PGO-leidraad Algemene NatuurWetenschapen module Artikel (titel) Module 3, Biosfeer Platentektoniek 1. Verhelder onduidelijke termen en begrippen Zeebodemspreiding: het verplaatsen van de zeebodem vanaf de mid-oceanische rug. Asthenosfeer: het bovenste deel van de aardmantel, maximaal 300 km dik. Oceaantrog: een langgerekte, nauwe en diepe kloof in de zeebodem veroorzaakt door subductie van een tektonische plaat. 2. Definieer het centrale probleem / vraag van het artikel Wat is platentektoniek en welke verschillende soorten platentektoniek zijn er? 3. Analyseer het artikel / de rode draad De theorie van de platentektoniek bouwt voort op eerder beschreven concepten van continenten drift. Door de verschuiving van tektonische platen ontstaan er drie verschillende typen plaatgrenzen: - divergentie - convergentie - transformbreuk Vulkanische activiteiten, aardbevingen en het ontstaan van bergen en oceaantroggen vindt allemaal plaats langs grenzen van tektonische platen. Tektonische platen kunnen bewegen omdat de lithosfreer van de aarde sterker is en een lagere dichtheid heeft dan de onderliggende athenosfeer. Dit zorgt ervoor dat de tektonische platen als het ware drijven op het vloeibare binnenste van de aarde. De suggestie dat continenten kunnen verschuiven werd echter pas geaccepteerd nadat was aangetoond dat de tektonische platen aangroeien langs spreidingsruggen. 4. Orden de ideeën uit de analyse van het probleem ~ de aardkorst bestaat uit verschillende tektonische platen. Sommige tektonische platen vormen de volledige bodem van een oceaan terwijl andere maar een stukje land dragen. De samenstelling en dikte verschilt dus heel erg. ~ tektonische platen kunnen drie kanten opgaan; of ze groeien uit elkaar, of ze groeien over elkaar heen, of ze groeien langs mekaar heen. Oftewel: divergentie, convergentie en transformbreuk. Dit ontstaat in principe door de verschuiving van tektonische platen ten opzichte van elkaar. ~ het optreden van plaattektoniek is misschien wel het duidelijkst terug te zien in de vorm van kustlijnen bij de Atlantische oceaan. De oostkust van Noord- en Zuid-Amerika past precies in de westkust van Afrika, wat betekent dat de platen vroeger toch wel echt duidelijk een geheel zijn geweest. 5. formuleer leerdoelen 1. Tektonische platen kunnen bewegen, omdat de lithosfeer van de aarde sterker is en een lagere dichtheid heeft dan de onderliggende asthenosfeer. 2. ‘’Vulkanische activiteit, aardbevingen en het ontstaan van bergen en oceaantroggen vindt allemaal plaats langs grenzen van tektonische platen’’ Hoe ontstaan vanuit bewegende tektonische platen vulkanen?