Een zwerm … wat nu? Het zwermen van bijenvolken is een natuurlijk fenomeen. Het verzekert de regeneratie van het bijenbestand en hun verspreiding in het drachtgebeid. Naast de vermeerdering van de volken en het vernieuwen van de koninginnen, zorgt het eveneens voor het terugdringen van allerhande kwalen, in het bijzonder van de broedziekten. Daarenboven worden de oude raten verlaten die besmet zijn door nosema, varroa, vuilbroed, wasmotten, enzovoort of door de tegen deze ziekten en/of parasieten ingezette bestrijdingsmiddelen. In het moedervolk loopt het achtergebleven broed uit en wordt een broedpauze gecreëerd tot op het moment dat de nieuwe moer aan de leg komt. Het remt de varroa-ontwikkeling enigszins af. Voor het bijenvolk zelf houdt het zwermen een behoorlijk risico in. Aanzienlijk massaverlies aan bijen door de mogelijks vele nazwermen, gevaren bij het zoeken en innemen van een nieuwe nestplaats en het risico dat de jonge koningin de bruidsvlucht niet overleeft, zijn reële bedreigingen. Toch biedt het ook nieuwe kansen: een beter drachtgebied, een gezonde ratenbouw, een bijzonder vitale jonge koningin, de verspreiding van de eigen genetische eigenschappen, enzovoort. In jaren met een aanzienlijke uitval zijn zwermen een zegen. Dank zij reproductieproces worden de leemten die gevallen zijn vlot en vlug terug opgevuld. het natuurlijk Ieder jaar opnieuw zorgt het zwermgedrag van onze bijenvolken voor spannende momenten. Sommige imkers houden eraan de natuur zijn gang te laten gaan en geven hun volken voluit de kans ongehinderd te zwermen. Zij genieten intens van het adembenemend schouwspel van de duizenden bijen die de lucht voor korte tijd zwart kleuren en van het bijhorende geluid dat hen als muziek in de oren klink. Anderen zien het even graag gebeuren, maar liefst niet bij hun eigen bijen. Ze denken aan al die zwermen die moeten geschept worden en aan de extra arbeid om ze onder te brengen in nieuwe behuizingen. Met andere woorden: in de moderne imkerij is men er niet erg mee opgezet. Naast het vele werk, betekent het immers ook een verlies aan honingopbrengst. Twee halve volken brengen nu eenmaal minder op dan één intacte kolonie. Een boeiend spel tussen de bijen en de imker Tijdens de fase die het vertrek van de voorzwerm voorafgaat zijn de bijen weinig bereid om grote inspanningen te leveren. Ze vliegen veel minder uit, hangen lusteloos in de kast en rond het vlieggat en de bouwactiviteiten liggen zo goed als stil. Opmerkzame imkers ondernemen dan ook goedbedoelde maar niet zelden hulpeloze pogingen om het nakende zwermen te voorkomen: moercellen worden gebroken, men zorgt voor extra ruimte, het broednest wordt uit elkaar getrokken of herschikt … Vaak zijn de bijen maar weinig onder de indruk van onze ingrepen. Ze bouwen vrolijk nieuwe koninginnencellen en winnen uiteindelijk toch het pleit. Het is voldoende één enkele moercel over het hoofd te zien om uit een flink uit de kluiten gewassen kolonie een ‘mega-zwerm’ te laten vertrekken. Een buitenkansje voor wie hem vindt. Rest nog hem te scheppen. Een voorzwerm, met de oude koningin, vliegt in eerste instantie niet zo ver weg en zal zich doorgaans op een vrij goed bereikbare plaats neerzetten. Nazwermen leggen meestal onmiddellijk grotere afstanden af en verzamelen zich dikwijls op hoger gelegen, luchtigere plekken. Heeft de imker het geluk aanwezig te zijn op het ogenblik dat de zwerm vertrekt - meestal tussen 10 en 15 uur, bij zonnig weer, maar ook tussen twee regenbuien in - dan kan hij hem onmiddellijk met water besproeien en in een luchtig recipiënt (een korf, een vangkist, een romp) opvangen. De korf wordt in de schaduw geplaatst om de bijen de kans te geven zich te verzamelen. Bij gebrek aan een schaduwrijke plaats leg je best een natte doek over de korf. De eigen gezondheid komt op eerste plaats Veel van de ongevallen die zich voordoen bij het imkeren gebeuren tijdens het vangen van zwermen. Het gebruik van ongeschikt materiaal en - niet in het minst - zelfoverschatting zijn de meest voorkomende oorzaken. Een wegschuivende ladder of een exemplaar dat niet lang genoeg is, onvoorzichtige klimpartijen in bomen, op daken en balkons leiden tot valpartijen van op grote hoogten, met alle nare gevolgen van dien. Zwermen die niet of zeer moeilijk bereikbaar zijn laat men zonder meer hangen. Vroeg of laat trekken ze verder en komen mogelijk terecht op een beter toegankelijke plek. Een collega kan er maar goed mee zijn. Door de jaren heen komt de balans immers in evenwicht: je vangt grosso modo even veel vreemde zwermen als je er zelf verliest. En je brengt je gezondheid niet in gevaar. Terloops tóch eventjes vermelden dat het scheppen van bijenzwermen, niet alleen de imker voordeel brengt, maar tevens een belangrijke dienst aan de gemeenschap betekent. Mijn zwerm zit op een onmogelijke plaats Hoog in een boom aan een dunne tak Veilig een ladder opstellen is in dit geval onmogelijk en in de boom klimmen te gevaarlijk. In dit geval kan men trachten zich te behelpen met bv. een - telescopisch - uitschuifbare staaf. Wanneer de zwerm zich verzameld heeft en rustig aan de tak hangt, kan je hem met de stok van de tak afslaan. De bijenmassa valt als een steen naar beneden en blijft enkele seconden liggen. Vervolgens de bijen vlug-vlug met water besproeien en er een korf (of een romp mét deksel) overheen zetten. Onderaan steek je een steen of een stuk hout om de bijen de kans te geven binnen te lopen. Gaat een deel van de zwerm terug op de oorspronkelijke plaats hangen, dan sla je een tweede maal tegen de tak. De bijen vallen op de korf en trekken meestal probleemloos naar binnen. Bij een dergelijk, vrij hardhandig ingrijpen is degelijke beschermkledij geen overbodige luxe. Netjes om een boomstam gewikkeld Een moeilijke situatie. Je begint best de zwerm flink te besproeien met water zodat de bijen niet kunnen opvliegen. Vervolgens veeg je er zo veel als mogelijk in de korf. Heb je op die manier voldoende bijen gevangen, dan hang je de korf op gelijke hoogte van de plek waar de zwerm zich gevestigd heeft. Let daarbij op dat de zon niet in de korf schijnt. Voorzie robuuste haken om hem stevig vast te maken, zodat hij niet kan omkieperen. Je kan de korf ook op of tussen naburige takken leggen. Zodra je de korf hebt aangebracht, wordt de boomstam volledig afgeveegd en ingesmeerd met bv. een oplossing van water en azijn. De bijen zullen zich niet langer op die plaats neerzetten en verzamelen zich in de korf. Hangt je zwerm rond een weipaal, al dan niet met draadafsluiting, dan ga je op dezelfde manier tewerk zoals hierboven beschreven. In een dichte haag van liguster, thuja, buks …. Als het om een mooi in vorm gesnoeide haag gaat, zal de eigenaar niet geneigd zijn je grote stukken uit zijn afsluiting te laten knippen. Je kan trachten, met je hand, een opening in de haag te maken en vervolgens een vuilnisblik onder de zwerm te schuiven. Besproeien met water en stevig aan enkele takjes schudden om zoveel mogelijk bijen op het blik te laten vallen. Onmiddellijk het blik ledigen in de opvangkist of de korf en opnieuw beginnen schudden en opvangen. Wanneer je merkt dat de bijen zich in de korf verzamelen, schud je de takjes nog een keer af en besproei je ze met een water-azijn-oplossing. In een boomholte, een spouwmuur, een schouw … Zit de zwerm slechts sedert kort in de holte of is hij zich nog aan het verzamelen, dan kan je trachten hem met flink wat rook uit zijn schuilplaats te verdrijven. In een schouw open je het poetsluikje onderaan en kijk je met bv. een spiegeltje naar boven. Zie je nog licht, dan kan het inblazen van een grote hoeveelheid rook nog succes hebben. De zwerm gaat er vandoor, maar je zal hem niet kunnen vangen. Gaat het om een zwerm die zich comfortabel in een boomholte nestelde, dan kan je achteraan een gat in de stam boren, waardoor je voorzichtig rook in de ruimte blaast. De bijen verlaten langs de andere kant hun tijdelijke woning, worden natgespoten en afgeveegd. Vaak wandelt de koningin zichtbaar mee naar buiten en kan ze in een kooitje opgesloten worden. In dat geval heeft men de strijd sowieso gewonnen. Een veelvoud van zwermen Heb je op hetzelfde ogenblik verschillende zwermen en een gebrek aan opvangmateriaal, dan kan je in of naast een of meerde zwermen een broedraam (met open of gesloten broed) aanbrengen. De bijen zetten zich op het raam en verlaten het broed niet meer. Voor korte tijd kunnen zij op de plek blijven waar ze neergestreken zijn. Wanneer verschillende bijenzwermen samengevlogen zijn en men ze opnieuw wil scheiden, kan je ze best in een zeer grote korf of mand slaan. Als alle bijen ‘binnen’ zijn, draai je de korf om en zet hem met een flinke stoot op de grond. De bijen vallen op de korfbodem en lopen vervolgens langs de wanden omhoog. Op die manier kunnen de aanwezige koninginnen makkelijk ontdekt en afgevangen worden. Al naargelang het aantal moeren wordt de bijenmassa opgedeeld en in nieuwe korven of rompen ondergebracht. De verdere behandeling is identiek aan de manier hoe je met een individuele zwerm omgaat. Tot slot Als het om het scheppen van zwermen gaat, kent onze fantasie weinig of geen grenzen. Bij geen enkele activiteit is de vindingrijkheid en de creatief van de imkers rijker en groter. Zonder enige twijfel zal de overgrote meerderheid van onze lezers komen aandraven met andere en - in hun ogen - betere en efficiëntere manieren om die felbegeerde zwerm op hun stand onder te brengen. En wie zijn wij om dat te betwisten? Eén ding staat buiten kijf en is boven elke discussie verheven: wees uiterst voorzichtig en zet de veiligheid en je eigen gezondheid op de allereerste plaats. En behandel de dieren met zachtheid. Aan alle collega’s: heel veel leuke en ‘straffe’ zwermverhalen toegewenst.