Antwoordmodel Schoolexamen Economie havo Opgave 7 Wat is dit voor geld? 1 2 3 Scores maximumscore 2 Voorbeeld van een juist antwoord: De functie van spaarmiddel. Het is geld dat niet meer als betaalmiddel wordt / kan worden gebruikt en het is ook geen rekenmiddel meer. Dus is het een spaarmiddel tot 2032, (want daarna wordt het waardeloos.) 1 1 maximumscore 2 Voorbeeld van een juiste berekening: In guldens is het bedrag 0,5 miljard euro × 2,20371 = 1.101.855.000 gulden 1.101.855.000 / 27.000.000 bankbiljetten = 40,81 gulden 1 1 maximumscore 2 Voorbeeld van een juiste berekening: Index nominale waarde op 1 januari 2010 = 100 Prijsindex op 1 januari 2010 = 105 ÷ 92,5 × 100 = 113,51 Index reële waarde = 100 ÷ 113,51 × 100 = 88,1 De reële waarde is dus met 11,9% afgenomen. 1 1 Toelichting: In de vraag staat “het bedrag van 0,5 miljard euro”. De vraag heeft dus betrekking op eind 2009. Dus moet als indexcijfers uit de grafiek worden gebruikt 92,5 (1 januari 2002) en 105 (1 januari 2010). 4 maximumscore 3 Voorbeeld van een juiste berekening: Fictieve waarde in 2008 = 49.294 × 0,134 × € 20 = € 132.107,92 Fictieve waarde in 2007 = 36.514 × 0,234 × € 20 = € 170.885,52 Afname in procenten = Error!× 100% = – 22,7% (dat is meer dan de genoemde 14%.) Per juiste berekening één punt. 5 maximumscore 2 Voorbeeld van een juist antwoord: De Wet van Gresham luidt: “Bad money drives out good money.” De supermarkten brengen valse biljetten (bad money) in circulatie door dat als wisselgeld uit te geven. Ze houden de echte biljetten (good) in hun kas. © Cito B.V. Arnhem (2010) Wat is dit voor geld? / Antwoordmodel / havo / economie nieuwe stijl 1 1 1 6 maximumscore 1 Voorbeeld van een verklaring: Uit de grafiek valt op te maken dat het aantal valse € 50 eurobiljetten sterk stijgt, maar dat de andere coupures in aantal dalen. Mogelijk zijn de grote coupures (100, 200 en 500) en de courante coupures (5, 10, 20) vaker onderhevig geweest aan controles, waardoor de valsemunters zijn uitgeweken naar de coupure van € 50. 7 maximumscore 2 Voorbeeld van een juist antwoord: Uit de argumentatie moet blijken dat informatiebron 2 òf informatiebron 3 op de juiste manier worden toegepast: In informatiebron 2 wordt vermeld dat voor het bestrijden van het valse geld politie en justitie worden ingeschakeld. De publieke kosten die dit met zich meebrengt moeten uit de algemene middelen (belasting) worden betaald hetgeen tot een stijging van de belasting kan leiden. In informatiebron 3 wordt vermeld dat supermarkten moeten investeren in dure scanapparatuur en ook arbeidstijd moeten opofferen om geld te controleren. Ze riskeren ook hoge boetes. Dit kan leiden tot hogere kosten die worden doorberekend in de verkoopprijzen. © Cito B.V. Arnhem (2010) wat is dit voor geld? / Antwoordmodel / havo / economie nieuwe stijl 1 1 2