ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer Indien een stoornis in de vitale functie wordt waargenomen direct handelen (Treat as you go) A – AIRWAY AND C-SPINE (= vrije luchtweg - nekwervelkolom) Twee onderdelen: • vrijmaken van de luchtweg • immobiliseren nekwervelkolom bij ongevalsslachtoffers A – AIRWAY AND C-SPINE (= vrije luchtweg - nekwervelkolom) Kenmerken luchtweg Vrije, niet-bedreigde luchtweg: • Normaal kunnen spreken • Afwezigheid van bijgeluiden bij de ademhaling A – AIRWAY AND C-SPINE (= vrije luchtweg - nekwervelkolom) Kenmerken luchtweg 1 Tekenen van een bedreigde luchtweg: • • • • Verminderde mogelijkheid tot spreken/hoesten Heesheid Gierendgeluid bij inademen, rochelen of reutelen Afname luchtstroom bij de mond A – AIRWAY AND C-SPINE (= vrije luchtweg - nekwervelkolom) Kenmerken luchtweg 2 Tekenen van een bedreigde luchtweg: • • • • Paniek, angst, onrust Rood of paars aanlopen van het gelaat Moeite met ademen, benauwd gevoel Gebruik van hulpademhalingsspieren A – AIRWAY AND C-SPINE (= vrije luchtweg - nekwervelkolom) Uitvoering onderzoek Airway and C-Spine 1 • Benader het slachtoffer altijd in zijn gezichtsveld • Indien sprake van ongeval, voorkom bewegingen van hoofd/nek (stabilisatie) • Beoordeel of het slachtoffer normaal spreekt A – AIRWAY AND C-SPINE (= vrije luchtweg - nekwervelkolom) Uitvoering onderzoek Airway and C-Spine 2 • Kijk of er tekenen zijn van een bedreigde/belemmerde luchtweg • Kijk naar zwelling van het gezicht/de tong/mondkeelholte/hals • Kijk naar verwondingen en bloed rondom mond, neus, gezicht • Luister naar het geluid van de stem: helder of hees A – AIRWAY AND C-SPINE (= vrije luchtweg - nekwervelkolom) Uitvoering onderzoek Airway and C-Spine • Luister naar bijgeluiden bij de ademhaling (rochelen/gieren/snurken) • Vraag of het slachtoffer iets in de mond heeft en laat het eruit halen • Of laat het slachtoffer de mond openen en doe een mondinspectie • Open bij een bewusteloos slachtoffer de luchtweg A – AIRWAY AND C-SPINE (= vrije luchtweg - nekwervelkolom) Handelingen 1: • • • • Bij tekenen van luchtwegproblemen, bel 1-1-2 Bij tekenen van nekwervelletsel, bel 1-1-2 Immobiliseer hoofd/nek bij verdenking nekwervelletsel Verwijder losse voorwerpen uit de mond A – AIRWAY AND C-SPINE (= vrije luchtweg - nekwervelkolom) Handelingen 2: • • • • Voer (trauma) kinlift of trauma jaw-trust uit Voer bij braken de snelle kantelmethode uit Voer de stabiele zijligging uit Indien het slachtoffer een helm draagt, slechts verwijderen indien noodzakelijk B – BREATHING (= ademhaling) Tekenen zuurstoftekort/ademhalingsproblemen: • • • • • • • • • Blauwpaarse verkleuring van het gelaat, lippen en slijmvliezen Bleekheid, zweten Gebruik van hulpademhalingsspieren en buikademhaling Intrekken van de borstkas, tussen of onder de ribben Neusvleugelen Snelle en diepe ademhaling Zittende houding Onrust, agitatie Bewustzijnsdaling B – BREATHING (= ademhaling) Uitvoering onderzoek Breathing 1 • Controleer na het vrijmaken v.d. luchtweg of er spontane ademhaling is • Vraag of het slachtoffer benauwd/kortademig is of moeite kost • Kijk hoe het slachtoffer ademt, of hij goed kan ademen of uitgeput is • Kijk of er sprake is van blauwpaarse verkleuring lippen/slijmvliezen/gezicht • Kijk of het slachtoffer normale ademteugen neemt B – BREATHING (= ademhaling) Uitvoering onderzoek Breathing 2 • Luister of het slachtoffer normale volzinnen kan spreken of enkele woorden • Luister bij de mond naar bijgeluiden, rochelen/reutelen • Kijk naar de borstkas hoe deze beweegt tijdens de ademhaling • Kijk naar verwondingen of vervormingen van de borstkas • Tel de ademfrequentie B – BREATHING (= ademhaling) Handelingen: • • • • • Indien geen ademhaling, bel 1-1-2, reanimatie/AED Indien tekenen van ademhalingsproblemen, bel 1-1-2 Zet een aanspreekbaar benauwd slachtoffer rechtop/halfzittend, tenzij nek/rugwervelletsel Plak een doordringende of zuigende borstwond af Help het slachtoffer zo nodig met innemen medicijnen C – CIRCULATION AND BLEEDING CONTROL (= Circulatie en actieve bloedingen) Tekenen van circulatiestoornissen: • • • • • • • • Onrust, angst, agitatie, verwardheid Apathie, gedaald bewustzijn, bewusteloosheid Koude handen/armen, voeten/benen Blauwe verkleuring van de vingertoppen, tenen, lippen en neus Bleke klamme huid, zweten Verlengde capillary refill Snelle hartslag Snelle en diepe ademhaling, later traag en oppervlakkig C – CIRCULATION AND BLEEDING CONTROL (= Circulatie en actieve bloedingen) Tekenen van circulatiestilstand: • Bleek, grauw • Bewusteloos • Afwezige ademhaling of gaspen C – CIRCULATION AND BLEEDING CONTROL (= Circulatie en actieve bloedingen) Uitvoering onderzoek Circulation/Bleeding Control 1 • • • • Kijk naar tekenen van van uitwendig bloedverlies Kijk naar de kleur van de huid, voel temperatuur/vochtigheid Voel naar de temperatuur van de handen en voeten Kijk naar tekenen van circulatiestoornissen C – CIRCULATION AND BLEEDING CONTROL (= Circulatie en actieve bloedingen) Uitvoering onderzoek Circulation/Bleeding Control 2 • Vraag op het slachtoffer pijn op de borst heeft en uitstralingen • Ga na of het ongevalsmechanisme aanleiding kan geven tot inwendig bloedverlies • Kijk naar tekenen van inwendig bloedverlies, foetushouding/tekenen bekkenbreuk/ verwondingen/blauwe plekken C – CIRCULATION AND BLEEDING CONTROL (= Circulatie en actieve bloedingen) Handelingen: • Indien tekenen van circulatiestoornissen, bel 1-1-2 • Stelp uitwendig bloedverlies door druk op de wond • Bij shock, laat het slachtoffer liggen in de positie zoals hij wenst, voorkom onnodige bewegingen of verplaatsing • Zorg dat het slachtoffer niet verder afkoelt D - DISABILITY (= Stoornissen in het bewustzijn) Tekenen van bewustzijnsstoornissen: • • • • Het slachtoffer reageert niet op aanspreken/aanschudden Het slachtoffer reageert verward, geagiteerd Het slachtoffer is verminderd aanspreekbaar Het slachtoffer heeft mogelijk verwondingen aan het hoofd D - DISABILITY (= Stoornissen in het bewustzijn) Uitvoering onderzoek 1: • Beoordeel nogmaals of slachtoffer goed aanspreekbaar is • Controleer het slachtoffer met de APVU methode • Indien het slachtoffer niet aanspreekbaar is, controleer opnieuw of er stoornissen zijn in A-B-C • Controleer of het slachtoffer adequaat reageert op jouw vragen D - DISABILITY (= Stoornissen in het bewustzijn) Uitvoering onderzoek 2: • Vraag of hij weet wat er gebeurt is, waar hij is en welke dag • Ga na of het ongevalmechanisme aanleiding is tot hoofd/hersen/wervelletsel • Kijk of de pupillen even groot zijn of dat er sprake is van pupilverschil D - DISABILITY (= Stoornissen in het bewustzijn) Uitvoering onderzoek 3: • Kijk naar bloedingen aan het hoofd en gezicht • Bloed of vocht uit neus of oren • Blauwe verkleuring achter het oor of rondom de ogen • Voer de FAST-test uit • Kijk of het slachtofferarmen en benen normaal kan bewegen • Vraag of hij bekend is met suikerziekte/epilepsie • Kijk of er sprake is van vergiftiging D - DISABILITY (= Stoornissen in het bewustzijn) AVPU METHODE: A – Alert Het slachtoffer is aanspreekbaar, alert en reageert adequaat op zijn omgeving V – Verbal Het slachtoffer reageert op aanspreken, door de ogen te openen, terug te praten, te bewegen of te kreunen P – Pain Het slachtoffer reageert op schudden door te kreunen of te bewegen U – Unresponsive Het slachtoffer reageert niet op aanspreken/schudden D - DISABILITY (= Stoornissen in het bewustzijn) Handelingen: • Indien er tekenen zijn van bewustzijnsstoornissen, bel 1-1-2 • Bij bewusteloosheid, maak luchtweg vrij en controleer de ademhaling • Bij suikerziekte geeft het slachtoffer eventueel suiker en iets te eten • Help het slachtoffer zo nodig met het innemen van medicijnen E – EXPOSURE AND ENVIRONMENT (= Lichaamstemperatuur slachtoffer) Herkennen van afwijkingen: • In de Exposure wordt de lichaamstemperatuur van het slachtoffer beoordeeld en tegen verder afkoeling beschermd • Daarnaast zoekt men naar oorzaken van de onwel wording en naar de aanwezigheid van andere letsels E – EXPOSURE AND ENVIRONMENT (= Lichaamstemperatuur slachtoffer) Uitvoering onderzoek: • Vraag of het slachtoffer het koud of warm heeft • Voel naar de temperatuur van het slachtoffer • Kijk naar tekenen van onderkoeling, zoals rillen/klappertanden/bleekheid • Kijk of er tekenen zijn van oververhitting • Kijk of er afwijkingen zijn aan de huid, vlekjes/blauwe plekken/verwondingen • Kijk of er sprake is van urine verlies E – EXPOSURE AND ENVIRONMENT (= Lichaamstemperatuur slachtoffer) Handelen: • Indien tekenen van matige/ernstige onderkoeling/ernstige oververhitting, bel 1-1-2 • Bescherm het slachtoffer tegen afkoeling • Indien er sprake is van oververhitting, start dan met koelen • Verwijder natte kleding niet bij matige/ernstige onderkoeling • Zorg voor voldoen de privacy • Behandel eventueel kleine letsels mits geen stoornissen in A-B-C-D Praktische vaardigheden in circuit : • Benaderen slachtoffer/buikrug draaien, stabiele zijligging • Verslikking volwassene/baby • Test Ziektebeelden • Test benaderingsschema bewusteloosheid