3333 Dompeltemperatuurregelaar RLE162

advertisement
3
333
Dompeltemperatuurregelaar
RLE162
met 2 uitgangen DC 0...10 V
Dompeltemperatuurregelaar voor waterzijdige regelingen in kleine ventilatie- en
luchtbehandelingsinstallaties. Compacte constructie. Twee analoge besturingsuitgangen DC 0…10 V voor verwarmen en/of koelen.
Toepassing
Installaties:
• Ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties
• Kleine verwarmingsinstallaties
Gebouwen:
• Kleine woongebouwen
• Alle soorten niet voor bewoning bestemde gebouwen
Als regelaar:
• Warmtapwatertemperatuur
• Aanvoertemperatuur in verwarmingsinstallaties
• Waterzijdige regeling in CV/AC-toepassingen
• Van een warmtewisselaar met gesloten circuit
• Koelwatertemperatuur
Besturing:
• Servomotoren voor verwarmingsafsluiters
• Servomotoren voor koelafsluiters
CE1N3333nl
08.2005
Siemens Building Technologies
HVAC Products
Functies
Hoofdfunctie
• Modulerende regeling van de watertemperatuur door modulerend besturen van het
corrigerend orgaan met de werkrichting van de besturingssignalen naar keuze voor
verwarmen of koelen of verwarmen en koelen
Verdere functies
•
•
•
•
•
•
•
Buitentemperatuurcompensatie
Minimum begrenzing van de geregelde temperatuur
Maximum begrenzing van de geregelde temperatuur
Het op afstand verstellen van de gewenste temperatuur
Omschakeling van de gewenste waarde door extern contact
Lastafhankelijk schakelcontact (b.v. vrijgave van de pomp)
Testbedrijf als ondersteuning bij de inbedrijfstelling
Bestelling
Voor de bestelling moet de typeaanduiding RLE162 worden opgegeven.
Toebehoren
Indien gewenst is een beschermhuls leverbaar
Specificatie
PN10, 150 mm insteeklengte, Messing (Ms63)
Type
Apparatenblad
ALT-SB150 CE1N1193
Apparatencombinaties
Servomotoren en besturingsapparaten moeten voldoen aan de volgende gegevens:
• Besturingsingang: modulerend, DC 0...10 V
• Bedrijfsspanning: AC 24 V
Voor aanvullende functies zijn de volgende apparaten toepasbaar:
Apparaat
Typeaand.
Apparatenblad
Buitentemperatuuropnemer (voor buitentemperatuurcompensatie)
Afstandinstelpotentiometer
QAC22
CE1N1811
BSG21.1
CM1N1991
Techniek
Temperatuurregeling
Instellingen
Ingesteld moeten worden:
• Gewenste waarde
• Werkrichting. De twee besturingsuitgangen Y1 en Y2 kunnen als volgt werken:
− alleen verwarmen: uitgang Y2 blijft ongebruikt
− verwarmen + verwarmen: beide besturingsuitgangen hebben dezelfde werkrichting en werken in volgorde
− alleen koelen: uitgang Y2 blijft ongebruikt
− verwarmen en koelen: de besturingsuitgangen hebben een tegengestelde werkrichting
• Regelgedrag: voor de aanpassing aan het regeltraject zijn vier mogelijkheden beschikbaar:
− P-gedrag
− PI-gedrag met een vaste integratietijd van 240 s (SLOW)
− PI-gedrag met een vaste integratietijd van 120 s (MEDIUM)
− PI-gedrag met een vaste integratietijd van 60 s (FAST), geschikt voor snelle regeltrajecten zoals b.v. temperatuurregelingen voor tapwater
• P-band van de besturingsuitgang Y1
• P-band van de besturingsuitgang Y2
2/9
Siemens Building Technologies
HVAC Products
Dompeltemperatuurregelaar RLE162
CE1N3333nl
08.2005
Regeling bij verwarmen of
koelen
Bij een afwijking van de watertemperatuur van de gewenste waarde vormt de regelaar een
besturingssignaal in het bereik DC 0…10 V, dat proportioneel is met de afwijking (pregeling) c.q. de verwarmings- of koelbelasting (PI-regeling). Een verandering van het
besturingssignaal van DC 0…10 V zorgt voor een verandering van de instelgrootheid van
0…100 %. De instelgrootheid is proportioneel met het besturingssignaal.
Y
Y
10 V
10 V
Y2
Y1
Xp2
Xp1
0
Xp1
Q
Q
Verwarmen of koelen
Q
Xp1
Xp2
Xdz
Regeling bij verwarmen
en koelen
3333D01
Y1
0
Verwarmen-verwarmen
Verw.- of koelbelasting c.q. afwijking
P-band voor Y1
P-band voor Y2
Dode zone
Y1
Y2
Besturingssignaal
Besturingssignaal
Verwarmen
Koelen
Deze regeling wordt uitsluitend ingezet voor warmtewisselaars met een gesloten circuit,
waarin wordt omgeschakeld tussen zomer- en winterbedrijf. Het omschakelen van de
besturingssignalen en de gewenste waarde vindt plaats via een extern contact, b.v. een
schakelklok
Y
10 V
Y1
Xp1
0
3333D02
Y2
Q
Xp2
∆w
Q
Xp1
Xp2
Y1
Y2
Verhoging gewenste waarde
Verwarmings- of koellast
P-band verwarmen
P-band koelen
Besturingssignaal verwarmen
Besturingssignaal koelen
Verwarmen
Koelen
3333Z01
T
• Zomerbedrijf:
regelen op gewenste waarde van het koelwater, gewenste waarde met de schuif ingesteld, besturingsuitgang Y1 via externe schakelklok gedeactiveerd
• Winterbedrijf:
regelen op gewenste waarde van de verwarmingsaanvoer, de gewenste waarde is via
een externe schakelklok verhoogd naar gewenste omschakelwaarde, besturingsuitgang Y2 via een externe schakelklok gedeactiveerd
Maximum en minimum
begrenzing
De regelgrootheid kan maximaal of minimaal worden begrensd. Daarvoor heeft de
regelaar twee begrenzingsingangen Z8 en Z9. Als signaalgevende begrenzer werkt
standaard een andere regelaar RLE162. Het besturingssignaal DC 0…10 V werkt als
begrenzingssignaal en begrenst de regelgrootheid als volgt:
• Maximum begrenzing:
Als aan Z8 een begrenzingssignaal aanwezig is, dan kan de signaalspanning van de
actueel actieve besturingsuitgang niet hoger zijn dan de spanning aan Z8.
3/9
Siemens Building Technologies
HVAC Products
Dompeltemperatuurregelaar RLE162
CE1N3333nl
08.2005
• Minimum begrenzing
Als aan Z9 een begrenzingssignaal aanwezig is, dan kan de signaalspanning van de
actueel actieve besturingsuitgang niet lager zijn dan de spanning aan Z9.
Buitentemperatuurcompensatie
Door het aansluiten van een buitentemperatuuropnemer wordt de actuele gewenste
waarde, afhankelijk van de buitentemperatuur, verschoven.
De buitentemperatuurcompensatie werkt alleen als wintercompensatie. Deze is alleen
mogelijk in de bedrijfswijzen verwarmen en verwarmen + verwarmen.
Naar keuze zijn er twee bereiken: LOW en HIGH; binnen het gewenste bereik vindt een
compensatie volgens vaste waarden plaats. Als de buitentemperatuur daalt van 15 ºC
naar – 5ºC, wordt de gewenste waarde modulerend ongeveer 14 K (LOW) c.q. 28 K
(HIGH) verhoogd. Onder een buitentemperatuur van –5 ºC blijft hij constant op dit niveau.
HIGH
wN + 14 K
LOW
3333D03
w
wN + 28 K
wN
-5
+15
TA
TA Buitentemperatuur
w Actuele gewenste waarde
wN Nominale gewenste waarde
Verstelling van de gewenste waarde
Aan de RLE162 kan een afstandinstelpotentiometer GSG21.1 worden aangesloten
(klemmen R1-M). Daarmee kan de gewenste waarde op afstand worden versteld. De
instelschuif voor de gewenste waarde moet daarvoor op de stand EXT staan.
Omschakeling gewenste waarde
De nominale gewenste waarde wordt door het sluiten van een extern potentiaalvrij
contact omgeschakeld. Het omschakelen dient voor de energiebesparing.
Afhankelijk van de bedrijfswijze is de werking als volgt:
• Alleen verwarmen: de gewenste waarde wordt verlaagd
• Verwarmen + verwarmen: de gewenste waarde wordt verlaagd
• Alleen koelen: de gewenste waarde wordt verhoogd
• Verwarmen en koelen: zie daarvoor sectie «Regeling bij verwarmen en koelen».
De op de nominale gewenste waarde betrokken verlaging c.q. verhoging moet worden
ingesteld; de instelling is niet toegankelijk voor de eindgebruiker.
Legionellabeveiliging
In de bedrijfswijze «Verwarmen en koelen» wordt de gewenste waarde verhoogd door
het sluiten van een extern potentiaalvrij contact op de klemmen D1 – M.
Dit maakt in tapwaterregelingen legionellabeveiliging mogelijk; m.b.v een weekklok
wordt het tapwater periodiek op een hogere temperatuur verwarmd.
Instelbaar is de verhoging, werkend op de normale ingestelde waarde; de instelling is
voor de eindgebruiker niet toegankelijk.
Schakelcontact
De schakeluitgang (klemmen Q13-Q14) maakt het mogelijk een installatie-element
behoefteafhankelijk te schakelen.
Het schakelcontact wordt door het besturingssignaal Y1 bestuurd. Als de verwarmingsc.q. koellast 5 % van het instelbereik van Y1 overschrijdt (DC 0,5 V), schakelt het contact IN; bij 0 % schakelt het UIT.
Testbedrijf
De regeling is uitgeschakeld; de instelschuif voor de gewenste waarde werkt als standgever. Hiermee kan het corrigerend orgaan (c.q. beide corrigerende organen) in iedere
willekeurige stand worden gebracht; het instelbereik van de gewenste waarde wordt het
instelbereik.
Een lichtdiode geeft het testbedrijf aan.
4/9
Siemens Building Technologies
HVAC Products
Dompeltemperatuurregelaar RLE162
CE1N3333nl
08.2005
Uitvoering
De regelaar is geconstrueerd voor directe inbouw in pijpleidingen. Hij bestaat uit een
huis met een deksel, een draadnippel en een dompelopnemer; hierin bevindt zich het
meetelement (LG-Ni 1000). Het huis van kunststof bevat de regelelektronica en alle
bedieningselementen. Deze zijn alleen toegankelijk door verwijdering van het deksel.
Aan de voorkant bevinden zich de schuif voor de instelling van de gewenste waarde,
evenals een lichtdiode voor de bedrijfsweergave:
• LED brandt: normaal bedrijf
• LED knippert: testbedrijf
3
4
5
3333P01
2
1
1
2
3
4
5
LED
DIP-switch-Blok
Instelschuif voor de verlaging c.q. verhoging van de gewenste waarde
Instelpotentiometer voor P-Band Y2
Instelpotentiometer voor P-Band Y1
.
.
Voor de inbouw is aan de regelaar een draadnippel met een bevestigingsmoer aanwezig. De regelaar kan zonder beschermbuis in de pijpleiding worden ingebouwd; de
montage mèt beschermbuis is echter ook mogelijk
Alle functie-instellingen worden via een DIP-switch-blok met zes schuifschakelaars
uitgevoerd:
Functie
1
2
Bedrijfswijze
3
4
5
6
Werking
Verwarmen en koelen in volgorde
Verwarmen-verwarmen
Koelen
Verwarmen
Regelgedrag
P
PI, integratietijd = 120 s (MEDIUM)
PI, integratietijd = 240 s (SLOW)
PI, integratietijd = 60 s (FAST)
Testbedrijf
Testbedrijf
Normaal bedrijf
Buitentemperatuurcompensatie
HIGH
LOW
Aanwijzingen voor de projectering
Als de bedrijfsspanning van de regelaar uitvalt, wordt het corrigerend orgaan automatisch gesloten c.q. in de ruststand gebracht (sommige servomotoren moeten dan nog
wel bedrijfsspanning hebben).
Als een beschermbuis wordt gebruikt, wordt de tijdconstante van de opnemer groter.
5/9
Siemens Building Technologies
HVAC Products
Dompeltemperatuurregelaar RLE162
CE1N3333nl
08.2005
Als de regelaar als begrenzer wordt ingezet, moeten de bedrijfswijze en de elektrische
verbindingen als volgt worden gekozen:
Bedrijfswijze
van de regelaar
Begrenzer
begrenzingsfunctie
bedrijfswijze
Verwarmen
Verwarmen
minimum begrenzing
maximum begrenzing
verwarmen
koelen
Verbinding
van begrenop regezingsklem
laarklem
Y1
Y1
Z9
Z9
Bij het apparaat is een handleiding voor montage, installatie en inbedrijfstelling gevoegd.
Aanwijzingen voor de montage
De regelaar wordt direct in de leiding gemonteerd. De plaatselijke voorschriften moeten
in acht worden genomen.
Een geschikte montageplaats is, afhankelijk van de toepassing:
• Aanvoertemperatuurregeling:
− in de aanvoer van de verwarming; direct na de pomp, als deze zich in de aanvoer
bevindt
− in de aanvoer van de verwarming ca. 1,5…2 m na het mengpunt, als de pomp zich
in de retour bevindt.
• Retourtemperatuurregeling:
1...1,5 m na het mengpunt
• Minimum begrenzing van de ketelretourtemperatuur en maximum begrenzing van de
aanvoertemperatuur:
1...1,5 m na het mengpunt
• Tapwatertemperatuurregeling:
1,5...2 m na het mengpunt
• Warmtewisselaarregeling:
zo dicht mogelijk na de warmtewisselaar, echter de maximaal toelaatbare omgevingstemperatuur moet worden aangehouden
Voor de inbouw van de regelaar (c.q. de beschermbuis) moet een draadnippel in de
leiding worden aangebracht. De dompelopnemer moet indien mogelijk tegen de stromingsrichting in gericht zijn. De maximaal toelaatbare omgevingstemperatuur moet
worden aangehouden.
Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling
Voor de controle van de besturingsbedrading kan de regelaar in testbedrijf worden
gebracht en kan vervolgens de reactie van het corrigerend orgaan worden getest.
Bij instabiliteit van de regeling moet de P-band en eventueel ook de integratietijd hoger
worden ingesteld; bij te langzame reactie moeten deze waarden worden gereduceerd.
6/9
Siemens Building Technologies
HVAC Products
Dompeltemperatuurregelaar RLE162
CE1N3333nl
08.2005
Technische gegevens
Voeding
Bedrijfsspanning
Frequentie
Opgenomen vermogen
AC 24 V ±20 %
50 / 60 Hz
max. 1 VA
Functiegegevens
Instelbereik gewenste gegevens
Instelbereik omschakeling gewenste waarde
P-band Y1
P-band Y2
Integratietijd bij PI-regeling
Besturingsuitgangen Y1, Y2
spanning
stroom
Schakeluitgang (Q13–Q14)
spanning
stroom
Max. leidinglengte bij Cu-kabel 1,5 mm2
voor signaalingang B9
voor schakelingang D1
Scannen contact (ingang D1–M)
–10…+130 °C
0...60 K
1…50 K
1…50 K
kiesbaar (60 / 120 / 240 s)
Omgevingsvoorwaarden
Normen en standaards
Algemeen
Bedrijf
klimatologische voorwaarden
temperatuur
vochtigheid
Transport
klimatologische voorwaarden
temperatuur
vochtigheid
Mechanische voorwaarden
–conformiteit volgens
EMC-richtlijn
laagspanningsrichtlijn
Productnormen
Autom. elektr. regel- en besturingsapparaten voor
huishoudelijk gebruik en soortgelijke toepassingen
Elektromagnetische compatibiliteit
emissie
immuniteit
Beschermingsgraad
Beveiligingsklasse
Vervuilingsgraad
Aansluitklemmen voor draad of voorbereide
vlechtdraad
Toelaatbare nominale druk
Opnemer
meetelement
tijdconstante
dompelbuis
draadnippel
Massa (gewicht)
DC 0…10 V, modulerend
1 mA max.
AC 24…230 V
max. 2 A
80 m
80 m
DC 6...15 V, 3...6 mA
vlg. IEC 721-3-3, klasse 3K5
0 ...+50 °C
<95 % r.v.
vlg. IEC 721-3-2, klasse 2K3
−25...+70 °C
<95 % r.v.
klasse 2M2
89/336/EWG
73/23/EWG en 93/68/EWG
EN 60730-1 en
EN 60730-2-9
EN 50081-1
EN 50082-1
IP42 EN 60529
II vlg. EN 60730
normaal
2 x 1,5 mm2 of 1 x 2,5 mm2
PN10
LG-Ni 1000 Ω bij 0 °C
6 s (c.q. 30 s met beschermbuis)
stalen buis, zuurbestendig
vlg. DIN 17 440
staal 1.4404, 1.4435, 1.4571,
G½A
0,3 kg
7/9
Siemens Building Technologies
HVAC Products
Dompeltemperatuurregelaar RLE162
CE1N3333nl
08.2005
Aansluitklemmen
R1
G0
M
B9
D1
Y1
Y2
M
Z8
Q13
Z9
Q13
3333G01
G
B9
D1
G
G0
M
R1
Q13
Q14
Y1
Y2
Z8
Z9
Buitentemperatuuropnemer
Ingang voor omschakeling gewenste waarde
Bedrijfsspanning AC 24 V, systeempotentiaal SP
Bedrijfsspanning AC 24 V, systeemnul SN
Massa
Ingang voor afstandinstelpotentiometer
Ingang voor schakelcontact
Uitgang voor schakelcontact
Besturingsuitgang DC 0...10 V
Besturingsuitgang DC 0...10 V
Begrenzingsingang DC 0...10 V
Begrenzingsingang DC 0...10 V
Aansluitschema's
SP
M
M
B9
R
K1
R1
B9 M
R1
G
Z8
Y1
Y2
G0
Q13
G
G0
Z9
D1
M
Q14
N1
T
Y R M U
Y1
3333A01
AC 24 V
B
SN
Aanvoertemperatuurregeling met buitentemperatuurcompensatie, afstandinstelpotentiometer, omschakeling van de gewenste waarde en het besturen van een aanvullend installatieonderdeel
SP
G
M
B9 M
B9
R1
Y1
G
Z8
G0
Z9
G0
D1
Y2 Q13
N2
M
Q14
N1
Y R M U
G
G0
Y1
3333A02
AC 24 V
B
Y1
SN
Aanvoertemperatuurregeling, buitentemperatuurcompensatie en max. begrenzing van de
aanvoertemperatuur
B9
K1
N1
N2
R1
Y1
Buitentemperatuuropnemer QAC22
Extern contact (b.v. een schakelklok)
Dompeltemperatuurregelaar RLE162 als aanvoertemperatuurregelaar
Dompeltemperatuurregelaar RLE162 als aanvoertemperatuurbegrenzer
Afstandinstelpotentiometer BSG21.1
Servomotor verwarmingsafsluiter
3333S01
Toepassingsvoorbeelden
B9
T
Y1
F1
T
N1
Warmtewisselaarregeling door besturing van de doorstroomafsluiter in de primaire
aanvoer, buitentemperatuurcompensatie
8/9
Siemens Building Technologies
HVAC Products
Dompeltemperatuurregelaar RLE162
CE1N3333nl
08.2005
3333S02
B9
T
T
Y1
N1
N2
Aanvoertemperatuurregeling met maximum begrenzing van de secundaire retourtemperatuur in een stadsverwarmingsaansluiting, buitentemperatuurcompensatie
T
Y1
T
N1
3333S03
Y2
Directe tapwaterbereiding vanaf de warmtewisselaar, Y1 bestuurt de afsluiter in de
tapwaterkring, Y2 bestuurt de doorstroomafsluiter voor de tapwatervoorrang
B9
Buitentemperatuuropnemer QAC22
N2
F1
N1
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Dompeltemperatuurregelaar RLE162
Y1
Y2
Dompeltemperatuurregelaar RLE162 als begrenzer
Verwarmingsafsluiter c.q. tapwatermenger
Bypass-doorstroomafsluiter
Maatschets
72.5
51
13.5
125
61
45
247.5
max. 130
3333M01
G½A
6.5
152
13
Maten in mm
2002 Siemens Building Technologies AG
www.siemens.nl/sbt
Wijzigingen voorbehouden
9/9
Siemens Building Technologies
HVAC Products
Dompeltemperatuurregelaar RLE162
CE1N3333nl
08.2005
Download