P r o e f s c h r i f t b e s p r e k i n g Anti-oxidanten en chronische ontstekingen van de bovenste luchtwegen Promotie van G.J. Westerveld Samenvatting Op 25 september 2002 promoveerde Gerrit Jan Westerveld op het proefschrift getiteld: ‘Antioxidants in chronic upper airway inflammation’. Het onderzoek vond plaats aan de Vrije Universiteit van Amsterdam onder leiding van promotoren Prof. Dr. G.B. Snow (Afdeling Keel-, Neus-en Oorheelkunde, Vrije Universiteit Medisch Centrum) en Prof. Dr. A. Bast, (Hoofd Afdeling Farmacologie en Toxicologie, Universiteit van Maastricht) en co-promotor Dr. R.A. Scheeren (KNO-arts, Spaarne Ziekenhuis Haarlem). Hieronder zijn de belangrijkste bevindingen uit zijn proefschrift weergegeven. (Ned Tijdschr Allergie 2003;2:96-98) Inleiding Chronische ontstekingsprocessen van de bovenste luchtwegen, zoals chronische sinusitis en polyposis nasi, zijn frequent voorkomende aandoeningen die een grote impact hebben op de Nederlandse gezondheidszorg. De prevalentie van deze aandoeningen is ongeveer 9%, waarmee deze ziekten tot de meest voorkomende chronische aandoeningen behoren. Hoewel de exacte pathogenese van chronische sinusitis en polyposis nasi nog steeds onbekend is, lijkt chronische ontsteking van de mucosa een belangrijke rol te spelen. Chronische ontstekingen van de bovenste luchtwegen zijn pathofysiologisch gerelateerd aan chronische inflammatoire aandoeningen van de longen. Zo is de relatie tussen astma en polyposis nasi welbekend. De laatste jaren is steeds meer wetenschappelijk bewijs verkregen omtrent de rol van ‘oxidatieve stress’ in de pathogenese van chronische ontstekingen van de lagere luchtwegen.1,2 Gezien voornoemde relatie tussen onderste en bovenste luchtwegen mag ook een rol voor oxidatieve stress in de pathogenese van chronische sinusitis en polyposis nasi worden verondersteld. Inmiddels zijn ter ondersteuning van deze veronderstelling de eerste bewijzen in de literatuur verschenen.3,4 Oxidatieve stress wordt veroorzaakt door een disbalans tussen de productie van oxidanten en de aanwezigheid van anti-oxidant systemen. Oxidanten zijn, veelal van moleculaire zuurstof afgeleide, moleculen die onder andere door ontstekingscellen worden geproduceerd om micro-organismen onschadelijk te maken. Zij doen dit door een elektron op te nemen van (reductie) of een elektron af te 96 A P R I L - M E I 2 0 0 3 - N R . 2 staan aan (oxidatie) hun ‘targets’. Vanwege deze eigenschap zijn oxidanten erg reactief en kunnen zij, indien zij weglekken uit de fagocyterende cel, ook onbedoelde weefselschade veroorzaken. Teneinde weefsels tegen deze schade te beschermen bezitten fagocyterende cellen anti-oxidanten die oxidanten onschadelijk kunnen maken. Anti-oxidanten zijn van nature in weefsels en bloed voorkomende verbindingen die, hetzij via een enzymatische reactie, hetzij via een directe reactie, oxidanten wegvangen.5 Dit proefschrift beschrijft zowel klinisch als experimenteel onderzoek naar de rol van oxidatieve stress in de pathogenese van chronische bovenste luchtweg ontstekingen. Het onderzoek was met name gericht op anti-oxidatieve verdedigingsmechanismen. De volgende vraagstellingen stonden in dit onderzoek centraal: 1.Hoe is bij patiënten met chronische sinusitis of polyposis nasi de anti-oxidant status (glutathion, urinezuur, vitamine E, total equivalent antioxidant capacity (TEAC)) in de mucosa van de bovenste luchtwegen en in het perifere bloed ten opzichte van gezonde controles? 2.Wat is het effect van het geneesmiddel N-acetylcysteine (Fluimucil), waarvan bekend is dat het specifieke anti-oxidatieve eigenschappen bezit, op de anti-oxidant status in bloed en op de klinische presentatie bij patiënten met chronische sinusitis en polyposis nasi na endoscopische bijholtechirurgie? 3.Hebben decongestieve neusdruppels, welke frequent gebruikt worden bij de behandeling van deze aandoeningen, anti-oxidatieve eigenschappen? [urinezuur] (μmol/g nat gewicht) [GSH] (μmol/g nat gewicht) 1 0.8 0.6 0.4 0.2 0 controlegroep patiëntengroep Figuur 1. De gemiddelde 5 glutathion (GSH) en urinezuur concentratie in neus- 4 slijmvlies van patiënten met chronische sinusitis 3 (n = 9) bleek significant 2 lager (p ≤ 0,05) dan in de gezonde controle groep 1 0 (n = 10). Roken bleek geen invloed te hebben op dit controlegroep patiëntengroep verschil. De individuele metingen worden gerepresenteerd door de open Methoden en Resultaten In de eerste studie werden, door middel van respectievelijk spectrofotometrische- en high performance liquid chromatography (HPLC) methoden, de concentraties van de biologisch belangrijke antioxidanten glutathion, urinezuur en vitamine E bepaald in het neus- slijmvlies van patiënten met chronische sinusitis (n = 9) en in het neusslijmvlies van gezonde controle personen (n = 10). Glutathion en urinezuur bleken in significant verlaagde concentraties aanwezig in het slijmvlies van de patiënten met chronische sinusitis vergeleken met de concentraties in het neusslijmvlies van gezonde controle personen (zie Figuur 1). Voor vitamine E werd een dergelijke verlaging niet gevonden. In de chronische sinusitis groep zaten zes rokers en vier niet-rokers. De controle groep bestond alleen uit niet-rokers. Voor geen van de anti-oxidanten werd een significant verschil gevonden tussen de rokers en de niet-rokers. In een tweede studie werden, middels vergelijkbare biochemische technieken, in het perifere bloed van zowel patiënten met chronische sinusitis (n = 42) als patiënten met polyposis nasi (n = 46), de concentraties van glutathion, vitamine E, urinezuur en niet urinezuur gebonden TEAC vergeleken met diezelfde concentraties bij gezonde controle personen. De concentraties van glutathion, vitamine E en niet urinezuur gebonden TEAC waren in beide patiëntgroepen significant verlaagd. Urinezuur bleek in significant hogere concentraties aanwezig in het perifere bloed van beide patiëntgroepen (zie Figuur 2, op pagina 98). De chronische sinusitis groep bestond uit 10 rokers en 32 niet-rokers. De polyposis nasi groep bestond uit 7 rokers en 39 niet-rokers. De controlegroep bestond uit alleen niet-rokers. Voor geen van de anti-oxidanten werd een significant verschil gevonden tussen de rokers en de niet-rokers. In het derde onderzoek werd, door middel van een dubbelblinde placebo gecontroleerde gerandomiseerde studie, het effect van de systemische anti-oxidant N-acetylcysteïne (Fluimucil 2dd 600 mg) onderzocht op zowel anti-oxidant concentratie (glutathion, urinezuur en TEAC) in het perifere bloed alsook de klinische presentatie. Hiervoor werden 13 patiënten met chronische sinusitis en 22 patiënten met polyposis nasi na endoscopische neusbijholtechirurgie aanvullend medicamenteus behandeld. Alle anti-oxidanten bloedconcentraties bleken significant te stijgen. Dit werd niet waargenomen bij placebo-behandelde patiënten. Verder bleek ook dat de met N-acetylcysteïne behandelde patiënten na een half jaar minder klachten hadden en was het neusendoscopisch beeld op dit tijdstip aanzienlijk beter dan bij placebo behandelde patiënten. In de vierde en vijfde studie werden, door middel van biochemische in vitro bepalingen, de effecten onderzocht van oxymetazoline en xylometazoline op respectievelijk lipideperoxidatieremming, hydoxyl radicaal scavenging en stikstofoxidesynthase (NOS) activiteit en inductie. Oxymetazoline bleek een zeer potente remmer te zijn van lipideperoxidatie. Xylometazoline niet. Zowel oxymetazoline en xylometazoline bleken zeer actieve hydroxyl radicaal scavengers. Beide decongestiva bleken zeer potente NOS inductie remmers. Remming van NOS enzym activiteit was matig. (rokers) en gesloten (nietrokers) hokjes. Discussie en Conclusies De anti-oxidanten glutathion (intracellulair), urine zuur (extracellulair) en vitamine E (membraangebonden) zijn drie biologisch belangrijke anti-oxidanten die ieder hun specifieke lokatie gebonden activiteit hebben. De TEAC representeert de totale antioxidant status in perifeer bloed.6 De niveaus van glutathion en urinezuur bleken verlaagd in het ontstoken neusslijmvlies van patiënten met chronische sinusitis. Deze bevinding past bij een verlaagde lokale anti-oxdatieve verdediging hetgeen veroorzaakt kan worden door, enerzijds een verhoogde lokale N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t v o o r A l l e r g i e 97 Figuur 2. De gemiddelde niet-urinezuur-gebonden TEAC bleken significant lager (p ≤ 0,05) in het perifere bloed van zowel patiënten met chronische van het totale TEAC verschilde niet tussen de drie groepen. De gemiddelde 1000 500 sinusitis polyposis nasi 300 Residueel TEAC (μM) = 18). De concentratie 1500 controle patiënten met polyposis van gezonde controles (n 2000 0 sinusitis (n = 42) als bij nasi (n = 46) ten opzichte 2500 urinezuur concentratie 250 200 150 100 50 0 35 30 25 20 15 10 5 0 controle sinusitis polyposis nasi TEAC urinezuur 500 400 300 200 100 0 controle bleek significant hoger in 40 600 TEAC en urinezuur (μM) glutathion, vitamine E en 3000 Totaal glutathion (μM) concentraties van totaal Vitamine E (g/mmol triglyceride) P r o e f s c h r i f t b e s p r e k i n g sinusitis polyposis nasi controle sinusitis polyposis nasi beide patiëntgroepen vergeleken met de gezonde oxidant productie en anderzijds door een verminderde toevoer van anti-oxidanten uit het perifere bloed. Het bleek inderdaad zo te zijn dat de concentraties van glutathion, vitamine E en niet-urinezuurgebonden TEAC verlaagd waren in het perifere bloed van patiënten met chronische sinusitis en polyposis nasi, passend bij een verminderde toevoer vanuit de bloedstroom naar de mucosa. Over de exacte betekenis van de stijging van urinezuur onder inflammatoire condities bestaat nog geen duidelijkheid. Door deze verlaagde anti-oxidatieve verdediging is er sprake van een relatieve overproductie van oxidanten. Dit kan leiden tot weefselschade hetgeen een rol kan spelen in de multifactoriële pathogenese van chronische sinusitis en neuspoliepen en mogelijk bijdragend is aan de chroniciteit van de ontsteking. Hoewel de onderzochte groepen relatief klein waren en de follow-up duur van zes maanden relatief kort is, lijkt adjuvante anti-oxidatieve farmacotherapie met behulp van N-acetylcysteine effectief. N-acetylcysteine vult niet alleen de systemische niveaus van de deficiënte anti-oxidanten aan, maar geeft ook klinisch een beter resultaat. Naast systemische anti-oxidant farmacotherapie is lokale anti-oxidant farmacotherapie een therapeutische mogelijkheid. Omdat decongestiva frequent als lokaal therapeuticum worden gebruikt bij de behandeling van deze aandoeningen werden oxymetazoline en xylometazoline onderzocht op anti-oxidatieve effecten. Zij bleken onverwachte maar specifieke anti-oxidatieve eigenschappen te bezitten. Deze zijn mogelijk bijdragend aan het therapeutisch effect van deze middelen bij de behandeling van chronische ontstekingen van de bovenste luchtwegen. Hoewel het in dit proefschrift beschreven onderzoek controles. 98 A P R I L - M E I 2 0 0 3 - N R . 2 niet pretendeert de pathogenese van chronisch ontstekingsprocessen van de bovenste luchtwegen volledig te verklaren, is het wel suggestief voor een rol van oxidatieve stress in deze pathogenese. In ieder geval biedt het perspectief voor meer onderzoek zodat dit interessante onderwerp verder kan worden opgehelderd. Referenties 1. Hefner JE, Repine JE. Pulmonary strategies of antioxidant defense. Am Rev Respir Dis 1989;140:531-554. 2. Doelman CJA, Bast A. Oxygen radicals in lung pathology. Free Rad Biol Med 1990;9:381-400. 3. Westerveld GJ, Dekker I, Voss HP, Bast A, Scheeren RA. Antioxidant levels in nasal mucosa of patients with chronic sinusitis and healthy controls. Arch Otolaryngol Head Neck Surg 1997;123:201-4. 4. Dogru H, Delibas N, Dönner F, Tüz M, Uygur K. Free radical damage in nasal poyp tissue. Otolaryngol Head Neck Surg 2001;124:570-2. 5. Bast A, Haenen GRMM, Doelman CJA. Oxidants and antioxidants: state of the art. Am J Med 1991;91(suppl 3C):2S-13S. 6. Halliwell B, Gutteridge JMC. Free radicals in biology and medicine. 3th edition. Oxfort Science Publications 1999. Correspondentie-adres auteur: Dr. G.J. Westerveld, KNO-arts Ziekenhuis Hilversum Postbus 10016 1201 DA Hilversum E-mail: [email protected]