Hoofdstuk 7 • Moderne literatuur 1914 - 1940 Moderne literatuur (1914-1940) • De kunst, en dus ook de literatuur, in de jaren van het interbellum (de periode tussen de twee wereldoorlogen) is sterk beïnvloed door de verschrikkingen van de Eerste wereldoorlog. Moderne literatuur (1914 - 1940) Zo rond 1875 ontstond er een nieuwe visie op de kunst die getypeerd werd met de term “modern”. De impressionisten werden min of meer als voorlopers beschouwd van de nieuwe ontwikkelingen. Deze nieuwe ontwikkelingen leidden tot het “modernisme”. Dit is en verzamelnaam voor bewegingen als expressionisme, dadaïsme, surrealisme, futurisme en kubisme. Voor de poëzie betekende dit een ware revolutie op het gebied van vorm en inhoud. De bestaande vormen moesten plaats maken voor een soort elementaire poëzie. Na 1914 was er geen sprake meer van weergave, maar van een bewuste misvorming van de werkelijkheid. Moderne literatuur (1914 - 1940) Moderne literatuur (1914 - 1940) modernistische literatuur modernistische literatuur • Modernisme in de poëzie. 1 Vaak een wisselend gezichtspunt. Je moet steeds goed opletten wie er spreekt en welke uitspraak bij welke persoon hoort. 2 Gedichten zijn vaak dubbelzinnig. 3 Verschillende stijlmiddelen worden vermengd. Zowel verheven poëtische woorden als alledaags taalgebruik komen naast elkaar in een gedicht voor. • Modernisme in de roman. Er is geen alwetende verteller. Hij twijfelt aan zichzelf, is minder zelfverzekerd. Ook de personages laten zich niet door en door kennen. De standpunten die zij innemen worden voortduren overwogen en gewijzigd. Moderne literatuur (1914 - 1940) Expressionisme • Het expressionisme was een reactie op het naturalisme en het impressionisme. Het gaat de kunstenaar steeds meer om het uitdrukken van het eigen innerlijk. De realiteit wordt steeds meer losgelaten • Het expressionistische taalgebruik kenmerkte zich door korte zinnen zonder duidelijke samenhang. De gedichten maakten een verbrokkelde indruk met woorden als pistoolschoten, zweepslagen en een ritme dat snelheid suggereerde. De beeldspraak werd vaak ontleend aan het dynamische leven van de grote stad (vgl. impressionisme - natuur). Moderne literatuur (1914 - 1940) Dadaïsme Het centrale thema van dada was anti-kunst: laten zien dat kunst maken niets voorstelt. Dadaïsten deden niets liever dan alles belachelijk maken. Hun optredens bestonden uit provocerende grappen, onbegrijpelijke muziek, simultaangedichten en scheldpartijen. Zij deden dit om het publiek duidelijk te maken dat de zogenaamde westerse beschaving ook niet veel goeds gebracht had (de eerste wereldoorlog was net afgelopen). Ontstaan in 1916 in Zwitserland en het heeft niet lang bestaan, tot ongeveer 1925. Moderne literatuur (1914-1940) Surrealisme • Het surrealisme was eigenlijk meer een mentaliteit dan een letterkundige stroming. De surrealisten wilden het leven veranderen. Het kreeg de trekken van een nieuwe godsdienst. De surrealisten bestu- deerden het onbewuste om zo door te kunnen dringen in een hogere werkelijkheid, de werkelijk-heid boven de werkelijkheid (surrealisme). • Het surrealisme heeft een aantrekkingskracht uitgeoefend op alle kunstvormen. Moderne literatuur (1914 - 1940) Nieuwe zakelijkheid • De schrijvers die gerekend worden tot de nieuwe zakelijkheid werden beïnvloed door een nieuwe stroming in de schilderkunst: het kubisme. Een belangrijk kenmerk van de nieuwe zakelijkheid was het functionalisme: voorwerpen moesten gemaakt worden waarvoor ze gebruikt werden, versieringen waren overbodig. • In de literatuur betekende dat dat de taal eenvoudiger werd, dikwijls werd spreektaal gebruikt. Dit maakte hun werk veel leesbaarder (vooral poëzie) dan het werk van bijvoor- beeld de expressionisten. • Ferdinand Bordewijk, Willem Elsschot Moderne literatuur (1914 - 1940) Schrijvers • • • • • • • • • Paul van Ostaijen Hendrik Marsman Martinus Nijhoff Gerrit Achterberg Simon Vestdijk Ferdinand Bordewijk Willem Elsschot Nescio Van deze acht schrijvers moet je er vijf uitkiezen en die bestuderen. Tijdbalk • 400---0---500------1500----1700----1800---1850---1914 ------1940 Klas.oudh. M.E. Ren. Verl. Rom. - Mod.lit. -fin de siècle -expressionisme -realisme -naturalisme -impressionisme -symbolisme -dandyisme -neoromantiek -dadaïsme -surrealisme -nieuwe zakeljjkheid