Scheikunde en reacties.

Scheikunde en reacties.
Begrippen.
 Scheikunde: houdt zich bezig met stoffen en met
name de verandering van stoffen.
 Experiment: een poging om na te gaan of een
bepaalde bewering juist is.
 Conclusie: die trek je niet met je zintuigen. Daar
heb je verstand voor nodig.
 Chemische reactie: is een proces waarbij een stof
verandert in een andere stof / stoffen.
 Verbranding: een verbranding is een reactie met
zuurstof.
De branddriehoek.
• Ontbrandingstemperatuur:
de minimale temperatuur
die nodig is om een stof te
laten branden.
Veiligheidsregels:
 Draag altijd een labjas.
 Draag een bril als je de
brander gebruikt.
 Werk rustig en
geconcentreerd.
 Houd je aan de
practicumvoorschriften.
 Leg zo min mogelijk
spullen op de tafel.
 Proef niet van stoffen.
 Richt een reageerbuis
nooit op jezelf of andere.
 Lange haren vastbinden.
 Ruik voorzichtig aan
stoffen.
 Eet en drink niet in het
lokaal.
 Was altijd na afloop goed
je handen.
 Bemoei je niet met
andere groepjes.
Veiligheidsmiddelen.
1)
2)
3)
4)
5)
6)
Blusapparaat.
Blusdeken.
Oog douche.
EHBO koffer.
Douche.
Twee vlucht deuren.
Practicumhulpmiddelen.
Erlenmeyer
Rondbodemkolf Platbodemkolf Pipet
Brander aansteken.
•
•
•
•
Stap 1: Draai de luchtschijf omhoog.
Stap 2: Gasregelknop dicht.
Stap 3: Hoofdgaskraan open.
Stap 4: Lucifer aansteken.
• Stap 5: Gasregelknop beetje open.
Vlamkleuren.
• Geel: (gasregelknop open, luchtregelschijf dicht)
pauzevlam, niet zo heet, glaswerk wordt zwart.
• Kleurloos: (gasregelknop open, luchtschijf beetje
open) kleine hoeveelheden verwarmen.
• Blauw (ruisend): (gasregelknop open, luchtschijf ver
open) grote hoeveelheid verwarmen.
Gedestilleerd of demi- water:
• Wat is het?
Water zonder opgeloste stoffen.
• Waarvoor gebruik je het?
Voor alle proeven met water.
• Waarom?
In gewoon water zitten hinderlijke stoffen
voor een reactie, in gedestilleerd water zit
alleen H₂O
Pictogrammen.
Vergiftig
Bijtend
Licht ontvlambaar
Oxiderend
Explosief
Irriterend
Wat maakt een stof tot een gif
• Acute vergiftiging: dan merk je bij de inname
meteen een effect.
Bijv.: rattengif / paddenstoelen.
• Chronische vergiftiging: dan merk je pas na een
langere tijd (jaren) een effect.
Bijv.: radio actieve straling / asbest / zwarte metalen
(lood, kwik)
Bestrijdingsmiddelen
 Pesticiden: bestrijden ongedierte.
 Herbiciden: bestrijden onkruid.
 Fungiciden: bestrijden schimmels.