Adventspreek 2 over Marcus 11,12-14 d.d. 6 december 2009 Broers en zussen in Christus, jongens en meisjes, geachte gasten, Ik heb de afgelopen week dit boekje gelezen (dia 1): God is gek van Kluun. Dat heeft-ie geschreven i.h.k.v. de maand van de spiritualiteit. Een schokkende titel eigenlijk wil. Ik schrik er nog steeds van als ik het ergens zie liggen. Maar Kluun wil er wat anders mee zeggen dan je op het eerste gezicht zou denken. Kluun vindt dat we in Nederland doen alsof God gek is. Vooral de media. Dat ze doen alsof het nu voor 100% zeker is: God bestaat niet! En dat dus iedereen die gelooft van wel gek is. Hij schrijft op de 1e bladzij: Het zal toch niet zo zijn dat ik straks kan zeggen dat ik in de tijd heb geleefd waarin de pc, de gsm, het internet, de magnetron en Facebook zijn uitgevonden, dat in mijn tijd de mens op de maan is geland, de uur viel, Amerika haar eerste zwarte president kreeg, punk, disco, hiphop en house opkwamen ... Nederland Europees kampioen werd, maar dat het grootste nieuwsfeit volledig aan mij is voorbijgegaan? ... Dus: Kluun bedoelt met de titel iets anders te zeggen dan-die lijkt te zeggen. Dat kun je ook wel zien aan de ondertitel trouwens: De dictatuur van het atheïsme. Tot voor kort geloofden de meeste mensen wel dat God bestaat. En dan is de hamvraag niet: ‘Bestaat God?’ Maar: ‘Hoe kijkt God tegen Mij aan?’ Vandaar dat het daar ook over ging in bv. de Reformatie. Maar sinds kort leven we in het post-christelijke tijdperk. De tijd dat het christelijk geloof zijn stempel drukte op onze cultuur is voorbij. En nu is er een voorvraag die beantwoord moet worden voordat je überhaupt toe kunt komen aan de vraag: ‘Hoe kijkt God tegen mij aan?’ En dat is de vraag: ‘Bestaat God wel?’ Dat is lastig. En tegelijk is het ook een uitdaging. Want onze situatie lijkt daardoor weer op de situatie van de Oude Kerk, de kerk van de eerste 4 eeuwen. De 1e christenen hadden een houding, hadden een levensstijl, deden dingen, waardoor de niet-christenen dachten: ‘Zou God dan toch bestaan?’ Ze gingen bv. de slagvelden op na de strijd. En verzorgden dan de gewonden, stonden de stervenden bij, en begroeven de gesneuvelden. Dat maakte diepe indruk. Nou, zo moet het vandaag ook weer. De vruchten die de mensen bij ons zien, moeten hen aan het denken zetten over de boom waar ze aan groeien. En over het sap dat door die boom stroomt. Want dat moet wel een bijzondere groeikracht hebben! Hoe komt dat? Het gaat vanmorgen over: DE BOOM DIE EEN BOODSCHAP WERD (dia 2). *** pagina 1 Adventspreek 2 over Marcus 11,12-14 d.d. 6 december 2009 Vorige week heb ik gezegd: advent is: de Koning komt eraan! En dat is in dit hoofdstuk van Marcus ook zo: de Koning komt eraan. Hij is op weg naar Jeruzalem. Ik heb ook het e.e.a. verteld over het ‘Koninkrijk van God’. Over de 1e koningen in Israël: Saul, die tegenviel; David, die al beter was; en Salomo die nog beter was. En ook dat God beloofd had dat het eens nog beter zou worden! Dat er een droom-koning zou komen. En dat je die droom door het hele OT heen tegenkomt: in Ps. 72 bv. En in Zach. 9. En noem maar op. Dan komt Johannes de Doper, en die zegt: ‘Het is bijna zover: het koninkrijk van God is dichtbij gekomen’. En dan komt Jezus, en die doet niet anders dan vertellen over dat koninkrijk. En vaak doet-Ie dat in gelijkenissen. En als-Tie vlak bij Jeruzalem is, dan beeldt-Ie 3 gelijkenissen uit, heb ik vorige week ook nog gezegd: 1. De ezel; 2. De vijgenboom; 3. De tempel. Drie stukjes drama met een boodschap zijn dat. (klik) Vorige week ging het over het eerste: de ezel. En toen heb ik gezegd: de ezel wil zeggen: het koninkrijk van God is de wereld op z’n kop. (Denk maar weer aan de Gouden Koets en de Twingo.) En vanmorgen gaat het over het middelste: de vijgenboom. Wat wil de vijgenboom zeggen? *** ‘Jezus kreeg honger.’ Daar begint het verhaal mee. En daar kun je aan zien dat Jezus echt mens is! Hij heeft honger. Net zoals jij dat wel es hebt. – Maar Hij doet iets bijzonders met zijn honger! Want Hij stelt zelfs zijn honger in dienst van God, Hij gebruikt zijn honger voor zijn werk, Hij maakt daar een stukje onderwijs van, een boodschap. Hoezo? – Nou, er staat in vs. 13 wel dat Hij ‘erheen loopt in de hoop iets eetbaars te vinden’. – Dus dan lijkt het of Hij gewoon doet wat jij ook doet als je honger hebt: je honger proberen te stillen. – Maar er komt nog iets anders achteraan: ‘Het was nog niet de tijd voor vijgen’. (klik) Want je moet niet denken dat Jezus dat niet wist! Iedereen wist dat in Israël. Ze hadden nog geen supermarkt waar ze de keus hadden uit allerlei fruit. En dus leefden ze veel dichter bij de natuur dan wij dat doen. Iedereen in Israël wist wanneer het de tijd was voor vijgen. En iedereen die een beetje ruimte had, had in Israël ook een vijgenboom. Er is zelfs een uitdrukking in de Bijbel waar dat uit blijkt: ‘zitten onder je eigen wijnstok en vijgenboom’. Dat was een soort droom. Genieten van heerlijke schaduw in de hitte. En van zoete vijgen. En van wijn. ‘Zitten onder je eigen wijnstok en vijgenboom’ is in de Bijbel daarom zelfs een beeld van vrede, rust, harmonie. pagina 2 Adventspreek 2 over Marcus 11,12-14 d.d. 6 december 2009 Dus: iedereen in Israël weet wanneer het de tijd is voor vijgen. Jezus ook. (klik) En dus loopt-Ie niet naar de vijgenboom om z’n honger te stillen. Maar om z’n honger te gebruiken om een stukje onderwijs te geven. Hij zoekt vruchten, maar Hij vindt ze niet (klik). Daar gaat het om. Dat is het stukje drama dat Hij hier opvoert. Dat beeldt Hij uit: Hij zoekt vruchten, maar Hij vindt ze niet. *** En dan dat vervloeken... Als je denkt dat Jezus niet weet dat het niet de tijd is voor vijgen, dan wordt dat heel vreemd... Want dat doet Jezus dan? Dan vervloekt-Ie een boom die-Die Zelf zó heeft gemaakt dat-Ie op een bepaalde tijd vruchten draagt... Dus die boom doet exact waar-die voor gemaakt is. Hoe billijk is het dan om die boom te vervloeken? Had Jezus die boom dan niet anders moeten maken? Of denk je dat Jezus zijn teleurstelling en frustratie afreageert op die boom? – Zo doen wij dat vaak: als we teleurgesteld zijn of gefrustreerd, dan reageren we dat af op datgene of dégene die het dichtst in de buurt is. En dat is dan vaak degene van wie je houdt... En eigenlijk is dat het laatste wat je wilt, maar je doet het toch... Maar denk je echt dat Jezus dat ook doet? Kun je dat ergens aanwijzen in de Bijbel? – Je kunt er lang naar zoeken, maar je zult het niet vinden. Want Jezus is volmaakt! Jezus reageert Zich niet af op een boom. Echt niet. Er is iets anders aan de hand. *** Die vijgenboom staat voor Israël. En het is niet voor niks dat erbij staat in vs. 13 dat die vijgenboom in blad staat. Een vijgenboom heeft prachtige, grote, frisgroene bladeren. Kijk maar (dia 3). Alleen die maken het al de moeite waard om er een te hebben. Een vijgenboom in blad ziet er heel erg levend uit. Nou, zo is het ook met Israël: dat ziet er heel erg frisgroen, heel erg levend uit. Jezus is de vorige middag in de tempel wezen kijken. En daar is het een leven van jewelste. De mensen lopen in en uit. Voortdurend worden er offerdieren verhandeld. Continu roken de altaren. De priesters hebben handenvol werk. Israël ziet er heel erg levend uit. Maar Jezus heeft Israël es goed bekeken de afgelopen 3 jaar en... het is alleen maar blad, geen vrucht... pagina 3 Adventspreek 2 over Marcus 11,12-14 d.d. 6 december 2009 Het is allemaal buitenkantwerk. Het zijn allemaal prachtige vormen. Indrukwekkende rituelen. De tempeldienst is dik voor mekaar. De mensen zijn heel spiritueel. Maar... het werkt niet door in het leven van de mensen. Ze leven niet voor God en voor hun medemens. En weet je wat God dan zegt? Dat weten we, omdat-Ie dat es gedaan heeft. In de tijd van Jesaja. Jes. 1,11-17: 11 Wat moet ik met al jullie offers? – zegt de HEER. Ik heb genoeg van die schapen, die vetgemeste kalveren; het bloed van stieren, rammen en bokken wil ik niet meer. 12 En wanneer jullie voor mij verschijnen – wie heeft je gevraagd mijn voorhoven plat te lopen? 13 Houd op met die zinloze offergaven. Ik heb een afschuw van jullie wierook; jullie feesten, nieuwemaan en sabbat, ik duld ze niet naast al dat wangedrag. 14 Van jullie nieuwemaan, van ál jullie feesten heb ik een afkeer, ze hinderen mij, ik kan ze niet langer verdragen. 15 Wanneer jullie je handen opheffen, wend ik mijn ogen af, ook als je aanhoudend bidt, luister ik niet. Aan jullie handen kleeft bloed! 16 Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden, ik kan ze niet meer zien. Vermijd alle kwaad 17 en leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, bied wezen bescherming, sta weduwen bij. Schokkende woorden. En als er één ding heel duidelijk uit wordt, dan is het dit: Als God ergens een hekel aan heeft, dan is het aan vrome praatjes, dan is het aan blabla-geloof. En misschien komt dat wel omdat God ons zijn Woord heeft gegeven. Zijn Schriftgeworden Woord: de Bijbel. Maar ook zijn vleesgeworden Woord, zijn mensgeworden Woord: Jezus Christus. (Want zo wordt Hij genoemd: ‘het vleesgeworden Woord, het mensgeworden Woord’. In Joh. 1) – God heeft ons zijn Woord gegeven: de Bijbel en Jezus Christus. En zijn Woord is absoluut betrouwbaar. – Het is zelfs zo dat het woord voor ‘woord’ in het OT, in het hebreeuws (de oorspronkelijke taal van het OT) ook ‘zaak’ kan betekenen! – Dus Gods Woord is absoluut betrouwbaar. En zo hoort het ook! Vandaar dat God een ongelooflijke hekel heeft aan vrome praatjes, aan blabla-geloof. Mooie woorden, vrome praatjes en blabla-geloof zijn uitvindingen van Gods Tegenstander, de vader van de leugen… *** pagina 4 Adventspreek 2 over Marcus 11,12-14 d.d. 6 december 2009 En dat is de reden dat Jezus die boom vervloekt! – Dat is niet dat-Ie z’n frustratie afreageert op een onschuldige boom. – Maar dat is iets anders. Dat is een waarschuwing voor Israël... En kijk es... de volgende dag, zegt Marcus in vs. 20, is-tie ‘tot aan de wortels toe verdord’. (klik) Stel je voor! Een boom verdort altijd langzaam maar zeker. Hij is erop gemaakt dat dat niet zomaar gebeurt. Hij heeft allerlei ingebouwde veiligheidsmechanismes om zichzelf daartegen te beschermen. Als-tie te weinig water krijgt, dan laat-ie bv. bladeren vallen, zodat-ie minder water verdampt via z’n bladeren, en dus ook minder water nodig heeft, en meer kans heeft om te overleven! Een prachtig systeem, dat God Zelf zo bedacht heeft. Maar deze boom is van de ene dag op de andere hartstikke dood! Het is meteen duidelijk: Daar is geen natuurlijke verklaring voor, maar alleen maar een Bovennatuurlijke... De woorden van Jezus! Dat is de boodschap van de vijgenboom (dia 4): ‘Als je geen vruchten voortbrengt, dan eindigt het ermee dat je tot aan de wortels verdort...’ (klik) Zingen: Ps. 1,1.2 *** En die boodschap is ook voor ons natuurlijk. Laten we onszelf als gemeente es even vergelijken met Israël (dia 4): Wij zien er denk ik best frisgroen uit. We hebben een mooi kerkgebouw. Er gebeurt veel. Er is veel enthousiasme. We hebben aantrekkelijke kerkdiensten met een duidelijke boodschap, mooie muziek en vaak wat extra’s. Het ziet er allemaal heel erg levend uit. (klik) En daar is allemaal niks mis mee natuurlijk. Tenzij... tenzij dat het enige is! En ik denk dat het goed is om te beseffen dat we best wel risico lopen op dit punt. Want we leven in een belevings- en ervaringscultuur. En het risico is dan dat je denkt: geloven = wat beleven/ ervaren in de kerk! (klik) Maar als we dat denken – of als we ons gedragen alsof dat zo is – dan zegt God vandaag net zulke dingen tegen ons als-Tie vroeger, in Jes. 1, tegen de Israëlieten zei: Waarom komen jullie elke zondag in de kerk? Denken jullie nou echt dat Ik geniet van jullie zingen? Ik kan jullie gebeden niet aanhoren, Ik stop m’n oren dicht. Jullie diensten zijn misschien aantrekkelijk voor jullie, Maar niet voor Mij! Of, zoals Jezus het Zelf es gezegd heeft: pagina 5 Adventspreek 2 over Marcus 11,12-14 d.d. 6 december 2009 Niet iedereen die ‘Heer, Heer’ tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. (Mt. 7,21) Of, zoals Jakobus het gezegd heeft: Geloof dat zich niet daadwerkelijk bewijst, is dood. (Jak. 2,17) Dus: geen mooie woorden, geen vrome praatjes, geen blabla-geloof, maar geloof dat doorwerkt in heel je leven, in je houding tegenover je medemens en alles. (klik) Dat is de boodschap van de vijgenboom: ‘Als je geen vruchten voortbrengt, dan eindigt het ermee dat je tot aan de wortels verdort...’ *** Jezus die vervloekt... Misschien vind je dat wel beangstigend. (dia 5) En vraag je je af: ‘Ben ik misschien ook een boom met alleen maar blad, geen vruchten?’ (klik) En moet je daar niet aan denken... Maar bedenk dan es even wat er met Jezus gebeurd is! Als er Eén is geweest waar Ps. 1 voor gold dan was Hij het: Gelukkig de mens... Die vreugde vindt in de wet van de HEER En zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. Hij zal zijn als een boom Geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, Zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Als er Eén vruchten heeft gedragen, dan was Hij het. (klik) En als er dus Eén gelukkig had moeten worden, dan was Hij het! Maar weet je wat er met Hem gebeurd is? Hij is ook vervloekt. Hij heeft Zich laten vervloeken, door God. Hij heeft Zichzelf vervloekt, zou je ook kunnen zeggen. (Want Hij is Zelf God.) Hij was een boom die niet alleen maar blad had, maar die overvloedig vruchten voortbracht. Geen mens heeft zoveel vruchten voortgebracht als Hij. Maar wat gebeurde er met Hem? Hij werd vervloekt, alsof-Tie wel levend leek, maar alleen maar blad had... (klik) Waarom was dat? Dat was omdat-Ie jou niet wil vervloeken! Hij wil jou zo graag zegenen, dat-Ie bereid was om Zichzelf voor jou te vervloeken! Is dat niet ongelooflijk? Hij heeft de vloek die jij verdient op Zich genomen, om jou te kunnen zegenen. Om jou gelukkig te kunnen maken! (klik) pagina 6 Adventspreek 2 over Marcus 11,12-14 d.d. 6 december 2009 Hij heeft zelfs alle vruchten die jij zou moeten voortbrengen, al voor jou voortgebracht! Zodat het niet meer van jouw vruchten afhangt. Van hoeveel het er zijn en hoe lekker ze zijn... En als je nou weinig vruchten ziet bij jezelf, dan hoef je je niet te laten verlammen. Je hoeft jezelf ook geen onmogelijke eisen te stellen. Maar je moet je daarin gaan verdiepen. In de vruchten die Jezus al heeft voortgebracht voor jou! In het feit dat Hij liever Zichzelf dan jou vervloekte! *** En als je dat meer en meer op je in laat werken, dan komen de vruchten vanzelf (klik): liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing (Gal. 5) En – om weer terug te komen bij het begin – dat is eigenlijk ook wat onze post-christelijke maatschappij wil. De grote verhalen zijn uit. De mensen geloven niet meer in vrome praatjes. ‘Laat het maar zien’, zeggen ze. Nou, ga daar maar in mee: laat het maar laten zien! De vruchten die de mensen bij ons zien, moeten hen aan het denken zetten over de boom waar ze aan groeien. En over het sap dat door die boom stroomt. Want dat moet wel een bijzondere groeikracht hebben! Hoe komt dat? En misschien gaan ze zelfs wel denken: ‘Zou God dan toch bestaan?’ Ik ben dit boek aan het lezen (klik): Een kerk die prikkelt van Graham Tomlin. En dit boek heeft me geïnspireerd tot het maken van deze prekenserie. Hij geeft een paar prachtige voorbeelden van prikkelende vruchten. Eerst een paar van een gemeente als geheel en dan een paar persoonlijke. 1. Een kerk in een kleine stad in Maleisië groeide. De stad was niet belangrijk, en de sociale voorzieningen waren niet zo efficiënt als ze zouden moeten zijn. In de warmte van dat tropische land stonken de open goten buiten de kerk vreselijk, speciaal wanneer het afval zich opstapelde en het stadsbestuur het te laat opruimde. Als ’s zondags de kerkleden arriveerden, was de geur soms overweldigend. Herhaalde telefoontjes naar het stadsbestuur werden niet beantwoord, dus besloot de kerk de goot zelf leeg te halen. Toen gaf iemand te kennen dat dit niet alleen een probleem voor de kerk was, maar voor de hele stad. Dus op een zaterdag trad de hele kerk in oude kleren aan, met laarzen en bezems gewapend, om zoveel mogelijk goten in de stad leeg te maken als ze konden. De stedelingen waren verbaasd dat er eindelijk werd schoongemaakt, maar niet door het stadbestuur. Uiteraard vroegen ze wie deze mensen waren en waarom ze dit deden, en dat leidde ertoe dat in de weken daarna veel geïntrigeerde mensen de kerk bezochten. (p. 90-91) pagina 7 Adventspreek 2 over Marcus 11,12-14 d.d. 6 december 2009 2. Een pastor die in een kerk in een nogal vervallen wijk van een grote stad arriveerde, besefte dat de kerk weinig indruk op de buurt maakte. Jarenlang was de kerk verouderd, en waren er geen nieuwelingen bij gekomen. Toen hij met de plaatselijke bevolking sprak, begon hij te begrijpen wat voor plaats het was: een stedelijke omgeving met veel kortdurende verblijfsmogelijkheden en een groot verloop van mensen. Omdat maar weinig mensen lang bleven, probeerde niemand zijn buren te leren kennen en was er weinig gemeenschapsgevoel. Mensen leefden geïsoleerd, en eenzaamheid was er een significant probleem. Hij besloot met de kerk samen te leren wat het is om een goede buur te zijn. Ze deden Bijbelstudie over de barmhartige Samaritaan, en wat dat te zeggen had over buren-zijn, en over Jezus’ onderwijs over het verwelkomen van vreemdelingen in Mt. 25. Kerkleden hielden in de gaten welke mensen naar de huizen in de buurt verhuisden, en zorgden ervoor hen in de eerste week te bezoeken om hun hulp aan te bieden. Ze zochten de geboortedata van kinderen in de wijk uit, om zo op het juiste moment een verjaardagskaart te sturen. Ze letten speciaal op oudere mensen, en als een van hen ziek was, werd de kerk gemobiliseerd om maaltijden te koken, meeleven te tonen of regelmatig op bezoek te gaan. Dit programma begon een stukje interesse in de omgeving op te wekken. Omdat de christenen hun roeping om goede buren te zijn beantwoordden op een eenvoudige, betaalbare maar oprechte en onvoorwaardelijke manier, begonnen een paar mensen in de wijk te vragen waarom ze dit deden. Het antwoord dat ze kregen was zoals ze dat in hun bijbelstudies geleerd hadden: Dat ze dit deden omdat ze volgelingen van Jezus waren, die hun had onderwezen om de vreemden te verwelkomen en degenen in nood te bezoeken. Een groepje mensen begon op zondag in de kerk te komen, en een paar mensen meldden zich voor een Alphacursus. Voor het eerst in jaren begon de kerk te groeien. (p. 89-90) En dan een paar voorbeelden van hoe je persoonlijk prikkelende vruchten kunt voortbrengen: Waarom zou je niet eens, nadat je je bestelling hebt opgegeven en je bij de kassa van je plaatselijke McDonald’s komt, af en toe de rekening van de mensen in de auto achter je betalen, terwijl je de medewerker vraagt ze alleen te zeggen dat het een cadeau was? Waarom zou je een dakloze in de regen niet jouw paraplu geven? Als een kind je een euro vraagt, wanneer hij theedoeken langs de deuren verkoopt, waarom hou je hem geen vijf euro geven? Het punt van dit soort acties is dat ze Gods overvloedige goedheid demonstreren. Ze hoeven niet door een kleine preek vergezeld te worden, of door een voorgedrukt kaartje dat zegt dat ze door Gods liefde gemotiveerd worden. Ze staan op zichzelf als uitdrukkkingen van die rijke, goede en genereuze God, die de ware koning is. (p. 92-93) Zoals Jezus gezegd heeft in Mt. 12,33: ‘Aan de vruchten herkent men de boom!’ Amen. pagina 8 Adventspreek 2 over Marcus 11,12-14 d.d. 6 december 2009 Liturgie mo 1. Votum 2. Zegengroet 3. Zingen: Ps. 131 (orgel) 4. Bidden 5. Lezen: Mc. 11,1-14.20 (tekst: 12-14.20) 6. Zingen: Opw. 488 Heer ik kom tot u (piano) 7. Preek deel I 8. Zingen: Ps. 1,1.2 (orgel) 9. Preek deel II 10. Bidden 11. Zingen: LB 252 (orgel) 12. Wet: versie prof. Cees de Ruijter 13. Zingen: Gz. 91 In het kruis zal ’k eeuwig roemen (orgel) 14. Danken & bidden 15. Collecteren 16. Zingen: Opw. 334 Heer uw licht en uw liefde schijnen (piano) 17. Zegen pagina 9