Oefenopdrachten Wereldeconomie hoofdstuk 2 Opdracht 2.1 a. Noem een belangrijk voordeel van import voor een land. b. Noem een belangrijk nadeel van import voor een land. c. Vul de ontbrekende getallen in onderstaande tabel in. jaar arbeidsproductiviteit in stuks per maand loonkosten per product loonkosten per maand per arbeider 2000 100 … € 2.000 2005 150 16 … 2010 … 15 € 3.000 Opdracht 2.2 De handelsbetrekkingen tussen China en VS lopen stroef. Vaak beschuldigen de landen elkaar van concurrentievervalsing. Concurrentievervalsing kan op velerlei manieren plaats vinden. Bijvoorbeeld door het geven van exportsubsidies, het kunstmatig laag houden van de wisselkoers of het opleggen van hoge invoertarieven. In onderstaande matrix zien we wat de effecten zijn van het wel of niet verhogen van importtarieven met 25% door beide landen. Als China en VS de invoertarieven niet verhogen leidt dat tot een toename van het BBP van beide landen met 50 miljard dollar. CHINA verhoogt invoertarieven NIET WEL verhoogt NIET 50, 50 0, 100 USA invoertarieven WEL 100, 0 0, 0 a. b. c. d. e. f. Geef de voorkeursordening aan voor de volgende acties van een individueel land. De voorkeur is gebaseerd op de toename van het BBP. - Als enige het invoertarief niet verhogen. - Beide het invoertarief verhogen. - Als enige het invoertarief verhogen. - Beide het invoertarief niet verhogen. Waaruit bestaat in dit geval het meeliftgedrag? Geef een verklaring voor de sterke groei van het BBP bij verhoging van het invoertarief van 25%. Bij welke getallencombinatie is er evenwicht in dominante strategieën? Noem de getallencombinatie. Welke getallencombinatie is vanuit het oogpunt van internationale handel het meest wenselijk? Geef een economische verklaring voor het feit dat de meest wenselijke getallencombinatie in werkelijkheid ook het meeste voordeel voor beide landen kan opleveren. Oefenopdrachten Wereldeconomie hoofdstuk 2 Opdracht 2.3 Comparatieve kosten Gegeven zijn twee landen, Nederland en Spanje die slechts twee goederen bier en wijn produceren. Hiervoor is alleen maar arbeid nodig. Nederland beschikt over 25 uur arbeid en Spanje over 40 uur arbeid. De opofferingskosten van bier en wijn worden uitgedrukt in arbeidsuren nodig om 1 vat bier of wijn te produceren. Arbeidsuren vat bier vat wijn Productie vaten vaten bier wijn Nederland 5 20 Nederland 1 1 Spanje 10 10 Spanje 2 2 Totaal 3 3 a. Welk land heeft in welk goed een absoluut voordeel? Stel dat beide landen zich specialiseren en handel gaan drijven. b. Hoeveel bier en wijn produceren dan beiden landen? Vul hiertoe onderstaande tabel in. vaten bier vaten wijn Nederland Spanje Totaal c. Bereken de voordelen van internationale handel voor beide landen er van uitgaande dat Nederland zijn vroegere wijnconsumptie wil handhaven en de ruilverhouding als volgt is: 1 vat wijn voor 3 vaten bier. d. Bereken de voordelen van internationale handel voor beide landen er van uitgaande dat Spanje zijn vroegere wijnconsumptie wil handhaven en de ruilverhouding als volgt is: 1 vat wijn voor 2 vaten bier. Oefenopdrachten Wereldeconomie hoofdstuk 2 Uitwerking opdracht 2.1 a. In het bezit komen van grondstoffen/producten die het land zelf niet heeft. Het product is goedkoper voor de consument. b. Het is slechter voor de werkgelegenheid in dat land. Als zij het product zelf maken levert dat meer werkgelegenheid op. c. jaar 2000 2005 2010 arbeidsproductiviteit in stuks per maand 100 150 200 loonkosten per product 16 15 20 loonkosten per maand per arbeider € 2.000 € 2.400 € 3.000 Uitwerking 2.2 a. Als enige het invoertarief verhogen. Beide het invoertarief niet verhogen Beide het invoertarief verhogen. Als enige het invoertarief niet verhogen. b. Het meeliftgedrag betekent hier het importtarief verhogen in de hoop/verwachting dat de ander het importtarief niet verhoogt. c. De concurrentiepositie van buitenlandse bedrijven verslechtert aanzienlijk. Binnenlandse bedrijven profiteren hiervan en kunnen hun productie uitbreiden. d. Getallencombinatie 0,0. China en de VS verhogen de importtarieven. e. Meest wenselijk is de getallencombinatie 50,50. f. In dat geval wordt de import (export) naar het betreffende land niet extra belemmerd. Internationale handel of ruil leidt er toe dat landen zich specialiseren in die producten die zij het best/goedkoopst kunnen maken. Dat verhoogt de welvaart voor beide landen. Uitwerking 2.3 a. Nederland heeft een absoluut voordeel in de productie van bier. De relatieve prijs van bier in Nederland is 1 vat bier voor 4 vaten wijn ( of 1 vat wijn = 0,25 vaten bier). Spanje heeft een absoluut voordeel in de productie van wijn. De relatieve prijs van bier in Spanje is 1 vat bier voor 1 vat wijn. In Nederland betaalt men slecht ¼ vat wijn voor 1 vat bier en in Spanje betaal je 1 vat wijn voor 1 vat bier. Bier is in Spanje dus duurder. b. vaten bier vaten wijn Nederland 5 Spanje 4 Totaal 5 4 c. vaten bier vaten wijn Nederland 2 (+ 1 vat) 1 Spanje 3 (+ 1 vat) 3 (+ 1 vat) Totaal 5 4 d. vaten bier vaten wijn Nederland 3 (+ 2 vaten) 1 Spanje 2 3 (+ 1 vat) Totaal 5 4 Oefenopdrachten Wereldeconomie hoofdstuk 2