vele tinten, maar geen grijs

advertisement
VELE TINTEN,
MAAR GEEN GRIJS
Utrecht, juni 2013
Kiwa Carity
Wij zijn Kiwa Carity, een veertigtal experts, adviseurs en onderzoekers die vanuit eigen kennis
en kunde als één team werken aan verbetering van de zorg.
We zorgen graag samen met u dat het u beter gaat, dan gaat het ook goed met ons. Wij worden gedreven door de zorg en willen laten zien dat het anders kan. Met een kritische blik naar
de markt, naar onze klanten, maar vooral naar onszelf blijven wij zoeken naar verbeteringen.
Dit doen we altijd in dialoog met u. Met een breed palet aan dienstverlening en een praktische
no-nonsense aanpak kunnen we de zorg op veel vraagstukken ondersteunen. Co-creatie met de
klant maakt die bijdrage aan de zorg alleen maar groter. Wij denken dan ook niet alleen met u
mee, maar willen ook van u leren. Als uw partner met onze integrale aanpak de zorg versterken
op alle fronten, dat is onze drijfveer. Voor nu, én voor de toekomst.
Kiwa Carity, de nieuwe naam van Kiwa Prismant en fluent Zorgadvies
Uitgever
Kiwa Carity BV
©, Utrecht, mei 2013. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch,
door fotokopieën, opnamen of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de Kiwa Carity BV.
Publicatie van cijfers en/of tekst uit dit werk als toelichting of ondersteuning bij wetenschappelijke artikelen,
boeken of scripties, is toegestaan mits daarbij geen sprake is van commerciële doeleinden en voor zover
de bron duidelijk wordt vermeld.
2
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
3.1
3.2
3.3
3.4
4.
4.1
4.2
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.4
5.
5.1
5.2
5.2.1
5.2.2
5.2.3
5.2.4
5.2.5
5.2.6
6.
7.
Voorwoord
Samenvatting
De cliënt en zorgverlener in 2025
Volgens de theorie: de cliënt en zorgverlener in 2025
Het aantal zorgvragers in 2013 en in 2025
In de praktijk: de zorgvrager in 2025
In de praktijk: de zorgverlener in 2025
Het stelsel van Ouderenzorg in 2025
Afstemming van zorgvraag en zorgaanbod
De Verzorgingsstaat in 2025
Een schets van het stelsel ouderenzorg in 2025
De intermurale route
De VODO-route
De intramurale zorg
Bekostiging van de ouderenzorg in 2025
Wie speelt welke rol in het landschap van de ouderenzorg 2025?
Kort en bondig: het ouderenzorglandschap in 2025
De spelers in ouderenzorglandschap in 2025
Cliënt
Zorgaanbieder
Zorgverzekeraar
Centrale Overheid/Ministerie van VWS
Gemeenten
Financiers
Onze oproep: samen verder
Tot slot
4
8
9
9
16
20
25
27
27
28
29
30
34
35
35
37
37
38
38
39
40
40
41
41
42
43
3
1. Voorwoord
Vele tinten, maar geen grijs.
Dank voor uw interesse in dit rapport. Dit betekent ongetwijfeld dat u in welke vorm dan ook
een belanghebbende zult zijn, betrokken bij de langdurige zorg in 2025. Dit kan zijn als zorgaanbieder of beleidsmaker of wellicht als cliënt of betrokken familielid.
De sector staat voor een grote transitie-opdracht op langere termijn, niet alleen vanuit de bezuinigingen door de overheid op het collectief bekostigde deel van de ouderenzorg, maar vooral
vanuit de sterk veranderende behoefte van de toekomstige cliënt. De bezuinigingen zijn hierin
een katalysator op korte termijn, maar tevens een voorbode van een verschuivend zorgveld
vanuit een andere driver, namelijk de cliëntbehoefte.
Als zorgaanbieder of beleidsmaker wordt uw agenda op dit moment uiteraard bepaald door de
korte termijn uitdagingen, maar we willen u met dit document ook verleiden om eens te kijken
naar de langere termijn. Niet om te zeggen hoe de werkelijkheid er in 2025 uit zal zien, maar om
een denkkader en bouwstenen aan te reiken om een discussie te kunnen voeren over hoe het
zou kunnen zijn.
Vaak wordt gekeken naar alles wat niet goed gaat in de zorg, en naar de beperkingen die er
liggen in de toekomst. Volgens ons levert de toekomst ook veel kansen en mogelijkheden op,
om goede doeltreffende zorg te leveren. Daar gaat het om! Doeltreffend wil zeggen: zowel
rekening houden met de wensen en behoeftes van de cliënt als met de betaalbaarheid. Als we
met elkaar hierin kunnen slagen dan maken we echt meters.
Wij pretenderen absoluut niet, dat we dit allemaal weten en kunnen, maar willen wel graag als
partner in de zorg met dit document een voorzet geven als input voor een bredere discussie om
de ouderenzorg in 2025 vorm te kunnen geven.
4
Op papier lijkt alles simpel maar het is niet eenvoudig om dit soort concepten te realiseren.
Dat besef is er uiteraard ook bij ons.
Waarom dit denkkader?
Als Kiwa Carity willen we graag bijdragen aan een denkkader aan de hand waarvan we met
elkaar als betrokken partijen kunnen discussiëren.
We pretenderen niet om de wijsheid in pacht te hebben, maar willen vooral een mogelijke
schets geven van het speelveld dat op ons afkomt en welke uitdagingen en behoeftes daarmee gepaard gaan. We willen graag de discussie op gang brengen en mogelijk de stip op de
horizon mee vormgeven. Want zonder een doel met een perspectief, komen we ons inziens
niet tot een goede transitie en een doeltreffende, passende ouderenzorg in 2025.
Daarnaast vormen de babyboomers nu nog deels de beroepsbevolking, dus is het ook goed
om met deze generatie eens na te denken, hoe we het later zouden willen hebben.
Waarom vanaf 2025?
Regeren is vooruitzien. Om de huidige ouderenzorg op een verantwoorde manier om te vormen is het van belang om de stip op de horizon goed te plaatsen. Dit ook om investeringen
in de toekomst van de zorg op een goede en gestructureerde manier te laten plaatsvinden
en te voorkomen dat er vormen van kapitaalvernietiging gaan optreden. Wat ons betreft zijn
de veranderingen in de Ouderenzorg een groeiproces en een beweging, die we met elkaar
op een verantwoorde manier moeten vormgeven.
Over Kiwa Carity
Kiwa Carity wil graag een partner zijn die samen met u kijkt naar de toekomst van de ouderenzorg. Hierin past ook dat we vergezichten zoals deze publiceren. Dit om onze kennis,
kunde ervaring en inzichten met u te delen, om u maar ook ons verder te helpen.
We werken binnen Kiwa Carity vanuit het Golden Circle principe van Sinek.
De Golden Circle is een denkmodel dat door Simon Sinek is ontwikkeld. Dit model is opgezet dat we vanuit het ‘Waarom’ werken naar het ‘Wat’.
5
Op de vraag aan bedrijven waarom hun klanten eigenlijk hun klanten zijn, antwoorden de meeste bedrijven dat ze geweldige producten of diensten bieden die goed geprijsd zijn en van goede
kwaliteit zijn. Volgens Sinek is dit het bewijs dat ze geen idee hebben waarom hun klanten hun
klanten zijn. Kiwa Carity benadert de zorg veel meer volgens de waarom-vraag. Dit principe
lichten we hieronder toe aan de hand van de Golden Circle.
De Golden Circle bestaat uit drie cirkels. De kern is why, daarna volgt how en de buitenste cirkel
vertegenwoordigt what. De meeste dienstverleners (maar wellicht ook zorgaanbieders) beginnen
met de buitenste ring (‘what’) en werken vervolgens naar binnen (‘how’ en ‘why’). Kiwa Carity
begint bij de kern: ‘why’. Hieronder volgt een korte uitleg van wat elke cirkel inhoudt.
• What: dit zijn de producten of diensten die we leveren: in ons geval zijn dit Onderzoek, Informatie
ontsluiting, metingen en advies op het gebied van kwaliteit, bedrijfsvoering, markt en professioneel perspectief in de zorg.
• How: uitleg van bedrijven hoe ze doen wat ze doen. ‘How’ is bij ons als meedenkende partner
confronteren, sparren, inspireren , innoveren en oplossingen realiseren.
• Why: dit gaat niet over het maken van winst, maar om wat wij geloven, om wat ons drijft.
Dit is bij ons de ‘drive’ om een bijdrage leveren aan de continuïteit en de verbetering van de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg in Nederland.
Als Kiwa Carity werken we van binnen naar buiten in dit model en vragen ons continu af hoe we
aan onze ‘why’ kunnen voldoen.
6
Figuur 1: Kiwa Carity als “partner for progress”
What
How
onderzoek, informatie,
ontsluiting, metingen en
advies op het gebied van
kwaliteit, bedrijfsvoering,
markt en professioneel
perspectief in de zorg
Why
Een bijdrage leveren aan de
continuiteit en de verbetering van
de toegankelijkheid en kwaliteit
van de zorg in Nederland
Als meedenkend partner
confronteren, sparren,
inspireren, innoveren en
oplossingen realiseren
7
2. Samenvatting
Met de verschijning van dit rapport ‘Vele tinten, maar geen grijs’, geeft Kiwa Carity een voorzet voor discussie over de toekomst van de ouderenzorg. In dit rapport schetsen we op basis
van onderzoek in de VVT-sector een beeld hoe de babyboomgeneratie straks zal omgaan met
langdurige zorg. Deze generatie is goed geïnformeerd, en weet dus dat het kabinet de langdurige zorg de komende jaren sterk gaat versoberen. Deze voorgenomen verandering – de facto
een vergaande versobering – sluit niet aan bij de wensen van de babyboomer. Die is ontzuild,
staat er financieel goed voor, heeft een eigen mening en wil niets voorgeschreven krijgen.
Dus als het sociale stelsel voor de langdurige zorg soberder wordt, dan neemt de babyboomer
daarmee geen genoegen. Die regelt zijn langdurige zorg dan liever zelf. Dit zal zich vertalen in
arrangementen voor senioren met gerichte interesses (zoals Ajax-fans, natuurliefhebbers of
vegetariërs) of senioren die zelf in het commerciële circuit de zorg en ondersteuning gaan inkopen die precies aan hun eigen wensen voldoet.
Zorgaanbieders in de VVT-sector kunnen op deze ontwikkeling inspelen door gerichte arrangementen te ontwikkelen voor deze groepen. Natuurlijk moeten ze dan wel eerst via buurtgebonden onderzoek in kaart brengen welke groepen het zijn die ze kunnen bedienen. Ook werkgevers kunnen op de ontwikkeling inspelen, door met de pensioenfondsen afspraken te maken
over de ontwikkeling van specifieke zorgarrangementen en de opzet van bijvoorbeeld seniorendorpen. Voor de mensen die niet de financiële ruimte hebben om zelf hun zaken te regelen zal
een door de overheid gestuurd vangnet blijven bestaan. Maar voor wie wel draagkrachtig is, is
het motto voor de toekomst: ‘Wie betaalt, die bepaalt’.
Het rapport ‘Vele tinten, maar geen grijs’ is met nadruk geen eindstudie, maar een beschrijving
van mogelijke scenario’s en een uitnodiging tot verdere discussie.
8
3. De cliënt en zorgverlener in
2025
In dit hoofdstuk beschrijven we een aantal mogelijke ontwikkelrichtingen voor de ouderenzorg in Nederland van 2025. In 2025 zal een deel van de babyboomgeneratie de leeftijd
bereiken van de overgang van vitale naar hulpbehoevende ouderen. De ‘YOLO (you only live
once)-generatie’ zal dan een groot deel van de beroepsbevolking gaan vormen.
De combinatie van deze twee generaties in de verzorgende en zorgbehoeftige rol geeft een
bijzondere combinatie die wat ons betreft een mentale overgang van de zorgconcepten teweeg gaat brengen.
3.1 Volgens de theorie: de cliënt en zorgverlener in 2025
Om de cliënt en zorgverlener van 2025 te typeren gebruiken we de generatie-indeling van
Becker en de zogenaamde ‘Mentality-milieus’ van onderzoeksbureau Motivaction. Dit onderzoeksbureau heeft in samenwerking met Kiwa Carity een toekomststudie verricht naar de
‘Zorgmedewerker in 2025’. We hebben in deze studies de Mentality-milieus en de indeling
in zogenaamde Becker-generaties, toegepast op de zorgsector.
De generatiesocioloog Henk Becker1 onderscheidt de volgende generaties:
1 Onder meer gebaseerd op het boek ‘Generaties en hun kansen’ (1992) van Becker
9
Tabel 1
10
Typering ‘Becker-generaties’
Generatie
Kenmerken
Vooroorlogse Generatie
(Geboortejaren 1910 – 1930)
Deze mensen hebben de Tweede Wereldoorlog meegemaakt in een periode in hun levensloop waarin zij
als jonge volwassenen bewust gevaar liepen.
Stille generatie (Geboortejaren
1931 – 1940)
Deze mensen hebben de Tweede Wereldoorlog als
kind meegemaakt.
Protest Generatie
Geboortejaren 1941 – 1955)
Deze mensen hebben hun jonge jaren tijdens de
babyboom doorgebracht en zijn onder meer in een
overvol onderwijssysteem opgegroeid. Tijdens hun
formatieve periode zijn daar de indrukken van de
culturele revolutie aan toegevoegd.
Verloren Generatie
(Geboortejaren 1956 – 1970)
Op het moment dat deze mensen op de arbeidsmarkt
kwamen hadden zij een grote kans op werkloosheid.
Pragmatische Generatie
(Geboortejaren 1971 – 1980)
In de jaren ‘90 kende deze generatie voorspoed en
heeft materialisme zich gemakkelijk kunnen ontwikkelen.
Generatie Y
(Geboortejaren
1981 -)
Vorming door huidige samenleving: nieuwe media,
multiculturele samenleving, globalisering.
Typering
Vooral traditionele burgers
Grote oververtegenwoordiging van traditionele burgers
Aandeel moderne burgers toegenomen
Grote oververtegenwoordiging van postmaterialisten; ook van traditionele
burgers en in iets minder mate nieuwe conservatieven.
Traditionele en moderne burgers zijn nog steeds grootste milieus, maar nu
even groot geworden.
Diffuus, kenmerkende oververtegenwoordiging van postmoderne hedonisten en postmaterialisten aan de ene kant. Aan de andere kant ook een
oververtegenwoordiging van nieuwe conservatieven en moderne burgerij.
Moderne en traditionele burgers vormen nog steeds de grootste milieus.
Kosmopolieten, opwaarts mobielen en gemaksgeoriënteerden zijn oververtegenwoordigd. Moderne burger is ook hier het grootste milieu.
Kosmopolieten, opwaarts mobielen en gemaksgeoriënteerden zijn oververtegenwoordigd. Opwaarts mobielen vormen grootste milieu.
Bron: Mentality-database, Motivaction
1997-2008
11
Het zichtbaar maken van de belevingswereld van de (beroeps)bevolking en de zorgverlener
in een complexe en snel veranderende samenleving, kunnen we ook doen op basis van
het Mentality-model2. Dit is een onderzoeksmodel van Motivaction dat mensen groepeert
naar hun levensinstelling en hun persoonlijke waarden. De waardenpatronen van elk milieu
komen tot uiting in concreet gedrag, bijvoorbeeld de rol die werk inneemt en hoe mensen
aankijken tegen de zorgsector. Uit het Mentality-onderzoek blijkt dat de Nederlandse samenleving bestaat uit acht sociale milieus:
• traditionele burgerij (16%): de moralistische, plichtsgetrouwe en op de status-quo gerichte
burgerij die vasthoudt aan tradities en materiële bezittingen;
• moderne burgerij (22%): de conformistische, statusgevoelige burgerij die het evenwicht
zoekt tussen traditie en moderne waarden als consumeren en genieten;
• gemaksgeoriënteerden (10%): de impulsieve en passieve consument die in de eerste
plaats streeft naar een onbezorgd, plezierig en comfortabel leven;
• opwaarts mobielen (13%): de carrièregerichte individualisten met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning;
• nieuwe conservatieven (8%): de liberaal-conservatieve maatschappelijke bovenlaag die alle
ruimte wil geven aan technologische ontwikkeling, maar zich verzet tegen sociale en culturele vernieuwing;
• kosmopolieten (10%): de open en kritische wereldburgers die postmoderne waarden als
ontplooien en beleven integreren met moderne waarden als maatschappelijk succes, materialisme en genieten;
• postmaterialisten (10%): de maatschappijkritische idealisten die zichzelf willen ontplooien,
zich verzetten tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu;
• postmoderne hedonisten (11%): de pioniers van de beleveniscultuur, waarin experiment
en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn geworden.
2 Het Mentality-model is op eigen initiatief ontwikkeld door ondezoeksbureau Motivaction. In de afgelopen
jaren is het Mentality aangetoond dat het mogelijk is een constitente en praktisch bruikbare segmentatie te
maken van de Nederlandse bevolking op basis van sosialen milieus die een levens houding en waardenoriëntatie delen.
12
Als centrale aanname wordt gesteld dat het waardenpatroon van mensen over de jaren heen
stabiel blijft. In iedere generatie zijn de Mentality-milieus vertegenwoordigd, maar over generaties heen verandert de relatieve omvang van die milieus.
Er zijn potentieel spanningen te verwachten tussen de verschillende generaties die in 2025
in de gezondheidszorg aanwezig zullen zijn (in de hoedanigheid als zorgvrager én zorgverlener). Jongere generaties hebben over het algemeen andere waardenoriëntaties dan oudere.
13
Figuur 2
Verdeling Mentality-milieus binnen de Becker-generaties
Verdeling Mentality milieus Becker generaties in NL bevolking
gemaksgeoriënteerden
postmoderne hedonisten
opbouw Mentality Milieus
kosmopolieten
traditionele burgerij
nieuwe conservatieven
postmaterialisten
opwaarts mobielen
moderne burgerij
A
B
C
D
Becker generaties
E
F
A
B
C
D
E
F
vooroorlogse generatie
stille generatie
protest generatie
verloren generatie
pragmatische generatie
generatie Y
Bron: Mentality-database, Motivaction 1997-2008.
In bovenstaande figuur staan de verdelingen naar Mentality-milieu per generatie weergegeven. Hierin zijn de volgende verschuivingen in waardenoriëntaties zichtbaar:
• Afname aandeel traditionele burgers.
• Vanaf de stille generatie bestaat ongeveer een kwart van de bevolking uit moderne burgers.
Er is een afname van dit milieu bij generatie Y.
• De postmoderne hedonist doet zijn intrede bij de protestgeneratie en is stabiel vanaf de verloren generatie.
14
• Over de generaties heen is een toename te zien van de gemaksgeoriënteerden.
• De kosmopolieten zijn qua omvang een redelijk stabiele groep met een kleine toename in de
laatste twee generaties.
• Er is sprake van een afname van het aandeel nieuwe conservatieven vanaf de verloren generatie.
• De opwaarts mobielen hebben een beperkte omvang binnen de protestgeneratie en tonen
een grote stijging binnen generatie Y.
Wat betekent de bovenstaande typering voor het samenspel tussen cliënt en zorgverleners?
En wat betekent het voor de organisatie-inrichting en cultuur van het werken binnen een
zorgorganisatie?
15
3.2 Het aantal zorgvragers in 2013 en in 2025
Om te kunnen bepalen hoe de ouderenzorg er in 2025 uitziet, tonen we eerst de bevolkingsprognose voor de ouderen in de periode 2013 – 2025. Deze is gebaseerd op de cijfers van
het CBS.
Binnen deze drie cohorten (70+, 80+ en 90+) maakt een toenemend deel van de ouderen
gebruik van de ouderenzorg.
Figuur 3 Prognose Bevolkingsgroei
Omvang leeftijdsgroepen
3.000.000
2.500.000
2.000.000
70+
1.500.000
80+
1.000.000
90+
500.000
16
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
0
We praten over majeure ontwikkelingen. Tussen nu en 2025 zal de Nederlandse bevolking groeien van 16,8 naar 17,5 miljoen. Het aantal 75+ers zal toenemen van 1,2 miljoen
naar 1,8 miljoen. Het aandeel in de bevolking van deze groep zal stijgen van 7,3% naar
10,4%. Van die 1,8 miljoen 75+ers zullen in 2025 naar schatting ruim 830.000 gebruik
maken van een of andere vorm van ouderenzorg. Uitgaande van demografische ramingen en een gelijkblijvende relatieve zorgvraag komen wij tot de volgende schattingen:
Thuiszorg (inclusief ZZP1-2)
Intermurale zorg (ZZP3-5)
Intramuraal (ZZP6-7)
Specialistisch (ZZP 8 en 10)
645.000
130.000
51.000
5.000
Omdat het aantal 15-70-jarigen in dezelfde periode licht afneemt, zal de verhouding
tussen de groep 15-70-jarigen en de groep 75+ers afnemen van 1 op 10 naar 1 op 6,5.
Die ontwikkeling stelt grenzen aan de mogelijkheden om op nog grotere schaal dan nu
al gebeurt, gebruik te maken van mantelzorg. Eens te meer een argument voor een toekomst die gebaseerd is op het uitgangspunt “Voor ouderen door ouderen”. In hoofdstuk
4 lichten we dit uitgangspunt verder toe.
17
Inkomensdecielen (huishoudinkomen)
6.000
5.000
4.000
mannen
vrouwen
3.000
2.000
1.000
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Figuur 4 Het gebruik van ouderzorg per inkomensdeciel
Het gebruik van de ouderenzorg is sterk gekoppeld aan inkomen en geslacht. Bovenstaande grafiek3 laat zien dat de lagere inkomensdecielen substantieel meer gebruik maken van
ouderenzorg dan de hogere inkomensdecielen. Vanaf inkomensdeciel 4 maken mannen
ongeveer 50% minder gebruik van de ouderenzorg dan mannen uit de eerste 3 inkomensdecielen. Vrouwen maken gemiddeld bijna 2 maal zo veel gebruik van de ouderenzorg dan
mannen.
3 Bron: CPB 2013
18
Ook hier geldt dat de eerste 3 à 4 decielen tot ruim 2 maal zoveel gebruik maken van de
ouderenzorg dan de hogere inkomensdecielen.
Hiervoor worden twee verklaringen gegeven: De sociaal economische status is van invloed
op de gemiddelde gezondheidstoestand en dus op de zorgbehoefte.
Daarnaast zijn de eigen bijdragen aan ouderenzorg inkomens- (en deels vermogens-)afhankelijk.
Ouderen met hoge inkomens zullen vaker zorg particulier organiseren (en deze zorg is niet
zichtbaar in nevenstaande grafiek).
19
3.3 In de praktijk: de zorgvrager in 2025
In 2025 zijn vooral de babyboomers (de ‘protestgeneratie’ volgens Becker) de generatie
die de ‘ouderen’ van Nederland zullen zijn. Babyboomers kenmerken zich ten opzichte van
eerdere generaties op een aantal onderscheidende karakteristieken. We beschrijven deze
hieronder.
Ontzuiling
De babyboomgeneratie is de generatie van de ontzuiling. Aspecten als geloof of kerkelijke
afkomst spelen in deze generatie een kleinere rol dan in voorgaande generaties. De individuele mening is gaan prevaleren boven een dogmatische leer vanuit een geloof.
Sociale verschillen
In deze generatie komen ook veel meer sociale verschillen voor dan in voorgaande generaties. Enerzijds is dit de generatie die huizen is gaan kopen, en daarmee huizenbezit heeft
opgebouwd. Daarmee zien we in de babyboomgeneratie een aspect van bezit naar voren
komen, dat nog minder bekend was in de voorgaande generaties. Anderzijds zal in 2025 ook
een groot deel van de eerste generatie gastarbeiders zorgbehoevend worden. Deze groep
kenmerkt zich weer door een minder kapitaalkrachtig profiel.
Inkomen
Het gemiddelde gestandaardiseerde huishoudinkomen van 65+ers is in de afgelopen 20 jaar
(in constante prijzen) met 25% toegenomen. Deze inkomensstijging is vooral toe te schrijven
aan de ontwikkeling van het aanvullend pensioen. Het percentage personen met een aanvullend pensioen is gestegen van 58% in 1990 naar 73% in 2010. Het gemiddelde aanvullend
pensioen bedroeg in 1990 minder dan de helft van de AOW, in 2010 is het gemiddeld aanvullend pensioen bijna gelijk aan de AOW. Opvallend is dat het aandeel inkomen uit vermogen is
gedaald, ondanks dat het gemiddelde vermogen sterk is gestegen. Dat hangt samen met de
lage rentevoet in 2010 (3,0% tegenover 8,9% in 1990).
20
Figuur 5 Opbouw vermogen per huishouden naar leeftijd van kostwinner 2011
350
300
250
200
150
100
50
0
-50
35-40
40-45
overwaarde huis
45-50
50-55
fin. bezittingen
55-60
60-65 65-70
ov. bezittingen
70-75 > 75 jr
ov. schulden
vermogen
21
De verwachting is dat het inkomen van de 65+ers in 2025 verder zal toenemen, vanwege
het grotere aandeel mensen met een aanvullend pensioen, hogere pensioenen, hogere inkomens uit vermogen (hogere rentestand en hoger eigen vermogen) en hoger inkomen uit
arbeid.
Vrije tijd en hobby’s
In het werkend leven zijn de ouderen van 2025 zich ook gaan ontplooien op het gebied van
vrije tijd, en heeft ook de ’work-life balance’ een verschuiving gekregen. De vakanties naar
verre landen, de organisatie van hobby’s en vrije tijdsbesteding spelen een grotere rol in
deze generatie dan in voorgaande generaties.
Mening en keuzevrijheid
De houding tegenover het gezag en de vrijheid van meningsuiting zijn ook kenmerken die
de ouderen van 2025 onderscheiden van de ouderen van nu. Mensen zijn gewend aan keuzevrijheid en service, willen dat hun mening gehoord wordt, én dat er naar geluisterd wordt.
Deze generatie is minder volgzaam naar gezag dan voorgaande generaties.
Sociale rechten naast plichten
De mening van de babyboomgeneratie is dat deze mensen veel rechten hebben vanuit de
verzorgingsstaat. Tijdens hun werkzame leven hebben ze de opbouw van het sociale stelsel
meegemaakt en de opbouw en uitbouw van de AWBZ en verregaande verzorgingsconcepten.
In de tweede helft van de twintigste eeuw is veel ouderenzorg opgebouwd, met enige luxe
varianten eronder. In deze periode zijn ook meer individuele vormen van ouderenzorg geïntroduceerd zoals aanleunwoningen en vormen waarbij thuiszorg/domotica worden ingezet.
Tijdens het werkzame leven van de babyboomgeneratie is het sociale stelsel van Nederland
opgebouwd en is in een context van hoogconjunctuur een groot sociaal zorgnetwerk ontstaan, waarin ook keuzevrijheid (denk bijvoorbeeld aan de invoering van PGB’s) een belangrijke rol heeft gespeeld. Naast de plichten van opbouw en instandhouding van het sociale
stelsel, maakt deze generatie nu aanspraak op haar rechten in het stelsel.
22
Tabel 2 Verschuiving aandeel in inkomen 1990-2010
1990
2010
arbeid/winst
6
6
bijstand
1
1
aow
51
45
aanv pensioen
25
39
vermogen
14
7
overig
2
2
Andere sociale cohesie
Het verwachtingspatroon ten aanzien van de rol van de verzorgingsstaat is anders dan bij de
huidige generatie ouderen. Waar voorgaande generaties zich nog lieten leiden door de door
de overheid aangeboden vormen van ouderenzorg, en daar een heldere plicht zagen tot het
organiseren van de zorg, zie je bij de babyboomgeneratie een hoger zelfontplooiingskarakter:
De “We organiseren het zelf wel, want we weten wel wat we willen.”-generatie.
Sociale cohesie wordt veelal gevonden in vrijetijdsbesteding of hobby’s, en is minder gebonden aan de directe omgeving, familiestructuur, politiek en/of religie. Het is een zelfgekozen
sociale cohesie.
Mobiliteit
De babyboomers zijn ook meer gewend zich te verplaatsen, de auto is gemeengoed geworden, en ze zijn ook meer gewend om te reizen dan voorgaande generaties.
23
Samenvattend: hoofdkenmerken van de zorgvragers in 2025
Alles bij elkaar moeten wij dus bij het bepalen van de zorgbehoefte in de komende periode
rekening houden met de volgende karakteristieken van de vragers naar ouderenzorg:
Zelfstandigheid prevaleert boven verzorging -> Meer organisatievermogen
Door de vrije mening en bekendheid met technologie, en eigen gekozen sociale cohesie,
denken we dat zelfstandigheid gaat prevaleren boven verzorging.
Organisatorische betrokkenheid en ‘klant’-rol nemen toe -> Mondigheid
Deze generatie zal zelf een hogere organisatorische betrokkenheid wensen, maar ook eisen.
We verwachten dat als gevolg van de afnemende sociale voorzieningen, en het feit dat deze
generatie uit eigen middelen zal bijdragen voor haar zorg, de invulling ven een échte cliëntenrol verder vorm zal krijgen. “Wie betaalt, die bepaalt” zal een verschuiving geven in de
organisatie van de zorg.
Toenemende behoefte aan maatwerk -> Keuzevrijheid
Bij de bepaling van het zorgaanbod moet het aspect van maatwerk en keuzevrijheid een
grotere rol gaan spelen. Ons inziens zal maatwerk een grotere rol gaan spelen boven voorgedefinieerde vormen van intramurale zorg. Deze zal als ‘last resort’ gezien worden.
24
3.4 In de praktijk: de zorgverlener in 2025
In 2025 is het grootste deel van de zorgverleners (en ook de beleidsmakers in zorg en politiek) van de generaties die geboren zijn na 1970. Welke invloed hebben de karakteristieken
van deze generaties op het afstemmen van zorgvraag en zorgaanbod?
Wij gaan uit van de volgende hoofdkenmerken:
Individualisme
Het grootste deel van de ‘werkende generatie’ prevaleert het individuele belang boven het
sociale belang. Aspecten als mantelzorg zullen ook een andere rol gaan spelen. Wellicht zal
er nog wel digitale sociale mantelzorg zijn, maar we voorzien een afname in de fysieke mantelzorg.
Privacy speelt kleinere rol
Met het extraverte gedrag van deze generaties, de toenemende ontsluiting en versnelling
van informatie door inzet van internet, zullen mensen een ander belang hechten aan privacy.
Afnemende sociale voorzieningen en cohesie
De behoefte aan en opvattingen over de sociale voorzieningen van de verzorgingsstaat, zijn
voor de generatie ‘werkenden’ van 2025 echt anders. Ze zien de zorgvoorzieningen voor ouderenzorg meer als een noodzakelijk vangnet dan een sociaal recht. De verzorgingsstaat zal
ons inziens er één worden van ‘de opvang van het minimale’, dit in tegenstelling tot de verzorgingsstaat waarin de overheid een ruimer aanbod aan ouderenzorg heeft georganiseerd.
De sociale cohesie binnen de werkende generatie van 2025 zal anders zijn en een grotere
aanspraak vragen op de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van degenen die een zorgvraag
in de ouderenzorg hebben.
25
Digitalisering en zelfredzaamheid
Voor deze generatie is digitalisering van de maatschappij een gegeven. Het is geen trend
meer maar vormt de dagelijkse praktijk. Met de opkomst van continu beschikbare media
(iPad, smartphones etc.), is internet niet meer weg te denken uit het dagelijkse sociale functioneren. Zelfstandigheid speelt daar ook een rol in, waarbij zelf informatie zoeken en digitale
afstemming een grotere rol krijgt boven het gezamenlijk uitzoeken van zaken. Dit zal de overlegstructuren in zorgorganisaties ook wijzigen: ‘het moet nut hebben’.
De nuchterheid van deze generatie gecombineerd met andere opvattingen over de sociale
voorzieningen, zal betekenen dat keuzes meer op basis van ratio en minder op sociaal gevoel
gemaakt zullen worden.
26
4. Het stelsel van ouderenzorg in 2025
4.1 Afstemming van zorgvraag en zorgaanbod
Bij de bepaling van de nieuwe zorgconcepten gaan we uit van de volgende karakteristieken van zorgvragers,
zorgverleners (en beleidsmakers) in 2025:
Zorgvraag
Zorgaanbod
1. Keuzevrijheid
2. Inspraak
3. Meer behoefte aan autonomie
en zelfregie
4. “Wie betaalt, die bepaalt”
5. Organisatorisch vermogen
bij de eigen sociale cohesie
1.
2.
3.
4.
Zelfstandigheid/zelfredzaamheid
Individualisme
Digitalisering
Sociaal vangnet ipv Sociale
voorzieningen
5. Gemak (effectiviteit gaat
boven privacy)
Punten van afstemming voor het bepalen van het zorgaanbod:
1. Keuzevrijheid en inspraak versus zelfstandigheid/zelfredzaamheid
Dit zal leiden tot een inspanningsverplichting opgelegd vanuit de maatschappij bij de ouderen om de zorg zelf
te gaan regelen en organiseren. Bestuurlijke participatie in zorgconcepten zal een mogelijke rol zijn, voor cliëntenraden of directe participatie van cliënten in besturen.
2. Meer behoefte aan autonomie en zelfregie versus individualisme en digitalisering
Dit zal leiden tot meer zorg op maat in de thuissituatie.
3. ‘Wie betaalt, die bepaalt’ versus het sociale vangnet in plaats van sociale voorzieningen
Dit zal leiden tot een maatschappelijke discussie over rechten versus vangnet en een maatschappelijk debat
over de invulling van de sociale verzorgingsstaat. De uitkomst van deze discussie zal wellicht liggen in een
verdere opbouw van nieuwe “maatschappelijke collectiviteiten” die gestoeld zijn op verschillende, zelf gekozen gronden van sociale cohesie.
27
4. Organisatorisch vermogen bij de eigen sociale cohesie versus gemak gaat boven
privacy
Dit zal mogelijk leiden tot nieuwe vormen van zorg in de eigen thuissituatie en verdere
ontsluiting van “digitale ondersteuning of verzorging” in de thuissituatie.
4.2 De Verzorgingsstaat in 2025
De voorzieningen die de verzorgingsstaat in 2010 voor de ouderenzorg bood, zullen we in
2025 niet meer terug herkennen. Het ingezette overheidsbeleid voor een afbouw van de
voorzieningen voor de ouderenzorg, zal verder doorzetten.
Waar we het in 2010 nog hebben over sociale rechten, zijn in 2013 de verschuivingen naar
verdergaande extramuralisering al merkbaar: de afbouw van de sociale voorzieningen is gestart.
Op basis van onze schets van de veranderende waardeoriëntaties van de nieuwe generaties
verwachten wij dat richting 2025 deze afname van de verzorgingsstaat verder zal doorzetten.
Dit zal resulteren in een verandering van een echte verzorgingsstaat met sociale voorzieningen in 2010, naar een ‘minimaal sociaal vangnet’ in 2025.
Sociale voorzieningen in 2010
Eerste golf van afbouw Sociale
voorziening in 2015
Tweede golf van
afbouw Sociaal
vangnet in 2025
28
4.3 Een schets van het stelsel ouderenzorg in 2025
Gespecialiseerde zorg
Intramurale
(verpleeghuis)zorg
Intramurale
(verpleeghuis)zorg
VODO
zorgondersteuning
Intramurale zorg
Thuisondersteuning
fysiek
VODO
communities
Thuisondersteuning
digitaal
Samenzorg volgens
VODO principes
Samenzorg door
mantel van eigen
omgeving
Thuissituatie de vitale oudere
De door ons weergegeven dilemma’s in de afstemming tussen zorgvraag en zorgaanbod en
de afnemende verzorgingsstaat zijn de uitgangspunten voor een schets van het stelsel van
ouderenzorg in 2025.
De ‘cliëntroutes’ in de ouderenzorg 2025
Als basis gaan we uit van het principe van de maximale zelfstandigheid van de oudere:
de vitale oudere. In 2025 zijn er naar inschatting 1,8 miljoen mensen van 75 jaar en ouder,
waarvan meer dan de helft als vitale oudere in staat is om zelfstandig te wonen en te leven
zonder hulp van buiten. Het vermogen om als oudere de eigen regie te nemen kan natuurlijk
per persoon verschillen. Dit is ook een factor van belang waar rekening mee moet worden
gehouden.
29
Op het moment dat een oudere hulpbehoevend wordt, voorzien we twee ‘cliëntroutes’ in
het zorgaanbod:
• De ‘Intermurale route’: de rechterkant van het bovenstaande model.
• De ‘VODO route’ : de linkerkant van het bovenstaande model.
(VODO staat voor: Voor Ouderen en Door Ouderen)
Deze twee cliëntroutes leiden naar de ‘intramurale zorg’ (de bovenkant van het bovenstaande model. We zien de intramurale zorg in 2025 als de zorg die nu aan ouderen wordt
geboden binnen de zorgzwaartepakketten 6 en 7. De gespecialiseerde zorg in 2025 zijn de
zorgzwaartepakketten 8 en 10.
4.3.1 De intermurale route
Uitgaande van de eerder geschetste ontwikkelingen richting 2025 is gekeken naar een andere vorm van het organiseren van de zorg. Het dominante uitgangspunt bij deze route is om
als cliënt zo lang mogelijk in het eigen huis en de eigen gekozen sociale omgeving te blijven
leven. Hierin kennen we een aantal verschillende niveaus van zorg voordat de ‘zelfstandigheidsgrens’ naar intramurale zorg wordt overschreden.
Niveau 1 van zorg:
Dit is de mantelzorg die door familie, buren en directe omgeving wordt verzorgd. In onze
visie zal dit door de groei van digitale mogelijkheden zoals thuismonitoring goed mogelijk
zijn. Uiteraard moeten de privacyaspecten hiervan goed geregeld worden. Door middel van
mobiel gemak en functies als boodschappenservice en webwinkels is ook de mantelzorg
voor een groot deel zelf te regelen. Onze verwachting is dat er tegen die tijd naast Facebook
een Greybook zal zijn, waarbij middels videoverbindingen en tablets, social media een grote
rol gaan spelen bij het organiseren van de eigen sociale omgeving. Deze combinatie maakt
dat ook de oudere zelf de mantelzorg kan regelen. De Telefoonkring wordt de digitale detectiekring, waarbij een systeem op afstand de vitale functies controleert. Is dit ver weg? Dat
valt wel mee. Philips heeft bijvoorbeeld al een app die middels visuele aspecten (door een
camera op de tablet) een aantal vitale functies bij iemand kan controleren. Het is goed voor
30
te stellen dat dit geïntegreerd wordt in verdere multimedia apparaten die dan gangbaar zijn.
Wellicht bestaat onze huidige TV wel niet meer in dezelfde vorm in 2025?
Niveau 2 van zorg:
Thuiszorg met meer digitale ondersteuning dan niveau 1. De monitoring van de thuissituatie
zal plaatsvinden middels camera’s die door zorgverleners-op-afstand worden bewaakt. Via
een meldkamer wordt de oudere gemonitord op afstand en hij kan ook via beeld of geluid
communiceren met deze meldkamer. Deze zorg is ‘24/7’ aanwezig, maar kan desgewenst
ook uitgezet worden omwille van privacy-momenten. Tevens is ook een vorm voor te stellen
waarbij het systeem uitstaat en, bij het wegvallen van beweging of vitale functies, de monitoring aan te zetten is.
Niveau 3 van zorg:
Dit niveau onderscheidt zich door (digitale) huishoudelijke ondersteuning thuis bij de dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden. Naast de automatische stofzuigers (iRobot) die anno
2013 al op de markt zijn, komt er ook fysiek een zorgverlener langs om de (huishoudelijke)
verzorging te doen. Naast ondersteuning bij (de organisatie van) de huishoudelijke hulp is
dit uiteraard ook gericht op de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Een deel van
de zorg zal op afstand worden geleverd en veelal gericht zijn op de reactivering of het actief
houden in plaats van het verzorgende aspect. Mogelijk ontstaat dan ook een grotere rol voor
fysio- en ergotherapie in plaats van daadwerkelijk dagelijkse verzorging.
31
De Zaupair: kosten in kaart gebracht
Een van de alternatieven voor zorg in het verpleeghuis of het verzorgingshuis is de zorg
au pair ofwel Zaupair. De Zaupair is een verplegende of verzorgende die (mogelijk vanuit het buitenland) de zorg voor hulpbehoevende ouderen in diens eigen woonsituatie
verleent. De Zaupair heeft ‘kost- en inwoning’ en ontvangt daarnaast een salaris.
Momenteel zijn er enkele aanbieders van deze zorgvorm. De kosten die deze bureaus
rekenen bedragen circa € 3.000,- per maand. De Zaupair houdt een netto salaris over
van € 1.100,- per maand, het verschil zijn de premies en sociale lasten en de bemiddelingskosten. Cliënten betalen ook voor kost en inwoning.
(bron: Volkskrant, 14 mei 2013).
Het voordeel van deze zorg is dat de ouderen in hun eigen vertrouwde woonomgeving
kunnen blijven, terwijl de benodigde zorg exclusief is geregeld. Een nadeel is dat deze
de privacy vermindert doordat de au pair in huis woont. Eventueel kan deze zorgvorm
worden aangevuld met thuiszorg, indien de zorgvraag te zwaar is (en om de au pair te
ontlasten).
De Zaupair kost op jaarbasis dus circa € 36.000,-. Dat is aanzienlijk minder dan de kosten in een verpleeg- of verzorgingshuis voor de cliënten die gebruik maken vaan ZZP
3 - 5, die inclusief huisvestingskosten gemiddeld € 62.500,- bedragen. Uiteraard zijn de
situaties niet geheel met elkaar te vergelijken: De huisvestingskosten zijn onderdeel
van de kosten in een instelling, terwijl deze kosten in de thuissituatie voor rekening van
de oudere komen.
In 2025 zijn er naar verwachting 130.000 cliënten die, in 2013-termen, een beroep
zullen doen op ZZP 3 – 5. Stel dat 25% van deze cliënten in 2025 zorg via een Zaupair
regelt dan levert dit een besparing op van € 863mln.
Indien naast de Zaupairzorg nog thuiszorg nodig is, komt de besparing uit op bijna
€ 400 mln
32
VODO/‘Community care’: kosten in kaart gebracht
Een deel van de benodigde zorg wordt in dit concept opgebracht door onderlinge dienstverlening van de deelnemers binnen de community. Als we veronderstellen
dat de overige professionele hulp ingehuurd kan worden voor € 100 per dag, dan is hiervoor op jaarbasis € 36.500 nodig.
Dat levert een jaarlijkse besparing op van € 26.000 per cliënt met een zorgvraag uit ZZP
3-5. Als 25% van de toekomstig verwachte ouderen kiest voor dit concept dan levert dit
een besparing op van € 850 mln.
Niveau 4 van zorg:
In dit niveau is zelfstandig wonen zonder 24/7 hulp niet meer mogelijk. In plaats van intramurale zorg kiezen we hier voor een nieuw concept: de ‘intermurale zorg’. Dit gaat uit van het
principe dat bij de cliënt in de eigen thuissituatie een Zorg au-pair (‘Zaupair’) komt inwonen.
Dit kan in de praktijk een team zijn met meerdere zorgverleners die elkaar afwisselen.
In deze tijd is de globalisering veel verder, en is er naast de au pair ook een ‘Zaupair-schap’
voor te stellen. De groep Zaupairs in 2025 is een mix van de huidige verzorgenden in Nederland, aangevuld met Zaupairs vanuit de gehele wereld.
De Zaupair kan, doordat de woningen van de babyboomers geschikt zijn geweest voor
meerdere kinderen, gemakkelijk inwonen. We gaan de eigen woning zien als een ‘lichte’
instelling voor ouderenzorg. Uiteraard zijn er wel aanpassingen voor de woning nodig om dit
te kunnen realiseren.
De Zaupair vormt een team met de wijkverpleging en mogelijk een VVT-instelling . Op deze
wijze is continue afstemming van de zorg voor de thuiswonende cliënt mogelijk.
33
4.3.2 De VODO-route
Er zullen communities ontstaan van gelijkgestemde ouderen die gemeenschappelijke interesses delen: VODO, Voor ouderen en Door ouderen. Deze communities kunnen bestaan
uit nieuw te ontwikkelen woonprojecten, met zowel huur- als koopappartementen, met een
aantal gemeenschappelijke voorzieningen op het terrein van welzijn en zorg. Deze groep
maakt tijdig de keuze voor een levensbestendige woning, en regelt gemeenschappelijk bijbehorende voorzieningen.
We zagen dat de ouderen in 2025 gemiddeld over meer inkomen en vermogen beschikken
in vergelijking met de huidige generatie ouderen. De generatie babyboomers heeft optimaal
geprofiteerd van de waardestijging van de eigen woning, terwijl de meerderheid van de huishoudens beschikt over een aanvullend pensioen, naast de AOW.
Nieuw woonaanbod
De afgelopen jaren zijn reeds diverse initiatieven gestart van woonvoorzieningen die gericht
zijn op leeftijdsbestendig wonen. Deze woningen zijn bij uitstek gericht op het zolang mogelijk zelfstandig wonen. Als zorg nodig is wordt die deels door de sociale omgeving van gelijkgestemde ouderen verzorgd, aangevuld met in te huren zorg die via de aanbieder van deze
woonvoorziening, al dan niet in combinatie met thuiszorg, wordt aangeboden.
Ouderen met een vergelijkbare levensstijl (liefhebbers van cultuur, reizen, sport, eten, duurzaamheid) zoeken steeds vaker naar mogelijkheden om samen hun leven in te richten. Ze
gaan op zoek naar een manier om samen huisvesting en zorg te organiseren.
Steeds meer ouderen hebben de behoefte om een nuttige rol te blijven vervullen in de samenleving. Deze inzet gebeurt soms in de vorm van arbeid, maar vaak ook in de vorm van
‘vrijwilligerswerk’ aan de communities waar zij deel van uitmaken.
Ouderen weten steeds beter wat zij willen en waar zij recht op menen te hebben. De uniform aangeboden zorgarrangementen zijn niet langer toereikend en zullen verschuiven naar
een modulair dienstenaanbod met keuzevrijheid.
34
4.3.3 De intramurale zorg
De Zelfstandigheidsgrens
Hoezeer het stelsel van ouderenzorg in 2025 ook uitgaat van de eigen sociale cohesie en
eigen zelfstandigheid, er is ook een grens aan de haalbaarheid om niet-intramuraal verzorgd
of verpleegd te worden. Dit noemen wij de Zelfstandigheidsgrens. Naar onze inschatting zal
het in 2025 jaarlijks om 56.000 personen gaan die zich boven deze zelfstandigheidsgrens
begeven.
We voorzien in 2025 twee vormen van intramurale zorg:
• Langdurige intramurale zorg.
De zorg voor de cliënten met zorgzwaartepakketten 6, 7 en 8.
• De gespecialiseerde zorg.
Zorg met een gespecialiseerd karakter. De zorg die nu nog wordt gerekend tot ZZP 10.
In onze visie zullen dit gescheiden vormen zijn en geen gecombineerde functies. Dit ook met
het oog op de zelfgekozen sociale cohesie: de oudere (en diens cliëntvertegenwoordiger) in
2025 kiest meer bewust voor een onderscheidend zorgaanbod.
4.4 Bekostiging van de ouderenzorg in 2025
In dit hoofdstuk hebben we op een aantal gebieden in kaart gebracht wat de effecten van de
invoering van een aantal nieuwe zorgvormen zullen zijn voor de bekostiging van de ouderenzorg in 2025.
35
Samenvattend: de effecten op bekostiging van de ouderenzorg in 2025
• Introductie van de zorgvorm ‘Zaupair’
- In 2025 zijn er naar verwachting 130.000 cliënten die, in 2013-termen, een beroep zullen
doen op ZZP 3 – 5. Stel dat 25% van deze cliënten in 2025 zorg via een Zaupair regelt
dan levert dit een besparing op van € 863mln.
- Indien boven deze zorg nog thuiszorg nodig is, dan komt de besparing uit op bijna
€ 400mln.
• Introductie van zorgvorm VODO/‘Community-care’
- Dat levert een jaarlijkse besparing op van € 26.000 per cliënt met een zorgvraag uit ZZP
3 - 5. Als 25% van de ouderen in 2025 kiest voor dit concept dan levert dit een besparing op van € 850mln.
Het daadwerkelijk realiseren van deze besparingen is uiteraard afhankelijk van ontwikkelingen in de politiek en het overheidsbeleid.
36
5. Wie speelt welke rol in het
landschap van de ouderenzorg
2025?
De ouderenzorg zal er in 2025 dus totaal anders uit gaan zien. Wie speelt welke rol? Welke
belangen streven zij na?
5.1 Kort en bondig: het ouderenzorglandschap in 2025
In onze visie zal het landschap omtrent de ouderenzorg complexer worden. Door de toenemende wensen en eisen van de cliënt ontstaat een grote pluriformiteit en daarbij horende
complexiteit.
Bij het leveren van meer op de wens afgestemde zorg, zal dit een toename aan zorgverleners
en tinten in zorgverlening te zien geven. Daarnaast ontstaan er diverse vormen van financiering en wordt ook hier het aantal betrokken partijen groter.
Als de hiervoor geschetste ontwikkelingen zich daadwerkelijk voltrekken, zal dat grote gevolgen hebben voor de huidige aanbieders van ouderenzorg. De grootste uitdaging voor
aanbieders van ouderenzorg zal zijn: hoe om te gaan met de pluriformiteit van de zorgvraag?
Immers, ouderen zullen meer dan vroeger hun eigen invulling willen geven aan de organisatie
van de zorg, maar de zorgvraag zelf zal blijven bestaan. Voor aanbieders van ouderenzorg is
de strategische uitdaging dus gelegen in de vraag hoe soepel we in staat zullen zijn om te
schakelen van een sterk in regels en voorzieningen vastgelegde vorm van zorg naar een zorgaanbod dat flexibel inspeelt op de specifieke vragen van de individuele ouderen. Er zal meer
extramurale zorg moeten worden verleend ten koste van de huidige intramurale capaciteit.
Verzorging en verpleging bij mensen thuis – in alle vormen die hiervoor zijn beschreven - zullen veel meer op maat geleverd moeten worden. Dat betekent een ingrijpende ombouw van
37
de ‘klassieke’ organisatie van thuiszorg, verzorgingshuis en verpleeghuis naar een organisatie
die vele vormen van ‘zorg op maat’ kan leveren. Deze ombouw zal grote gevolgen hebben
voor de financiën, het personeel, de organisatie en de kwaliteitsborging van de zorg.
Niet alleen de aanbieders van ouderenzorg staan voor deze uitdaging. Rijksoverheid en zorgverzekeraars staan voor de uitdaging om het zorgaanbieders, door ingrijpende aanpassingen
in wet- en regelgeving, mogelijk te maken op die pluriforme zorgvraag in te spelen. Gemeenten staan voor de uitdaging om voorzieningen te treffen die een groot deel van de zorgvraag
kunnen beantwoorden en die daarnaast ondersteunend of complementair zijn aan het zorgaanbod dat door institutionele zorgaanbieders zal worden geleverd.
Aan ons allen is de uitdaging om in dit nieuwe evenwicht de juiste balans en nieuwe rollen
te vinden. Hierbij zal in onze ogen de flexibiliteit een grotere rol moeten spelen om maximaal
te kunnen anticiperen op de cliëntvraag. Dit wordt de komende tijd de uitdaging om te kijken
hoe we dit kunnen bereiken. Want een antwoord op de ‘Wat’-vraag is het eenvoudige deel,
maar het bereiken van de ‘Hoe’ is een complex vraagstuk.
5.2 De spelers in ouderenzorglandschap in 2025
5.2.1 Cliënt
Centraal in 2025 staat de cliënt. Diens wensen zullen bepalend zijn hoe de zorg georganiseerd zal worden. We verwachten ook een grotere mondigheid van de cliënt de komende jaren. Zelfs is het voor te stellen dat de cliënt een grotere zorgbepalende of zorgparticiperende
rol zal aannemen. We verwachten dan ook een grotere invloed op de organisatie van de zorg
vanuit de cliënt. Dus niet de cliëntenraad maar de cliëntbestuurder in het dagelijkse bestuur
van de organisatie. Hierbij zal actieve managementparticipatie ontstaan.
De cliënt gaat van de ‘lijdende’ naar de leidende rol in het samenspel binnen het landschap
van de ouderenzorg.
38
5.2.2 Zorgaanbieder
De zorgaanbieder zal een transitie ondergaan in de komende jaren. Gedreven door een
veranderende behoefte en gekatalyseerd door maatschappelijke acceptatie van technologie
en domotica ontstaan andere vormen van thuiszorg. De huidige bezuinigingen en financieel
geïnitieerde hervormingen zorgen ervoor dat er een herbezinning moet komen op de
langdurige zorg op dit moment, maar de invloed van de veranderende cliënt zal veel groter
zijn. Instellingen zullen meer en meer door de cliënt beoordeeld worden en de waarde zal
worden afgewogen door de cliënt. Zorgaanbieders zullen zich meer moeten oriënteren op
de nieuwe collectiviteiten die hierdoor ontstaan, en zich continue moeten richten op de
wensen/eisen van de nieuwe tijd. In onze visie ontstaan er ook nieuwe zorgaanbieders,
die service en gemak moeten gaan leveren om de vitale oudere te bedienen. Op deze
aspecten worden de instellingen beoordeeld en gewogen. Door de verdere scheiding van
wonen en zorg zal het zwaartepunt op de zorg- en leefcomponent komen te liggen. Bewust
noemen we de leefcomponent erbij, omdat het naast de zorgende taken ook van belang
wordt om vanuit de behoefte van de doelgroep service en gemak te leveren. Instellingen
met een ‘grijs’ aanbod zullen niet meer overleven in 2025. Instellingen die de ‘tinten’ van de
specifieke doelgroepen kunnen aanbrengen en de flexibiliteit hebben om in te spelen op de
zorg- en leefbehoefte, gaan een mooie toekomst tegemoet. Nieuwe vormen zullen ontstaan,
oude vormen zullen zich ontwikkelen, niet veranderende vormen, of tijdsgebonden vormen
zullen verdwijnen.
Er liggen legio kansen voor aanbieders in 2025, maar het vergt wel een transitie en een
ander denkkader.
39
5.2.3 Zorgverzekeraar
De zorgverzekeraar staat voor een grote uitdaging. Door de beperking van het collectief gefinancierde denken ontstaat een nieuwe dynamiek. Er ontstaat zoals eerder genoemd een grotere pluriformiteit in wensen en daarmee in zorgaanbieders. Tevens is de cliënt minder loyaal
en meer een kritische/mondige consument. De nieuwe collectiviteiten zullen van invloed zijn
op de keuze voor aanvullende verzekering van leefcomponenten.
Hierbij is het van belang voor zorgverzekeraars om te beseffen dat er ook een behoefte zal
ontstaan aan meer grip en zeggenschap op de besteding van het geld. Er is een doorontwikkeling te verwachten van de PGB naar meer zeggenschap op de besteding van het ‘eigen’ geld.
Dit betekent een grotere roep op transparantie van de besteding van de gelden en een grotere
invloed op inkoop van zorg en op het beleid van de zorgverzekeraars.
De nieuwe tijd biedt ook mogelijkheden voor zorgverzekeraars in aanvullende producten, waarin gemak en service als onderscheidend vermogen aanvullend verzekerd kunnen worden.
5.2.4 Centrale Overheid/Ministerie van VWS
De invloed van de centrale overheid in 2025 zal beperkter zijn en zich richten op het sociale
vangnet. Een grote regel- of controledrift zal in 2025 minder getolereerd worden. De rol van de
centrale overheid zal zich vooral richten op het faciliteren van de middelen en controle van de
kwaliteit van de beschikbaarheidsfuncties (de intramurale zorgcomponenten).
Door de veranderingen in het mentality-milieu enerzijds en de kleinere collectieve financiële
bijdrage anderzijds, zal deze rol zich beperken. Ook de overheid zal meer beschouwd worden
als een facilitator dan als een bepaler.
In de transitie op weg naar 2025 speelt de overheid wel een grote rol om deze transitie te
begeleiden en hier een regierol in te spelen. Deze regierol zal meer een faciliterende dan een
bepalende rol moeten zijn.
40
5.2.5 Gemeenten
De gemeenten nemen voor een deel de rol van de centrale overheid over in de meer controlerende of toezichthoudende taak. Tevens worden zij het budgettaire verdeelkader voor de
kleinschalige en individuele zorgconcepten. Hierbij zal ook het toezicht een veranderende rol
in moeten gaan, en ernaar moeten streven om de pluriformiteit niet tot een bureaucratische
chaos te laten leiden. Digitalisering en ‘prosumeren’4 van cliënten zal hierin een groter rol
spelen. Gemeenten kunnen hierbij maximaal gebruik maken van de mondigheid en consumentkritische houding van de cliënten.
5.2.6 Financiers
In concepten als VODO/Community care speelt ook de rol van financiers een grote rol.
Onder meer dienen in de komende jaren nieuwe woonvormen ontwikkeld te worden. Dit
betekent mogelijkheden en kansen voor projectontwikkelaars en woningbouwverenigingen
enerzijds. Maar daarmee ook een toenemende behoefte aan financiering anderzijds.
Naast de klassieke financiers (banken) zien we hier een grote rol voor de pensioenfondsen.
Kijkend naar de behoefte vanuit de doelgroep van de pensioenfondsen, de ouderen/gepensioneerden, verwachten we dat er een toenemend beroep op deze partijen gedaan zal worden
om actief te participeren in deze ontwikkelingen. We verwachten dat naast Zorg in Natura
ook ‘Pensioen in Natura’ haar introductie zal doen.
4 Prosumeren: een combinatie van de begrippen consumeren en produceren. In de economische theorieën
betekent dit dat de producent/verkoper en klant zijn rollen die meer in samenwerking en afstemming tot een
product/resultaat (en beleving!) komen. Ondersteuning van internet/e-commerce/social media spelen hier
een belangrijke rol bij.
41
6. Onze oproep: samen verder
Als Kiwa Carity hebben we (gelukkig) niet alle wijsheid in pacht en willen we samen met de
betrokken partijen komen tot nieuwe inzichten en een dialoog over de ouderenzorg in 2025
mogelijk maken.
Dat kunnen en willen we niet alleen doen. Met dit document - dat we als discussiestuk en
wellicht verleidend perspectief hebben opgesteld - willen we vanuit onze expertise een bijdrage leveren aan een breed maatschappelijk perspectief op de ouderenzorg.
We bieden dit rapport, alsmede onze expertise, aan om dit beeld verder te ontwikkelen
samen met het veld. Wij hebben een voorzet gegeven, en niet meer dan dat. We willen dit
samen met andere partijen verder oppakken, uitdiepen en verdere context geven. Dit ‘samen’ staat nadrukkelijk voorop, want in onze visie zitten we niet meer te wachten op dikke
rapporten waarin staat hoe de veldpartijen het moeten doen, maar wel op meedenkende
partijen om dit mee vorm te geven.
Wij zijn graag een dergelijke partner vanuit onze expertisevelden, Maar ook samen met onze
concullega’s willen we dit in samenspraak met u vorm geven. De vorm waarin dit gebeurt is
voor ons ondergeschikt aan de dialoog die moet ontstaan.
De eerste stap die wij graag samen met u zetten, is het gesprek aangaan om te bepalen of
er behoefte is onze gedachtegang verder uit te diepen. De langdurige zorg is voor ons te
waardevol om ons niet maximaal voor in te zetten.
Heeft u ideeën over hoe nu verder, of wilt u graag met ons meedenken, dan horen we dit
graag van u. Bent u het niet met ons eens dan horen we dat nog liever, want dan is de juiste
dialoog begonnen.
42
Tot slot
We hopen dat we u met dit document aan het denken hebben gezet over de zorg in 2025. Het
jaar 2025 lijkt nog ver weg, zeker met alle korte termijn uitdagingen die er liggen. Maar juist als
er veel uitdagingen liggen op de korte termijn, is het van belang om een stip op de horizon te
hebben, om na te denken over de middenlange termijn. En om te zorgen dat we in de reactie
op de korte termijn uitdagingen, ook anticiperen op de lange termijn vraagstukken, gericht op
de stip op de horizon. Ieder vanuit zijn eigen achtergrond en belang, maar met een gezamenlijk
doel: zorgen voor goede doeltreffende ouderenzorg in 2025.
Het palet van de ouderenzorg zal naar onze overtuiging in 2025 vele verrassende tinten kennen
en zeker niet uit één kleur grijs bestaan. De uitdaging zal zijn om al die tinten zodanig vorm te
geven dat er in haar totaliteit sprake zal zijn van een kwalitatief verantwoorde en doeltreffende
ouderenzorg.
Dit document is voor u geschreven door de volgende medewerkers van
Kiwa Carity:
Geert De Kousemaeker
André van der Kwartel
Leo Vandermeulen
Sander van Montfort
43
Het onmogelijke mogelijk maken, door
het ondenkbare denkbaar te maken,
dat is onze queeste
44
Download