Inhoud: Discriminatie op grond van nationaliteit Achtergrond De zaak Het oordeel van de Raad van State Conclusie ” Discriminatie op grond van nationaliteit In deze nieuwsbrief wordt een uitspraak besproken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 21 september 2011. Centraal in deze zaak staat de Remigratiewet die personen (financiële) hulp biedt indien zij willen terugkeren naar hun land van herkomst. Personen uit bepaalde landen vallen echter niet onder de werkingssfeer van deze wet. De Raad van State komt tot het oordeel dat de Remigratiewet bij het toekennen van een financiële bijdrage geen onderscheid op basis van nationaliteit mag maken. De Remigratiewet (Rw) is derhalve in strijd met o.a. artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Achtergrond De Remigratiewet is bedoeld voor personen die na lang verblijf in Nederland willen terugkeren naar hun land van herkomst maar dit niet zelfstandig kunnen verwezenlijken. Vaak ontbreekt het deze personen aan o.a. financiële middelen om daadwerkelijk Nederlands grondgebied te kunnen verlaten. Hierbij biedt de wet soelaas door middel van een uitkering. Echter, niet iedereen kan een geslaagd beroep doen op deze wet. Op grond van artikel 2 van de Remigratiewet mogen slechts personen afkomstig uit door de wet aangewezen landen gebruik maken van de faciliteiten die de Remigratiewet biedt. De zaak Deze nieuwsbrief is geschreven door mr. J.E. Hamann onder redactie van mr. M.J. van BastenBatenburg. De inhoud van deze nieuwsbrief is louter bedoeld ter informatie en niet als (juridisch) advies. Hoewel deze nieuwsbrief met grote zorgvuldigheid is samengesteld, kan Delissen Martens Advocaten, Belastingadviseurs en Mediation geen aansprakelijkheid accepteren voor de gevolgen van deze uitgave zonder haar medewerking. Delissen Martens advocaten belastingadviseurs mediation Adres Sportlaan 40 2566 LB Den Haag Telefoon 070-3315411 Fax 070-3115412 E-mail [email protected] Internet www.delissenmartens.nl In casu was een vreemdeling met de Egyptische nationaliteit voornemens terug te keren naar zijn land van herkomst. Hierbij deed hij een beroep op de Remigratiewet. Gelet op artikel 2 Rw kwam de Egyptenaar niet in aanmerking voor een remigratie-uitkering. Tot zijn verbazing merkte hij op dat personen uit bijvoorbeeld China wél gebruik kunnen maken van de door de Remigratiewet geboden faciliteiten. De vreemdeling beriep zich in dit verband op o.a. artikel 14 EVRM omdat uitsluiting van de uitkering discriminatie op grond van nationaliteit zou opleveren. Van een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor dit onderscheid kon volgens de vreemdeling niet worden gesproken. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) – die in deze als wederpartij optrad – gaf te kennen dat de keuze om bepaalde landen uit te sluiten een “specifieke historische en objectieve oorzaak” had. Ten tijde van de invoering van de Remigratiewet had Nederland overeenkomsten gesloten met een aantal landen met als doel ongeschoolde arbeiders te werven voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Personen uit de desbetreffende landen mogen thans een subsidie ontvangen om terug te keren naar hun geboorteland. Dit zou volgens de SVB het onderscheid op grond van nationaliteit rechtvaardigen. Het oordeel van de Raad van State De Raad van State overweegt dat de Remigratiewet ontoelaatbaar onderscheid maakt naar nationaliteit. Chinezen vallen volgens voormeld wetsartikel onder de werkingssfeer van de Remigratiewet terwijl met China geen wervingsovereenkomst is gesloten. Volgens de Raad van State heeft de SVB geen reden kunnen geven waarom Chinezen wel maar Egyptenaren niet in aanmerking komen voor een remigratie-uitkering, nu beide landen geen overeenkomst ter werving van arbeiders met Nederland hebben afgesloten. De SVB kon hiervoor geen objectieve en redelijke rechtvaardiging geven. Op grond hiervan komt de Raad van State tot de conclusie dat sprake is van discriminatie op grond van nationaliteit wat in strijd is met o.a. artikel 14 EVRM (verbod op discriminatie). Conclusie Vóór deze uitspraak konden mensen van bepaalde nationaliteiten worden uitgesloten van de werkingssfeer van deze wet. Op grond van voornoemde uitspraak is dit niet langer toegestaan. De Remigratiewet zal derhalve moeten worden aangepast. Bovendien is de bredere betekenis ervan dat aan vreemdelingen uit bepaalde landen geen hardere eisen mogen worden opgelegd als zij willen terugkeren naar hun land van herkomst. Dit betekent ook dat het evenmin toelaatbaar zou moeten zijn om verschillende eisen te hanteren als vreemdelingen toegang tot Nederland aanvragen. Zie ook link onder LJN-nummer BT2163 op www.rechtspraak.nl .