Bijlage 3 - Memorie van antwoord

Bijlage 3
HERZIEN
MEMORIE VAN ANTWOORD
OP ZIENSWIJZE OP
HET ONTWERP-PEILBESLUIT VEEN- EN BINKHORSTPOLDER
De behandeling van de zienswijze die het Hoogheemraadschap van Delfland heeft
ontvangen op het ontwerppeilbesluit voor Veen- en Binkhorstpolder is als volgt:
Indiener zienswijze
Vereniging van Eigenaren Louis Couperusstraat 43/54, Louis Couperusstraat 47, 2274 XS
te Voorburg.
Ontvankelijkheid
De zienswijze is binnen de daarvoor gestelde termijn ingediend en is daarom
ontvankelijk.
Samenvatting zienswijze
De zienswijze heeft betrekking op peilgebied I van de peilenkaart behorende bij het
ontwerppeilbesluit Veen- en Binkhorstpolder.
Het eerste probleem volgens de Vereniging van Eigenaren is dat het waterpeil te hoog is.
Volgens de vereniging heeft dit tot gevolg dat de funderingen van hun gebouwen te ver
onder water staan.
Het tweede probleem volgens de Vereniging van Eigenaren is dat te grote peilstijgingen
kunnen optreden doordat het waterhuishouding van de Veen- en Binkhorstpolder tekort
schiet.
Op 8 oktober 2007 heeft De Vereniging van Eigenaren een brief in het kader van
waterplan Leidschendam-Voorburg ontvangen met een aanbod om voorzieningen te
treffen tegen inundatie. Volgens de vereniging bieden deze voorzieningen geen oplossing
voor het eerste probleem en zijn ook niet toereikend voor het oplossen van het tweede
probleem. De Vereniging van Eigenaren wil graag dat er een aanbod komt met
verdergaande maatregelen en stelt voor om hierover nader te overleggen.
Antwoord Hoogheemraadschap van Delfland
Bij het peilenvoorstel is een afweging gemaakt voor een goede drooglegging voor de functies
in dit gebied. Het peilgebied I heeft voor de functie “stedelijk bebouwd gebied” thans een
grote gemiddelde drooglegging. Dat heeft zijn oorzaak in de integrale ophogingen bij de
ontwikkeling van dit stadsdeel in de jaren ‘60.
Het peilgebied I kent enkele lage delen waaronder de locatie met 4 flatgebouwen aan de Louis
Couperusstraat. Verkleining van de grote drooglegging door peilverhoging (wat zou passen in
de tegenwoordige inzichten) is op voorhand niet overwogen omdat dit problemen kan
opleveren of vergroten in enkele lage delen in dit peilvak.
Wel is peilverlaging overwogen ten gunste van de laaggelegen locaties. Per lage plek is
onderzocht of er een nieuw peilgebied met lager peil gecreëerd moet worden. Voor de locatie
van de Louis Couperusstraat is echter na onderzoek gebleken dat deze locatie bij het
voorgestelde peil ook voldoende kan afwateren. Bovendien is peilverlaging hier ongewenst
omdat:
- de nu al grote gemiddelde drooglegging van het peilgebied nog groter zal worden. Om
deze reden is ook de geschatte gebouwdaling niet verrekend;
Bijlage 3
-
HERZIEN
door de grote variatie in funderingstypen van de intensieve bebouwing is er risico op
schade aan zakkingsgevoelige bebouwing;
de structuur van de waterhuishouding verder versnipperd zal worden. Dit is ongewenst
uit oogpunt van beheer (extra stuwconstructie) en positie (de singel langs de Louis
Couperusstraat heeft een belangrijke afvoerfunctie naar het nabijgelegen
poldergemaal).
Ook is geconstateerd dat grondwateroverlast kan optreden. Dit probleem staat echter niet
noemenswaardig in relatie tot het oppervlaktewater. Bestrijding van de hoge grondwaterstand
door een (beperkte) verlaging van het polderpeil is in deze situatie een ineffectieve
maatregel.
Tot slot staat bestrijding van de wateroverlast door peilstijgingen (bij de maatgevende bui
voor stedelijk gebied) los van dit peilbesluit. Het peilbesluit is namelijk een besluit over het
reguliere waterpeil. Er wordt overleg gevoerd met de adressant in het kader van het
Waterplan Leidschendam-Voorburg over de bestrijding van wateroverlast, waaronder
mogelijke inundaties. De in de zienswijze genoemde keerklep en bypass van de dakafvoer zijn
maatregelen die in het kader van het Waterplan zijn genomen.
Conclusie
Het peilenvoorstel wordt ongewijzigd gehandhaafd op het peil van het vorige peilbesluit,
bijgesteld met de NAP-correctie.