Gezinsinterventie Gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij de ouder psychische problemen heeft Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Zorgen en vragen Gezinsinterventie Tien praktische tips Tips voor partners Overzicht internetsites Tot slot Belangrijke telefoonnummers 1 2 3 5 5 6 6 U of uw partner wordt momenteel behandeld op de polikliniek Psychiatrie of u bent opgenomen op de Psychiatrische afdeling van een algemeen Ziekenhuis (PAAZ). Meestal is dit een ingrijpende gebeurtenis, waarbij veel emoties verwerkt moeten worden. Wanneer u thuis een gezin hebt, zal dit een (grote) invloed hebben op dit emotionele proces. U kunt vragen hebben over wat de invloed is van uw ziekte op het dagelijks leven van uw kinderen. In deze brochure kunt u lezen wat het St. Elisabeth Ziekenhuis uw gezin kan bieden. U wordt gevraagd om deze goed brochure goed door te lezen. Zorgen en vragen (terug naar beginpagina) Opgenomen ouders blijken vaak dezelfde zorgen en vragen te hebben rondom hun kinderen. In de praktijk blijkt dit een gevoelig onderwerp te zijn om over te praten. Iedere ouder heeft het beste met zijn kind voor en heeft er alles voor over om zijn/haar kind gelukkig te maken. Het is voor alle ouders moeilijk om te erkennen dat ze iets niet weten of twijfels hebben met betrekking tot de opvoeding van hun kinderen. Maar wanneer je behandeld wordt vanwege psychiatrische problemen blijkt het nog moeilijker te zijn om deze zorgen bespreekbaar te maken. Soms maken mensen zichzelf verwijten en voelen zichzelf schuldig ten opzichte van de kinderen. Deze gevoelens en zorgen kunnen een grote invloed hebben op het proces naar herstel, en ervoor zorgen dat dit proces vertraging oploopt. Wanneer ouders problemen hebben, dan merken kinderen dit. Kinderen houden van nature hun ouders scherp in de gaten hoe groot of klein ze ook zijn, er ontgaat hen niets. Daarom is het bij psychiatrische problemen belangrijk dat kinderen een goede uitleg krijgen, zodat ze hetgeen ze zien (leren) begrijpen. Gelukkig groeien de meeste kinderen, ondanks aanwezige problemen, voorspoedig op maar soms kan een kind minder goed omgaan met de heersende problematiek. Op korte termijn (meestal de eerste week van opname), zal een van de verpleegkundigen welke KOPP* als aandachtsgebied heeft contact met u opnemen voor een informatief gesprek. *KOPP staat voor Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problematiek Gezinsinterventie (terug naar beginpagina) Wat is gezinsinterventie? Gezinsinterventie zijn gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij een van de ouders psychische problemen of verslavingsproblemen heeft. Voor wie? Deze interventie is bedoeld voor gezinnen met kinderen tot 21 jaar, waarbij een van de ouders in behandeling is op de polikliniek Psychiatrie of opgenomen is op de PAAZ. Wanneer er oudere kinderen in het gezin zijn, worden ook zij bij de interventie betrokken. De interventie vindt altijd plaats naast een lopende behandeling van de ouder. Doel van de interventie Wanneer een vader of moeder psychische/verslavingsproblemen heeft, kan dat voor het hele gezin ernstige gevolgen hebben. De kinderen vinden het vaak moeilijk om te begrijpen wat er met hun vader of moeder aan de hand is. Als een kind ziet dat er iets met vader of moeder aan de hand is- iets naars- dan roept dat reacties op. Deze kunnen per kind verschillen. Het ene kind zit met vragen en zoekt iemand op die uitleg kan geven, een ander gaat piekeren, voelt zich schuldig, vraagt extra aandacht of wordt heel erg behulpzaam. Daarnaast kunnen kinderen zich schamen omdat hun ouder psychische problemen heeft of worden heel boos of verdrietig. De meeste kinderen willen graag weten wat er aan de hand is. Goede uitleg, het liefst gegeven door de ouder(s) zelf, helpt kinderen. Het voorkomt piekeren en een schuldgevoel. Voor ouders is het vaak moeilijk om de problemen bespreekbaar te maken. “Mijn moeder moet in het ziekenhuis blijven om te praten omdat ze zegt dat het niet goed met haar gaat. Als ik vraag waar ze het over gehad heeft, wil ze me niks vertellen. Ik snap er niks van.” “Ik weet dat het niet goed gaat met mijn vader, maar een beetje aandacht voor mij is toch niet teveel gevraagd?” Mijn opa heeft gezegd dat ik niet teveel moet vragen aan mijn vader of moeder; ik zou toch niet begrijpen wat er met mama aan de hand is.” U vraagt u misschien af wat u wel en niet aan de kinderen moet vertellen en hoe u dit aan moet pakken. Vaak weten de gezinsleden ook niet goed hoe ze met de (gevolgen van de) problemen van de ouder om kunnen gaan. Het doel van de interventie is om in het gezin het gesprek over de ziekte op gang te brengen en de veerkracht van de kinderen te vergroten. Wanneer alle gezinsleden elkaars gezichtpunt begrijpen en daarover kunnen praten, krijgen de kinderen begrip en daarmee greep op de situatie. Als de ouders de kinderen begrijpen, kunnen zij ingaan op hun behoeften. Ook vermindert de interventie schuldgevoelens bij de kinderen en ouders. Inhoud van de interventie De interventie bestaat in eerste instantie uit 3 gesprekken. Een gesprek met de ouders, een gesprek met de kinderen en een gesprek met het gezin samen. Deze gesprekken staan onder leiding van een (speciaal hiervoor opgeleide) verpleegkundige van de PAAZ. Het gesprek met de ouders vindt plaats in het ziekenhuis, het gesprek met de kinderen vindt in overleg met de ouders thuis dan wel in het ziekenhuis plaats. Thuis verdient de voorkeur vanwege de veilige omgeving voor het kind. Tijdens deze gesprekken komt onder andere aan de orde: • Hoe gaat het met de kinderen. • Hoe psychiatrische problemen doorwerken in het gezin. • Wat de psychiatrische ziekte inhoudt en welke gedrag daarbij hoort. • Wat de reactie van kinderen is op de ziekte van de ouder. • Wat de kinderen helpt. • Wat zijn de behoeften van de kinderen in deze situatie. Tijdens de eerste 2 gesprekken wordt toegewerkt naar de gezinsbijeenkomst. Tijdens deze laatste bijeenkomst vertellen ouders hun kinderen wat de ziekte betekent, wat de gevolgen ervan voor het gezin zijn en hoe zij erover denken. De kinderen stellen vragen en vertellen wat zij van de situatie vinden of wat ze willen veranderen. De verpleegkundige probeert het gesprek op gang te brengen, zodat de gezinsleden ook in de toekomst over de ziekte en de gevolgen voor het gezin blijven praten. “Door de gezinsinterventie heb ik geleerd om met mijn kinderen te praten over de invloed van mijn problemen op hun leven.” “Mijn ouders hebben nu ook oog voor de dingen die ik belangrijk vind in mijn leven, gelukkig!” “Nu we besproken hebben dat mijn zoontje het leuk zou vinden als ik af en toe bij voetbal kom kijken, ga ik om de week met hem mee. Hij geniet ervan als ik er ben, ik ook!” Uitgangspunt interventie: • Gericht op gezonde ontwikkeling van het kind. • Gericht op functioneren van de patiënt in ouder-/partnerrol tot welzijn van de kinderen. • Niet gericht op behandelen van de stoornis van de ouder. • Geen oordeel over de opvoeding! Kosten Er zijn géén kosten verbonden aan deze interventie, de kinderen worden ook niet als patiënten geregistreerd. Tien praktische tips (terug naar beginpagina) 1. Vertel wat er aan de hand is Een kind merkt dat er iets is met zijn vader of moeder, maar het is vaak onduidelijk wat precies. Dus kun je maar beter vertellen wat er aan de hand is. Sommige kinderen vinden het niet prettig om echt te gaan zitten voor een gesprek. Ze willen wel praten, maar liever tijdens het afwassen of op de rand van het bed. Dan voelen ze zich meer op hun gemak. 2. Wees eerlijk in je uitleg Vertel in eigen woorden wat er aan de hand is. En vraag voor de zekerheid af en toe of je kind begrijpt wat je verteld hebt. Misschien stelt je kind vragen, waarop je geen antwoord weet. 'Ik weet het niet' kan dan een heel eerlijk antwoord zijn, maar probeer er samen achter te komen. 3. Luister naar je kind Als je vertelt wat er aan de hand is, vraag dan af en toe wat je kind ervan vindt. En luister dan goed. Kinderen voelen zich prettiger als er goed naar ze geluisterd wordt en als ze begrepen worden. Praten met kinderen is immers vooral: luisteren naar kinderen. 4. Kijk naar je kind Kinderen laten vaak met hun gedrag zien hoe het met ze gaat. Als ze in hun gedrag anders worden, kan dat een signaal zijn dat ze ergens mee zitten. Weer in bed plassen, spijbelen, of weglopen dat zijn duidelijke signalen. Soms zijn de veranderingen in het gedrag niet zo duidelijk. Dat betekent dat je goed moet kijken en blijven kijken naar je kind. 5. Een vaste gang van zaken Voor kinderen betekent regelmaat; rust en veiligheid. Wanneer er problemen in het gezin zijn, geeft het kinderen een vertrouwd gevoel als sommige dingen gewoon doorgaan. Als ze gewoon huiswerk moeten maken en gewoon lid blijven van hun sportclub of gewoon andere leuke dingen kunnen blijven doen. 6. Betrek er bekenden bij Eis niet van jezelf dat je als ouders alles alleen moet kunnen. Schakel zo nodig anderen in; familieleden, buren, een leerkracht, andere ouders, enz. 7. Informeer de school De school moet geïnformeerd worden als één van de ouders opgenomen wordt. Of als het kind zo van slag is, dat het op school niet goed kan opletten. Als de leerkracht dan weet wat er aan de hand is, kan hij je kind beter opvangen. Vertel je kind dat je de leerkracht hebt geïnformeerd. 8. Een vertrouwenspersoon voor je kind Veel kinderen hebben behoefte om te praten met iemand anders: een oom of tante, de buurvrouw, hun leerkracht. Als ze bij een ander terecht kunnen, hoeven ze jou niet steeds lastig te vallen. Het is dus geen 'roddelen'. Er is dan ook geen enkele reden om wantrouwig te worden als je kind iemand anders in vertrouwen neemt. 9. (Preventief) aanbod voor kinderen Voor sommige kinderen is de geboden ‘preventieve gezinsinterventie’ niet genoeg. Ze hebben meer nodig om alles een plaats te geven. De KOPP verpleegkundige kan samen met u, als ouders, kijken naar een passende vorm van hulp voor uw kind. Natuurlijk kunt u ook met uw vragen terecht bij de verpleegkundige op de afdeling, uw behandelaar, huisarts of andere bij uw behandeling betrokken disciplines. 10. Het allerbelangrijkste: die knipoog en die knuffel! Welke problemen er ook zijn, voor je kind is het belangrijkste dat je van hem (of haar) houdt. Elke vader of moeder heeft een eigen manier om dat duidelijk te maken. Met een knuffel, een knipoog, of met lieve woordjes. Als dat maar duidelijk wordt gemaakt aan kinderen, iedere dag opnieuw dan kunnen ze heel wat aan! Tips voor partners (terug naar beginpagina) 1. Ondersteun je partner Als partner ben je ontzettend belangrijk. Ondersteun je partner dan ook zoveel mogelijk. Vraag aan de hulpverlener van je partner hoe je betrokken kunt zijn of wat je partner nodig heeft (vraag of je partner het hiermee eens is). 2. Doe leuke dingen met je kind Geniet ervan ouder te zijn. Doe speciaal activiteiten met je kind zonder dat je partner daarbij is (dat geeft jullie samen tijd en je partner wat rust). 3. Zoek steun voor jezelf Misschien voel je je genegeerd en buitengesloten doordat je partner helemaal bezet is met jullie kind(eren). Of je voelt je hulpeloos als je partner zich niet goed voelt. Zoek uit of er iemand is waarmee je kunt praten die hetzelfde heeft meegemaakt. 4. Probeer samen te ontspannen Maak tijd vrij om samen met je partner te ontspannen. 5. Zorg goed voor jezelf Zorg goed voor jezelf, zodat je voor je kind en partner kunt zorgen. Accepteer steun van anderen, waaronder praktische steun zoals kinderopvang en financiële steun. Overzicht internetsites (terug naar beginpagina) Voor extra informatie kunt u de volgende websites raadplegen: • www.kopopouders.nl Deze website biedt informatie en steun aan ouders met psychische problemen, verslaving, stress en overspannenheid. Ook voor de partners biedt deze site informatie en steun. • www.kopstoring.nl Deze website wil kennis en herkenning bieden. Er is veel informatie te vinden voor, over en door jongeren van ouders met psychische problemen. Je kunt anoniem je vragen per e-mail stellen aan een deskundige, berichten plaatsen en lezen op het forum of je eigen verhaal mailen voor op de website. Ook kun je een groepscursus in een chatbox volgen en chatten met een hulpverlener. Daarnaast geeft de website aan waar en bij wie je meer informatie kunt vinden of hulp kunt krijgen. • www.survivalkid.nl Het is een inspirerende en interactieve besloten website voor jongeren tussen de 12 en 23 jaar die een vader, moeder, broer of zus hebben met psychische problemen of een verslaving. Op het open gedeelte van de site is info voor ouders te vinden. Tot slot (terug naar beginpagina) Hebt u of uw partner na het lezen van deze brochure nog vragen? Schroom dan niet deze te stellen aan de verpleegkundige van de afdeling, uw behandelaar of andere specialisten die bij uw behandeling betrokken zijn. Belangrijke telefoonnummers St. Elisabeth Ziekenhuis (algemeen): Route 82 PAAZ: Secretariaat PAAZ: (terug naar beginpagina) (013) 539 13 13 (013) 539 33 60 (013) 539 33 59 (013) 539 29 15 Psychiatrie 1.654 10-11 Copyright© websiteversie PSB MdW/AM St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend