Interventie Grip op Agressie 1 Erkenning Erkend door deelcommissie Justitiële interventies Datum: december 2012 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Hilde Niehoff (2012). Justitieleinterventies.nl: beschrijving Grip op Agressie. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut, Movisie en Trimbos instituut. Gedownload van www.justitieleinterventies.nl. Contactpersoon: Hilde Niehoff Kenniscentrum Trajectum Postbus 4 83 87 XN Bosschoord Telefoon: 056 – 2422 222 www.trajectum.info Email: [email protected] 2 Korte samenvatting van de interventie Grip op Agressie (GoA) is een geprotocolleerde klinische interventie voor (jong) volwassenen met een licht verstandelijke beperking en ernstig (recidiverend) agressief(delict) gedrag. Het programma is opgebouwd uit zeven met elkaar samenhangende modules en beslaat een periode van anderhalf tot twee jaar. GoA is gericht op het verminderen van risicofactoren en het versterken van beschermende factoren om ernstig (recidiverend) agressief gedrag te voorkomen. Om de programmadoelen te behalen wordt onder andere gebruik gemaakt van cognitieve gedragstherapie, psychomotore therapie en dramatherapie. Bovendien sluiten de gebruikte technieken aan bij de kenmerken en leerstijl van de specifieke doelgroep door met name: leren door ervaren, aansluiten bij het cognitieve ontwikkelingsniveau, eenduidig taalgebruik, herhaling, ondersteuning bij abstraheren en generaliseren met uiteindelijk het behoud van het geleerde. Bij de ontwikkeling van GoA is uitgegaan van een aanwezig sociotherapeutisch milieu waarin tevens een training sociale vaardigheden wordt gegeven. GoA wordt geïntegreerd in het dagelijkse leven van wonen, werken en vrije tijd van de deelnemers. Het samenleven en de dagelijkse routine worden gebruikt als oefenen leersituaties. In 2013 verwierf GoA het oordeel ‘erkend’ van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie . Doelgroep De interventie is geïndiceerd voor cliënten vanaf 18 jaar met een TBS, PIJ, RM (justitiële maatregel) en vrijwillig opgenomen cliënten met een LVB en onbegrepen en risicovol agressief gedrag. Het agressieve gedrag is het primaire probleemgedrag of index-delictgedrag waarbij sprake is van een gemiddeld tot hoog delict- of recidiverisico. Doel Het doel van GoA is het verminderen en het voorkomen van ernstig (recidiverend)agressief (delict)gedrag. Om dit te kunnen realiseren zijn er voor GoA, op basis van de risicofactoren voor agressief gedrag, programmadoelen geformuleerd. Deelname aan GoA dient te leiden tot veranderingen in inzicht, attitude, vaardigheden en gedrag van de deelnemers. Materiaal Voor GoA is een handleidingenset ontwikkeld, bestaande uit een Theoriehandleiding (met de verantwoording en onderbouwing voor het behandelprogramma), een Programmahandleiding (met de volledig uitgewerkte handboeken van de modules), een Opleidingshandleiding (voor opleiding van trainers), een Beoordelings- en evaluatiehandleiding (voor onderzoek), een Managementhandleiding (voor de uitvoering) en een Samenvatting met Leeswijzer gericht op de criteria zoals gesteld vanuit de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Aanpak GoA is een groepsgerichte interventie, die ook individueel gegeven kan worden. Voorwaarde voor implementatie is een behandelaanbod met een observatie- en diagnostiekfase, waarin wordt besloten of de cliënt voldoet aan de inclusiecriteria. De implementatie staat beschreven in de managementhandleiding van GoA. Onderbouwing De modellen en kaders waarop de doelen en behandeltechnieken binnen het behandelprogramma GoA zijn gebaseerd, worden toegelicht in de theoriehandleiding. Het belangrijkste model in de klinische behandeling is het ‘Risk-Need-Responsivity-model’ (Andrews & Bonta, 2006). Een integratie van modellen en kaders onder GoA en het RNR-model is noodzakelijk vanwege het samengaan van een groot aantal risicofactoren, vaardigheidstekorten en psychosociale problemen die we bij de doelgroep tegenkomen, en die de kans op delictgedrag verhogen (zie Hesper e.a., 2011). 3 Tekorten op een aantal met agressie samenhangende cognitieve en praktische vaardigheden zijn een risicofactor voor agressief (delict) gedrag. Competentie veronderstelt de aanwezigheid van vaardigheden en staat in relatie tot de eisen en stressoren vanuit de omgeving. GoA streeft naar het verbeteren van de met agressie samenhangende cognitieve en praktische vaardigheden. De aard en de ernst van bijkomende problematiek kunnen het leren van vaardigheden belemmeren. Behandeling van agressief (delict) gedrag vindt daarom plaats door de competentie (draagkracht) van de cliënt te vergroten en tegelijkertijd door de stressoren en eisen (draaglast) vanuit de context te verminderen. De kans op agressief gedrag neemt af doordat de taken (draaglast) en vaardigheden (draagkracht) beter op elkaar zijn afgestemd. De kenmerken van de leerstijl van de doelgroep gekoppeld aan interventies die de motivatie van de deelnemers doen verhogen, als voorwaardenscheppende factor, hebben de basis gevormd binnen de ontwikkeling van GoA. Onderzoek In de beoordelings- en evaluatiehandleiding wordt beschreven hoe vanaf augustus 2013 wordt onderzocht of het behandelprogramma GoA wordt uitgevoerd zoals bedoeld (procesevaluatie) en of het programma de gewenste resultaten oplevert (effectevaluatie). De procesevaluatie van GoA richt zich op de procesmatige uitvoering van de interventie en bestaat uit meerdere onderdelen, zoals een evaluatie van de naleving van het ‘what works’ responsiviteitsbeginsel, een evaluatie van de programma-integriteit, evaluatie van de facilitering van de uitvoering en een evaluatie van GoA door de deelnemers. De effectevaluatie richt zich op het behalen van de programmadoelen en op de hiervan afgeleide moduledoelen. Het gaat hierbij om veranderingen die tijdens het programma bij de deelnemers optreden en met het uiteindelijke resultaat: recidivevermindering. De huidige verzamelde data tonen aan dat het programma aangeboden wordt zoals staat beschreven. Bovendien geven de voorlopige data rondom het effectonderzoek aan dat gedurende en na afronding van deelname aan de interventie er sprake is van positief behandelresultaat. Rond juli 2018 zal dit onderzoek worden afgerond. Bron Trajectum.(2013). Handleidingenset: Grip op Agressie, behandelprogramma voor mensen met een lichte verstandelijke beperking en ernstig agressief (delict)gedrag. Zwolle: Trajectum. Niehoff, H.M. (2014).Grip op Agressie. In: B. Twint & J. De Bruijn (Red), Handboek verstandelijke beperking, 24 succesvolle methoden (pp. 247-259). Amsterdam: Boom. 4 Samenwerking erkenningstraject Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Kenniscentrum Sport, Vilans, het Trimbos Instituut en MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden. 5