2012 11 14 De verbintenis tot tenlasteneming en het recht

advertisement
De verbintenis tot tenlasteneming en het recht op maatschappelijke
dienstverlening
1.De verbintenis tot tenlasteneming bij kort verblijf
Artikel 3bis Vreemdelingenwet
Artikel 17/2 tot 17/6 Vreemdelingenbesluit
Omzendbrief van 9 september 1998 betreffende de verbintenis tot
tenlasteneming zoals geregeld in artikel 3bis van de
Vreemdelingenwet, Bijlage 3bis (B.S. 30 september 1998), Inforum
nr. 138451
a) Wat is een verbintenis tot tenlasteneming?
Wanneer een vreemdeling een kort verblijf (maximaal drie maanden)
aanvraagt in België, moet hij bewijzen dat hij over voldoende
middelen van bestaan beschikt om in zijn levensonderhoud te voorzien.
De verbintenis tot tenlasteneming is een van de mogelijkheden om die
binnenkomstvoorwaarde te vervullen.
De verbintenis tot tenlasteneming kan ondertekend worden door een
natuurlijke persoon die over voldoende middelen beschikt. Het kan een
Belg zijn of vreemdeling die toegelaten of gemachtigd is tot een
verblijf van onbepaalde duur (BIVR onbepaalde duur, identiteitskaart
voor vreemdelingen).
De garant gaat ten opzichte van de vreemdeling, elk OCMW en de
Belgische Staat de verbintenis aan om de kosten van gezondheidszorg,
verblijf en repatriëring te dragen. Deze verbintenis blijft twee jaar
geldig.
De verbintenis tot tenlasteneming wordt ook afgesloten ten opzichte
van het OCMW. Het OCMW is met andere woorden geen derde ten aanzien
van
de
verbintenis
tot
tenlasteneming.
Indien
een
OCMW
maatschappelijke dienstverlening verstrekt aan een vreemdeling voor
wie een verbintenis tot tenlasteneming werd getekend, dan kan het
OCMW de kosten zelf van de garant terugvorderen.
Het OCMW kan de gemaakte kosten van de garant terugvorderen via de
gewone weg, dus via de burgerrechtelijke rechtbanken. In de praktijk
blijft deze terugvordering bijgevolg vaak dode letter. De kosten en
de tijdsinvestering van het personeel wegen vaak niet op tegen de
mogelijke winst. Als het OCMW niet van de garant kan terugvorderen,
dan kan het OCMW de gemaakte kosten onder bepaalde voorwaarden
terugvorderen van de POD Maatschappelijke Integratie, op voorwaarde
dat het om terugvorderbare kosten gaat. Indien het OCMW er achteraf
toch nog in slaagt om van de garant terug te vorderen, moet dit aan
de POD Maatschappelijke Integratie teruggestort worden.
1/6
b) Hoe lang is de verbintenis tot tenlasteneming geldig?
Arrest van het Hof van Cassatie van 23 december 2002
De verbintenis tot tenlasteneming is volgens de Omzendbrief van
9 september 1998 niet meer geldig, wanneer de vreemdeling voor wie de
verbintenis was aangegaan:
– het
Schengengrondgebied
betreedt
zonder
de
vereiste
binnenkomstdocumenten;
– het Schengengrondgebied betreedt meer dan zes maanden na de
afhaaldatum van de verbintenis tot tenlasteneming;
– het Schengengrondgebied verlaten heeft (België verlaten volstaat
dus niet);
– een verblijfsrecht bekomt;
– een asielaanvraag indient.
De verbintenis tot tenlasteneming geldt verder ook niet meer:
– wanneer de geldigheidsduur van twee jaar versteken is;
– wanneer de garant afstand doet van de verbintenis en de DVZ een
andere garant voor de betrokken vreemdeling aanvaardt;
– wanneer de DVZ de aankomstverklaring of het visum wil verlengen en
de garant te kennen geeft niet langer borg te willen staan.
Tijdens de behandeling van een door de vreemdeling ingediende
asielaanvraag wordt de verbintenis tot tenlasteneming geschorst. De
garant kan niet worden aangesproken voor de kosten gemaakt tijdens
die periode. Dat werd meermaals bevestigd door de minister van
Binnenlandse Zaken en staat ook zo in de Omzendbrief van 9 september
1998. De minister van Maatschappelijke Integratie heeft dit standpunt
nooit betwist, dus kunnen we ervan uitgaan dat ook hij vindt dat de
verbintenis tot tenlasteneming tijdens de asielprocedure geschorst
wordt.
Nochtans heeft het Hof van Cassatie gezegd dat er geen wettelijke
basis is voor het schorsen van de verbintenis tot tenlasteneming
tijdens de asielprocedure. Er is dus verdeeldheid in de rechtspraak.
Sommige rechters oordelen dat de asielaanvraag de verbintenis schorst
en veroordelen het OCMW tot steunverlening (meestal financiële steun
aan een ontvankelijk verklaarde asielzoeker), anderen volgen het Hof
van Cassatie en gaan akkoord met de weigering van het OCMW om de
asielzoeker te steunen en de verwijzing naar de garant. De OCMW-Raad
beslist autonoom hoe het OCMW zich in deze discussie opstelt, onder
ultieme controle van de bevoegde arbeidsrechter.
14 november 20122/6
c) Kan het OCMW maatschappelijke dienstverlening weigeren vanwege de
verbintenis tot tenlasteneming?
De Omzendbrief van 9 september 1998 zegt dat het OCMW dat op basis
van de OCMW-Wet verplicht is om dienstverlening toe te kennen, deze
dienstverlening niet mag weigeren vanwege de verbintenis tot
tenlasteneming. Het OCMW kan wel de kosten van deze dienstverlening
van de garant terugvorderen.
Het bindend karakter van deze omzendbrief ten aanzien van de OCMW’s
kan betwist worden. Ten eerste is het een omzendbrief van de minister
van Binnenlandse Zaken en niet van de minister van Maatschappelijke
Integratie die bevoegd is voor de OCMW’s. Ten tweede doet de
omzendbrief afbreuk aan de regel dat het optreden van het OCMW altijd
residuair is ten aanzien van het optreden van andere mogelijke
‘hulpverleners’, zoals een garant.
De VVSG is van oordeel dat het zonder meer afwijzen van de hulpvraag
van de betrokkene vanwege de verbintenis tot tenlasteneming, een stap
te ver is. OCMW’s hebben wel het recht om in eerste instantie naar de
garant te verwijzen. Mocht de garant niet willen of niet kunnen
optreden, dan kan het OCMW alsnog optreden. De kosten kunnen dan van
de garant teruggevorderd worden.
Het OCMW kan de vreemdeling natuurlijk ook
realiseren van zijn eigen recht t.o.v. de garant.
bijstaan
bij
het
Soms wordt een verbintenis tot tenlasteneming aangegaan in het kader
van een verblijfsrechtelijke procedure waarin de voorwaarde dat de
vreemdeling voldoende middelen van bestaan moet hebben, niet geldt.
In die gevallen kan het OCMW niet naar de verbintenis tot
tenlasteneming verwijzen, aangezien die nooit gevraagd had mogen
worden.
Bijvoorbeeld
in
het
kader
van
bepaalde
vormen
van
gezinshereniging.
d) Verbintenis tot tenlasteneming en medische zorgen
De verbintenis tot tenlasteneming is bedoeld om te vermijden dat er
kosten ten laste komen van de Belgische Staat of een OCMW indien de
vreemdeling langer dan de door zijn visum gedekte periode in het land
blijft. Aangezien de verbintenis tot tenlasteneming niet meer geldig
is indien de vreemdeling een verblijfsrecht verwerft, gaat het over
vreemdelingen die illegaal in het land gebleven zijn en is de
hulpvraag bijgevolg beperkt tot dringende medische hulp.
3/6
Volgens de Omzendbrief van 9 september 1998, verstuurd door de
minister van Binnenlandse zaken, kan het OCMW de garant alleen
aanspreken voor de kosten van courante gezondheidszorgen en niet voor
de kosten van dringende medische hulpverlening. Het gebruiken van de
term ‘dringende medische hulpverlening’ is verwarrend. Er wordt snel
gedacht aan de dringende medische hulp aan illegaal verblijvende
vreemdelingen. Die specifieke vorm van OCMW-dienstverlening wordt
hier evenwel niet bedoeld. Het gaat om onverwachte dringende medische
zorgen, bijvoorbeeld naar aanleiding van een ongeval.
Dit is een behoorlijke inperking van de draagwijdte van de
verbintenis tot tenlasteneming. Het bindend karakter van deze
omzendbrief ten aanzien van de OCMW’s kan evenwel betwist worden (zie
c)). De VVSG is dan ook van oordeel dat ook kosten van onverwachte
dringende medische zorgen in principe door de garant betaald moeten
worden of van de garant teruggevorderd kunnen worden.
In de praktijk zijn er evenwel heel wat problemen in verband met de
medische kosten van vreemdelingen waarvoor er een geldige verbintenis
tot tenlasteneming is. Voor zover kosten van verblijf en repatriëring
nog enigszins op voorhand bepaalbaar zijn en het voor de garant nog
enigszins haalbaar is om deze kosten te betalen, geldt dat niet voor
de
medische
kosten.
De
garant
is
niet
verplicht
om
een
ziektekostenverzekering te sluiten voor de medische kosten van de
personen
waarvoor
hij
de
verbintenis
ondertekent.
De
inkomensvoorwaarde voor een garant is ook vrij beperkt. Indien
medische kosten gemaakt worden, is het bijgevolg vaak zo dat de
garant die onmogelijk kan betalen zonder zelf in een situatie te
komen die de menselijke waardigheid in het gedrang brengt. Het
merendeel van de tussenkomsten van OCMW’s voor vreemdelingen waarvoor
er een verbintenis werd getekend, betreft dan ook medische kosten.
Vaak kunnen deze kosten niet of maar gedeeltelijk van de garant
teruggevorderd worden. Onder bepaalde voorwaarden kan het OCMW deze
kosten terugvorderen van de POD Maatschappelijke Integratie.
Veel problemen zouden vermeden kunnen worden door de garant te
verplichten een verzekering af te sluiten voor de medische kosten van
de personen waarvoor hij de verbintenis aangaat. Daartegenover staat
dat er ook een voldoende aanbod van dergelijke verzekeringen aan
haalbare voorwaarden moet zijn. Het invoeren van een verzekering mag
er immers niet toe leiden dat in België wonende personen met beperkte
inkomsten hun in het buitenland wonende familie niet meer op bezoek
kunnen laten komen, omdat ze de verbintenis tot tenlasteneming niet
meer kunnen ondertekenen vanwege de te dure verplichte verzekering.
e) Terugvorderen van de POD Maatschappelijke Integratie als er een
geldige verbintenis tot tenlasteneming is
Wanneer het OCMW vaststelt dat er voor een bepaalde cliënt een nog
geldige verbintenis tot tenlasteneming is, kan het OCMW de kosten van
maatschappelijke dienstverlening, in de praktijk de kosten van
dringende medische hulp, onder bepaalde voorwaarden toch ten laste
nemen en van de POD Maatschappelijke Integratie terugvorderen. Indien
14 november 20124/6
er een garant is, moet het OCMW in eerste instantie naar de garant
verwijzen. Het OCMW kan van deze regel afwijken en onmiddellijk zelf
optreden indien uit het sociaal onderzoek blijkt dat de garant ofwel
onvindbaar is ofwel zelf behoeftig is. Het is ook mogelijk de
tussenkomst van de garant tot een deel van de kosten te beperken in
functie
van
zijn
financiële
mogelijkheden
en/of
om
een
afbetalingsplan op te stellen. Indien de garant niet reageert,
weigert te betalen of stopt met betalen, kan het OCMW de kosten ten
laste nemen en van de POD MI terugvorderen, ten minste als de
ontvanger de nodige stappen zet om de uitgaven van de garant terug te
vorderen. Indien de garant bepaalde kosten aan het OCMW terugbetaalt,
moet het OCMW die gelden doorstorten naar de POD MI in de mate dat de
POD MI de kosten ten laste heeft genomen.
De
POD
Maatschappelijke
Integratie
verwacht
dat
de
OCMW’s
gebruikmaken van de contactpersoon bij de DVZ om informatie over de
garant te verzamelen. Wanneer uit het sociaal verslag blijkt dat er
een garant is en het OCMW doet verder niets met deze informatie (geen
verwijzen naar de garant, geen sociaal onderzoek naar draagkracht
garant, geen informatie opgevraagd bij de DVZ), zal de POD
Maatschappelijke Integratie de terugvordering wel weigeren.
CONTACTPERSOON BIJ DVZ VOOR INFORMATIE OVER GARANTEN
Het is niet gemakkelijk om te achterhalen of een vreemdeling die
voor de betaling van zijn medische kosten een beroep doet op het
OCMW,
een
garant
heeft
die
voor
hem
een
verbintenis
tot
tenlasteneming ondertekend heeft. Die garant kan immers in een
andere gemeente wonen. Er is geen centrale registratie. Alleen de
gemeente waar de garant de verbintenis ondertekent, is op de hoogte.
Bij de Dienst Vreemdelingenzaken is er nu een contactpersoon voor
gemeenten, OCMW’s en (openbare) ziekenhuizen. DVZ geeft info over
het bestaan van een tenlasteneming en over de contactgegevens van de
borgsteller. Op aanvraag geeft DVZ ook een schriftelijk bewijs als
er geen tenlasteneming ondertekend werd voor een vreemdeling. Dat is
belangrijke informatie om op te nemen in het sociaal verslag waarmee
de behoeftigheid van de cliënt aangetoond moet worden bij controle
door de POD MI.
Voor informatie over een verbintenis tot tenlasteneming in het kader
van een kort verblijf (bijlage 3bis): [email protected] of
tel. 02/793.86.30 (meer info).
Voor informatie over een tenlasteneming in het kader van een lang
verblijf
(bijlage
32):
[email protected]
of
tel.
02/293.87.31.
Let op: bij een bijlage 32 stelt de garant zich niet borg ten
opzichte van het OCMW, dit is wel het geval bij een bijlage 3bis.
Bron: Vlaams
verblijf.
Minderhedencentrum:
onderhoud
Meer weten: www.vreemdelingenrecht.be.
5/6
met DVZ
bureau
kort
2.
Verbintenis tot tenlasteneming studenten
Artikel 60 Vreemdelingenwet
Artikel 101 tweede lid Vreemdelingenbesluit, bijlage 32
Wanneer een vreemdeling naar België wil komen om te studeren, moet
hij bewijzen dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt. De
verbintenis tot tenlasteneming is een van de mogelijkheden om die
binnenkomstvoorwaarde te vervullen.
Deze verbintenis tot tenlasteneming kan aangegaan worden door een
Belg of vreemdeling die een verblijfsrecht voor onbepaalde duur heeft
of door een Belgische of vreemde rechtspersoon.
De garant gaat ten opzichte van de vreemde student en de Belgische
Staat de verbintenis aan om de kosten van gezondheidszorg, verblijf,
studie en repatriëring te dragen. Deze verbintenis geldt meestal voor
één academiejaar, maar kan ook voor de hele duur van de studies
aangegaan worden.
Deze verbintenis tot tenlasteneming wordt niet t.o.v. het OCMW
gesloten. Het OCMW is bijgevolg een derde ten opzichte van de
verbintenis tot tenlasteneming. Het OCMW kan de kosten van de
verstrekte maatschappelijke dienstverlening niet zelf op de garant
verhalen.
Wat de OCMW-dienstverlening betreft, geldt dezelfde redenering als
bij de verbintenis tot tenlasteneming bij kort verblijf. Het beroep
op het OCMW kan er wel toe leiden dat het tijdelijke verblijfsrecht
van de student niet verlengd wordt of ingetrokken wordt (art. 61 § 2,
3° Vreemdelingenwet), maar in de praktijk blijkt dat de DVZ zelden
van deze mogelijkheid gebruikmaakt.
14 november 20126/6
Download