maart 2016 71 ARTSENMAGAZINE Special Beeldvorming Multimodale beeldvorming Cardiologie, radiologie en nuclaire geneeskunde als één team Nucleaire geneeskunde Voor welke diensten kunt u terecht bij AZ Sint-Lucas? Interventionele radiologie Een discipline in volle evolutie EDITO FOCUS dr. DIRK MAES Medisch directeur In beeld B eeldvorming – zowel radiologie als nucleaire beeldvorming – vormt een essentieel onderdeel van elk ziekenhuis. Omwille van de snelle evoluties in deze disciplines hebben we van deze FOCUS een special gemaakt rond dit thema. Beeldvorming is een hoogtechnologische tak van de geneeskunde waardoor continu innoveren en optimaliseren noodzakelijk zijn. Zo verwelkomen we sinds kort een nieuw 3T-toestel op radiologie én een nieuwe gammacamera op de dienst nucleaire. Daarbij zoeken we steeds naar een evenwicht tussen een zo laag mogelijke stralingsdosis en een optimale beeldkwaliteit. In dit nummer vertellen we u voor welke onderzoeken u terecht kunt op de dienst nucleaire geneeskunde en wat de toepassingen zijn in uw praktijk. Op vlak van cardiale beeldvorming wordt de diagnostiek verfijnd door geavanceerde technieken en samenwerking tussen verschillende diensten. Onze dienst medische beeldvorming werd uitgebreid waardoor we nu beschikken over twee interventioneel radiologen. Uit het dubbelinterview met hen blijkt dat deze discipline razendsnel evolueert en steeds meer therapeutisch wordt, ook op vlak van oncologie. Met ca. 800 procedures per jaar zijn we hier als ziekenhuis toonaangevend. INHOUD 08 Multimodale beeldvorming Cardiologie, radiologie en nuclaire geneeskunde slaan de handen in elkaar 02 Nieuwe toegangsweg naar parking In januari opende de nieuwe toegangsweg ‘Terhagen’. U kunt nu vanop de Blaisantvest rechtstreeks naar de bezoekersparking van AZ Sint-Lucas rijden. In uw gps geeft u best ‘Vogelenzangpark’ in. Voor huisartsen zijn er plaatsen voorbehouden op het gelijkvloers onder de kleinste toren. U mag daar eender welke vrije parkeerplaats benutten. Deze parkeerruimte is afgesloten met slagbomen. Bij het binnenrijden dient u een ticket te nemen dat u steeds kunt laten valideren aan het onthaal (na legitimatie). EN VERDER 04 Kort 06 Nieuwe MR: Wat is de meerwaarde? 14 Stralingshygiëne 20 Gratis mammaire beeldvorming bij risicopatiënten 11 Nucleaire geneeskunde Voor welke onderzoeken kunt u terecht bij AZ Sint-Lucas? 16 Interventionele radiologie Een dubbelinterview met dr. Fransen en dr. De Beule COLOFON Focus is het artsenmagazine van vzw AZ Sint‑Lucas en Volkskliniek: Campus Sint‑Lucas, Groenebriel 1, 9000 Gent, Campus Volksklinie, Tichelrei 1, 9000 Gent, T 09 224 61 11, [email protected], www.azstlucas.be • Hoofdredactie Iny Cleeren • Redactie en eindredactie Kim Aerts, Iny Cleeren, [email protected] • Verantwoordelijke uitgever dr. Dirk Maes, Groenebriel 1, 9000 Gent • Foto’s AZ Sint-Lucas, Johan Martens, Philip Vanoutrive • Vormgeving Femke Vlaeminck, Dienst Communicatie AZ Sint-Lucas 03 KORT Nieuwe vleugel voor consultatiediensten Sinds maart huizen verschillende consultatiediensten in een volledig vernieuwde vleugel. Er is gewerkt aan een moderne inrichting die tegelijkertijd zo tijdloos mogelijk is. Er is veel licht door de grote raampartijen in de wachtzalen, de vloer heeft met zijn parketlook een warme uitstraling maar door de akoestische onderlaag is er geen geluidshinder. Het meubilair is overal identiek voor een uniforme look. Het concept van deze vleugel is nieuw voor ons ziekenhuis en bevat volgende elementen: • Front office De centrale balie in het midden van de gang zorgt voor een patiëntvriendelijk onthaal. • Back office Hier is plaats voor administratief werk waarbij er geen patiëntencontact is. • Cockpitruimtes Voor onthaalgesprekken waarbij de nodige privacy vereist is, kan de patiënt in een afgesloten cockpit terecht. • Pauzelokaal/vergaderruimte Dit is een gedeelde ruimte die door alle medewerkers en artsen kan gebruikt worden. • Wachtzalen Op elke verdieping zijn er 2 of 3 wachtzalen, gemakkelijk herkenbaar aan hun kleur: blauw, rood of groen. • Consultatieruimtes Deze ruimtes zijn gelijkaardig ingericht per specialisme. 4e verdieping – straat 58 neurochirurgie • psychiaters liaisonpsychologe • neurologie 3e verdieping – straat 57 algemene heelkunde oogheelkunde plastische heelkunde 2e verdieping – straat 55 neus-keel-oor • endocrinologie 1e verdieping – straat 53 longziekten • huidziekten Topdokters Op 12 april start op zender VIER de derde reeks van ‘Topdokters’. In dit seizoen kijken we mee in het hoofd en hart van onder meer neuroloog dr. Chris van der Linden. Dr. van der Linden is gespecialiseerd in de ziekte van Parkinson en diepe hersenstimulatie (DBS) en werkt hiervoor nauw samen met de dienst neurochirurgie van AZ Sint-Lucas. Acht afleveringen vanaf 12 april, elke dinsdag om 20u35 op VIER. 04 Activiteiten 2016 Moc nu ook via Skype Noteer alvast volgende data in uw agenda voor 2016, meer info volgt: U kunt reeds enige tijd via videoconferentie deelnemen aan de verschillende MOC-vergaderingen van ons ziekenhuis. Dit kan nu ook via Skype for business waarbij u zelf uw webcam en microfoon kunt instellen. Alle info op www.azstlucas.be/moc in de rubriek ‘Handleidingen’. 16 april Veiligheidsdagen schot in de roos De komende jaren is veiligheid dé prioriteit in ons ziekenhuis. We hebben het dan niet alleen over patiëntveiligheid maar ook over veiligheid voor medewerkers en artsen en een veilige omgeving. Om iedereen bij dit thema te betrekken, organiseerde AZ Sint-Lucas eind 2015 Veiligheidsdagen voor alle medewerkers en artsen. Ook de patiënten werden hierin betrokken met o.a. de lancering van de Patiëntveiligheidskaart. 750 medewerkers en artsen namen deel aan interactieve workshops over thema’s als veilige overdracht en databeveiliging tot voedselveiligheid en yoga voor beginners. Eind 2016 volgt een tweede editie. Preopnamiebalie uitgebreid Een patiënt die een afspraak krijgt voor een ingreep met overnachting in het ziekenhuis, wordt doorverwezen naar de preopnamebalie. Enkele administratieve en verpleegkundige zaken worden doorgenomen zodat de opname tot in de puntjes wordt voorbereid. Na een testfase maken nu bijna alle specialismen hiervan gebruik. De preopnamebalie bevindt zich in straat 61 en is open van 8 tot 18 uur. Meer info en de nodige documenten vindt u op http://www.azstlucas.be/opname-andontslag/preopnamebalie. Rechtzetting Dr. Carlos de Wandel is werkzaam als orthopedisch chirurg in het AZ Sint-Lucas. Hij is lid van de dienst orthopedie van AZ Sint-Lucas maar niet van de groep ‘maatschap orthopedie’ (zie aankondiging uitbreiding van de groep ‘maatschap orthopedie’ met dr. Hans Van der Bracht) en werd daarom als dusdanig ook niet vernoemd. Symposium 10 jaar Borstkliniek Van 8u30 tot 13u in de KBC-toren, St-Denijs-Westrem. Het programma en inschrijvingsmogelijkheden vindt u op www.azstlucas.be/symposium. 26 april Medische avond ‘De zwangere, steeds meer een internistische patiënt’ Van 20u30 tot 22u15 in de Sint-Jozefzalen, straat 31. Meer info en inschrijvingen op www.azstlucas.be/activiteiten. 24 mei Medische avond orthopedie Van 20u30 tot 22u15 in de Sint-Jozefzalen, straat 31. Meer info en inschrijvingen op www.azstlucas.be/activiteiten. 27 mei Jardindesvoix Sint-Stefanuskerk, Academiestraat Gent. Meer info en inschrijvingen op www.azstlucas.be/bach. 21 juni Medische avond psychiatrie Van 20u30 tot 22u15 in de Sint-Jozefzalen, straat 31. Meer info en inschrijvingen op www.azstlucas.be/activiteiten. Jardindesvoix brengt Bach Op 27 mei brengen Jardindesvoix en barokensemble in de Augustijnenkerk Sint-Stefanus enkele motetten van Johan Sebastian Bach. U bent van harte welkom! Meer info en inschrijven kan via www.azstlucas.be/bach. 05 MEDISCHE BEELDVORMING Nieuwe MR: Opnieuw 3.0 Tesla Op de dienst medische beeldvorming is recent een nieuw 3T-toestel geïmplementeerd (Philips Ingenia 3.0). Zowel kwaliteit als comfort worden hiermee geoptimaliseerd. H et gaat om een zeer compacte magneet met een grote tunneldiameter van 70 cm en een lengte van slechts 1.62 m. Nieuwe spoeltechnologie (dStream) zorgt voor signaaldigitalisatie in de spoel, met tot 40% grotere signaal/ruisverhouding, grotere snelheid/ruisverhouding en mogelijkheid tot vlotte implementatie van nieuwe klinische toepassingen en upgrades. De gradiëntopbouw laat sub-milliseconde TR (repetitietijden) toe. Multi-transmit parallelle beeldvorming biedt vooral mogelijkheden bij cardiale beeldvorming. De Xtend design biedt niet alleen een bredere diameter van de bore (tunnel) van 70 cm (t.o.v. vroegere 60 cm ). Ook de extra brede tafel en de mogelijkheid alle onderzoeken ‘feet-first’ uit te voeren, zorgt voor betere tolerantie bij claustrofobe patiënten en vooral optimale beeldvorming bij zwaarlijvige patiënten (theoretisch tot 250 kg). De bijzondere kwaliteit van de magneet, de gradiënten en de bodycoil bieden de grootste field-of-view (55 cm) voor een 70 cm systeem. Deze veldhomogeniteit laat onder meer een optimale vetsaturatie en diffusie-gewogen beeldvorming toe, ook tot de rand van het beeld. 06 Hogere kwaliteit en meer comfort De verscheidenheid en het vernieuwde design van de tot 16 kanalen combineerbare spoelen zijn lichter en gemakkelijker hanteerbaar voor verpleegkundigen. Het kop-tot-teen bereik (2 m!) bij ondermeer angiografische onderzoeken kan zonder patiëntherpositionering. De SmartAssist bedieningssoftware verhoogt de efficiëntie bij het scannen. Een krachtige processor (32GB RAM) biedt ongeziene mogelijkheden wat betreft reconstructie en postprocessing. Enkele highlights situeren zich ondermeer op cardiovasculair vlak (zie p 8-10), abdominaal (55 cm fov en hoge resolutie diffusie voor o.a. prostaat), ostearticulair (Dixon sequenties), spine (grote fov met hoge resolutie), mammair (parallelle acquisitie en diffusie) en neuro (zeer performante 32 kanaals headcoil voor evaluatie cortex en nieuw systeem voor patiëntinteractie bij fMRI). Voeg daarbij het fraaie design van het toestel, de ‘led-ambient light verlichting’ in de onderzoeksruimte en de geluidsisolatie en u begrijpt waarom, behalve de radiologen, ook de verpleegkundigen én de patiënten enthousiast zijn. Info Dienst medische beeldvorming Campus Sint-Lucas Straat 21 T 09 224 64 90 T 09 224 51 21 voor CAT-scan T 09 224 64 95 voor angiografie T 09 224 65 71 voor NMR Campus Volkskliniek Straat 101 T 09 224 54 36 WIE IS WIE Artsen in beeld DIENST MEDISCHE BEELDVORMING • STRAAT 21: Angiografie en interventieradiologie Beeldvorming van hoofd en hals dr. Hendrik Fransen dr. Tom De Beule dr. Frederik Feyaerts prof. dr. Marc Lemmerling Body-imaging (beeldvorming van de borstkas, bovenbuik en kleine bekken) dr. Frank Cottenie dr. Adelard De Backer dr. Christophe de Bergeyck* dr. Bart De Witte* Mammografie en borstbeeldvorming (met inbegrip van MRI en stereotaxie) dr. Frank Cottenie dr. Bart De Witte* dr. Frédéric Delens* dr. Frederik Feyaerts* Neuroradiologie dr. Adelard De Backer dr. Dirk Dewilde dr. Frédéric Delens* dr. Dirk Dewilde dr. Frederik Feyaerts* Niet-invasieve cardiale en vasculaire beeldvorming dr. Frank Cottenie dr. Dirk Dewilde dr. Hendrik Fransen dr. Tom De Beule Musculoskeletale radiologie prof. dr. Marc Lemmerling dr. Frederik Feyaerts dr. Christophe de Bergeyck* dr. Bart De Witte* *Interventionele procedures DIENST NUCLEAIRE GENEESKUNDE • STRAAT 19: Conventionele NG, metabole therapie, botdensitometrie, PET-scan (Consulent UZ Gent) dr. Marianne Lippens dr. Frédéric VandeVyver dr. Monique Troch 07 CARDIALE BEELDVORMING Cardiologische diagnostiek vereist in de meeste gevallen één of andere vorm van beeldvorming. Hierbij is de transthoracale echocardiografie het verlengde van het klinisch onderzoek en zowat elke patiënt zal hiermee in contact komen. Verfijnen of aanvullen van de diagnostiek gebeurt door enkele meer geavanceerdere echografische technieken, of door samenwerking met de dienst radiologie en nucleaire geneeskunde voor zogenaamde multimodale beeldvorming. Niet-invasieve cardiale beeldvorming: multimodaal B ij multimodale beeldvorming worden verschillende beeldvormende modaliteiten aangewend bij één patiënt om een bepaalde problematiek in kaart te brengen. Er is in ons ziekenhuis op dit vlak een intense samenwerking tussen de diensten hart- en vaatziekten radiologie en nucleaire geneeskunde onder de vorm van wekelijkse stafvergaderingen met casusbesprekingen. A: trans-oesofageaal echocardiagram toont een atrium-septum defect (ASD-pijl) tussen linkeratrium (LA) en rechteratrium (RA) B: 3D-echocardiografie laat exacte beoordeling van de afmetingen en verhoudingen tot omliggende structuren toe 08 DIENST HART- EN VAATZIEKTEN: ECHOCARDIOGRAFIE IN AL ZIJN MODALITEITEN Structurele en functionele beeldvorming in rust via transthoracale echocardiografie Deze eenvoudige techniek is beschikbaar bij elk patiëntencontact en levert een veelheid aan informatie over structuur en functie van de hartkamers en hartkleppen, longdrukken, pericardvocht etc. Bij sommige afwijkingen kan een beeld pathognomonisch zijn, bv. voor coronair lijden (“uitval” van de spier in het stroomgebied van een bepaalde coronair), maar soms is aanvullende beeldvorming nodig. Stress-echocardiografie Hoewel de functie van het hart goed kan zijn in rust, komen sommige problemen enkel in beeld bij inspanning of “stress”. Bij dobutamine-stress-echocardiografie wordt een farmacologische stress opgelegd (oplopende dossissen van een bèta-mimeticum, dobutamine) en via echocardiografie worden eventuele regionale contractiliteitsstoornissen bij stress, suggestief voor coronair lijden, opgespoord. Bij een ligfiets-echocardiografie is de stress meer fysiologisch. Tijdens een fietstest wordt met echocardiografie de contractiliteit van het hart bekeken, maar ook en vooral de klepfuncties. Een milde mitralisklepinsufficiëntie in rust kan soms fors toenemen en klachten veroorzaken bij inspanning en op die manier, ondanks het milde voorkomen in rust, toch een operatieve indicatie vormen. Hogere resolutie beeldvorming: slokdarmechocardiografie Een transthoracaal echocardiogram is vaak onvoldoende om intracardiale trombi, vegetaties, shunts of het precieze mechanisme van klepproblemen aan het licht te brengen. Omdat de probe van een slokdarmecho dichter bij het hart zit is de resolutie beter en kunnen kleinere structuren in beeld gebracht worden. Mits goede voorbereiding en geruststelling van de patiënt verloopt dit onderzoek meestal vlot en is geen algemene narcose nodig. Beter ruimtelijk begrip en volumetrische quantificaties: 3D-echocardiografie In de routine interpreteert de cardioloog op basis van 2D-echografische coupes een driedimensioneel beeld van het hart. Voor de evaluatie van bepaalde klepproblemen, shunts (bv. atriumseptum defect) of meer exacte bepaling van de ejectiefractie wordt in ons centrum 3D echocardiografie aangewend. Hierbij zijn er geen “veronderstellingen” wat betreft de structuren en hun verhouding ten opzichte van mekaar, maar wordt het beeld exact in drie dimensies en real-time weergegeven. DIENST RADIOLOGIE: MRI EN CT HART Magnetische resonantie beeldvorming gebruikt geen ioniserende stralen maar onschadelijke radiogolven. Deze beïnvloeden het weefsel op atomair niveau door protonen te “exciteren”, later zullen de protonen “relaxeren” en de energie terug vrijlaten. Dit gebeurt voor elk type weefsel anders en door het mathematisch verwerken van de vrijgelaten energiegolven wordt een beeld gevormd. Het atomaire niveau levert uniek weefselcontrast en dit in elk mogelijk vlak, waarbij omliggende structuren de visualisatie van het hart niet hinderen. De kwaliteit van beeldvorming wordt steeds beter door gebruik van sterkere magneten (3-Tesla) en betere ontvangstantennes, met hogere resolutie, betere beheersing van artefacten, snellere beeldcaptatie en mogelijkheid tot vastleggen van snelle flowfenomenen tot gevolg. Per studie van een weefseleigenschap wordt een aparte sequentie opgenomen, waarbij elk beeld in een ademhalingsstop van 20 seconden samengesteld wordt. Op die manier neemt een MR hart 30 à 35 minuten in beslag en vereist het een goede coöperatie van de patiënt. Er wordt ook een niet-joodhoudend contrastmiddel toegediend, dat na 15 minuten opgespoord wordt. Gezond weefsel heeft dan alle contrast uitgewassen, zones van fibrose (infarct, stapelingsziekte,…) zullen het contrast langer vasthouden. De voornaamste indicaties Cardiale anatomie waarbij elk segment van het myocard, de kleppen en de grote vaten ongehinderd worden weergegeven. Door beelden van systole naar diastole weer te geven kan een exacte beoordeling van de cardiale functie gebeuren en MR is de gouden standaard voor bepaling van ejectiefractie en volumina. Bij ischemisch hartlijden kan cardiale ischemie opgespoord worden door focale kinetiekof perfusiestoornissen in beeld te brengen tijdens een stress-MRI, en dit met hoge resolutie. Reeds geïnfarceerd weefsel zal verlate uitwas van contrast vertonen en de mate waarin de wanddikte ingenomen is door infarct vertelt iets over al dan niet mogelijke recuperatie van de spierfunctie bij revascularisatie van dat gebied (“viabiliteit”). Ook een intracardiale trombus is perfect visualiseerbaar. Bij niet–ischemische cardiomyopathieën door stapelingsziekten (amyloïdose, sarcoidose, vet- of ijzerstapeling, …) is er ook late uitwas van contrastmiddel of wijziging van relaxatietijden, met vaak pathognomonische beelden. Hypertrofe harten en andere cardiomyopathieën die veel contrast capteren vormen een hoger aritmogeen risico. Oedeemzones bij myocarditis en pericarditis tekenen ook op een specifieke manier. MR is eveneens de gouden standaard voor anatomische evaluatie of quantificeren van shunts bij congenitale pathologie (bv. ASD, VSD) en exacte flowmetingen bij kleppathologie, bv. berekenen van klepinsufficiënties voor operatieve indicatiestelling. Door de superieure weefselkarakterisatie is MRI eveneens het voorkeursonderzoek voor de studie van cardiale massa’s. CT-scan van het hart: De nieuwe CT-scanners kunnen met slechts heel lage stralingsdosis (veel lager dan coronarografie) de kransslagaderen en coronaire calcificatie visualiseren. Bij laag- tot intermediair risicopatiënten zonder al te veel coronaire calcificatie vormt dit een zeer betrouwbaar onderzoek. In tegenstelling tot de MRI is de CT een zeer snelle manier van beeldvormen, wat nodig is voor visualisatie van de fijne coronairen op een bewegend hart. Illustratie van de anatomische precisie van late aankleuring bij MRI-onderzoeken van het hart: wit aankleurend, niet-uitgewassen contrastmiddel bij MRI-onderzoek (A) correleert precies met de bleek aankleurende zone van infarct op de histologische coupes (B). (bron: Heart 2007;93:122-129) 09 CARDIALE BEELDVORMING DIENST NUCLEAIRE GENEESKUNDE: SPECT EN PET Door gebruik te maken van radioactieve tracers kunnen verschillende functies van het hart 3-dimensionaal en bewegend in beeld worden gebracht (“gated-SPECT”). Het meest frequent uitgevoerde onderzoek is de myocardperfusie-scintigrafie waarbij de doorbloeding van de hartspier in verschillende omstandigheden in beeld wordt gebracht. Klassiek gebeurt een opname bij inspanning (fietsproef of farmacologische belasting) en een opname in rust. Een verschil in doorbloeding tussen stress en rust wijst op een haemodynamisch significante coronaire vernauwing. Simulatie van een inspanning door een farmacologische belastingsproef (meestal vasodilaterend door middel van Persantine, “Persantine-test”) is mogelijk: hierbij treedt het onderzoek op ter vervanging van een inspannings-EKG indien de patiënt niet kan fietsen (longaandoening, orthopedische problematiek,…) of wanneer de repolarisatiestoornissen op het EKG niet beoordeelbaar zijn (bundeltakblok, pacemaker,…). Het doel van het onderzoek kan zowel diagnostisch (detectie van significante coronaire stenosen bij intermediaire tot hoge klinische probabiliteit) of prognostisch (evaluatie van uitgebreidheid van ischemie, bv. bij preoperatieve oppuntstelling en beoordeling van viabiliteit) zijn. Een ander frequent uitgevoerd onderzoek is de ventriculografie (planair/2D en tomografisch/3D) waarbij de hartfunctie wordt beoordeeld door het in beeld brengen van de bloedpool: de EF kan hiermee op een zeer robuste manier worden berekend, onafhankelijk van de volumina. Toepassingsgebieden zijn Myocard-perfusie scintigrafie (SPECT). Links staan coupes door het hart in korte as (A), verticaal lange as (B) en horizontaal lange as (C). Bij stress is er ter hoogte van de voorwand, het septum en de apex verminderde tracerstapeling, die in rust deels invult: ischemie in het stroomgebied van de linker coronaire arterie. o.a. detectie van chemotherapie geïnduceerde cardiotoxiciteit en indicatiestelling voor een defibrillator (ICD) of biventriculaire pacemaker (resynchronisatie therapie, CRT). Bij vermoeden van endocarditis kent de nucleaire geneeskunde een toenemend belang, zowel voor het bevestigen van de diagnose als voor aantonen van septische embolisatie en een ingangspoort van de infectie via de totale lichaamsscan. Hierbij kan worden gekozen voor een infectie-specifieke tracer (witte bloedcellen-scintigrafie) of voor een inflammatie-specifieke tracer (FDG-PET/CT met radioactief suiker). dr. Frauke Gorré, dr. Dirk Dewilde, dr. Frédéric VandeVyver Info Dienst hart- en vaatziekten Straat 18 09 224 64 01 Dienst medische beeldvorming Straat 21 09 224 64 90 Dienst nucleaire geneeskunde Straat 19 09 224 66 22 Cardiale beeldvorming AZ Sint-Lucas innoveert • Multidisciplinaire stafvergaderingen met casusbesprekingen worden wekelijks georganiseerd tussen de beeldvormende cardioloog, de radioloog en de nucleaire geneeskundige. • Beschikbaarheid van de beelden op het beeldenportaal AZ Sint-Lucas Gent waarbij de dienst nucleaire geneeskunde dankzij nieuwe software ook bewegende beelden kan aanbieden. 10 • Stralingsreductie. De diensten radiologie en nucleaire geneeskunde zetten maximaal in op stralingsreductie voor de patiënt. Bij coronaire CT worden moderne scanners en reconstructietechnieken toegepast met lage stralingsbelasting tot gevolg. Bij nucleaire stresstesten wordt in ons ziekenhuis een ‘stress-only’ protocol gevolgd: bij bepaalde patiëntengroepen volstaat een normale stressperfusiescan en wordt geen rustopname meer verricht, met halveren van de stralingsbelasting tot gevolg. Sedert deze maand beschikken we als één van de weinige ziekenhuizen in België over een nieuwe nucleaire scanner met ultragevoelige opname mogelijkheden, met nog verder afname van de stralingsbelasting met een factor 4 (tot nauwelijks 1 mSv!). • 3-Tesla MRI-scanner. De dienst radiologie zette onlangs hun tweede MRI-scanner met 3-Tesla magneet in werking. Hierbij is de hoogst mogelijke huidige beschikbare resolutie voor anatomie en perfusie-onderzoeken mogelijk en nieuwe software kan afwijkend weefsel meer exact quantificeren (zie p. 6). • Calciumscore. Het bijkomend berekenen van de mate van calcificatie van de coronairen gebeurt bij een coronaire CT en dankzij de nieuwe gammacamera is dit nu ook mogelijk bij nucleaire stresstesten. Zo kunnen we, ook bij normale doorstroming van de coronairen, risicopatiënten identificeren. NUCLEAIRE GENEESKUNDE Nucleaire geneeskunde: toepassingen in uw praktijk Nucleaire geneeskunde is de medische toepassing van nucleaire technologie door gebruik te maken van radioactieve isotopen. De diagnostische en therapeutische toepassingen zijn talrijk. Voor welke onderzoeken kunt u terecht op de dienst nucleaire geneeskunde van AZ Sint-Lucas? Wij geven u graag een klare kijk. B elgië topproducent medische isotopen Wereldwijd worden jaarlijks bij meer dan 30 miljoen patiënten diagnostische toepassingen van nucleaire geneeskunde uitgevoerd o.a. bij kanker, hart- en vaatziekten en musculoskeletale pathologie. Anderzijds is er een toenemend belang van therapeutische toepassingen (metabole radionuclidentherapie). Wereldwijd staan slechts 8 onderzoeksreactoren in voor de totale productie van radio-isotopen. België is de tweede grootste producent ter wereld van medische isotopen. Het SCK.CEN in Mol en het Instituut voor Radio-elementen (IRE) in Fleurus produceren samen 25% (tot 65% tijdens piekperiodes) van alle medische radio-isotopen. Het studiecentrum in Mol is tevens voortrekker in onderzoek en innovatie van nucleaire technologie. Toediening tracer Aan de patiënt wordt een tracer toegediend bestaande uit een complex van enerzijds een fysiologisch product en anderzijds een radio-isotoop. Deze toediening kan intraveneus, oraal of na inademing. Bijwerkingen of allergische reacties zijn quasi onbestaande of hoogst uitzonderlijk. ‘Een verscheidenheid van fysiologische processen kan in beeld worden gebracht die met andere beeldvormingstechnieken (nog) niet zichtbaar zijn.’ Het fysiologisch product varieert volgens het te onderzoeken orgaanstelsel (difosfonaten voor het bot, nanocolloïd voor de lever, macroaggregaten van albumines voor de longen,...). Als radio-isotoop wordt meest courant Technetium-99 (Tc-99m) gebruikt wegens zijn ideale karakteristieken en korte halfwaardetijd (6 uur). Dankzij dit basisprincipe kan een verscheidenheid van fysiologische processen in beeld worden gebracht die met andere beeldvormingstechnieken (nog) niet zichtbaar zijn. De stralingsbelasting van elk nucleair onderzoek wordt bepaald door de hoeveelheid en het type van de toegediende tracer en is vergelijkbaar met bv. een RX lumbale wervelzuil of CT-scan. 11 NUCLEAIRE GENEESKUNDE De meest recente aanwinst op de dienst nucleaire geneeskunde: een ultragevoelige 6-slice SPECT/CT-camera . Gammacamera, SPECT en PET Het diagnostisch gebruik kan opgedeeld worden afhankelijk van het type radioactieve straling dat het radioactief isotoop uitzendt bij haar radioactief verval. Bij conventionele nucleaire onderzoeken (botscan, schildklierscan, hartscan,…) worden de gammastralen (fotonen) gedetecteerd met een gammacamera en omgezet in een 2-dimensionaal scintigrafisch beeld of -wanneer de gammacamera in een cirkel rond de patiënt heeft bewogen– in een 3-dimensionaal beeld SPECT of Single Photon Emission Computed Tomography. PET-beeldvorming maakt gebruik van isotopen die bij verval positronen vrijgeven: detectie van dit type radioactieve straling is alleen mogelijk met een dedicated PET-scanner. Beeldvorming met de gammacamera van het spreidingspatroon van het tracercomplex gebeurt in verschillende fasen en op verschillende manieren. Bij een typische 3-fasenbotscan gebeurt vooreerst een dynamische opname op moment van injectie van de tracer (perfusiefase, hyperemie?), gevolgd door vroegtijdige en laattijdige statische beeldopnames. De vroegtijdige opna- 12 me geeft informatie over eventuele inflammatoire aandoening van de weke delen. De laattijdige opname brengt het botmetabolisme in beeld. Opnames worden gemaakt van het volledig lichaam (total body scan) of beperkt tot de te onderzoeken regio. Deze zijn mogelijk in 2D (statisch) of in 3D-tomografisch (SPECT). Sinds een aantal jaren wordt in de nucleaire geneeskunde gebruik gemaakt van “hybride beeldvorming”. Hierbij zijn een SPECT- en CT-module gemonteerd binnen éénzelfde camerastructuur zodat simultaan respectievelijk een fysiologisch én een anatomisch beeld wordt opgenomen waarbij beide beelden perfect aan elkaar zijn gekoppeld. De hieruit volgende samenwerking tussen nuclearist én radioloog levert een belangrijke diagnostische meerwaarde en tijdswinst voor de patiënt. In AZ Sint-Lucas beschikken we reeds 6 jaar over een high-end 16 slice SPECT/CT-gammacamera en sedert 1 maand over een ultragevoelige 6-slice SPECT/CT-camera met mogelijkheid tot optimale dosisreductie (met iteratieve reconstructie voor CT). De samenwerking tussen nuclearist én radioloog levert een belangrijke diagnostische meerwaarde en tijdswinst voor de patiënt. INTERESSANTE TOEPASSINGEN VOOR DE HUISARTSENPRAKTIJK • Skeletscintigrafie en schildklierscintigrafie zijn het meest relevant. • Longperfusie-ventilatie scintigrafie (zie ook www.azstlucas.be/focus • Focus 64 p. 16-17) • Exacte bepaling van de nierfunctie (zie ook www.azstlucas.be/focus • Focus 67 p. 14) 1 Ernstige lymfepathologie (E-type) in het linker OL met uitgebreide dermale reflux Minder gekende toepassingen zijn: • Lymfescintigrafie voor diagnostiek van lymfoedeem en inschatten van de ernst van de aandoening. Met één inspuiting in het onderhuids weefsel van de eerste interdigitale ruimte van voet of hand kan het functioneren van het lymfesysteem in beeld gebracht worden in verschillende fasen (rust, beperkte inspanning, lange inspanning) (zie figuur 1). RIZIV-terugbetaling van manuele lymfedrainage is afhankelijk van de ernst van het lymfoedeem zoals bv. op lymfoscintigrafie geobjectiveerd (conform type pathologie, E, F-a, F-c, C). • Ook de gastro-intestinale technieken kennen voor de huisarts interessante toepassingen. Een maagledigingsonderzoek laat toe om bij dyspepsieklachten de aanwezigheid van gastroparese te objectiveren. Een gastro-intestinale bloedingsscan laat toe de aanwezigheid van een bloeding in beeld te brengen door toepassing van het tracerprincipe (nl. patiënt-ei- gen RBC’en worden radioactief gemerkt en terug in de patiënt ingebracht) en het principe van multimodaliteit (nl. aantonen van abnormale RBC-accumulatie op SPECT gekoppeld aan de localisatie in de darm zoals in beeld gebracht met CT) (zie figuur 2). Andere beschikbare technieken op de dienst nucleaire geneeskunde AZ Sint-Lucas: • PET-scan: samenwerking met UZ Gent waarbij artsen-nuclearisten van AZ Sint-Lucas als consulent in het PET-centrum protocolleren. Door een recent gepubliceerd KB (16/12/2015) is er een quasi veralgemening van de oncologische indicaties en een belangrijke uitbreiding in de neurologie en voor opsporen van infectie en/of inflammatie. • Botdensitometrie: beoordeling botmassa/ osteoporose. • Metabole radionuclidetherapie: voor schildklier, bot- en levermetastasen. 2 Focale RBC-stapeling in het caecum: bloedingshaard • Per-operatoire beeldvorming d.m.v. gammaprobe: sentinelklierbiopsie. • Labo-technieken: GFR-bepaling d.m.v. Cr-EDTA, bepalen RBC-volume. Stralende toekomst De nucleaire geneeskunde kent de laatste jaren een enorme evolutie. Enerzijds komen steeds nieuwe therapeutische radioisotopen en diagnostische tracers voor SPECT en PET beschikbaar. Er is een belangrijke technische evolutie van de beschikbare camera’s zowel voor SPECT als PET-toepassingen. Anderzijds is er een toenemende erkenning van onze discipline ook vanwege de overheid. Niet zo lang geleden was ‘nuclear medicine the best kept secret in medicine’ (prof. dr. Henri Wagner). Gezien de recente ontwikkelingen ziet de toekomst van nucleaire geneeskunde er stralend uit. Dr. Monique Troch Het biologisch effect van ioniserende straling wordt uitgedrukt in Sievert, in praktijk milliSievert (mSv). Ter vergelijking: • Retourvlucht Brussel-New York: +/- 0.1 mSv • 2 weken wintersport: +/- 0.05 mSv • Natuurlijke achtergrondstraling in België: +/- 2.5 mSv/jaar • CT-scan thorax hoge resolutie: tussen 2.2 en 16.1 mSv • Skeletscintigrafie: +/- 3 mSv Info Dienst nucleaire geneeskunde Straat 19 09 224 66 22 dr. Marianne Lippens dr. Monique Troch dr. Frédéric VandeVyver 13 STRALINGSFYSICA Mag het wat minder zijn? Optimale kwaliteit met een zo laag mogelijke stralingsdosis Hoe gaat AZ Sint-Lucas op een veilige manier om met stralingsrisico’s? Hoe gebeurt de controle op de toestellen en het gebruik ervan? Stralingsfysici Ann Van Der Plaetsen van de dienst nucleaire geneeskunde en Liesbeth Eloot van de dienst medische beeldvorming zoeken naar een evenwicht tussen een zo laag mogelijke stralingsdosis en een optimale beeldkwaliteit. Ann Van Der Plaetsen I s België een goede leerling wat betreft stralingsdosis bij medische beeldvorming? Ann Van Der Plaetsen: “Er zijn Europese richtlijnen voor de activiteiten die voor bepaalde onderzoeken moeten worden toegediend om de dosis te beperken en toch een goed beeld te krijgen. Deze worden al geruime tijd toegepast op de dienst nucleaire geneeskunde.” Liesbeth Eloot: “Voor de radiologie zijn deze richtlijnen een aanzet geweest om meer aandacht te besteden aan de stralingsdosis maar daarnaast is er vooral een algemene noodzaak. We zijn binnen Europa het land met de hoogste dosis straling per inwoner voortkomende uit medische beeldvorming.” Betekent dit dat de dosis per onderzoek te hoog ligt of dat er te veel onderzoeken gebeuren? Liesbeth: “Wellicht beide. Daarom is er meer en meer aandacht voor sensibilisering en dat 14 is echt wel nodig. Campagnes als ‘Medische beelden zijn geen vakantiekiekjes’ kunnen we enkel toejuichen.” Ann: “Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) is voornamelijk gekend als de waakhond van de grote nucleaire instellingen maar zij hebben ook een grote medische afdeling waar ze werken rond radiotherapie, nucleaire geneeskunde en radiologie. Ze werken onder meer aan sensibilisering, richtlijnen en informatie voor voorschrijvende artsen, radiologen én patiënten.” Maar ook de dosis per onderzoek moet naar beneden? Liesbeth: “Dat is een delicate oefening. Want een lagere dosis kan een lagere beeldkwaliteit tot gevolg hebben. We streven naar een zo laag mogelijke stralingsdosis met een zo optimaal mogelijke beeldkwaliteit. Zo zijn we bv. gestart met een optimalisatieprocedure van thoraxonderzoek bij kinderen. Er werden instelparame- We streven naar een zo laag mogelijke stralingsdosis met een zo optimaal mogelijke beeldkwaliteit. Liesbeth Eloot ters opgesteld zodat er per gewichtsklasse een aangepaste stralingsdosis gegeven wordt. Een CT-onderzoek is een veel gevraagd onderzoek en een typisch voorbeeld van een onderzoek met een hogere stralingsdosis dan een klassiek RX-onderzoek. Hier zitten we dus zowel met de veelvuldigheid als met de verhoogde dosis. Ook hier wordt de dosis aangepast aan de medische vraagstelling. Dit hele optimalisatieproces vraagt veel overleg en bijsturing.” Ann: “Het grote verschil op de dienst nucleaire geneeskunde is dat bij de meeste onderzoeken niet het toestel maar de patiënt de bron van straling is. De patiënt krijgt een tracer toegediend die licht radioactief is. Voor 90% van de onderzoeken wordt Tc-99m gebruikt dat een fysisch halfleven heeft van 6 uur. Dit betekent dat na 6 uur de helft van de activiteit is vervallen (weggestraald) en na 24 uur nog amper straling uitzendt. De stralingsbelasting van elk nucleair onderzoek wordt bepaald door de hoeveelheid en het type van de toegediende tracer en is vergelijkbaar of zelfs kleiner dan bv. een CT-scan.” Jullie bewaken zelf de kwaliteitscontroles van de toestellen? Ann: “We zorgen ervoor dat de toestellen gecontroleerd worden, onderhouden worden en dat er voldoende opties zijn om de relatie dosis-beeldkwaliteit te optimaliseren. Zo kregen we pas een nieuwe SPECT/CT-camera met meer mogelijkheden tot dosisreductie. Het hele proces van installatie tot ingebruikname neemt om veiligheidsredenen dan ook wat tijd in beslag. Ieder jaar dien ik een uitgebreid verslag in bij het FANC over de conformiteit van de toestellen op de dienst.” Liesbeth: “We gaan meer en meer van kwaliteitscontrole, het opvolgen van de wettelijke verplichtingen, naar kwaliteitsborging. Alle medische toestellen in AZ Sint-Lucas zijn geregistreerd en traceerbaar. Dankzij het softwarepakket kunnen we alle specificaties, iedere interventie van de firma, het periodiek onderhoud enz. gemakkelijk opvolgen. Op de dienst medische beeldvorming worden ook volop nieuwe procedures opgesteld: van het verwelkomen van de patiënt tot het uitvoeren van een onderzoek. Alles wat er bij komt kijken op technisch vlak - de verpleegkundige handelingen, bediening van de apparatuur, de relatie onderzoek-patiënt, de relatie dosis-beeldkwaliteit, opleiding van medewerkers - wordt op punt gesteld.” Hoe zit het met de stralingsdosis bij jullie zelf en de andere medewerkers? Liesbeth: “Maandelijks wordt de personeelsdosimetrie uitgelezen door de externe firma Controlatom. Zij zorgen ook voor de controle van de fysische bescherming van medewerkers door bv. loodafscherming van ruimtes. De resultaten voor de personeelsdoses bij diagnos- tische radiologie zijn meestal gelijk aan nul.” Ann: “De straling die de patiënt uitstuurt is beperkt in tijd en vermindert snel. De hoeveelheid vormt geen verhoogd risico voor de mensen rondom de patiënt. Op onze dienst zien wij enkele duizenden patiënten per jaar en gemiddeld ligt onze totale dosis op ongeveer één tiende van de wettelijke dosis (20 mSv per jaar).” Info Dienst nucleaire geneeskunde Fysicus Ann Van Der Plaetsen T 09 224 66 28 Dienst medische beeldvorming Fysicus Liesbeth Eloot T 09 224 64 76 15 INTERVENTIONELE RADIOLOGIE De ene is al aan het werk sinds 1983, de andere is geboren in 1984. Samen vormen dr. Hendrik Fransen en dr. Tom De Beule een straf en bevlogen duo. Sinds vorig jaar beschikt AZ Sint-Lucas over twee (neuro)interventioneel radiologen. Een discipline in volle evolutie. Interventionele radiologie, kruispunt tussen alle andere disciplines I nterventionele radiologie is een relatief nieuwe discipline? Dr. Fransen: “Toen ik begon in 1983 bestond er nog niet zoveel. We deden stenting, dilataties en embolisaties met zwaar geschut. Embolisaties waren preoperatief en voornamelijk voor grote organen als milt of nieren. Dat is in de jaren 90 gaan verfijnen met ook intracraniële embolisaties. In eerste instantie met ballonnen maar dat ging niet zo goed omdat de aneurysmata meestal kleiner waren dan de ballonnen en deze veroorzaakten gemakkelijk een ruptuur. In 1989 ontwikkelde de Italiaanse ingenieur en neurochirurg dr. Guido Guglielmi de GDC of Gulgielmi Detachable Coil. Hij had zijn vader zien sterven aan een hersenbloeding en vond dat er toch meer moest kunnen gebeuren dan clipping. Dit was het begin van een groot tijdperk van interventionele neuroradiologie. Wij waren in dit ziekenhuis in 1992 een van de eersten die coiling deden, samen met UZ Leuven.” Was het moeilijk om een opleiding te vinden? Dr. Fransen: “In België bestond er niets. Ik ben naar Duitsland getrokken voor mijn opleiding. We waren toen in België met ongeveer zes 16 interventioneel radiologen die allemaal in het buitenland waren opgeleid. Ik deed al neuro-interventie in Hamburg en terug in België heb ik coiling verder ontwikkeld dankzij de steun van de dienst neurochirurgie in Sint-Vincentius, ook al werkte ik toen nog in “Den Briel”. Dankzij de goeie multidisciplinaire samenwerking en de steun van de chirurgen hebben we dit verder kunnen ontwikkelen. Ik deed alles wat endovasculair was. De urologen stuurden toen bv. nog alle varicoceles door. Ik had heel veel werk maar stond er alleen voor.” Multidisciplinaire samenwerking is voor jullie van groot belang? Dr. Fransen: “Absoluut, 1 + 1 = 3! Clinici kunnen niet alles zelf doen. Een neurochirurg kan ook aneurysmata clippen, maar je moet specialiseren in de endovasculaire benadering of in een chirurgische benadering. Uit multidisciplinaire samenwerking haal je echt voordeel en als interventioneel radioloog is het heel belangrijk dat de clinici in je geloven en achter jou staan. We hebben altijd veel steun gehad van alle specialisten: neurochirurgen, gastro-enterologen, urologen, pneumologen, nefrologen,... Interventionele radiologie was zo succesvol dat heel wat electieve zaken vervangen zijn door endovasculaire benaderingen en bijgevolg ook geadopteerd zijn door andere specialismen. In het begin deden we zelfs nog coronarografie maar dit is nu volledig opgenomen in de cardiologie en is eigenlijk een superspecialisatie.“ Dr. De Beule: “Dat is echt de toekomst: de patiënt staat centraal en je hebt meerdere therapieën die langs verschillende invalshoeken samen moeten bekeken worden om te zien wat de optimale therapie voor die patiënt is. Interventionele radiologie is een kruispunt tussen alle andere disciplines. Jongere generaties staan er meer voor open om multidisciplinair te werken. Je zorgt ervoor dat het team groeit, we zijn minder concurrenten van elkaar. Dat is nog wat wennen, maar het blijft vaak maar een beperkt aantal van de patiënten waar de interventionele radiologie voor geschikt is. Een groot percentage moet nog steeds heelkundig behandeld worden. Maar de combinatie van alle specialismen is zeer krachtig.” Interventionele radiologie is meer een klinisch vak geworden? Dr. Fransen: “We doen om het even waar occlusies die snel moeten opengemaakt worden en bloedingen die dichtgemaakt moeten worden. Maar momenteel is er een derde richting bijgekomen die meer therapeutisch is zoals het emboliseren van tumoren en uterusembolisaties. De oncologische pathologie neemt een enorme vlucht: tumoren worden pre- of postoperatief of palliatief verzorgd. Interventionele radiologie is van niets op 30 jaar tijd enorm geëvolueerd en is een klinisch vak geworden als chirurgie. We zijn meer klinisch geneesheer geworden die het totale pakket van de patiënt overneemt. We hebben van in het begin ook steeds de vooren nazorg van de patiënt voor onze rekening genomen.” Dr. De Beule: “In Amerika is het een apart specialisme aan het worden. Daar maken ze het onderscheid tussen interne, chirurgie en interventionele behandelingen. Het is iets speciaals, iets nieuws en het moeilijke is dat de meeste mensen niet weten wat allemaal mogelijk is. Het emboliseren van de maagarteriën met als resultaat verminderde eetlust is bijvoorbeeld gloednieuw. Het mooie is ook dat je mensen minimaal kan behandelen. Ze hebben op voorhand veel stress voor een behandeling maar kunnen de volgende dag meestal al naar huis gaan. Het is vaak een meerwaarde voor klinische activiteiten. Waar chirurgen niet verder kunnen en niet kunnen opereren, kunnen wij wel nog verder. Veel patiënten met aneurysmata gingen vroeger dood omdat ze niet konden clippen wegens te diep of te slecht gelegen. Momenteel kunnen we aan 99% van de aneurysmata.“ We doen nu ca. 800 procedures per jaar wat zeer veel is in vergelijking met andere ziekenhuizen. Anno 2016 is er nog steeds geen specifieke opleiding in België? Dr. De Beule: “Nee, en er is ook maar een beperkt aantal radiologen die geïnteresseerd zijn om interventioneel te werken. De meeste radiologen kiezen radiologie om andere redenen, niet om klinisch werk te gaan doen of invasieve behandelingen te doen die heel veel stress met zich meebrengen. Oorspronkelijk dacht ik altijd chirurg te worden en ik heb pas in mijn laatste jaar als stagiair ontdekt wat interventionele radiologie was. Ik vond het enorm boeiend en gevarieerd en zag nog een groot evolutiepotentieel. Het was zoeken naar een geschikte opleiding in België en ik ben dan ook een jaar naar het buitenland getrokken om interventionele neuroradiologie te doen. Er bestaan op dit moment nog altijd geen exacte trajecten voor maar ik geloof wel dat we binnen afzienbare tijd een gestructureerde en degelijke opleiding zullen hebben binnen radiologie. Zeker met het nieuwe verhaal van de invasieve beroertebehandeling, waarbij een significante verbeterde uitkomst wordt gezien bij zware beroertes door middel van een stent geassisteerde thrombectomie. Sommige patiënten met een volledige éénzijdige verlamming wandelen nu opnieuw rond na een urgente thrombectomie. Een zeldzame keer kan iemand zijn arm en been terug bewegen op tafel net postoperatief.” Dr. Fransen: “Je moet een hoge turnover hebben om het te kunnen leren en we zijn relatief gezien een klein land. We doen nu ca. 800 procedures per jaar wat zeer veel is in vergelijking dr. De Beule (l) en dr. Fransen (r) 17 INTERVENTIONELE RADIOLOGIE Een interventioneel radioloog is handig om in je achterzak te hebben als het ergens bloedt. met andere ziekenhuizen. Ik denk dat we in België met ongeveer 25 interventioneel radiologen zijn, oude en nieuwe garde tesamen. We zijn dus een kleine groep met weinig lobbymogelijkheden. Maar we bieden goede kennis, goede ervaring en een goede kwalitatieve hulp voor andere artsen. En we proberen in de toekomst nóg beter te doen.” Dr. De Beule: “Een interventioneel radioloog is handig om in je achterzak te hebben als het ergens bloedt. We zijn 24u op 24u en 7 dagen op 7 bereikbaar, ook voor vragen of informatie. Hele moeilijke procedures doen we samen of overleggen we eerst.” Dr. Fransen: “Als je nog jong bent en nog niet zoveel ervaring hebt, is het fantastisch dat je kan overleggen met een collega. Niet enkel anatomie is belangrijk in angiografie, maar je moet ook weten wat je niet ziet. Bij een occlusie moet je weten dat er eigenlijk een bloedvat moet lopen. Radiologisch zie je dat niet, maar je moet weten dat het er zou moeten zitten. Ook de anastomoseleer over de verbindingen tussen de bloedvaten is erg belangrijk. Als je het ene bloedvat dichtmaakt kun je soms een ander bloedvat mee opofferen als je de anastomoseleer niet kent. Elk bloedvat telt. Je moet 18 bijvoorbeeld zeer goed weten welk bloedvat welke exacte hersengebieden bevloeien. Bij chirurgie neem je een stuk van de lever weg en hou je nog een stuk over, maar met endovasculair een bloedvat te sluiten kun je soms ongewild de gehele lever verwijderen.” Continu bijscholen is essentieel? Dr. Fransen: “Zowel op klinisch vlak als op therapeutisch en materieel vlak is er zo’n enorme evolutie dat we continu moeten bijscholen. Maar dat is ook net zeer interessant, het is hoogtechnologische geneeskunde. Wat ik 5 jaar geleden deed, doe ik nu niet meer of totaal anders. De GDC is volledig weg, standaard enkelvoudige coiling cerebraal wordt minder en minder gedaan. Het gamma van embolisatie is enorm uitgebreid geworden. Het is een erg belastende discipline? Dr. Fransen: “30 jaar lang ben ik permanent van wacht geweest. Ik speel al jaren golf, niet omdat ik dat goed kan maar na vier uur ben je wel ontspannen en dat is het enige doel. Het gebeurde vroeger wel eens dat ze mij van het golfterrein kwamen halen omdat ik naar het ziekenhuis moest. Gelukkig is er vorig jaar versterking ge- komen van Tom waardoor we nu alles 50/50 verdelen.” Dr. De Beule: “We zijn 1 op 2 van wacht maar dat hoort erbij. Voor een chirurg is het zeker niet anders. De beroertebehandeling maakt de wachtbelasting wel zwaar omdat je er binnen de 20 minuten moet zijn. Bij andere aandoeningen heb je iets meer ruimte, een aneurysma bv. kan vaak iets langer wachten. Het is meer het idee dat je nergens naartoe kan, maar dat is allemaal relatief. Je bent arts geworden om mensen te helpen. De voldoening is enorm en dat is het mooie. Vandaag hebben we een cerebraal aneurysma behandeld, een bloeding van de buik dichtgemaakt, een patiënt met vernauwingen aan de halsbloedvaten behandeld en nog twee cementeringen van wervels gedaan. Zo hebben we dagelijks een allegaartje van verschillende interventies waar we de patiënten toch goed mee kunnen helpen. Interventionele radiologie kan ook heel frusterend en soms ontgoochelend zijn als het een moeilijke procedure is of als er complicaties optreden. Dit vergt ook veel emotioneel en fysiek doorzettingsvermogen. Misschien moet ik ook maar leren golfen om te kunnen ontspannen, bij Rik heeft dit alvast goed geholpen.” NIEUWE ARTSEN Dr. Hans Van der Bracht, orthopedie Vanaf 1 januari 2016 verwelkomen wij dr. Hans Van der Bracht in de dienst orthopedie van het AZ Sint-Lucas. Dr. Van der Bracht specialiseerde in de orthopedie en traumatologie aan de Gentse universiteit. Nadien heeft hij zich verder gesubspecialiseerd in de behandeling van schouderletsels. Hiervoor volgde hij een fellowship bij dr. De Beer in Zuid-Afrika. De afgelopen jaren werkte dr. Van der Bracht reeds als orthopedisch chirurg in Antwerpen en behaalde hij de titel van doctor in de gezondheidswetenschappen aan de Gentse universiteit. Dr. Van der Bracht zal zich binnen de dienst toeleggen op de behandeling van schouderletsels en traumatologie. Naast de raadpleging in het AZ Sint-Lucas is er ook de mogelijkheid tot consultatie in de privépraktijk in Lokeren of in de polikliniek in Zelzate. Dr. Griet Brusselmans, pijnkliniek De pijnkliniek van het AZ Sint-Lucas wordt sinds 1 januari 2016 versterkt door dr. Griet Brusselmans. Dr. Brusselmans studeerde geneeskunde aan de Universiteit Gent, waar zij zich specialiseerde in anesthesiologie en intensieve zorg. Als adjunct-kliniekhoofd van de pijnkliniek van het UZ Gent deed zij ervaring op met verschillende interventionele technieken en werkte zij mee aan de ontwikkeling van een multidisciplinair revalidatietraject voor chronische pijnpatiënten. Dr. Peter Neyt, neus-,keel- en oorziekten Sinds 1 januari 2016 wordt de dienst neus-, keelen oorziekten, hoofd- en halschirurgie van het AZ Sint Lucas versterkt met dr. Peter Neyt. Dr. Neyt volgde zijn opleiding tot arts aan de universiteit van Kortrijk en Leuven. Zijn verdere specialisatie tot NKO arts gebeurde in Roeselare en in het universitair ziekenhuis van Leuven. Na zijn opleiding startte hij als voltijds NKO arts in het ziekenhuis van Moeskroen en bleef hij ook verder werkzaam als consulent op de dienst rhinologie en hoofd- en halspathologie van het UZ Leuven. Naast de algemene NKO pathologie gaan zijn voornaamste interesses dan ook voornamelijk uit naar deze twee subdisciplines. Dr. Carol Heughebaert, huidziekten Sinds januari 2016 versterkt dr. Carol Heughebaert de dienst huidziekten. Dr. Heughebaert studeerde geneeskunde en volgde haar opleiding tot dermatoloog aan de Vrije Universiteit Brussel en het Hopital Saint-Philibert in Lille. Nadat zij afstudeerde in 2008 deed zij een acne fellowship aan de State University in New York, waar zij een bijzondere belangstelling voor de behandeling van acne en behandeling van de donkere huid ontwikkelde. In juni 2012 heeft dr. Heughebaert haar opleiding tot Mohs chirurg afgerond in het Erasmus MC in Rotterdam en werkte zij tot eind 2015 in de Mohs Klinieken in Dordrecht en Amsterdam. 19 IN DE PRAKTIJK Gratis mammaire beeldvorming bij risicopatiënten N aast de bekende gratis screeningsmammografie is er vanaf 1 februari 2016 ook voor patiënten met een sterk verhoogd risico onder voorwaarden een gratis mammaire beeldvorming voorzien in de nomenclatuur, dus vrij van remgeld, en dit voor zowel mammografie, echografie als NMR. Voorgeschiedenis van borstcarcinoom of een life-time risk van minstens 30% zoals bij familiaal sterk verhoogd risico of een genetisch bewezen predispositie geven hierop recht. Er is geen leeftijdsbeperking. Ter motivatie dient door de behandelende geneesheer eenmalig een notificatieformulier te worden ingevuld, ondertekend en bezorgd aan de adviserende geneesheer. Hiervoor is een nieuw radiologisch aanvraagformulier beschikbaar, uitsluitend voor mammaire beeldvorming, met op de voorzijde het aangepaste klassieke aanvraagformulier en op de keerzijde het notificatieformulier. Eventuele bijkomende niet-borstonderzoeken dienen te worden aangevraagd op een standaard aanvraagformulier. ©thailoei92/Shutterstock.com Info Het aanvraagformulier mammaire beeldvorming vindt u terug onder http://www.azstlucas.be/zorgverleners/artsen/aanvraagformulieren. Het notificatieformulier is terug te vinden op http://www.etaamb.be/nl/overeenkomst-van-28-april-2014_n2015022557.html.