Deel 10 : Gevaren en allergenen Inhoud 1. Fysische gevaren 2. Chemische gevaren 3. Biologische gevaren 4. Allergenen 5. Kruisbesmetting 1 Leerdoelstellingen gevaren en allergenen Na het deel gevaren en allergenen kunnen de leerlingen: 5 gevaren van voedingsmiddelen opsommen het verschil uitleggen tussen fysische, chemische en biologische gevaren 4 verschillende voedselallergenen opsommen bij het gebruik van een snijplank voor groente, vlees of andere voedingsmiddelen verwoorden waarom ze de verschillende voedingsmiddelen dienen te scheiden bij het versnijden op een snijplank 2 1. Fysische gevaren 1.1. Didactische tips Dit artikel is ter illustratie van de inhoud van het hoofdstuk. De leerkracht kan het gebruiken als een leuke inleiding van het deel rond “allergenen en gevaren”. Ballenbaden zijn onhygiënisch Het ballenspeelbad is niet meteen de meest hygiënische plek voor onze kleintjes. Nederlands onderzoek bewijst dat ballenbaden broedplaatsen van bacteriën zijn. 3 Kinderen die plassen, poepen of overgeven in de ballenbakken, volgens de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) gebeurt het regelmatig. Vorig jaar onderzocht de organisatie veertig ballenbakken. Bij twaalf bleken die niet in orde nadat er hoge aantallen enterobacteriën werden aangetroffen. Darmflora Deze bacteriën horen thuis in de darmflora van mens en dier. Er echt ziek van worden is volgens de VWA zeer klein, al duidt de aanwezigheid wel op slechte hygiëne. Worden de ballenbaden te weinig schoongemaakt, zijn er beslist ziekteverwekkende bacteriën aanwezig. Voorkomen Die schoonmaak dient, volgens de organisatie, regelmatig met heet water en desinfecterende middelen te gebeuren. Volgens het VWA moeten de baden beter in het oog gehouden worden. Een 'ongelukje' wordt door ouders maar beter zo snel mogelijk gemeld. (lvl) 10/09/10 13u04 4 1.2. Leerinformatie 1.2.1. Wat is een fysisch gevaar? Een fysisch gevaar betekent dat er zich een vreemd, ongewenst bestanddeel bevindt in je voeding. Dit kan bvb. een glasscherf zijn of een haar. Denk bvb. ook aan de hagel die je kan aantreffen in je vlees als je wild eet. Deze ongewenste bestanddelen kunnen afkomstig zijn van: Grondstoffen, Ingrediënten Behandelingen Het materiaal Binnenverpakkingen (deze verpakking komt rechtstreeks in contact met de voedingswaren) en verpakkingen Opslagomstandigheden Omgeving De mensen 1.2.2. Waarom een fysisch gevaar? Het is een fysisch gevaar omdat sommige van deze vreemde, ongewenste bestanddelen ernstige verwondingen kunnen toebrengen aan je spijsverteringsstelsel. Een vlieg zal geen ernstig letsel veroorzaken aan je lichaam maar kan wel de naam en faam van een restaurant ernstig schaden. Of een schelpje van een noot in ambachtelijk ijs. Dit kan wel veroorzaken dat er een stuk van je tand afbreekt en je deze inslikt. Dit veroorzaakt echter geen blijvend letsel. 1.2.3. Hoe fysische gevaren voorkomen? Als je heel hygiënisch werkt en alle voedingsmiddelen controleert vóór gebruik of verbruikt, dan minimaliseer je het fysische gevaar. 5 2. Chemische gevaren 2.1. Didactische tips Volgende filmpjes op www.youtube.com kunnen gebruikt worden als inleiding in het deel “gevaren en allergenen” en dus niet alleen voor de chemische gevaren: Rotting food Cross contamination Fight bac (bacteria) 2.2. Leerinformatie 2.1. Wat is een chemisch gevaar? Een chemisch gevaar betekent dat er ongewenste chemische stoffen in het voedsel aanwezig zijn. Je bent voortdurend blootgesteld aan besmetting met chemische stoffen. Chemische stoffen worden op basis van hun specifieke eigenschappen ingedeeld in verschillende gevaarscategorieën zoals: giftig, irriterend, kankerverwekkend, milieugevaarlijk e.a. Aangezien chemische stoffen gevaarlijk zijn, betekent dit dat het stoffen zijn die mogelijk gevaarlijk kunnen zijn voor de veiligheid en de gezondheid van mensen. 2.2. Waar komen deze chemische stoffen vandaan? Een aantal chemische stoffen zitten van nature uit in bepaalde voedingsmiddelen. Denk maar aan: Histamine →wijn, kaas of vis Foto: histaminebacterie corbisimages 42-18924562 Foto: histamine vis corbisimages 42-19652239 Solanidine Foto: solanidine aardappelen corbisimages 42-19750431 Mycotoxine : dit zijn gifstoffen afgescheiden door schimmels en zitten bv. in: 6 Foto: gifstoffen champignons corbisimages 42-24950481 Foto: mycotoxine noten en graan corbisimages 42-23894526 Ook andere chemische stoffen komen op of in producten terecht tijdens de kweek, de teelt of tijdens de industriële behandeling. Voorbeeld: Hormonen In vlees zitten ook van nature hormonen. Dieren (en mensen) kunnen niet leven als ze geen hormonen produceren Antibiotica in vlees, melkproducten, vis en eiproducten Pesticiden op groenten en fruit Nitriet in vlees Sulfieten op geschilde aardappelen, Dioxines in eieren, vlees en vis Zware metalen zoals lood of kwik in producten van de visserij 2.3. Hoe chemische gevaren vermijden? Voedsel niet te intensief opwarmen (zorg wel dat de kerntemperatuur ten minste 65°C bedraagt) Geen voedsel in een geopend blik laten staan Alle materiaal goed naspoelen Bij het reinigen of ontsmetten alle voedingsmiddelen afdekken of verwijderen Frituurvet tijdig vervangen (Niet verhitten boven 175°C) Aangebrande producten niet serveren E.a. 7 3. (micro)Biologische gevaren 3.1. Didactische tips Zie didactische tips bij fysische en chemische gevaren 3.2. Leerinformatie 3.2.1.Wat is een biologisch gevaar? Een biologisch gevaar wordt veroorzaakt door bacteriën, virussen, parasieten of andere micro-organismen Foto: bacteriën corbisimages SC-019-0218 Foto: virus corbisimages 42-22238306 Foto: parasiet corbisimages 42-25189835 Foto: andere micro-organismen in voedsel Corbisimages 42-24079147 3.2.2. Waar komt dit biologisch gevaar vandaan? Bacteriën, parasieten en andere micro-organismen kunnen zich alleen ontwikkelen als de juiste temperatuur aanwezig is, water en voedsel. Je vindt ze dus overal! Virussen echter kunnen zich niet vermenigvuldigen in voedingsmiddelen die we in de keuken gebruiken. Zij vermenigvuldigen enkel in levende dieren, planten en mensen maar worden wel via voeding of direct contact overgedragen. Denk maar als je een verkoudheid hebt: je wast je handen niet en hoest al eens. Bij het handschudden geef je automatisch de verkoudheid (besmetting)door. 8 www.corbisimages.be Eieren of larven van parasieten kan je oplopen door bvb het eten van besmet varkensvlees, rund en paardenvlees. Maar ook besmette vis, schaal- en schelpdieren of besmet wild kunnen je besmetten. 4. Allergenen 4.1. Didactische tips Je vindt opdrachten in volgende powerpoint: http://dl.dropbox.com/u/6714644/Gevaren%20en%20allergenen.ppsx 9 4.2. Leerinformatie 4.2.1. Wat is een allergeen? Een allergeen is een natuurlijke of kunstmatige stof die allergische reacties kan veroorzaken. Klachten die hierdoor ontstaan zijn bijvoorbeeld een loopneus, tranende ogen, jeuk of benauwdheid. 4.2.2. Waar komen allergenen vandaan? In de omgeving zijn er waarschijnlijk leerlingen die allergisch zijn aan bijvoorbeeld een bepaalde stof. Denk bijvoorbeeld aan de niesbui die je kan krijgen door bloemen. Foto: allergeen corbisimages 42-22779933 Maar je kan ook een voedselallergie oplopen. Deze allergie is afkomstig van bepaalde eiwitten die van nature uit voorkomen in voedingsmiddelen. Zo zijn er baby’s die allergisch zijn aan koeienmelk of mensen die allergisch zijn aan schaaldieren. Het is niet altijd duidelijk welke ingrediënten in bepaalde voedingsproducten verwerkt zijn. 4.2.3. Hoe kan je maatregelen nemen om te vermijden dat mensen allergische verschijnselen vertonen na het gebruik van een bepaald voedingsmiddel? Als je in de keuken werkt, zorg je er voor dat je geen kruisbesmetting veroorzaakt. Bijvoorbeeld: je hebt net op je werktafel pecannoten geplet om in een slaatje te verwerken. Daarna ga je vis kuisen en versnijden zonder je werktafel eerst voldoende te reinigen. Zo kan je de vis besmetten omdat je je werktafel niet proper genoeg reinigde. Een restaurantgast die allergisch is aan noten kan een ernstige allergische reactie vertonen na het eten van een stukje vis, hoewel er op dat ogenblik geen noten in het gerecht verwerkt zijn. De klachten hier vermeldt zijn enkel voorbeelden. Deze kunnen erger zijn en zelfs de dood tot gevolg hebben 10 www.wikipedia.org 11 Daarom is het verplicht volgende allergenen te vermelden op de etiketten van voedingsmiddelen: Glutenbevattende granen (tarwe, rogge, gerst, spelt, haver en kamut) Schaaldieren Eieren Vis Pinda’s (Aardnoten) Soja Melk (inculsief lactose) en zuivelproducten Schaalvruchten zoals amandelen, hazelnoten, pistachenoten,… Selder Mosterd Sesamzaad Afgeleide producten van de bovenvermelde allergenen Zwaveldioxide en sulfiet(en) in een bepaalde hoeveelheid Lupine Foto lupine corbisimages 42-21052697 Lupine is een allergeen net zoals de pinda (lid van de vlinderbloemenfamilie). Uitsluiting van lupine is zeer belangrijk daar de voedselindustrie sinds de jaren negentig steeds vaker lupinemeel verwerkt in voedingsmiddelen zoals pasta's, koekjes, pannenkoekenmeel en snacks. Onnodig lupine vermijden zou een zeer grote beperking op het voedselaanbod betekenen. Lupinemeel wordt gezien als een goede vervanger van genetisch gemanipuleerde soja. Vanaf december 2008 zijn de fabrikanten verplicht te melden dat er eventueel lupine in hun product aanwezig is Weekdieren Foto slak (weekdier) 42-21463320 Vooral in de keuken zijn de chef en zijn keukenmedewerkers verantwoordelijk om kruisbesmetting te beperken. Reinigen en ontsmetten is hier de boodschap (zie onderhoud van materialen – reinigen en ontsmetten). 12 5. Kruisbesmetting 5.1. Didactische tips Ga naar www.passie.horeca.nl en zoek de tekst over “besmetting van voedingsmiddelen”. Hier worden zowel kruis- als nabesmetting besproken. 5.2. Leerinformatie 5.2.1. Wat is kruisbesmetting? Bacteriën komen terecht op het mes waarmee je vlees versnijdt. Maar ook op de snijplank, je handen, het werkvlak e.a. komen die bacteriën terecht. Zo kunnen ze ook overgaan op ander voedsel en dit voedsel besmetten. Dit wordt “kruisbesmetting” genoemd en gebeurt op verschillende manieren. 5.2.2. Waar komt kruisbesmetting vandaan? Ook je handen kunnen deze besmetting veroorzaken. Denk maar als je rauw vlees of rauwe kip aanraakt: zo komen kiemen op je handen. En als je daarna niet onmiddellijk je handen grondig wast, dan komen die kiemen terecht op alles wat je aanraakt: andere voedingswaren, de deur van de koelkast, keukengerei, een vaatdoek of eender wat. Zo kunnen de kiemen zich verspreiden. 5.2.3. Hoe kruisbesmetting voorkomen? Was dus steeds grondig je handen met water en zeep alvorens je iets anders aanraakt. Niet alleen op je handen komen de kiemen terecht maar ook op het mes waarmee je versnijdt én op de snijplank. als je nu bvb sla of brood snijdt met hetzelfde mes of op dezelfde snijplank zonder die eerst af te wassen, dan komen die kiemen op die sla of het brood. Zeker opgepast met rauw voedsel, dus voedsel dat vooraf niet wordt gebakken of gekookt. 13 Was dus keukengerei steeds grondig af alvorens je het voor iets anders gebruikt. Ook voedsel dat klaar is om op te dienen zoals gaar vlees of slaatjes kan besmet worden door kiemen als het in aanraking komt met rauw vlees of rauwe kip. • Bewaar rauwe kip of rauw vlees onderin de koelkast, zodat er geen vocht uit kan druipen op ander voedsel. • Leg nooit rauw vlees of kip direct naast ander voedsel op het werkblad. • Leg geen rauw vlees of rauwe kip op de grill of barbecue direct naast vlees dat klaar of bijna klaar is. Bron: www.gezondheid.be 14 Oefeningen BSO Oefening 1 Zijn de volgende opgesomde gevaren een fysisch, een chemisch of een biologisch gevaar? Zet een kruis in de juiste kolom. Gevaar 1 Stuk hertenvlees dat besmet is 2 Gekookte hesp die een rare reuk verspreid 3 Schimmel op Goudakaas 4 Rottende vis 5 De schelp van een pecannoot Fysisch gevaar Chemisch gevaar Biologisch gevaar x x x x x Oefening 2 Geef 3 voorbeelden van voedselallergenen 1. Baby’s die allergisch zijn aan koeienmelk 2. Mensen die allergisch zijn aan pecannoten 3. Mensen die allergisch zijn aan oesters e.a. 15 Oefeningen TSO Oefening 1 Leg uit en geef telkens een voorbeeld: 1. Een allergeen= een natuurlijke of kunstmatige stof die allergische reacties kan veroorzaken. Voorbeeld: Allergisch zijn aan schelpdieren waardoor je rode vlekken krijgt op je huid 2. Kruisbesmetting=bacteriën die terechtkomen op materiaal en overgaan op ander voedsel en dit voedsel besmetten. Voorbeeld: Je snijdt op een plank verschillende groenten in julienne. Daarna ga je, zonder het mes of de plank te reinigen, vis kuisen op dezelfde plank met hetzelfde mes. Zo besmet je de vis omdat je niet eerst het mes en de plank hebt gereinigd + je handen gewassen met zeep. 3. Een chemisch gevaar= de aanwezigheid van ongewenste chemische stoffen in voeding Voorbeeld: Een stuk vlees dat aangebrand is en je eet alles op. 16