De verbintenis tot tenlasteneming en het recht op maatschappelijke

advertisement
De verbintenis tot tenlasteneming en het recht op maatschappelijke
dienstverlening
1. 1. De verbintenis tot tenlasteneming bij kort verblijf
Omzendbrief van 9 september 1998 betreffende de verbintenis tot tenlasteneming zoals geregeld in
artikel 3bis van de Vreemdelingenwet, Bijlage 3bis (B.S. 30 september 1998), Inforum nr. 138451
a)
Wat is een verbintenis tot tenlasteneming?
Wanneer een vreemdeling een kort verblijf (maximaal drie maanden) aanvraagt in België, moet hij
bewijzen dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt om in zijn levensonderhoud te
voorzien. De verbintenis tot tenlasteneming is een van de mogelijkheden om die
binnenkomstvoorwaarde te vervullen.
De verbintenis tot tenlasteneming kan ondertekend worden door een natuurlijke persoon die over
voldoende middelen beschikt. Het kan een Belg zijn of vreemdeling die toegelaten of gemachtigd is tot
een verblijf van onbepaalde duur (BIVR onbepaalde duur, identiteitskaart voor vreemdelingen).
De garant gaat ten opzichte van de vreemdeling, elk OCMW en de Belgische Staat de verbintenis aan
om de kosten van gezondheidszorg, verblijf en repatriëring te dragen. Deze verbintenis blijft twee jaar
geldig.
De verbintenis tot tenlasteneming wordt ook afgesloten ten opzichte van het OCMW. Het OCMW is
met andere woorden geen derde ten aanzien van de verbintenis tot tenlasteneming. Indien een
OCMW maatschappelijke dienstverlening verstrekt aan een vreemdeling voor wie een verbintenis tot
tenlasteneming werd getekend, dan kan het OCMW de kosten zelf van de garant terugvorderen.
Het OCMW kan de gemaakte kosten van de garant terugvorderen via de gewone weg, dus via de
burgerrechtelijke rechtbanken. In de praktijk blijft deze terugvordering bijgevolg vaak dode letter. De
kosten en de tijdsinvestering van het personeel wegen vaak niet op tegen de mogelijke winst. Als het
OCMW niet van de garant kan terugvorderen, dan kan het OCMW de gemaakte kosten terugvorderen
van de POD Maatschappelijke Integratie, op voorwaarde dat het om terugvorderbare kosten gaat.
Indien het OCMW er achteraf toch nog in slaagt om van de garant terug te vorderen, moet dit aan de
POD Maatschappelijke Integratie teruggestort worden.
b)
Hoe lang is de verbintenis tot tenlasteneming geldig?
De verbintenis tot tenlasteneming is volgens de Omzendbrief van 9 september 1998 niet meer geldig,
wanneer de vreemdeling voor wie de verbintenis was aangegaan:
– het Schengengrondgebied betreedt zonder de vereiste binnenkomstdocumenten;
– het Schengengrondgebied betreedt meer dan zes maanden na de afhaaldatum van de
verbintenis tot tenlasteneming;
– het Schengengrondgebied verlaten heeft (België verlaten volstaat dus niet);
– een verblijfsrecht bekomt;
– een asielaanvraag indient.
De verbintenis tot tenlasteneming geldt verder ook niet meer:
– wanneer de geldigheidsduur van twee jaar versteken is;
– wanneer de garant afstand doet van de verbintenis en de DVZ een andere garant voor de
betrokken vreemdeling aanvaardt;
– wanneer de DVZ de aankomstverklaring of het visum wil verlengen en de garant te kennen geeft
niet langer borg te willen staan.
Tijdens de behandeling van een door de vreemdeling ingediende asielaanvraag wordt de verbintenis
tot tenlasteneming geschorst. De garant kan niet worden aangesproken voor de kosten gemaakt
tijdens die periode. Dat werd meermaals bevestigd door de minister van Binnenlandse Zaken en staat
ook zo in de Omzendbrief van 9 september 1998. De minister van Maatschappelijke Integratie heeft
dit standpunt nooit betwist, dus kunnen we ervan uitgaan dat ook hij vindt dat de verbintenis tot
tenlasteneming tijdens de asielprocedure geschorst wordt.
Nochtans heeft het Hof van Cassatie (Arrest van het Hof van Cassatie van 23 december 2002)
gezegd dat er geen wettelijke basis is voor het schorsen van de verbintenis tot tenlasteneming tijdens
de asielprocedure. Er is dus verdeeldheid in de rechtspraak. Sommige rechters oordelen dat de
asielaanvraag de verbintenis schorst en veroordelen het OCMW tot steunverlening (meestal financiële
steun aan een ontvankelijk verklaarde asielzoeker), anderen volgen het Hof van Cassatie en gaan
akkoord met de weigering van het OCMW om de asielzoeker te steunen en de verwijzing naar de
garant. De OCMW-Raad beslist autonoom hoe het OCMW zich in deze discussie opstelt, onder
ultieme controle van de bevoegde arbeidsrechter.
c)
Kan het OCMW maatschappelijke dienstverlening weigeren vanwege de verbintenis tot
tenlasteneming?
De Omzendbrief van 9 september 1998 zegt dat het OCMW dat op basis van de OCMW-Wet verplicht
is om dienstverlening toe te kennen, deze dienstverlening niet mag weigeren vanwege de verbintenis
tot tenlasteneming. Het OCMW kan wel de kosten van deze dienstverlening van de garant
terugvorderen.
Het bindend karakter van deze omzendbrief ten aanzien van de OCMW’s kan betwist worden. Ten
eerste is het een omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken en niet van de minister van
Maatschappelijke Integratie die bevoegd is voor de OCMW’s. Ten tweede doet de omzendbrief
afbreuk aan de regel dat het optreden van het OCMW altijd residuair is ten aanzien van het optreden
van andere mogelijke ‘hulpverleners’, zoals een garant.
Bovendien is het niet zo makkelijk om gemaakte kosten van een onwillige garant terug te vorderen.
De VVSG is van oordeel dat het zonder meer afwijzen van de hulpvraag van de betrokkene vanwege
de verbintenis tot tenlasteneming, een stap te ver is. OCMW’s hebben wel het recht om in eerste
instantie naar de garant te verwijzen. Mocht de garant niet willen of niet kunnen optreden, dan kan het
OCMW alsnog optreden. De kosten kunnen dan van de garant teruggevorderd worden.
Wanneer het niet aangewezen is dat de cliënt de garant rechtstreeks aanspreekt, kan het OCMW ook
meteen optreden zonder eerst naar de garant te verwijzen. Ook dan kunnen de kosten nadien van de
garant teruggevorderd worden. We denken bijvoorbeeld aan de oom die garant staat voor zijn nichtje
dat door hem vervolgens mishandeld wordt.
Het OCMW kan de vreemdeling natuurlijk ook bijstaan bij het realiseren van zijn eigen recht t.o.v. de
garant.
Ook de rechtspraak volgt deze redenering. In principe kan het OCMW de dienstverlening weigeren en
naar de garant verwijzen. OCMW-dienstverlening is immers altijd residuair. Indien de garant evenwel
niet door de cliënt aangesproken kan worden en de menselijke waardigheid is in het gedrang, dan
moet de menselijke waardigheid primeren en moet het OCMW optreden. De kosten kunnen dan
eventueel op de garant verhaald worden.
Soms wordt een verbintenis tot tenlasteneming aangegaan in het kader van een verblijfsrechtelijke
procedure waarin de voorwaarde dat de vreemdeling voldoende middelen van bestaan moet hebben,
niet geldt. In die gevallen kan het OCMW niet naar de verbintenis tot tenlasteneming verwijzen,
aangezien die nooit gevraagd had mogen worden. Bijvoorbeeld in het kader van bepaalde vormen van
gezinshereniging.
d)
Verbintenis tot tenlasteneming en medische zorgen
Volgens de Omzendbrief van 9 september 1998, verstuurd door de minister van Binnenlandse zaken,
kan het OCMW de garant alleen aanspreken voor de kosten van courante gezondheidszorgen en niet
voor de kosten van dringende medische hulpverlening. Het gebruiken van de term ‘dringende
medische hulpverlening’ is verwarrend. Er wordt snel gedacht aan de dringende medische hulp aan
illegaal verblijvende vreemdelingen. Die specifieke vorm van OCMW-dienstverlening wordt hier
evenwel niet bedoeld. Het gaat om onverwachte dringende medische zorgen, bijvoorbeeld naar
aanleiding van een ongeval.
Dit is een behoorlijke inperking van de draagwijdte van de verbintenis tot tenlasteneming. Het bindend
karakter van deze omzendbrief ten aanzien van de OCMW’s kan evenwel betwist worden (zie c)). De
VVSG is dan ook van oordeel dat ook kosten van onverwachte dringende medische zorgen in principe
door de garant betaald moeten worden of van de garant teruggevorderd kunnen worden.
In de praktijk zijn er evenwel heel wat problemen in verband met de medische kosten van
vreemdelingen waarvoor er een geldige verbintenis tot tenlasteneming is. Voor zover kosten van
verblijf en repatriëring nog enigszins op voorhand bepaalbaar zijn en het voor de garant nog enigszins
haalbaar is om deze kosten te betalen, geldt dat niet voor de medische kosten. De garant is niet
verplicht om een ziektekostenverzekering te sluiten voor de medische kosten van de personen
waarvoor hij de verbintenis ondertekent. De inkomensvoorwaarde voor een garant is ook vrij beperkt.
Indien medische kosten gemaakt worden, is het bijgevolg vaak zo dat de garant die onmogelijk kan
betalen zonder zelf in een situatie te komen die de menselijke waardigheid in het gedrang brengt. Het
merendeel van de tussenkomsten van OCMW’s voor vreemdelingen waarvoor er een verbintenis werd
getekend, betreft dan ook medische kosten. Vaak kunnen deze kosten niet of maar gedeeltelijk van de
garant teruggevorderd worden. Onder bepaalde voorwaarden kan het OCMW deze kosten
terugvorderen van de POD Maatschappelijke Integratie.
Veel problemen zouden vermeden kunnen worden door de garant te verplichten een verzekering af te
sluiten voor de medische kosten van de personen waarvoor hij de verbintenis aangaat. Daartegenover
staat dat er ook een voldoende aanbod van dergelijke verzekeringen aan haalbare voorwaarden moet
zijn. Het invoeren van een verzekering mag er immers niet toe leiden dat in België wonende personen
met beperkte inkomsten hun in het buitenland wonende familie niet meer op bezoek kunnen laten
komen, omdat ze de verbintenis tot tenlasteneming niet meer kunnen ondertekenen vanwege de te
dure verplichte verzekering.
1.2.
Verbintenis tot tenlasteneming bij samenwoonst in een duurzame
relatie
Om een verblijfsrecht op basis van een duurzame relatie te kunnen bekomen, moet er een verbintenis
tot tenlasteneming ondertekend worden.
Deze verbintenis tot tenlasteneming wordt in principe ondertekend door de partner die al in België
verblijft. Dit kan een Belg zijn, maar ook een vreemdeling met (ten minste) een verblijfsrecht van meer
dan drie maanden. Wanneer de in België verblijvende partner niet genoeg bestaansmiddelen heeft,
aanvaardt de DVZ in de praktijk ook dat iemand anders de verbintenis ondertekent, bijvoorbeeld de
ouders.
De garant gaat ten opzichte van de vreemdeling, elk OCMW en de Belgische Staat de verbintenis aan
om de kosten van gezondheidszorg, verblijf en repatriëring te dragen. Deze verbintenis blijft 3 jaar
geldig.
Wat de OCMW-dienstverlening betreft, geldt dezelfde redenering als bij de verbintenis tot
tenlasteneming bij kort verblijf. Het beroep op het OCMW kan er wel toe leiden dat het tijdelijke
verblijfsrecht van de cliënt niet verlengd wordt of ingetrokken wordt. Dat verblijfsrecht hangt immers af
van de relatie met en het levensonderhoud door de garant.
1.3.
Verbintenis tot tenlasteneming studenten
Wanneer een vreemdeling naar België wil komen om te studeren, moet hij bewijzen dat hij over
voldoende middelen van bestaan beschikt. De verbintenis tot tenlasteneming is een van de
mogelijkheden om die binnenkomstvoorwaarde te vervullen.
Deze verbintenis tot tenlasteneming kan aangegaan worden door een Belg of vreemdeling die een
verblijfsrecht voor onbepaalde duur heeft of door een Belgische of vreemde rechtspersoon.
De garant gaat ten opzichte van de vreemde student en de Belgische Staat de verbintenis aan om de
kosten van gezondheidszorg, verblijf, studie en repatriëring te dragen. Deze verbintenis geldt meestal
voor één academiejaar, maar kan ook voor de hele duur van de studies aangegaan worden.
Deze verbintenis tot tenlasteneming wordt niet t.o.v. het OCMW gesloten. Het OCMW is bijgevolg een
derde ten opzichte van de verbintenis tot tenlasteneming. Het OCMW kan de kosten van de verstrekte
maatschappelijke dienstverlening niet zelf op de garant verhalen.
Wat de OCMW-dienstverlening betreft, geldt dezelfde redenering als bij de verbintenis tot
tenlasteneming bij kort verblijf. Het beroep op het OCMW kan er wel toe leiden dat het tijdelijke
verblijfsrecht van de student niet verlengd wordt of ingetrokken wordt (art. 61 § 2, 3°
Vreemdelingenwet), maar in de praktijk blijkt dat de DVZ zelden van deze mogelijkheid gebruikmaakt.
Download