Te speciaal voor onderwijs?

advertisement
Te speciaal voor onderwijs?
Linawijs
Een nieuw leerconcept is nodig!
Auteur: M.P.E. Stolte
Datum: 15-01-2016
Pagina 1 van 13
Opportunities don’t happen,
you create them
Chris Grosser
Pagina 2 van 13
1. Aanleiding
Voor een aantal kinderen is er momenteel geen geschikt onderwijs in Nederland. Dat is in
tegenspraak met artikel 26 van de mensenrechten:
Artikel 26
1. Een ieder heeft recht op onderwijs; het onderwijs zal kosteloos zijn, althans wat het lager en
basisonderwijs betreft. Het lager onderwijs zal verplicht zijn. Ambachtsonderwijs en
beroepsopleiding zullen algemeen beschikbaar worden gesteld. Hoger onderwijs zal
openstaan voor een ieder, die daartoe de begaafdheid bezit.
2. Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid en op
de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het
zal het begrip, de verdraagzaamheid en de vriendschap onder alle naties, rassen of
godsdienstige groepen bevorderen en het zal de werkzaamheden van de Verenigde Naties
voor de handhaving van de vrede steunen.
3. Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs
te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven.
Wij zijn ouders van kinderen die door hun problematiek geen plek hebben binnen het huidige
onderwijs. Een van ons is leerkracht basisonderwijs en weet uit ervaring dat ieder kind wil leren,
alleen niet allemaal op dezelfde manier. Aansluiten op het individuele kind is in iedere
onderwijsvorm belangrijk. Dat er een groep kinderen is waarvoor wij in Nederland geen geschikt
onderwijs bieden vinden wij schrijnend. Onze kinderen, zijn hier helaas voorbeelden van, maar we
weten dat er veel meer kinderen buiten onderwijs vallen. Voor een aantal van deze kinderen is leren
op een plek waar zoveel om hen heen gebeurd als in een klassensetting niet mogelijk. Ze komen hier
door alle prikkels en de spanning die dit oproept niet aan leren toe, omdat hun energie al snel op is
en omdat ze zich niet lang kunnen concentreren.
Dit wil NIET zeggen dat ze niet leergierig zijn, niet slim genoeg, of niet gemotiveerd zouden zijn. Dit
betekent WEL dat ze meer nodig hebben dan wat geboden kan worden binnen het huidige onderwijs
en ze het zelfs binnen het speciaal onderwijs niet redden. Hierdoor komen ze uiteindelijk thuis te
zitten en raken in een sociaal isolement. Een ontwikkeling waar zij zelf, hun familie en ook de
samenleving niet bij gebaat is. Bovendien is de weg terug naar school en een sociale context heel
moeilijk als een kind langere tijd thuis heeft gezeten.
Pagina 3 van 13
2. Praktijkvoorbeelden
Wegens privacy redenen zijn de namen gefingeerd.
Rosalie
Rosalie is 12 jaar met McDD en heeft na groep 5 de overstap van regulier naar speciaal onderwijs
gemaakt. Helaas heeft ze het daar niet gered en heeft ze vervolgens tot en met groep 8
noodgedwongen thuisonderwijs gekregen. Ze had dit jaar veel zin en ook behoefte om naar een VSO
school te gaan. Rosalie kan erg genieten van contact met andere mensen en het deed haar absoluut
geen goed om in een sociaal isolement te leven. Haar zelfbeeld is dat ze een meisje is dat toch niets
kan en veel te weinig vrienden heeft. Dit is een belangrijke reden geweest om toch weer de stap naar
onderwijs te maken. Hier hebben we samen met een team van deskundigen ook lang naar toe
gewerkt.
Het was tijdens de zoektocht naar een geschikte VSO school al snel duidelijk dat wat Rosalie nodig
heeft niet bestaat binnen ons onderwijs, maar met extra hulp en maatregelen hoopten we toch dat
het zou lukken. Helaas hebben we, samen met school en de behandelend psychiater, recent
wederom moeten besluiten dat ze het niet zal redden. School kost haar teveel en dit maakt dat ze
veel angst en boosheid laat zien. Dit komt doordat de school niet passend is voor haar. Probleem is
echter dat er nu geen alternatief is. Voor mijn dochter bestaat nu geen passend onderwijs.
Natuurlijk willen we ons kind een toekomstperspectief bieden, tegemoet komen aan haar wens tot
contact met leeftijdsgenoten en haar leergierigheid belonen. Om dit te kunnen zal er dus iets nieuws
moeten komen, iets dat aansluit op haar (en die van veel andere kinderen) behoeftes om toch
scholing te krijgen en via die weg tot verdere ontwikkeling te komen.
We weten dat door haar McDD, een autistische stoornis, alle prikkels uit haar omgeving intens
binnen komen en ervaren worden. Hierdoor zit ze altijd in de hoogste alertheidsfase, is ze snel erg
gespannen en vermoeid. Ze raakt snel overprikkeld met uiteindelijk zelfs hallucinaties tot gevolg. Hier
is helaas ook na anderhalf jaar deeltijdbehandeling, IPG thuis en maximale medicatie, geen
verandering in gekomen.
Dit jaar is ze dus onder begeleiding van haar eigen vertrouwde PGB begeleidster twee keer twee
lesuren per week naar school gegaan, maar na 30 minuten is ze al zo vermoeid dat ze een
rustmoment nodig heeft. Het lukt haar niet om aan leren toe te komen en noodgedwongen hebben
we dan ook moeten besluiten dat ze moet stoppen met school. Dit ligt niet aan de school, die zeer
welwillend is en bereid is zich flexibel op te stellen en mee te denken. Dit ligt aan het feit dat ondanks
haar motivatie, haar intelligentie en haar enorme wilskracht, onze dochter in een klassensetting niet
kan functioneren en leren.
Nu dreigt ze weer thuis te komen zitten, met als doemscenario voor de toekomst een
kluizenaarsbestaan. Maar dat is voor haar en voor de mensen die van haar houden een
onaanvaardbare keuze.
Pagina 4 van 13
Salvador
Salvador is een jongen van 14 jaar met McDD. Hij is halverwege groep 7 naar het speciaal onderwijs
gegaan waar hij als een intelligente, rustige jongen overkwam die naast veel uitdaging ook veel hulp
bij het structureren nodig had. Thuis kwam alleen dagelijks de rekening van een dag school in de
vorm van zowel verbale als fysieke agressie. Ondanks dagbehandeling en een goede afstemming
tussen school en thuis is hier weinig verandering in gekomen.
Op advies van deze school is hij vervolgens naar het regulier gymnasium gegaan om hem de uitdaging
te kunnen bieden die hij nodig had en omdat er geen speciaal voortgezet onderwijs op dat niveau
bestaat. Na een goede start stortte het kaartenhuis echter in elkaar en kwam hij op advies van zijn
psychiater zwaar overprikkeld thuis te zitten. Het tweede jaar is er nog geprobeerd te starten op een
cluster 3 school met een zeer aangepast programma maar ook dit bleek te overvragend.
Salvador is nu sinds 2 jaar thuis. Daarvan is hij 6 maanden opgenomen geweest. Daar is geprobeerd
hem weer tot ontwikkeling te krijgen. Helaas bleek de opnametijd te kort en zijn problematiek te
complex om een vooruitgang te bereiken. Hieruit blijkt weer duidelijk dat deze groep kinderen meer
tijd nodig heeft dan op dit moment op welk gebied dan ook geboden kan worden.
Hij leidt nu een kluizenaarsbestaan en zijn isolement neemt helaas nog steeds toe. Zijn gordijnen
moeten dicht en het liefst barricadeert hij zijn deur om zo complete rust en veiligheid te creëren.
Werken op de computer is het enige waar hij zich goed bij voelt en hij besteedt hier vele uren per dag
aan. Naast beperkt gamen maakt hij zelf games, soms muziek en hij zoekt over tal van onderwerpen
informatie op. Hij is dus zeker leergierig en het ontbreekt hem ook niet aan wilskracht. Dit alles geeft
hem echter maar beperkt voldoening en hij geeft vaak aan zich te vervelen. Daarnaast echter ook dat
hij te moe is om meer te doen wat op dit moment maakt dat we met de rug tegen de muur staan.
Hij krijgt nog 2 keer per week ca 40 min een vorm van thuisonderwijs door een hiervoor ingehuurd
bureau om toch enigszins tegemoet te komen aan zijn leergierigheid. Verder is ook bij hem gebleken
dat het echt moet klikken met iemand om tot een vorm van samenwerking te kunnen komen, want
zelfs een bepaald stemgeluid kan maken dat hij iemand niet verdraagt.
Zijn extreme prikkelgevoeligheid, hoge intelligentie en complexe problematiek maken dat hij overal
tussen wal en schip valt. Thuis wonen is eigenlijk voor iedereen een onhoudbare situatie geworden
maar er is nergens een geschikte plek voor een kind met zijn problematiek.
Op dit moment is er voor Salvador geen toekomstperspectief.
Vanwege deze kinderen willen we proberen een nieuw initiatief op te zetten. Wij willen hen een plek
kunnen bieden waar zij op hun manier kennis kunnen vergaren, ze contact kunnen hebben met
leeftijdsgenoten en vooral: waar ze zichzelf kunnen en mogen zijn, zonder hier een te hoge prijs voor
te betalen. Het is veel meer dan onderwijs alleen. Het gaat om een vorm van dagbesteding waarbij
tegelijkertijd gewerkt wordt aan ontwikkeling en leren.
Pagina 5 van 13
The best way to predict the
future is to create it
Abraham Lincoln
Pagina 6 van 13
3. Het nieuwe leerconcept: Linawijs
We hebben het in dit leerconcept over kinderen met een internaliserende problematiek, met name
McDD, die baat hebben bij veel structuur en duidelijkheid. Het gaat om kinderen met een gemiddeld
tot hoog IQ. Het is kleinschalig, maximaal zes kinderen per dag, waarbij bij de selectie gekeken moet
worden naar aansluiting op basis van ontwikkelingsleeftijd. Hoeveel dagen een kind kan komen is
afhankelijk van het individu. Er staan zes elementen centraal binnen Linawijs:
1. Veiligheid
Veiligheid is heel erg belangrijk voor deze groep kinderen. Zonder een gevoel van veiligheid
kunnen deze kinderen niet functioneren en leren. Deze groep kinderen heeft weinig controle
over hun emoties en begrijpen ze ook niet zo goed. Zo wordt een ‘beetje bang’ al snel blinde
paniek. Ze hebben vaste begeleiders nodig, die een veilige omgeving kunnen creëren. Om een
band en vertrouwen op te kunnen bouwen is tijd nodig en geduld. Begeleiders zullen dus over
goede empathische vermogens, kennis op autisme gebied en geduld moeten beschikken. Een
rustige, consequente attitude is belangrijk. Deze begeleiders kunnen één op één begeleiding
geven op vaste momenten van de dag en op andere momenten in kleine groepjes werken.
Daarbij moet er ook altijd de mogelijkheid zijn om een kind zo nodig één op één te begeleiden.
Deze kinderen hebben een ondertiteling nodig bij de wereld om hen heen en iemand die context
verleent aan alle prikkels die op ze afkomen. Iemand die de emoties helpt reguleren en hen helpt
om de juiste energiebalans te behouden, omdat ze dit lastig kunnen herkennen bij zichzelf. Om
dit als begeleider te kunnen moet je het kind goed kunnen ‘lezen’.
2. Context
Iedere persoon met autisme vindt het betekenis geven aan gebeurtenissen of dingen die ze
waarnemen lastig. Het lukt hen niet om deze in de juiste context te plaatsen. Hierdoor wordt de
wereld om hen heen verwarrend. Dit geeft onrust en spanning, waar kinderen met McDD
vervolgens geen controle over hebben. Een beetje onrust en spanning mondt uit in angst en zelfs
paniek. Tijdens het lesgeven thuis hebben we gemerkt dat Rosalie veel baat heeft als lesstof haar
wordt aangeboden binnen een duidelijke context. Een duidelijke context wordt gecreëerd als er
gewerkt wordt met een thema binnen een project. Ook haar motivatie was veel hoger bij het
werken aan een project en het kostte haar duidelijk minder energie. Bij het nieuwe leerconcept is
het de bedoeling dat de kinderen een thema kiezen en hier binnen een project van twee weken
aan gaan werken. Doordat veel rond hetzelfde thema wordt bedacht en aangeboden, wordt er
automatisch veel context verleend aan waar ze mee bezig zijn. Dit geeft meer rust en overzicht.
Ook de omgeving waarin we van deze kinderen vragen om tot leren te komen is belangrijk.
Hierover onder kopje ‘het gebouw’ meer.
3. Motivatie
Kinderen met autisme zijn minder gevoelig voor beloning en straffen. Hierdoor zijn ze moeilijker
van buitenaf te motiveren. Zonder intrinsieke (eigen) motivatie loopt spanning op, waar kinderen
met McDD weer weinig controle over hebben. Daardoor is een activiteit gedoemd te mislukken
als intrinsieke motivatie ontbreekt. Bij het nieuwe leerconcept kiezen kinderen zelf een thema
om kennis over te verzamelen. Tijdens een project van ongeveer twee weken beantwoorden ze
vragen die ze aan het begin van het project zelf, al dan niet met hulp, hebben geformuleerd. Zo
werken ze veel meer vanuit eigen motivatie dan mogelijk zou zijn binnen methodisch onderwijs.
Pagina 7 van 13
4. Tijd
Tijd is heel belangrijk voor deze kinderen. Ze moeten de tijd krijgen omstappen vooruit te kunnen
zetten. Een van de redenen dat er geen geschikt onderwijs bestaat voor deze kinderen is dat het
beschikbare onderwijs tijdsgebonden is; het kent veel toets momenten, overgangsregels en
kerndoelen. Tijd ontbreekt voor deze kinderen om zich veilig genoeg te gaan voelen, mede ook
omdat leerkrachten wisselen en er dus onvoldoende tijd is om een vertrouwensband op te
bouwen. Dat maakt dat tijdsdruk een belangrijk breekpunt is geworden voor deze kinderen en ze
buiten de boot vallen. Ze hebben nu eenmaal veel meer tijd nodig dan ‘gangbaar’ is.
5. Flexibiliteit
McDD kan een vrij grillig beeld geven. Een kind met McDD is het ene moment wel tot iets in
staat, terwijl het op een volgend moment door opgebouwde spanning ineens begeleiding nodig
heeft. Dit maakt ook dat er één op één begeleiding nodig is, omdat je dit soort momenten van
spanning niet altijd kunt voorspellen. Op zo’n moment wel van het kind de vaardigheid vragen
die het normaal machtig is, zou overvragend zijn. Overvraging leidt tot oplopende spanning en
kan zelfs gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld als dit gebeurt op het moment dat het kind iets aan het
snijden is. Oplopende spanning moet goed in de gaten gehouden worden en maakt dat het
programma flexibel moet zijn. Er zijn meerdere momenten op een dag dat een kind met McDD
meer hulp en begeleiding nodig zal hebben om emoties en spanning te reguleren.
Rustmomenten bij oplopende spanning kunnen ervoor zorgen dat de spanningsboog niet te strak
komt te staan. Deze moeten in de planning standaard opgenomen zijn, maar ook ingepast
kunnen worden als dit tussendoor nodig blijkt. Hiervoor zal dan een programma aangepast
moeten worden. Het negeren van oplopende spanning kan niet, omdat je dan het kind over zijn
of haar grenzen jaagt. Dan is er nog veel meer tijd nodig voordat het kind weer kan functioneren,
laat staan leren.
6. Aansluiten op behoeftes van het kind
Bovenstaande maakt duidelijk dat het bij deze kinderen nog belangrijker is om op hun behoeftes
aan te sluiten, omdat het voor hen te lastig is om zich aan te passen aan andermans wensen of
eisen. Daarnaast zijn deze kinderen wel lichamelijk hun kalenderleeftijd, maar op bijvoorbeeld
sociaal-emotioneel gebied jonger. Martine Delfos heeft heel mooi gezegd: ‘kijk naar het gedrag
van een kind en bedenk welke leeftijd hierbij past. Pas je benadering hierop aan om het kind in
ontwikkeling te krijgen”. Dit maakt dat het individu bepaalt wat je mag verwachten enhoe je
diegene in ontwikkeling krijgt.
Ons huidige onderwijs is erg star geworden, omdat er methodes gevolgd moeten worden, er
kerndoelen per leerjaar gelden en methode- en CITO toetsen erg belangrijk zijn geworden. Dit is
waar deze groep kinderen op vast loopt. Er bestaat geen goede lesmethode voor autistische
kinderen. Hierdoor begrijpen ze dingen niet in de boeken, wat angst en verwarring op roept.
Toets momenten geven ook veel spanning, vooral als er ook nog tijdsdruk bij komt kijken. Doelen
worden niet altijd behaald. Succeservaringen zijn er veel te weinig, waardoor de motivatie snel
afneemt en angst om te falen toeneemt. Deze angst neemt vervolgens weer snel toe en maakt
dat het kind niets meer wil. Door aan te sluiten op de ontwikkelingsleeftijd, het begrip en
motivatie van het kind, tegelijk tijdsdruk weg te nemen en een flexibel programma te maken
waarin veel aandacht is voor context verlenen en veiligheid bieden, zullen ook deze kinderen de
kans krijgen te laten zien wat ze in zich hebben.
Pagina 8 van 13
Samenvattend
Voor het deel kennis vergaren wordt gekozen voor het werken binnen een thema, omdat dit
automatisch context en houvast verleent. Dit thema wordt vervolgens projectmatig aangeboden. De
kinderen kiezen zelf een onderwerp en bepalen door vragen te formuleren wat ze over dit
onderwerp willen weten. Hier zal de een meer hulp bij nodig hebben dan de ander en dit kan ook per
moment verschillen. Hier dient rekening mee gehouden te worden om overvraging weer te
voorkomen. Zo werken ze vanuit hun eigen motivatie en zullen ze minder spanning opbouwen. In
een periode van bijv. twee weken gaan ze proberen de antwoorden op de geformuleerde vragen te
krijgen. Er wordt een plan gemaakt met het kind en veel van de activiteiten zullen gelinkt worden aan
het onderwerp. Dit kan individueel, maar het kan ook zijn dat onderwerpen van verschillende
kinderen overeen komen of overlap hebben.
Een voorbeeld om het concept helder voor ogen te krijgen
Rosalie kiest als onderwerp bijen en gaat eerst met boeken uit de bibliotheek vragen formuleren
met haar begeleidster. Vervolgens gaat ze op een dag een uur naar een imkerij, of er komt een
imker bij haar langs in een hiervoor ingerichte werkkamer. Een volgende dag kijkt ze een film over
bijen. De dag daarop gaat ze koken met honing samen met een ander kind dat ook een thema
heeft gekozen waar bakken bij geïntegreerd kan worden. En de dag daarop maakt ze een
PowerPoint op de computer over bijen. Etc.
Doordat kinderen vanuit hun eigen motivatie werken is de drempel naar de buitenwereld lager. Zo
kan er ook gekeken worden of een bezoek aan een museum op een rustig moment in de week in het
project kan worden opgenomen. Ook sociale interactie zal voor deze groep kinderen veel makkelijker
zijn in het ‘doen’, dan in een gesprekje voeren op de bank. In het laatste geval neemt de spanning
namelijk toe, omdat de focus teveel ligt op de interactie. Zo kunnen er individuele doelen verweven
worden binnen de projecten. Door de motivatie van het kind, door het kiezen van een thema, voorop
te stellen, is het automatisch ook veel meer gericht op het individu. Vele malen meer dan zou kunnen
binnen methodisch onderwijs. Motivatie is voor ieder kind belangrijk, maar voor deze groep is het
van cruciaal belang om tot ontwikkeling te komen. Het is wellicht de sleutel tot de succeservaringen
die deze kinderen vaak missen.
Soms kan het doel zijn dat bepaalde grenzen verlegd moeten worden. Dit zal in het begin moeilijk zijn
voor het kind, maar is gericht op het krijgen van een succeservaring waardoor het kind kan ervaren
dat het soms meer kan dan het zelf dacht. Over het algemeen heeft het leerconcept echter als
primair doel dat het daadwerkelijk passend aanbod biedt. Het kind wordt dus niet passend gemaakt
voor het aanbod dat er is. Hierbij willen wij ook nogmaals benoemen dat dit om veel flexibiliteit van
het programma vraagt. Als een kind spanning heeft opgebouwd zal die eerst nabijheid en rust nodig
hebben, voordat het verder kan. Dit vereist het telkens maken van de juiste inschatting en het
zoeken naar de juiste aansluiting bij het kind. De aanwezigheid van veiligheid en een
vertrouwensband tussen kind en begeleiding is hierbij onontbeerlijk.
Pagina 9 van 13
4. Het gebouw
Om nog duidelijker uit te leggen wat het concept in houdt, zullen we een gebouw schetsen waar dit
plaats kan vinden. Hierdoor hopen we ‘het gevoel’ erbij duidelijker te maken. Het gebouw is de
context waar het leren plaats kan vinden. Ik wil hiermee niet zeggen dat het nieuwe leerconcept niet
mogelijk zou zijn zonder dit gebouw, maar wil hiermee vooral illustreren dat de leeromgeving van
groot belang is. Zoals we onder ‘context’ al hebben aangegeven is het voor deze kinderen belangrijk
dat ook de omgeving op hen aangepast kan worden. Betekenis verlenen aan datgene wat je aan het
leren bent is veel lastiger in een omgeving waar veel om je heen gebeurt. De omgeving moet dus
‘gedempt’ kunnen worden, willen ze toekomen aan leren.
In mijn beleving gaat het om een rond gebouw dat in een groene bosrijke, rustige omgeving staat. In
het midden van het gebouw bevinden zich ruimtes die gericht zijn op sociale interactie en rust.
Hierbij hebben deze kinderen namelijk geen invloed van buitenaf nodig, sterker nog dit werkt het
tegen. Er is een lichtkoepel om van daglicht te voorzien en er is naast een zitkamer, een chill/relaxruimte en een ‘bioscoop(je)’. Daaromheen zit een gang en naar de buitenwereld toe een ring
kamers, die met ramen uitkijken op de groene omgeving. In deze kamers wordt voornamelijk aan de
projecten gewerkt en er is een keuken en een sport kamer waar frustratie op bijv. een boksbal
losgelaten kan worden. De ‘les’kamers zijn verschillend ingericht. Zo zal Rosalie makkelijker leren in
een zitzak en een ander kind een tafel met stoel willen, maar wisselen als dit beter uitkomt kan ook.
Deze kamers fungeren ook als een ruimte waar de buitenwereld ‘naar binnen wordt gehaald’. Hier
kan Rosalie met haar vaste en daardoor veilige begeleider informatie krijgen van bijv. een imker, of
plannen maken om nog een stap verder te gaan naar een museum.
De omgeving is per kind aan te passen. Zo is er de mogelijkheid om ramen en dakramen af te dekken,
is het licht aan te passen en zijn zelfs de kleur van de muren te veranderen. Hiervoor zijn slimme
(betaalbare) constructies bedacht, zodat het aangepast kan worden aan de wensen van het
individuele kind. Er zal veel rekening gehouden worden met de akoestiek, zodat prikkels tot een
minimum beperkt kunnen worden. Er zal veel rust zijn, maar ook de mogelijkheid om door middel
van bewegen spanning te verlagen. Zo is er buiten mogelijkheid tot wandelen, zijn er wat dieren om
te verzorgen en is er een moestuin. Hierbij wordt gekeken naar wat voor de kinderen wenselijk is en
vanuit hun motivatie mogelijk.
Pagina 10 van 13
In bovenstaande afbeelding is het leerconcept gevisualiseerd. Uiteraard is het dak hier weggelaten.
Het idee is om een lichtkoepel over het middengedeelte te plaatsen en een lichtkoepel in ringvorm
over de rest, waarbij alle verschillende ruimtes wel een plafond hebben met daarin een dakraam. Zo
houdt je de akoestiek goed en kun je ruimtes ook afsluiten door middel van een rolgordijn. De muren
kun je door middel van slimme belichting naar wens van het individuele kind van kleur laten
veranderen.
Pagina 11 van 13
The harder the conflict,
the more glorious the triumph
Thomas Paine
Pagina 12 van 13
5. Hoe nu verder
Deze tekst maakt hopelijk duidelijk dat er een oplossing moet komen voor deze groep kinderen die
wel willen, maar niet kunnen slagen in het huidige onderwijs. Dit is een verantwoordelijkheid die niet
alleen bij de ouders van deze kinderen ligt, maar vooral bij het ministerie van onderwijs, de
gemeentes en ook bij de hulpverlening rond deze kinderen. Of het in dit concept gaat om onderwijs
of dagbesteding hangt af van hoe het ministerie van Onderwijs er naar wil kijken. Zien zij dat deze
kinderen leren/ontwikkelen ondanks het niet voldoen aan kerndoelen en dat er geen toetsing is, dan
zou het erkend kunnen worden als onderwijs. Zo lang die regels niet aangepast kunnen worden, zal
dit initiatief alleen zijn voor kinderen met een leerplichtontheffing. Ieder kind heeft recht op een
vorm van ontwikkeling en een toekomstperspectief, dat is het doel.
Ieder kind heeft recht op een vorm van onderwijs en een toekomstperspectief!
Begeleiding
Financiering van de begeleiding is wellicht mogelijk met een integraal PGB, waar de werkgroep
‘vanuit autisme bekeken’ een business case genaamd “levensbrede aanpak autisme” over heeft
gemaakt. Hierin concluderen zij dat iedere geïnvesteerde euro uiteindelijk €4,- oplevert.
Het complete rapport is te vinden via onderstaande link:
http:/vanuitautismebekeken.nl/vab_mbc_rapport_opmaak_def_lr_single_04102015_0.pdf
Selectie
Over de selectie van kinderen zou een commissie van toelating zich kunnen buigen. Deze zou
idealerwijs bestaan uit een psychiater en iemand uit onderwijs.
Huisvesting
Voor financiering van het gewenste gebouw kan overleg gezocht worden met gemeente, overheid,
bedrijfsleven, crowdfunding, sponsoren etc.
Website
tespeciaalvooronderwijs.wordpress.com
Marieke Stolte
email: [email protected]
Pagina 13 van 13
Download