Update in Genetische diagnostiek (oa preconceptie

advertisement
Update in Genetische diagnostiek
(o.a. preconceptie dragerschap)
Dr. Phillis Lakeman, klinisch geneticus, AMC
[email protected]
Klinische Genetica, AMC: 020-5665281
Nascholing 1e lijn,
Amsterdam, 27 oktober 2016
Disclosure
(potentiële) belangenverstrengeling
Zie hieronder
Voor bijeenkomst mogelijk relevante
relaties met bedrijven
geen
• Sponsoring of onderzoeksgeld
Dr. P. Lakeman ontvangt
ZonMw subsidie voor een
onderzoeksproject naar:Preconceptioneel
Dragerschaponderzoek op Maat
P. Lakeman is coördinator PGD
van het AMC en van de
preconceptiedragerschapstest
naar 50 ernstige erfelijke ziekten
in het AMC.
Update genetische diagnostiek
• Deel 1: diagnostiek
• Huidige diagnostische mogelijkheden voor DNA diagnostiek
• Deel 2: screening
• Preconceptie dragerschap screening
Deel 1: diagnostiek
Huidige diagnostische mogelijkheden
• Conventionele karyotypering
• Microarray diagnostiek (array CGH / SNP array)
• Genetisch onderzoek naar mutaties in één gen
• Genpanel analyse (Next generation sequencing (NGS))
• Whole Exoom Sequencing (WES)
• Whole Genome Sequencing (WGS)
• Niet-invasieve prenatale test (NIPT)
Erfelijk – het zit in de genen
De aandoening is in de genen vastgelegd.
- De genen liggen op de chromosomen
- Van de meeste genen heeft men twee exemplaren
- één geërfd van vader en één geërfd van moeder
Conventionele karyotypering
Normaal chromosomenpatroon vrouw, 46XX
Aneuploidie: trisomie 21 – Down syndroom
4p- Wolf Hirschhorn syndroom
Karyotypering: dragerschap gebalanceerde
chromosoomtranslocatie
Patient: 46,XX,t(4;6)(q31.3;q23.3)
9
PGD presentatie titel
10
Van chromosoom naar DNA
-
Genen zijn opgebouwd uit DNA.
DNA bestaat uit de bouwstenen Adenine (A), Thymine (T), Guanine (G)
en Cytosine (C).
3 bouwstenen > één aminozuur > eiwitten
Een gen is een deel van
een chromosoom dat de
code bevat voor een
bepaald eiwit of bepaalde
eigenschap.
Karyotypering > array diagnostiek
Karyotypering:
Niet in staat om microdeleties en -duplicaties
< 5 tot 10 Mb aan te tonen.
Microarray diagnostiek:
o
gedetailleerd chromosomenonderzoek
o
o
o
o
o
o
o
zeer hoge resolutie (100 x hoger dan CO)
aneuploidie / grote deleties
microdeletie / microduplicatie syndromen
nieuwe genen ontdekt
onbekende CNV > DNA ouders voor interpretatie
postnataal 12-13% extra opbrengst bij patienten met MR
en/of aangeboren afwijkingen
prenataal 6% extra opbrengst bij structurele
afwijkingen
Array-CGH (comparative genomic hybridization):
-
DNA van een patiënt wordt vergeleken met dat van gezonde personen
vele tien- tot honderduizenden meetpunten (kleine stukjes DNA =
oligonucleotiden, probes) verspreid over gehele genoom.
CNV detectie : oligo-array (array CGH)
Vader
Index
Moeder
Meten van hoeveelheid DNA op heel veel plekken op het
chromosoom (probes)
9q34 deletie: Kleefstra syndroom
15
Microdeletie 9q34 Kleefstra syndroom
714 kbp loss
16
SNP array (Single Nucleotide Polymorphism)
- SNPs zijn (onschuldige) variaties in het genoom die steeds
een enkel nucleotide betreffen en die kunnen verschillen
tussen individuen
- Vele honderduizenden probes bepalen de relatieve kopie
aantallen van een patiënt ten opzichte van gezonde
controles > deleties / duplicaties
- Ook informatie over de SNP op deze positie (haplotype)
- Homozygote gebieden kunnen worden gevonden
- Regions of homozygosity (ROH) frequent bij consanguiniteit
CNV detectie middels SNP array
Beperkingen van array diagnostiek
Wat kan niet met array diagnostiek worden vastgesteld?
-
dragerschap van een gebalanceerde chromosoom translocatie of inversie
-
mozaïcisme voor chromosomale afwijkingen ( < 20% array CGH; < 10%
SNP array)
-
Triploidie (kan wel met SNP array)
-
De lokatie van het materiaal dat teveel is… > aanvullend FISH onderzoek
-
Deleties / duplicaties die kleiner zijn dan de afstand tussen de probes
worden niet gevonden (bv. kleine intragene exon deleties)
DNA diagnostiek
Weefsel: bloed, wangslijmvlies, chorion, amniocyt, fibroblast:
o Gericht onderzoek naar één specifiek gen
- Sanger sequencing / MLPA
o Genen panels – bv. HMSN – panel (meerdere genen tegelijk)
- Next generation sequencing (NGS)
o Whole Exome Sequencing (WES)
o Whole Genome Sequencing (WGS)
Sanger sequencing van één gen
Bv. FBN1 gen bij verdenking Marfan syndroom
15q21.1
15q21.1
Uitslag:
- heterozygote mutatie c.6448C>T (p.Arg2150Cys)
- mutatie in één van beide FBN1 genen
- Maternaal / paternaal / ‘de novo’
- diagnose Marfan syndroom bevestigd
Data analyse Sanger sequencing
Bv. Dragerschap van familiaire mutatie Hemofilie A
HMSN (Hereditary Motor and Sensory Neuropathy)(CMT)
prevalentie 1 :2500
Analyse van een genenpanel
Next generation sequencing (NGS)
DNA diagnostiek van meerdere genen: tientallen tot honderden
Na capture >
vast pakket met genen wordt geanalyseerd (volledige sequencing)
A1
B1
A2
B2
A3
A1
exonen van interesse
worden geselecteerd
A2
A3
B1
B2
Whole Exome Sequencing (WES)
In één keer wordt al het coderende DNA (exonen) van alle genen
bekeken.
Uitslagen: 4-6 maanden
Bij voorkeur trio-analyse (index + DNA ouders)
Voordeel: alle genen > niet beperkt tot een pakket
Nadeel:
Bijvangst:
pathogene mutaties in genen die niet gerelateerd zijn
aan ziektebeeld
VOUS:
Varianten met onbekende klinische betekenis (VOUS)
pathogeniciteit niet duidelijk (klasse 3)
Whole Genome Sequencing (WGS)
Sequencing van het gehele genoom (niet alleen exonen)
VOORDELEN:
- alle genen kunnen bekeken worden
- alle mutaties kunnen direct bekeken
worden
NADELEN:
- heel veel varianten: analyse moeilijk
(stringent filteren)
- kosten run en analyse tijd
- bijvangst
Niet-invasieve prentale test (NIPT) voor Down syndroom
Vrij foetaal DNA (ofwel cell-free fetal DNA; cffDNA)
Afkomstig van de placenta (apoptosis, cellen van cytotrophoblast)
Detectie >7 weken (in praktijk >10 weken)
Ongeveer 10% van circulerende DNA fragmenten in maternaal
plasma
www.meerovernipt.nl; www.niptconsortium.nl
Hoe werkt de NIPT?
Het laboratorium onderzoekt of er in totaal in de maternale circulatie teveel
DNA van de chromosomen 21, 18 en 13 aanwezig is.
Te veel DNA van deze chromosomen is een sterke aanwijzing voor
trisomie 21, 18 of 13 bij het ongeboren kind (99%) zeker.
Verschil tussen de vervolgtesten
In de algemene studiefolder op www.meeroverNIPT.nl
Vlokkentest
Vruchtwaterpunctie
NIPT
Tijdstip van
afname
Vanaf 11 weken
Vanaf 16 weken
Vanaf 10 weken
Uitslag
Kan binnen 3-5 werkdagen
bekend zijn
Kan binnen 3-5 werkdagen
bekend zijn
10-15 werkdagen
Betrouwbaarheid
Zeer goed. In zeer zeldzame
gevallen is ook een
vruchtwaterpunctie nodig om
zekerheid te krijgen
Uitstekend
Goed. Bij een afwijkende
uitslag is een vlokkentest of
vruchtwaterpunctie nodig
om zekerheid te krijgen.
Bij een niet-afwijkende
uitslag is er een kleine kans
(kleiner dan 1 op 1000) dat
het kind toch een trisomie
21, 18 of 13 heeft.
Kans op
miskraam
door de
ingreep
5 op 1000
3 op 1000
Geen. Bij een afwijkende
uitslag is wel een
vlokkentest of
vruchtwaterpunctie nodig
(met kans op een miskraam)
om zekerheid te krijgen
Hoe ziet een NIPT uitslag eruit?
Hoe werkt de NIPT?
Cave:
- Confined placental mosaicism (CPM)
-
laaggradig mozaïsme bij moeder
-
Detectie van maligniteit bij moeder
Deel 2:Screening
• Preconceptie dragerschap screening (PCS)
- Voor doelgroepen met verhoogd risico
- Voor de algemene bevolking
• NIPT voor Down syndroom
- Diagnostiek? Of screening?
Wanneer is er een verhoogd risico
op erfelijke aandoening?
- Standaard risico 2 tot 3 % op een kind met een
min of meer ernstige aangeboren afwijking.
- Positieve familieanamnese  risico verhoogd
- Consanguine relatie  4-5%
Recessieve aandoeningen
Toch worden ouders vaak onverwachts geconfronteerd
met de geboorte van een ernstig ziek kind.
- Autosomaal recessieve aandoeningen:
• ouders gezonde dragers
• aandoening niet eerder in de familie
Dragerparen:
in elke zwangerschap
kans 1 op 4 (25%) op
aangedaan kind
Definitie dragerschapscreening
Vaststellen van dragerschap van (autosomaal)
recessieve aandoeningen bij mensen zonder a priori
verhoogd risico (zonder belaste familieanamnese)
Doel dragerschapscreening
• Identificeren van dragerparen (die dat wensen)
• Geïnformeerde reproductieve keuze – autonomie
• Vermindering perinatale morbiditeit en mortaliteit
Bieden reproductieve keuzes
• Afzien van kinderen
• Risico accepteren
• Prenatale diagnostiek
(CVS/AP/….NIPD?)
• Pre-implantatie genetische
diagnostiek (PGD)
• Donoreicel / donorzaadcel
• Adoptie
• Partnerkeuze aanpassen
Kans op dragerschap
Algemene bevolking
> 1100 zeldzame recessieve ziekten
Dragers zijn gezond en zich niet bewust van dragerschap
Circa 1 op 100 paren = dragerpaar
Frequent in NL: 1 op 30 mensen drager van cystic fibrosis (CF)
Subpopulaties met relatief hoog risico
• Risicogroep ernstige erfelijke bloedarmoede,
hemoglobinopathieën (HBP)
• Ashkenazi Joodse populatie (11-15 aandoeningen)
• Volendam (4-5 aandoeningen)
• Familiehuwelijken (bijv. neef-nicht)
Historie
Screening vooral op ‘afkomst’ (etniciteit/geografisch) voor beperkt
aantal aandoeningen:
• Tay Sachs in Ashkenazi Joodse gemeenschap (>jaren ’70)
• Bèta-thalassemie in Cyprus (>jaren ’80)
• Caucasian couples: CF in VS (>2001)
• In laag-risico gebieden UK: sikkelcel anemie op afkomst (>2004)
Internationale Statements
• ACOG/ACMG (2008/2009): 4-8 aandoeningen in Ashkenazi Joodse
populatie (19 conditions JGDC; jewishgeneticdiseases.org)
• ACMG (2008): Spinale Musculaire Atrofie (SMA) (universeel)
• WHO (2011): Hemoglobinopathie screening aan risicogroepen
(mensen uit Afrika, Zuidoost Azie, Mediterrane landen, MiddenOosten)
• ACOG (2011): CF screening universeel
Resultaten pilot studies CF/HBP
VUmc (2000-2012) (4 proefschriften, >30 papers)
Belangrijkste conclusies:
o Positieve attitude (doelgroep / professionals)
o Doelgroep lastig te bereiken
o Discriminatie / stigmatisatie spelen geen belangrijke rol
o Geen overtuigend morele bezwaren
o Deelnemers tevreden
o Test-resultaten goed begrijpen is lastig
Henneman
2002
Weijers-Poppelaars
2003
Lakeman
2008
Jans
2012
Preconceptiezorg – GR 2007
Advies: grootschalige pilotstudie
naar dragerschapscreening CF
en HBP.
Huidige setting in NL
• Maar er is geen ‘standaard’ aanbod van
dragerschapscreening ingebed in de reguliere
gezondheidszorg
• Wat is er wel?
•- Voor risico populaties
• Medische indicatie
•- Voor de algemene bevolking
Risicogroepen
• Mensen met relatief hogere kans op dragerschap van 1 of
meer aandoeningen?
o
o
o
o
Hb pathie risico groep
Ashkenazi Joodse ziekten
Volendamse ziekten
Consanguine paren
1. WHO - Hemoglobinopathies
http://www.who.int/genomics/public/Maphaemoglobin.pdf
Hemoglobinopathieën:
sikkelcelziekte, bèta en alfa thalassemie
1:7 tot 1:15 mensen uit
Afrika
Suriname
Antillen
Middellands Zeegebied
Midden Oosten
Azië
Kans voor Surinaams koppel om kind met
sikkelcelziekte te krijgen:
1/7 * 1/7 * ¼ = 1 / 196 ~ 0,5%
Richtlijnen Preconceptiezorg
• Standpunt PCZ KNOV (2005)
• Anemie standaard KNOV (2010)
• Richtlijn PCZ NHG (2011)
Lastig: herkennen risicoparen sikkelcelziekte
Sikkelcelziekte ontstaat als er sprake is van:
HbS op het ene allel (dus geërfd van de ene ouder) plus:
-
HbS, of
HbC, of
HbD, of
HbE, of
dragerschap bèta-thalassemie
op het andere allel (dus geërfd van de andere ouder).
Het allerbelangrijkste is om een Hb typering (HPLC)
aan te vragen (en niet de sikkelceltest) voor de partner.
En daarnaast: Hb, Ht, MCV, MCH en erythrocyten
1. Ashkenazi Joodse ziekten
Tay Sachs disease
• Rond 1970 ontstaan in orthodox joodse gemeenschap
• Gearrangeerde huwelijken
• Prenatale diagnostiek en selectieve abortus onaanvaardbaar
• Huwelijkskandidaten screenen: informatie via “matchmaker”
• Reductie incidentie Tay Sachs disease met 90%.
Guy’s hospital- London
• Vanaf 1999 NHS service
• Goedkeuring National Screening Committee
2. “Ashkenazi Joodse” ziekten
Setting screening ‘Joodse ziekten’ in NL
• Individuele testen zijn beschikbaar via KG centra
• Medische indicatie
• Bij veel paren & zorgverleners onbekend (dus naar buitenland)
• Sinds december 2014 via klinische genetica in AMC/VUmc:
o één test voor 9 Ashkenazi Joodse aandoeningen
Tay Sachs
Canavan
Familial Dysautonomia
Cystic Fibrosis
Glycogen storage disease Ia
Fanconi anemie type C
Niemann Pick Disease type A
Bloom sydnrome
Mucolipidosis IV
Optioneel
Ziekte van Gaucher
Keuze voor de “brede”
preconceptie dragerschapstest
voor 50 ernstige erfelijke
ziekten.
3. Nederlandse founderpopulatie - Volendam
•Ontstaan in de 14e eeuw (7 tot 20 families)
•Katholiek dorp, in contrast met de protestantse omgeving
•21.500 inwoners, 250 geboortes per jaar
Pontocerebellaire hypoplasie type 2 (PCH2)
Rhizomele chondrodysplasia punctata type 1 (RCDP1)
Foetale akinesie
Osteogenesis imperfecta type 2/3 (OI)
Kinderwensspreekuur sinds 2012:
-
200 ptn per jaar
-
Circa 1 op 3 mensen is drager
-
Circa 1 op 4 mensen zonder positieve
familieanamnese
ZonMw “POM-project” (>2013)
Drs Kim Holtkamp
Onderzoek dragerschapscreening subpopulaties:
• Ashkenazi Joodse gemeenschap
• Volendams kinderwensspreekuur (i.s.m. Inge Mathijssen)
• HbP
• Evaluatie CF website
Doel:
• Inzicht verkrijgen in algemene en populatie-specifieke
belemmerende en bevorderende factoren implementatie
Visie minister Schippers VWS
Kamerbrieven: Oktober 2013 & Juni 2014
• Benadrukt aandacht voor zorgvuldige
begeleiding en goede voorlichting
• Twijfelt over breed programmatisch aanbod
(“medicalisering”)
PCS – Algemene populatie
150 euro/paar
Kans op dragerschap in Nederlandse bevolking is 1 op 30
www.vumc.nl/CFtest
Nieuwe ontwikkelingen (>2011)
• Nieuwe technieken (Next Generation Sequencing)
screening meerdere ziekten mogelijk (minder kosten)
• Universeel aanbod (verhoogd toegankelijkheid & minder
stigmatisatie)
“pan-ethnic” expanded carrier screening
Méér aandoeningen
Bredere doelgroep
Commercieel aanbod
409 bekende ziekte-gen mutaties behorende bij
104 recessieve aandoeningen
Dichter bij huis…
Gendia biedt naast NIPT inmiddels ook dragerschapscreening aan
(Counsyl), genaamd STID (Screening Test Inherited Disease)
390 euro
Borry et al. Hum Reprod 2011
-
aanbod tijdens zwangerschap
late-onset aandoeningen
mildere aandoeningen
niet voor NL populatie ‘gevalideerd’
counseling en follow-up?
Groningen (UMCG): implementatie studie
www.dragerschapstest.umcg.nl
- wetenschappelijke pilot via huisarts (2016)
- 50 aandoeningen (70 genen), niet uit hielprik (geen CF, Hb pathie)
- volledige gensequencing met filter: alleen zeker pathogene mutaties
- uitslag aan het paar (geen individuele uitslagen)
- medische indicatie: consanguiniteit
Aanbod VUmc en AMC
Preconceptie dragerschapstest voor 50 ernstige erfelijke ziekten
www.dragerschapstest.nl
Sinds 1 mei 2016
Waarom biedt AMC/VUmc deze dragerschapstest aan?
Vier hoofdredenen
• Meeste aangedane kinderen met ernstige recessieve ziekte
> zijn de eerste in de familie
• Draagvlak (pilot studies, ZonMw project, literatuur, Nivel studie)
• Logische stap uitbreiding bestaande pakketten (targeted) naar
populatiebreed (expanded / universeel)
‐
‐
‐
www.vumc.nl/CFtest (>2010)
Volendam kinderwensspreekuur (>2012)
AMC panel met 9 Ashkenazi Joodse ziekten (>2015)
Evaluatie HBP screening 1e lijn – POM project (>2015-2016)
• Reactie op bestaande commercieel aanbod
"Ik vind het zeer opmerkelijk dat dit onderzoek in gang is gezet, zonder
dat de politiek erover is geïnformeerd", zegt Kamerlid Carla Dik-Faber
(ChristenUnie).
"Het is namelijk een heel ingrijpend onderzoek. Er wordt bevolkingsbreed
gekeken of iemand belast is met zeer ernstige aandoeningen. Mensen
komen dan voor heel ingewikkelde keuzes te staan. Kan dat zomaar?",
vraagt Dik-Faber zich af.
Naast de ChristenUnie zullen ook
het CDA, D66 en de SP vragen over
de test stellen aan minister Schippers.
De VVD vindt dat de minister de ontwikkelingen
scherp in de gaten moet houden.
Alleen de PVV en de PvdA zeggen zonder voorwaarden ja tegen de
test. "Ik vind dat ouders die willen weten of zij drager zijn van een erfelijke
ziekte, dat zouden moeten kunnen onderzoeken", zegt Agnes Wolbert
(PvdA). "Ook als deze mensen niet in een risicogroep zitten."
De AMC/VUmc dragerschapstest per 1 mei 2016
50 ernstige autosomaal recessieve aandoeningen
die beginnen op de kinderleeftijd
en, waarbij:
•
het kind (ernstige) beperkingen heeft en/of
•
lijdt aan een (zware) handicap en/of pijn,
•
het kind komt soms op jonge leeftijd te overlijden
•
of heeft een sterk verkorte levensverwachting
•
de aandoening niet te genezen is
Het gaat NIET om designer baby's.
Pakket
Relatief veel voorkomende recessieve aandoeningen
• CF
• SMA
• Pompe
Relatief veel voorkomend bij bepaalde bevolkingsgroepen
• Sikkelcelziekte
• Bèta-thalassemie
• Ashkenazi joodse aandoeningen
• Volendamse aandoeningen
Aangevuld met
• Ernstige aandoeningen (o.a. foundermutaties) die niet te zeldzaam
zijn (dragerschapskans circa 1 op 200)
Aandoening
Gen
Aandoening
Gen
CYSTIC FIBROSIS
(CFTR)
Spinale musculaire atrofie
CFTR
Niemann-Pick C
NPC1
D-Bifunctional Protein Deficiency
HSD17B4
Smith-Lemli-Opitz syndroom
DHCR7
Infantile Refsum Disease
PEX12
Pompe, ziekte van
GAA
TPP1-related Neuronal Ceroid Lipofuscinosis
TPP1
Congenital Disorder of Glycosylation (CDG1A)
PMM2
CLN5-related Neuronale Ceroid Lipofuscinose
CLN5
Ceroid lipofuscinosis, neuronal, 1 (CLN1)
PPT1
Epidermolysis bullosa, Herlitz Junctional
LAMA3
Hurler Syndrome
IDUA
Epidermolysis bullosa, Herlitz Junctional
LAMB3
Tay-Sachs
HEXA
Epidermolysis bullosa, Herlitz Junctional
LAMC2
Niemann-Pick A/B
SMPD1
ARSAC
SACS
Fanconi Anemie
FANCC
Ataxia with Vitamin E Deficiency
TTPA
Glycogen Storage Disease type 1a
G6PC
Citrullinemia
ASS1
Canavan
ASPA
Cystathionine Beta Synthetase deficiency
CBS
Familiair Dysautonomie
IKBKAP
Alpha-Mannosidosis
MAN2B1
Bloom syndroom
BLM
Megalencephalic Leukoencephalopathy
MLC1
Mucolipidosis type IV
MCOLN1
Aspartylglycosaminuria
AGA
Nemaline myopathie
NEB
Nijmegen Breuk Syndroom
NBN
Joubert syndroom
TMEM216
Isovaleric acidemia
IVD
Epidermolysis bullosa, Herlitz Junctional
Maple Syrup Urine Disease
BCKDHB
Sanfilippo A (mucopolysaccharidosis type 3A)
COL17A1
SGSH
PontoCerebellaire Hypoplasie type 2
TSEN54
Sanfilippo C
HGSNAT
Foetale akinesie
MUSK
Sickle cell anemia &
Rhizomele ChondroDysplasia Punctata type 1
PEX7
β-Thalassemie
Osteogenesis Imperfecta type 2
CRTAP
Mitochondrial DNA depletion syndrome 4
POLG
Krabbe, ziekte van
GALC
Metachromatische Leukodystrofie (MLD)
ARSA
Neuronale Ceroid Lipofuscinose, Batten disease
CLN3
MTP deficiëntie (HADHA)
HADHA
Sjögren-Larsson syndroom
ALDH3A2
Zellweger syndroom
PEX1
SMN1
HBB
zie www.dragerschapstest.nl
-
Individu: kans op dragerschap 1 op 6
Kans om dragerpaar te zijn 1 op 150
-
Hoger risico dan 1 op 150?
• Paren met een verhoogde kans op dragerschap van één of meer
aandoeningen uit de test (afkomst, familie)
• Consanguine paren
Risico’s in perspectief
1 op 150 paren is een dragerpaar
- 25% kans (1 op 4) op een aangedaan kind
- Kans is 1 op 600 (0,16%) op ziek kind per zwangerschap.
Is dit risico van 0,16% substantieel genoeg om een screeningsaanbod te
rechtvaardigen?
Primaire risico op een kind met een
aangeboren al dan niet erfelijke
aandoening is 2-3%.
97%
0,16%
2,84%
Risico’s in perspectief
3%
5%
95%
97%
0,16% kans per
zwangerschap
-
5% van de aangeboren of
erfelijke aandoeningen
gaat om 50 ernstige
aandoeningen
Hoe actief is het aanbod van AMC en VUmc?
-
Beschikbaar stellen van de test
voor paren die dit wensen
-
Paren melden zichzelf online aan voor
afspraak (zonder verwijzing)
-
Geen actief aanbod / geen programmatisch bevolkingsonderzoek
-
Pre-test (en post-test) counseling door klinisch geneticus (i.o) /
genetisch consulent
Risicogroepen > medische indicatie mét vergoeding
- afspraak met verwijzing
- de vraag is of hier een actiever aanbod gewenst is
- geen eenduidig beleid ten aanzien van actief aanbieden van
PCS aan risicogroepen binnen klin.genetica
Koppel met kinderwens wil de test?
Online aanmelden via
www.dragerschapstest.nl
Risicogroepen:
Verwijzing via huisarts
Geen medische indicatie
•
•
•
•
Betalen test zelf ~ 650 euro per test
Individuele uitslagen
Partner parallel of sequentieel testen
Indien zwanger?
• Beide partners tegelijk testen
• Alleen als termijn een eventuele PND toelaat
• Uitslagtermijn: 8 weken
• Uitslag telefonisch en per brief
• Eventueel post-test counseling
• Bij sequentieel testen
• 1e partner geen drager: 2e partner geen kosten
• 1e partner drager > 2e partner medische indicatie
> Kosten vergoed (behoudens eigen risico)
Uiteraard ook wetenschappelijk onderzoek
Vragenlijsten
- Deelnemers (met en zonder medische indicatie)
- redenen
- geïnformeerde keuze
- behoeften
- ervaringen/tevredenheid
- welbevinden
- Mensen die afzien van de test
Interviews
Landelijke Werkgroep
Preconceptie Dragerschapscreening (WPCS)
- Sinds 25 september 2014.
- VKGN/VKGL (Labspecialisten, klinisch genetici) – 8 academische centra
Doel:
o kwaliteitsrichtlijnen preconceptie dragerschapscreening
o minimale vereisten: testpanel, pre- en post-test counseling,
randvoorwaarden voor verantwoorde implementatie
o aanspreekpunt voor beleid en actief beleidsvoorstellen formuleren (o.a.
aan derden)
-
Beoordeling PIL (= preconceptie indicatie lijst)
Europese richtlijn preconceptie screening (EJHG, 2016)
Aanvraag Multidisciplinaire SKMS Richtlijn Preconceptie
Dragerschapsscreening (2017-2019)
www.vkgn.org
Eerste 6 maanden op de poli
-
28 aanmeldingen op poli spreekuur
- 22 paren (9 primaire medische indicatie (MI))
- 6 individueel (4 primaire MI)
-
Parallel testen of sequentieel
- 7 paren > parallel sequencen (4 met MI)
- 14 paren > sequentieel testen (6 met MI)
-
-
Bij 3 paren (waarvan 1 met MI): partner in 2e instantie getest
1 paar denkt nog na over wel/geen deelname (geen MI)
Med. indicatie
personen
koppels
consanguin
13
3
joods
5
2
volendam
6
3
partner drager
3
-
familie/afkomst
3
-
De testuitslagen
• Totaal geteste personen: n = 45
• Aanvragen: 38x AMC, 5x VUMC, 2x extern
• Totaal aantal dragerschappen: 18 in 14 personen:
dragers
geen drager
MI
7
23
23%
geen MI
7
8
46%
Totaal
14
31
31%
• Aantal mutaties per persoon:
1 mutatie
12x
MUSK, CFTR,PEX7, HBB,………..
2 mutaties
1x
SGSH, SMN1
4 mutaties
1x
SGSH, CTFR, G6PC, CLN3 DEL
• er staan nog 10 onderzoeken in
• er zijn nog geen dragerparen gevonden
PCS – Waar gaan we naar toe?
-
Actuele plannen:
• Evaluatie van huidige screeningsaanbod na 1 jaar
• Uitbreiding van huidige panel
- Iom metabool kinderartsen, kinderneurologen
- Criteria: ernst en frequentie
- X gebonden aandoeningen: discussie
- Fragiele X, Duchenne, X-ALD, etc.
-
En de toekomst?
• Exoomsequencing?
• MUMC werkt aan test voor consanguine paren > nog niet in
diagnostiek
Acknowledgements
AMC
Prof.dr. Hanne Meijers-Heijboer
Prof.dr. Marcel Mannens
Dr. Phillis Lakeman
Dr. Bert Redeker
Dr. Silvana van Koningsbruggen
Dr. Olav Mook
Drs. Inge Mathijssen
Dr. Merel van Maarle
Dr. Mieke van Haelst
Dr. Floor Duijkers
Mw. Cecile Ottenheim
Dhr. Michèl Tromp
VUmc
Prof.dr. Hanne Meijers-Heijboer
Prof.dr. Martina Cornel
Dr. Lidewij Henneman
Drs. Gita Tan-Sindhunata
Drs. Kim Holtkamp
Download