Zin en onzin van het meten van magneetvelden nabij hoogspanningslijnen 1. TE112200-N06 MJ 6 april 2012 Inleiding Om ruimte te scheppen voor de ontwikkeling van de wijk Brandevoort in de gemeente Helmond worden de tracés van een 150 kV en een 380 kV hoogspanningslijn gecombineerd in het bestaande tracé van de 380 kV hoogspanningslijn. Naast het combineren van beide tracés, worden aanvullend maatregelen getroffen om de specifieke magneetveldzones rondom het gecombineerde tracé te versmallen. Door deze keuze verdwijnt de met magneetveldzones belaste strook rondom de huidige 150 kV lijn en wordt de belaste strook rondom de huidige 380 kV lijn verkleind. Doordat de specifieke magneetveldzones afnemen komt meer ruimte beschikbaar voor woningbouw. De magneetveldzones zijn in overeenstemming met het hoogspanningslijnenbeleid door berekening bepaald. Regelmatig wordt echter gevraagd om de magneetvelden te meten en op basis van metingen vast te stellen of gevoelige bestemmingen al dan niet binnen de magneetveldzone liggen. Deze notitie gaat in op de doelmatigheid van het uitvoeren van dergelijke metingen. 2. Het hoogspanningslijnenbeleid Uit diverse onderzoeken blijkt dat kinderen tot 15 jaar een grotere kans op leukemie hebben als deze in de buurt van een bovengrondse hoogspanningslijn wonen. Het is echter niet duidelijk wat de oorzaak van deze verhoogde kans op leukemie is. Wanneer wordt aangenomen dat de verhoogde kans op leukemie wordt veroorzaakt door het magnetische veld van bovengrondse hoogspanningslijnen, dan zou dat voor Nederland betekenen dat ongeveer één kind per twee jaar hierdoor leukemie krijgt. In totaal krijgen in diezelfde periode gemiddeld 270 kinderen leukemie. In 2005 is door de toenmalige staatssecretaris Van Geel het advies geformuleerd om: “bij de vaststelling van streek- en bestemmingsplannen en van de tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen, dan wel bij wijzigingen in bestaande plannen of van bestaande hoogspanningslijnen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0.4 microtesla (de magneetveldzone).” De magneetveldzone die de basis van het hoogspanningslijnenbeleid vormt, wordt niet experimenteel bepaald maar berekend. De wijze waarop de breedte van de magneetveldzone binnen het rijksbeleid moet worden berekend, is vastgelegd in de handreiking van het RIVM. Het advies van Staatssecretaris Van Geel is in 2008 verduidelijkt door Minister Cramer. 3. De specifieke magneetveldzone volgens de handreiking Eén van de belangrijkste doelen van de handreiking is dat, ongeacht wie de berekening uitvoert, het resultaat van de berekening binnen bepaalde grenzen hetzelfde is. Om dit te bereiken geeft de handreiking voor het berekenen van de magneetveldzone een “gestandaardiseerde” situatie en een rekenvoorschrift. Het rekenvoorschrift in de handreiking omvat een vereenvoudigde berekening van een magneetveld, de “gestandaardiseerde” situatie geeft vaste waarden voor variabelen of PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE Zin en onzin van het meten van magneetvelden nabij hoogspanningslijnen TE112200-N06 MJ 6 april 2012 veranderlijken van hoogspanningslijnen. Ten opzichte van de situatie bij een hoogspanningslijn worden hierdoor in de definitie van de specifieke magneetveldzone op hoofdlijnen de volgende vereenvoudigingen verwerkt: - Aanname langdurig gemiddelde belasting op basis van het spanningsniveau en de door de netbeheerder op te geven ontwerpcapaciteit van een verbinding; - Bij meerdere circuits in hoogspanningslijnen wordt ervan uitgegaan dat alle circuits van en naar hetzelfde hoogspanningsstation voeren, waarbij het ene circuit in beginseleen back-up voor het andere circuit is - Invloed van de temperatuur en wind op de geleiderposities worden vast verondersteld (vaste geleidertemperatuur en geen uitzwaai door de wind); - Asymmetrie in de circuits en stromen in passieve geleiders van de hoogspanningslijn of nabij de hoogspanningslijn worden verwaarloosd (ideale symmetrie aangenomen); De specifieke zonebreedte is uiteindelijk bepaald door de afstand waarbij met een vereenvoudigde berekening en onder vaste omstandigheden, een magnetische inductie zou worden gevonden van 0,4 µT op een hoogte van 1 m boven maaiveld. Een gevolg van het toepassen van de handreiking is dat een specifieke magneetveldzone niet altijd overeenkomt met het gebied waarbinnen op dit moment langdurig gemiddeld een magnetische inductie van 0,4 µT heerst. De specifieke magneetveldzone volgens de handreiking is een planologisch gebied en geen gebied gerelateerd aan de op dit moment daadwerkelijk optredende magneetvelden nabij een hoogspanningslijn. Dat kan ook niet anders omdat de specifieke magneetveldzone berekend wordt aan de hand van vereenvoudigingen en -op de aangegeven wijze berekend- ontworpen is om toekomstige groei in het elektriciteitsverbruik mogelijk te maken zonder dat de zone herzien hoeft te worden. In dat licht wordt ook nog verwezen naar onderstaande passage uit Bijlage 1 van de handreiking versie 3.0 waarin wordt ingegaan op de vereenvoudigingen in relatie tot de sterkte van het magnetisch veld op een bepaalde locatie en op een bepaald tijdstip: “Om de onzekere wetenschappelijke aanwijzingen te vertalen naar een concrete zoneberekening zijn in de genoemde handreiking bepaalde keuzes en vereenvoudigingen gemaakt. Vereenvoudigingen zijn onvermijdelijk omdat de volledige karakteristieken van de stroom niet altijd en overal in het hoogspanningsnet bekend zijn. Een belangrijke vereenvoudiging is dat de berekening plaatsvindt tussen twee opeenvolgende masten. Een tweede vereenvoudiging is dat de stroom door de bliksemdraden (en andere geleiders in de buurt van de hoogspanningslijn) niet in de berekening wordt meegenomen. Een derde vereenvoudiging is dat de specifieke magneetveldzone wordt voorgesteld door rechte lijnen evenwijdig aan de hoogspanningslijn. Deze vereenvoudigingen leiden ertoe dat de in deze rapportage berekende specifieke magneetveldzone niet de werkelijke sterkte van het magnetische veld op een bepaalde locatie op een bepaald tijdstip weergeeft, maar een toekomstgerichte magneetveldzone die past binnen het hoogspanningslijnenbeleid van de rijksoverheid.” 4. Meten van magneetvelden nabij een hoogspanningslijn is niet zinvol Magnetische veldsterkten kunnen vrij eenvoudig worden gemeten. Op basis van dergelijke metingen kan echter niet zondermeer een uitspraak worden gedaan over de specifieke magneetveldzone van een hoogspanningslijn. Argumenten hiervoor zijn: PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE Zin en onzin van het meten van magneetvelden nabij hoogspanningslijnen - TE112200-N06 MJ 6 april 2012 Het beleid komt voort uit de verhoogde kans op leukemie bij kinderen die in de buurt van een hoogspanningslijn wonen. Het is niet bekend of deze verhoogde kans verband houdt met de magnetische velden van een hoogspanningslijn of dat dit verband een andere oorzaak heeft. Het “in de buurt van een hoogspanningslijn wonen” is in het beleid vertaald in de magneetveldzone: de strook grond die zich aan beide zijden langs de hoogspanningslijn uitstrekt en waarbinnen het magneetveld gemiddeld over een jaar hoger dan 0,4 μT is of in de toekomst kan worden. Vanwege de formulering kent het beleid dus geen relatie met de actueel optredende magneetvelden, maar uitsluitend met de zone waarbinnen bij een berekening volgens de handreiking het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0.4 microtesla. Door metingen van het actuele magneetveld kan hierdoor niet worden vastgesteld of aan het beleid wordt voldaan. In lijn met het bovenstaande argument is in de toelichting van Minister Cramer d.d. 4 november 2008 over het meten van magneetveldsterkten opgenomen: “Metingen van de magneetveldsterkte kunnen inzicht geven in de mate van blootstelling. Met deze gegevens is het echter niet mogelijk een wetenschappelijke gefundeerde beoordeling van het risico te maken omdat het niet bekend is welke parameters van blootstelling (zoals duur en intensiteit) de hoogte van het risico bepalen.” - 5. De omstandigheden waarbij de magneetveldzone moet worden vastgesteld (ondermeer de belastingen van een hoogspanningsverbinding) moeten achteraf worden verwerkt door gemeten stroomwaarden te gebruiken om de gemeten magneetvelden door interpolatie of extrapolatie om te rekenen naar voor de magneetveldzone maatgevende waarden. Bij combilijnen (combinatie van 150 kV en 380 kV; zoals in Helmond) is deze inter- of extrapolatie waarschijnlijk niet mogelijk. Meten van magneetvelden nabij een hoogspanningslijn is wel zinvol Soms is het meten van magneetvelden wel degelijk nuttig. Voorbeelden hiervan zijn: - - - - Magneetvelden kunnen soms storingen in apparatuur veroorzaken. Het is bij dergelijke situaties soms zinvol om te onderzoeken of storingen veroorzaakt kunnen worden door optredende magnetische velden. De gemeten magnetische velden kunnen dan worden vergeleken met de immuniteit van de apparatuur die storingen vertoont zodat kan worden vastgesteld of deze apparatuur gebreken vertoond of dat wellicht een afscherming moet worden aangebracht. Wanneer berekeningsmodellen worden gebruikt om de daadwerkelijk optredende magnetische velden te berekenen, kunnen metingen bij complexe situaties worden gebruikt om te controleren of alle magneetveldbronnen in de berekeningsmodellen zijn opgenomen. Wanneer mensen bang zijn voor blootstelling aan magneetvelden, kunnen optredende magneetvelden worden gemeten. Hierbij moet dan (bij de netfrequentie) worden uitgegaan van een blootstellingslimiet van 100 microtesla (algemene bevolking) of 500 microtesla (beroepsbevolking). Navraag bij het RIVM heeft opgeleverd dat de Rijksoverheid kennis heeft genomen van de wens van burgers om met behulp van monitoring/metingen na te gaan of de magneetveldzone zoals meegenomen in rijksinpassingsplannen ook in de praktijk geborgd is. Het ministerie van IenM heeft daarom het RIVM opdracht gegeven om een validatieonderzoek uit te voeren in combinatie met het monitoren van belastinggegevens. In PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE Zin en onzin van het meten van magneetvelden nabij hoogspanningslijnen TE112200-N06 MJ 6 april 2012 het validatieonderzoek zullen bij een of meer bestaande hoogspanningslijnen metingen worden uitgevoerd. Het doel van het validatieonderzoek is om te onderzoeken of de volgende stelling in de toekomst kan worden gehanteerd: ‘Het is voldoende om alleen de werkelijke belastinggegevens te monitoren om aan te kunnen tonen dat de werkelijke (jaargemiddelde) zonebreedte kleiner is dan de zonebreedte die volgens de handreiking wordt berekend en dat buiten de zone de jaargemiddelde sterkte van het magnetische veld de waarde van 0,4 microtesla niet overschrijdt’. 6. Is het meten van magneetvelden nabij de hoogspanningslijn in Brandevoort zinvol? Het meten van de actuele magnetische veldsterkten bij de hoogspanningslijn in Brandevoort is niet zinvol als dit bedoeld is om na te gaan of voldaan wordt aan het geformuleerde hoogspanningslijnenbeleid. Wanneer het de bedoeling is om te controleren of magnetische velden op een bepaalde locatie groter zijn dan de immuniteit van apparatuur (en dus de oorzaak van verstoringen kan zijn) of om te controleren of magnetische velden onder de advieswaarden voor blootstelling van algemene bevolking of beroepsbevolking zijn, kan het uitvoeren van metingen wel zinvol zijn. REFERENTIELIJST [1] [2] [3] De staatssecretaris van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, drs. P.L.B.A. van Geel van Geel: “Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen”, referentie SAS/2005183118; datum: 4 oktober 2005 De minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dr. Jacqueline Cramer: “Verduidelijking van het advies met betrekking tot hoogspanningslijnen”, referentie DGM\2008105664; datum: 4 november 2008 RIVM; G. Kelfkens, M.J.M. Pruppers; “Handreiking voor het berekenen van de breedte van de specifieke magneetveldzone bij bovengrondse hoogspanningslijnen”; versie: 3.0; datum: 25 juni 2009 PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE