APP of 1-zijdige longontsteking is een complexe ziekte. Cruciaal bij vaccinatie is het bepalen van het juiste vaccinatieschema. Wij willen u graag hierbij helpen aan de hand van 3 voorbeelden uit de praktijk. We maken een onderscheid tussen 3 schema’s van aanpak: Classic - Freestyle - Generation APP Door het heterogeen beeld van passieve immuniteit (MDA’s) bij biggen is vaccinatie van meerdere leeftijdsgroepen noodzakelijk. Stap I: Diagnosestelling APP via Q&A 1) Wat zijn de klinische symptomen? Verhoogde uitval 2) Waar komen de problemen voor? Kraamstal 3) AIAO? Ja altijd 4) Andere vaccinaties? Ja tegen mycoplasma en de ziekte van Aujeszky 5) Wat is het resultaat van autopsie? APP bevestigd Stap II: Vaccinatie Hypothese: Binnenbrengen App-negatieve gelten in positieve App-populatie (of omgekeerd). Onvoldoende maternale antistoffen tegen App (via colostrum). Stap V: Bepaling optimale vaccinatietijdstip (schema) Methode: Met behulp van antistoftiters tegen Apx 1,2,3 (verticale screening op 6, 8, 10, 12 weken leeftijd) Resultaten: • MDA APX1,2 = hoog op 6 weken • seroconversie 10 weken ten gevolge van vaccinatie op 6 weken • extrapolatie dalende MDA (ext APX2) • heterogene populatie (hoge en lage MDA op 6 weken leeftijd) Stap III: Vaccinatie (1 fase) vaccinatie met Porcilis APP: • fokgelten + zeugen 2x vaccineren met 1 maand interval (vermijd 2 weken na inseminatie of voor werpen) • nieuwe aangekochte gelten, telkens 2x voor werpen • biggen vaccineren volgens APP-Classic (6w+10w) log2 e 15.0 14.0 13.0 12.0 11.0 10.0 9.0 8.0 7.0 6.0 APP gemiddelde titers 6W 8W 10W 12W Stap IV: Check-up na 4-6 maanden: Geen verhoogde uitval meer in kraamstal en/of batterij. App-problematiek verschoven. Verhoogde sterfte in afmest bij gevaccineerde vleesvarkens afkomstig van gevaccineerde zeugen en gelten. Hypothese: Interferentie met vaccinatie op 6w door verhoogde maternale antistoffen 14W 16W Leeftijdscategorie Apx1 Apx2 Apx3 ext Apx2 Cut-off waarde Stap VI: Vaccinatie (2de fase) Overgangsfase 3x vaccineren: 6w + 10w + 14w (gedurende 2 maanden) Daarna: Optimale vaccinatiemoment: 10w + 13w Stap VII: Check-up Resultaat: geen problematiek meer Conclusie APP De oorzaak van de App-problematiek op dit bedrijf zweeft over de verschillende leeftijdscategorieën heen. Er is allereerst het erg heterogeen serologisch beeld bij biggen die omwille van de aanwezigheid van hoge en lage MDA’s in groep niet perfect “entbaar” zijn op 6 weken. Er zijn vooral ook de seronegatieve gelten die geen of onvoldoende App antistoffen doorgeven aan hun biggen. Daarom wordt de gewenste aanpak App-Generation genoemd. Zowel fokgelten en zeugen worden gevaccineerd om hun tomen te kunnen voorzien van homogene antistoftiters tegen Apx 1, 2 en 3. Biggen kunnen dan na een overgangsfase (waar 3x enten tegen App wordt aanbevolen) gevaccineerd worden op een latere leeftijd van 10 en 13 weken. Vleesvarkens zijn dan beschermd tot einde afmest. Over de generaties heen is dan iedereen tevreden. Porcilis® APP Samenstelling: Pro dos. : 2 ml : Actieve bestanddelen : 600 mg gedetoxifieerd antigen concentraat bevat : 50 U ApxI overeenkomstig met 500 RED80; 50 U ApxII overeenkomstig met 500 RED80; 50 U ApxIII overeenkomstig met 1.000 RED80; 50 U OMP overeenkomstig met 1.000 RED80; Adjuvans : dl-α-Tocopherol acetaat Apx = Actinobacillus pleuropneumoniae RTX toxine, OMP = outer membrane protein RED (Rabbit Effective Dose) 80 = sero-respons bij 80 % van de gevaccineerde konijnen Excipients : zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van excipients. Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en): Actieve immunisatie van gespeende varkens als hulp bij de controle van pleuropneumonie veroorzaakt door Actinobacillus pleuropneumoniae (vermindering van sterfte, klinische tekenen en letsels). Aangezien volledige bescherming niet gegarandeerd kan worden, kan het voorkomen dat gevaccineerde dieren na infectie nog klinische tekenen en longletsels vertonen. Aanvang van immuniteit : vanaf 2 weken na de 2° vaccinatie. Duur van immuniteit : minstens 11 weken na de 2° vaccinatie. Contra-indicaties: Vaccineer enkel gezonde dieren. Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren: Vóór vaccinatie het vaccin op kamertemperatuur (+15° C tot +25° C) laten komen. Bijwerkingen (frequentie en ernst): Na vaccinatie kunnen de varkens een systemische reactie vertonen, gepaard gaande met koorts, loomheid, versnelde ademhaling en verlies van eetlust. Op een volle maag wordt soms braken vastgesteld. Dit kan vermeden worden door de dieren eerst te laten uitvasten. Te hevige reacties kunnen behandeld worden met adrenaline of corticosteroïden.Deze reacties verdwijnen binnen 24 uur na vaccinatie en hebben geen invloed op de verdere groei. Tijdelijke zwelling (0,5-5 cm diameter) kan voorkomen op de plaats van injectie, die verdwijnt binnen 5 dagen na vaccinatie. Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie: Er is met betrekking tot de veiligheid en werkzaamheid geen informatie beschikbaar over het gebruik van dit vaccin samen met andere vaccins. Dosering en toedieningsweg: Dosis : 2 ml per dier. 2 inspuitingen met een interval van 4 weken. Toedieningswijze : Diep intramusculair achter het oor inspuiten. Om een maximale bescherming te verkrijgen vóór de vetmesting is een tweevoudige vaccinatie nodig, met een interval van minstens 4 weken, op de leeftijd van 6 en 10 weken. Om mogelijk braken te vermijden de biggen laten vasten voor het enten. Schudden voor en tijdens het gebruik. Maximale immuunrespons wordt verkregen na een tweevoudige enting met minstens 4 weken interval. Er wordt geadviseerd te enten vanaf de leeftijd van 6 weken omdat bij te vroeg enten interferentie kan optreden door de aanwezigheid van maternale antistoffen. Registratiecode: 3006 IE 62 F 12; 3006 IE 203 F 17. Intervet Belgium nv Stallestraat 73 1180 Brussel Tel: 02 370 94 01 Fax: 02 370 93 55