Wetenschapswinkels - jaarbericht 1997

advertisement
Wetenschapswinkels - jaarbericht 1997
1. SPRAAKMAKEND ONDERZOEK VOOR DE BURGER
1.1 Inleiding
In dit jaarbericht presenteren de Wetenschapswinkels van de Rijksuniversiteit Groningen hun
ontwikkeling in hoofdlijnen en een aantal spraakmakende projecten in het jaar 1997. Hoewel
de gezamenlijke wetenschapswinkels maar een zeer klein onderdeel van de universiteit zijn, is
bijna alles wat zij doen van publieke interesse. Vrijwel alle wetenschapswinkels hebben het
afgelopen jaar een professionele website ontwikkeld, die regelmatig wordt onderhouden en
zowel door insiders als ousiders van de universiteit geregeld wordt bezocht.
Wetenschapswinkelonderzoek gaat over de tong, trekt de aandacht van de media en scoort op
het punt van beleidsbeïnvloeding. Het onderzoek gaat vrijwel altijd over hot items, zie b.v. de
in dit bericht gepresenteerde projecten over AIDS-preventie, over oprukkende woonwijken en
over de uitbreiding van Schiphol.
Van bijzonder belang is voorts, dat wetenschapswinkels uitdrukkelijk in dienst staan van de
burger. Sinds de oprichting, eind jaren zeventig, is de centrale doelstelling van de
wetenschapswinkels het beschikbaar stellen van universitaire expertise en
onderzoeksmogelijkheden aan niet-draagkrachtige groepen en organisaties. Voor de mondige
burger zijn zij essentieel. Want hoewel onderzoek voor het algemeen belang in principe
subsidieerbaar is, moet eerst duidelijk zijn dat er sprake is van een probleem. En de weg naar
politieke erkenning van een maatschappelijk probleem kent soms een lang voortraject.
Daarnaast is er bij beleidsonderbouwend onderzoek zeer dikwijls behoefte aan
contra-expertise door een onafhankelijke instelling. Met name op deze twee gebieden zijn de
wetenschapswinkels actief en laat de universiteit haar maatschappelijke gezicht zien. Het
motto van de RUG, 'Werken aan de grenzen van het weten' gaat in die zin ook op voor de
pilot studies en contra-expertises van de wetenschapswinkels.
1.2 Wetenschapswinkelonderzoek telt
Wetenschapswinkelonderzoek staat geregeld in de schijnwerpers. De Economiewinkel heeft
in 1997 een aantal onderzoeken uitgebracht, die landelijk flink publiciteit hebben gekregen.
Onder andere het onderzoek naar het duurzaamheidsbeleid, dat in Nederland gevoerd wordt in
het kader van de Lokale Agenda 21 en het onderzoek naar het gedecentraliseerde
subsidiebeleid voor openbaar vervoer. Veruit de meeste publiciteit, onder andere een prime
time tv-optreden voor Tros 2 Vandaag, scoorde het onderzoek naar de
werkgelegenheidseffecten van Mainport Schiphol.De regionale tv haalde een project van de
Biologiewinkel over de voorgenomen woningbouw van de gemeente Groningen in het
Reitdiepdal.
Andere projecten brengen misschien een minder spectaculaire publiciteitsgolf teweeg, maar
spelen een niet weg te cijferen rol in het beleid. Zo heeft de Economiewinkel meegewerkt aan
handleiding, waarmee gemeenten hun armoedebeleid beter kunnen vormgeven. Het boekje
met bijbehorende diskette is onder alle Nederlandse gemeenten verspreid. Het onderzoek van
de Chemiewinkel naar alternatieven voor aangroeiwerende scheepsverven staat in 1998 op de
agenda van de internationale discussie bij de IMO (International Maritime Organisation). Het
onderzoek naar AIDS-preventie van de Wetenschapswinkel voor Geneeskunde en
Volksgezondheid speelt een belangrijke rol in de vormgeving van samenwerking op dit
gebied tussen Nederland en Noord Duitsland. En het project van de Biologiewinkel over
emancipatie en duurzame ontwikkeling heeft geleid tot koerswijzigingen in het NMP3.
1.3 Internationale navolging
Het in Nederland ontwikkelde concept 'wetenschapswinkel' vindt overigens internationaal
steeds meer navolging. De EU-commissie Wetenschap en Technologie onderzoekt de
mogelijkheden voor introductie en stimulering van wetenschapswinkelactiviteiten in heel
Europa. Wetenschapswinkels zijn opgericht in de Scandinavische landen, in Engeland, in de
VS en Canada, in Maleisië en Zuid-Korea. Het afgelopen jaar hebben vele delegaties uit tal
van landen de Groningse wetenschapswinkels bezocht om te leren van de Nederlandse
praktijk. Evenals vorig jaar bezochten coördinatoren uit Groningen internationale
wetenschapswinkelsymposia in het buitenland.
De Chemiewinkel en de Biologiewinkel zijn bezig om, bij wijze van
ontwikkelingssamenwerking, een wetenschapswinkel voor milieuvraagstukken op te starten
aan de biologische faculteit van de universiteit van Bacau, Roemenië. Het enthousiasme is
groot, zowel bij de universitaire medewerkers en studenten, als bij de milieu-organisaties ter
plaatse. Soortgelijke projecten in andere Oosteuropese landen worden begeleid door andere
Nederlandse wetenschapswinkels.
1.4 Klanten en studenten
Veel winkels zijn actief op dezelfde thema’s, met name duurzame ontwikkeling en
positieverbetering van achterstandsgroepen, maar de wijze waarop zij dat invullen wordt in
hoge mate bepaald door de wijze waarop onderzoek en onderwijs op hun afdeling
georganiseerd zijn.
In het vorige Jaarbericht is gewezen op de gevolgen van de ondernemende universiteit voor
het instituut ‘Wetenschapswinkel’. Elders in het land zijn reeds verscheidene
wetenschapswinkels opgeheven, ingekrompen, of van taakstelling veranderd. Ook aan de RuG
gaat deze ontwikkeling niet voorbij: de in het vorig jaarbericht reeds gemelde inkrimping van
de aanstelling van de coordinator van de Wetenschapswinkel Onderwijs heeft ertoe geleid, dat
er van deze winkel dit jaar geen verslag beschikbaar is. Vertrek van de coordinator en
herstructurering van de Talenwinkel hebben tot gevolg gehad, dat de winkel in feite
gedurende het verslagjaar niet gefunctioneerd heeft. Het wetenschapswinkelconcept van
zowel de Talenwinkel als de Geschiedeniswinkel is door het bestuur van de Letterenfaculteit
nagenoeg geheel verlaten. Van deze winkels wordt thans verwacht, dat zij in de eerste plaats
derde geldstroom genereren. De coordinator van de Geschiedeniswinkel slaagt er desondanks
nog in middelen vrij te maken voor de niet-draagkrachtige doelgroepen van de
wetenschapswinkel in engere zin, maar dit beleid is nergens formeel gewaarborgd.
Veel studenten vonden ook in 1997 de weg naar de wetenschapswinkel en zetten zich in voor
maatschappelijke problemen. De gevolgen van de studieduurverkorting doen zich bij de
coordinatoren wel voelen: studenten staan onder nog weer grotere tijdsdruk, waardoor het
moeilijker is om projecten goed te laten aansluiten op de gestelde vragen. Een aantal winkels
heeft onder de MUB gekozen voor een profilering als onderwijsinstelling. Nauwere
samenwerking met verwante groepen en strakkere structurering van de begeleiding moeten de
gevolgen van de tijdsdruk ondervangen.
1.5 De afzonderlijke winkels
De ontwikkelingen worden hier slechts beknopt weergegeven. Meer informatie is te vinden op
de websites en in de afzonderlijke jaarverslagen
(http://www.fwn.rug.nl/chemshop/cwwet.html).
Biologie
De Biologiewinkel, die zich van oudsher richt op vragen rond natuur- en milieubeleid, kreeg
er het afgelopen jaar een aantal interessante nieuwe werkterreinen bij, namelijk emancipatie
en milieu en vraagstukken met betrekking tot gezondheid en milieu. In mei 1997 promoveerde
coordinator Maureen Butter op een studie naar de relatie tussen emancipatie en duurzame
ontwikkeling. Bij Biologie is het meeste onderwijs en onderzoek sterk fundamenteel van aard.
Studenten, die zich bezighouden met een wetenschapswinkelproject, leren een heleboel over
de wijze waarop biologische kennis in de besluitvorming meeweegt. Op onderwijsgebied
wordt nauw samengewerkt met Wetenschap en Samenleving, maar ook de ecologische
vakgroepen, mariene biologie, fysische geografie en sedert kort ook medische biologie zijn
geregeld betrokken bij Biologiewinkelprojecten. Samen met de Chemiewinkel is de
Biologiewinkel betrokken bij de oprichting van een wetenschapswinkel in Roemenie. De
Biologiewinkel heeft vrijwel geen derde geldstroom-inkomsten en ziet ook geen
mogelijkheden deze te verwerven, zonder het wetenschapswinkelkarakter geweld aan te doen.
Chemie
De Chemiewinkel, vanouds gespecialiseerd in vragen rond milieu, toxicologie en
arbeidsomstandigheden, ziet in de milieuvragen een duidelijke verschuiving van
effectenstudies naar alternatievenstudies. In het licht van ‘duurzame chemie’ lijken thema’s
als agrificatie en biotechnologie voor de toekomst interessant. Gezondheidsvragen betreffen
vooral schadelijkheid van producten op het werk of consumentenproducten. Chemiestudenten
worden in de eerste plaats opgeleid tot gespecialiseerde, fundamentele onderzoekers en de
afstand tussen het vak en de maatschappelijke toepassingen is bij de meeste werkgroepen
nogal groot. De Chemiewinkel is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van het
milieu-onderwijs en de maatschappelijke vorming van studenten bij het Opleidingsinstituut
Chemie. Daarnaast houdt de winkel zich bezig met bedrijfsinterne milieuzorg aan de RuG. De
winkel is zeer actief op internationaal gebied: in het Centre for Development Studies, het
Roemenie-project en in het structureren van de samenwerking met wetenschapswinkels elders
in de wereld. Evenmin als de Biologiewinkel heeft de Chemiewinkel derde
geldstroominkomsten van enige betekenis.
Economie
Evenals de beide voorgaande winkels houdt de Economiewinkel zich in belangrijke mate bezig
met duurzame ontwikkeling. Het onderzoek naar de lokale Agenda 21-praktijk is daar een
voorbeeld van. Agrificatie, b.v. de hennepteelt in de veenkolonien heeft ook de interesse van de
Economiewinkel. Maar ook vraagstukken rondom werk en werkgelegenheid komen bij de
Economiewinkel te liggen. De Economiewinkel functioneert tevens als stage-coordinatiepunt
voor de faculteit Studenten zijn in het algemeen goed in staat om binnen de tijd, die zij voor een
onderwerp hebben (b.v. 10 weken) een opdrachtgebonden onderzoek uit te voeren. Wat betreft
derde geldstroom ziet de Economiewinkel vooral mogelijkheden in kleine projecten, waaraan
weinig tijd voor acquisitie besteed hoeft te worden. Voor grotere projecten is de ruimte beperkt;
deze projecten vergen nogal wat tijd van de coordinator. In 1997 is langerlopend onderzoek
opgestart, in opdracht van de Waddenvereniging, naar duurzame ontwikkeling in het
waddengebied.
Farmacie
De Wetenschapswinkel voor Geneesmiddelen doet veel onderzoek op het gebied van
bijwerkingen van medicijnen, houdbaarheid en receptuur van medicijnen in de tropen en
geneesmiddelen voor vrouwen. Internationale aandacht oogstte het onderzoek naar
lactatieremmers, informatie hierover is opgenomen in de rubriek ‘Products’ van het veelgelezen
tijdschift SCRIP (‘World Pharmaceutical News’). Sinds kort behandelt de wetenschapswinkel
ook vragen van individuen, voor zover deze binnenkomen via de Informatie- en Klachtenbureaus
Gezondheidszorg. Op publicitair gebied wordt samengewerkt met de Wetenschapswinkel voor
Geneesmiddelen in Utrecht. Intern is de wetenschapswinkel ingedeeld bij de werkgroep Sociale
Farmacie en Farmaco-epidemiologie. De winkel heeft het afgelopen jaar kunnen beschikken over
een student-assistent als projectmedewerker. De ervaringen waren zeer positief. Voor het eerst is
Wetenschapswinkel Vraagstukken binnen het curriculum farmacie een afzonderlijk vak; dit is
van belang voor het eigen gezicht van de winkel.
Geneeskunde
De Wetenschapswinkel voor Geneeskunde en Volksgezondheid participeert in het Noordelijk
Centrum voor Gezondheidsvraagstukken. In de beginjaren van de wetenschapswinkel lag de
nadruk van de gestelde vragen voornamelijk op het gebied van milieu en arbeid. De aard van de
vragen is in de loop der jaren verschoven naar met name vragen op het gebied van geneeskunde
en gezondheidszorg. Daarbinnen worden veel vragen gesteld over de gezondheidszorg voor
chronisch zieken, ouderen, gehandicapten en over de positie van de patient. Momenteel worden
veel vragen gesteld op het gebied van seksueel misbruik en seksueel geweld. Studenten
geneeskunde zijn op het ogenblijk alleen in een bepaald, vast deel van het jaar inzetbaar voor het
doen van onderzoek, maar daar komt met het nieuwe ‘probleemgestuurde’ curriculum
verandering in.
Geschiedenis
De Geschiedeniswinkel werkt per 1-1-1997 als zelfstandige beheerseenheid en dit heeft de
slagkracht en efficiency aanmerkelijk vergroot. Door deze ontwikkelingen heeft de Gewi zich
nog nadrukkelijker als universitair historisch onderzoeksbureau kunnen profileren. De groei van
derde geldstroomprojecten zette zich ook dit jaar voort, waardoor het in 1998 mogelijk zal zijn
de vaste formatie uit te breiden (op basis van externe inkomsten dus). Naast een verdergaande
commercialisering blijft de Geschiedeniswinkel RUG zijn taak t.a.v. niet draagkrachtige
organisaties met verve vervullen. In het verslagjaar werden derhalve verschilende
studentenprojecten uitgevoerd in opdracht van lokale historische verenigingen, kleine musea
etcetera.
Een relatief grote hoeveelheid opdrachten (meer dan 20%) was dit jaar afkomstig uit de provincie
Overijssel. Het betrof hier m.n. cultuurhistorische projecten (haalbaarheidsstudies
bezoekerscentra en herinrichting van historische musea). Daarmee is de gesignaleerde tendens
(meer aandacht voor cultuurtoerisme en industrieel erfgoed - zie 1996) bewaarheid.
In het verslagjaar zijn meer structurele aanzetten gegeven tot het opbouwen van buitenlandse
contacten binnen de themagebieden milieugeschiedenis (Belgie en Duitsland) en geschiedenis
van beeld en geluid (Engeland, Frankrijk, Belgie).
Natuurkunde
De onderwerpen waar de Natuurkundewinkel zich in 1997 het meest mee bezig heeft gehouden
betroffen elektromagnetische velden en allerlei aspecten van (laagfrequent) geluid. De vele
contacten op het gebied van laagfrequent geluid leidden tot een project om, in samenwerking met
de Nederlandse Stichting Geluidhinder en het ministerie van VROM, te komen tot het schrijven
van een richtlijn annex handleiding voor de beoordeling van hinder die mensen van dit
laagfrequent geluid kunnen ondervinden. De richtlijn zal primair bedoeld zijn voor akoestisch
adviseurs en milieu-ambtenaren als beoordelingselement bij de benadering van dit probleem. Dit
project wordt in 1998 voortgezet. Dankzij de specifieke eigen expertise van de
Natuurkundewinkel op een aantal terreinen (geluid, aardbevingen en laagfrequente straling),
slaagt de winkel erin om enige derde geldstroom te mobiliseren.
Nog meer dan bij chemie en biologie is de natuurkundestudie gericht op onderwerpen, waarbij de
relatie met de werkelijkheid van alledag en maatschappelijke problemen moeilijk te leggen valt.
De Natuurkundewinkel richt zich in het onderwijs in belangrijke mate op eerste- en
tweedejaarsstudenten. Routinevragen en -metingen kunnen gemakkelijk worden meegenomen in
de practica. Daarnaast is de Natuurkundewinkel de enige plek waar studenten projektonderwijs
kunnen volgen. De Natuurkundewinkel organiseert ieder jaar een college "Fysische Methoden en
Technieken in de Milieukunde", dat voor een deel bestaat uit een vast programma en een deel dat
verzorgt wordt door gastsprekers. In 1997 was het thema: "Duurzaamheid: energie en water".
Download