is ________%
0,9 is ________%
2,5 op 10 is ________%
0,25 is ________%
1
2
is ________%
1
8
is ________%
2
5
is ________%
3
4
is ________%
Sommige procenten, breuken
en kommagetallen moet je uit
je hoofd leren!
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
28. Vul de tabel in en schrijf een antwoordzin.
Verhoudingen: over welke soort gaat
het?
Hoe meer…, hoe meer… (X  X)
Bv. Hoe meer rijst, hoe meer mengsel.
Hoe meer…, hoe minder… (X  : )
Een mengsel wordt gemaakt met 25 kg maïs, 15 kg rijst
Bv. Hoe meer werkkrachten, hoe
sneller het werk gedaan is.
en 30 kg korrels. Welke verhouding gebruikt men?
Totale inhoud
Maïs
Rijst
Korrels
Gewicht in kg
Verhouding
In de diepvriescentrale worden de bakken voor de groenten gevuld. Jan zet de kraan boven de eerste
bak open. De bak is gevuld in 2 min. 30 sec. De tweede bak met dezelfde grootte vult hij door twee
kranen open te draaien. In welke tijd is die bak gevuld als de kranen evenveel water geven?
Aantal kranen
Vullingstijd
Bak 1
Bak 2
29. Los op. Schrijf tussenbewerkingen.
In een snackbar eet dagelijks gemiddeld 35% van de klanten ’s middags een broodje natuur en 45%
van de klanten een dagschotel. Er komen 300 klanten eten.
Hoeveel broodjes natuur en hoeveel dagschotels moet de kok klaarmaken?
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
Mark vernieuwt de inrichting van zijn snackbar. Hij moet 1200 euro + 21% BTW betalen. Hoeveel
moet hij betalen?
30. Vul de zinnen aan.
Je maakt winst als je ________________________________________________________________.
Je maakt verlies als je ________________________________________________________________.
Een groep jongeren verkoopt wafels. Ze hebben voor de ingrediënten van het deeg 250 euro betaald.
Als ze alle wafels verkocht hebben, hebben ze 275 euro in hun kassa.
Hebben ze winst of verlies gemaakt? ________________________
Een kok maakt een kaasschotel klaar voor een groep van 30 mensen. Hij koopt voor 150 euro kaas.
Hij wil 80 euro winst maken. Hoeveel is de verkoopprijs van de schotel dan?
31. Los de vraagstukken op. Teken een schema.
ONGELIJKE VERDELING: TWEE SOORTEN
1.
Je weet hoeveel ze samen hebben en hoeveel het verschil tussen beide is.
Bv. A en B hebben samen 75 stiften. A heeft er 15 meer dan B. Hoeveel heeft
A en hoeveel heeft B er?
2. Je weet hoeveel ze er samen hebben en je kent de verhouding tussen beide.
Bv. A en B hebben er samen 77 stiften. De stiften van A en B verhouden zich
als 3 en 4.
De som van twee getallen is 1552. De twee getallen verhouden zich als 5 en 3. Zoek deze twee
getallen.
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
In de schoolbus zitten ’s avonds 56 kinderen. Het aantal jongens is ¾ van het aantal meisjes. Hoeveel
jongens en meisjes zitten er in de schoolbus?
Jan en Eva verzamelen munten. Het aantal munten van Jan en Eva verhouden zich als 3 en 2. Samen
hebben ze er 65. Hoeveel hebben ze er elk?
Tim en Fred hebben samen 34 knikkers. Tim heeft er echter 8 minder van Fred. Hoeveel knikkers
hebben ze elk?
In een toneelzaal kan je 2 soorten kaartjes kopen: zittende plaatsen en staande plaatsen. Er zijn 350
kaartjes in totaal. Er zijn wel 100 plaatsen meer voor de staande plaatsen. Hoeveel plaatsen zijn er
van elke soort?
Elke en Fien vieren samen hun verjaardag. Samen krijgen ze 35 cadeautjes. Fien krijgt 5/7 van de
cadeautjes. Hoeveel krijgt ze? En hoeveel krijgt Elke er?
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
Verdeel [FH] zo dat [FG] het dubbel is van [GH].
F
H
Verdeel [KM] zo dat [KL] zes keer groter is dan [LM].
F
H
32. Los op. Vereenvoudig waar kan.
2
3
5
6
7
9
+
-
-
4
6
1
4
2
3
10
=
12
7
=
8
6
=
9
-
+
-
2
3
1
6
2
3
=
=
=
33. Los op.
5
3
8
5
:5=
:2=
10
7
x2=
2
7x =
3
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
34. Schrijf de juiste namen bij de prent.
35. Los op.
Pralines zijn verpakt in een sierdoosje. Zulke doos met pralines weegt precies anderhalve kg. Het
sierdoosje weegt 1/10 van het brutogewicht.
Hoeveel weegt het sierdoosje?
Hoeveel wegen de pralines?
Op de weegbrug weegt een vrachtwagen die geladen is met suikerbieten 12 100 kg. De suikerbieten
wegen 75% van het brutogewicht. Bereken het nettogewicht.
Bruto (B)
Netto (N)
12 kg
56% van B =
350 g
Tarra (T)
1/10 van B =
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
36. Los de bewerkingen op.
72 000 + ________________ = 100 000
700 + _________________ = 5000
6 000 - _______________ = 5 200
600 000 - ________________ = 510 000
37. Reken uit op een handige manier. Noteer tussenuitkomsten.
8 000 + 22 000 + 60 =
300 000 – (200 000 – 1000) =
14 x 6000 =
96 000 : 6 =
(960 000 : 8) – (160 000 : 8) =
38. Reken deze sommen al cijferend uit.
90 208 + 589 + 600 287 =
28 x 21 573 =
593 728 – 35 754 =
39418 : 12 =
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
39. Zoek de ontbrekende term.
326081
950205
. . . . . .
- . . . . . .
6009
126 285
+ 214 875
560 721
40. Los op.
0,21 + 0,215 =
3 x 1,251 =
0,585 – 0,005 – 0,5 =
2,412 : 6 =
41. Werk al cijferend uit tot op 0,001 nauwkeurig. Noteer het quotiënt en de rest.
825,613 : 34 =
42. Los op. Kies de handigste manier.
25 x 184 =
252,80 : 0,5 =
450 000 : 500 =
150 x 110 =
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
43. Los op.
0,8 x 0,16 =
5,4 : 0,9 =
0,3 x 0,5 =
20,5 : 0,5 =
0,75 x 0,04 =
0,36 : 0,02 =
0,01 x 17 =
5,25 : 1,05 =
44. Zoek het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van deze getallen.
14 en 21:
-
Veelvouden van 14:
-
Veelvouden van 21:
Het k.g.v. is ________.
45. Zoek de grootste gemeenschappelijke deler van deze getallen.
28 en 64:
-
Delers van 28:
-
Delers van 64:
De g.g.d. is ________.
46. Reken al cijferend uit. Controleer de delingen met de negenproef.
561,67 x 9,7 =
De negenproef
Maak de som van de cijfers van elk
getal tot je een cijfer hebt dat kleiner
is dan 10. Voer de omgekeerde
bewerking uit met die cijfers:
D=(qxd)+r
649,6 : 0,51 =
837,5 : 1,5 =
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
47. Bereken de gemiddelde snelheid, afgelegde afstand of de tijdsduur. Teken een
verhoudingstabel.
De afstand van Brussel naar Parijs is 310 kilometer. Hoelang doe je er met de auto over als je
gemiddeld 120 km/uur rijdt?
De TGV rijdt aan een gemiddelde snelheid van 360 km/uur. Hoeveel kilometer verder komt hij toe na
20 minuten?
De mama van Roos rijdt op drie kwartier 60 kilometer met de auto. Wat is haar gemiddelde
snelheid?
48. Los op.
Jan wint € 5 500 met de lotto. Hij wil dat bedrag sparen en brengt het naar de bank. Hij krijgt 4,8%
intrest. Hoeveel rente krijgt hij na één jaar?
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
49. Los op. Gebruik de trucjes voor handig rekenen.
0,5 x 26,8 =
125 : 0,5 =
0,01 x 650 =
132 : 50 =
0,1 x 0,8 =
520 : 0,01 =
50. Los op.
Een autopiloot komt na 3/5 van de wedstrijd aan de leiding en wint. De totale wedstrijd loopt over
1.30 uur en de winnaar haalt een gemiddelde snelheid van 160 km/u. Hoeveel km rijdt de winnaar
aan de leiding?
Marlies Van Assche - Guldenboomplein 8, 9300 Aalst - 053/53.81.99
Download