NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR DERMATOLOGIE EN VENEREOLOGIE | VOLUME 22 | NUMMER 08 | september 2012 ANTWOORDEN DERMATOPATHOLOGIE Casus 4 1e, 2b, 3b, 4b, 5e Histologische beschrijving (zie ook figuur 2 en 3): Epidermis: niet afwijkend orthokeratotisch verhoornend plaveiselepitheel. Dermis: oppervlakkig en diep dermaal gelegen duidelijk afgrensbare naakte granulomen bestaande uit epitheloïde histocyten, meerkernige reuscellen en enkele lymfocyten, zonder celnecrose of degeneratie van collageen (necrobiose). Tevens geringe perigranulomateuze fibrose. Vreemdlichaammateriaal is afwezig. Diagnose Sarcoïdose Figuur 2. Bepreking In de dermis liggen collecties histiocyten en meerkernige reuscellen met enkele lymfocyten. Wij hebben hier te maken met het granulomateuze reactiepatroon. De combinatie dermaal gelegen duidelijk afgrensbare collecties histiocyten, nauwelijks infiltraat (naakt) en afwezigheid van centrale necrose of necrobiose, is kenmerkend voor de diagnose sarcoïdose. Een granuloom is een afgebakende opeenhoping van histiocyten (macrofagen). Deze histiocyten zijn afkomstig uit het beenmerg. In de normale huid zijn maar weinig histiocyten aanwezig. Bij inflammatie migreren zij naar de Figuur 3. huid waar hun belangrijkste functie fagocytose is. Als het lichaam bepaalde antigenen niet goed kan verwerken, kunnen granulomen ontstaan. Hierbij nemen de histiocyten veelal de vorm aan van een epitheelcel (met ruim eosinofiel cytoplasma) waardoor gesproken wordt van epitheloïde histiocyten. Deze hebben de neiging te fuseren tot meerkernige reuscellen. Er worden verschillende typen reuscellen onderscheiden met verschillende morfologische kenmerken (figuur 4). Zo onderscheidt men het vreemd­ lichaamtype reuscel, waarbij de kernen rommelig verdeeld liggen in het cytoplasma, zoals bij een vreemdlichaamreactie; het langhanstype reuscel met een ring van kernen in de periferie, zoals bij tuberculose; en het Toutonse type reuscel met een ring van kernen, centraal homogeen eosinofiel en perifeer schuimig cytoplasma. Een enkele keer zijn inclusie­ lichaampjes zichtbaar met vorming van asteroïd of schaumann(kalk)lichaampjes. Overigens is geen enkel type reuscel specifiek voor een bepaalde ziekte. Er bestaan verschillende typen granulomen, ingedeeld naar morfologie (tabel 1). Deze verschillende typen zijn niet specifiek voor een bepaalde ziekte (tabel 2). Voor de differentiële diagnose moet op grond van de histologie bij deze casus vooral gedacht worden aan vreemdlichaamgranuloom, granulomen bij immuundeficiëntie, blausyndroom (autosomaal dominant overerfende arthro-cutane-uveale granulomatose) en tuberculoïde lepra. Vooral het vreemdlichaamgranuloom is soms niet te onderscheiden van cutane sarcoïdose, waarbij trauma een koebnerfenomeen kan opwekken. In dit soort gevallen kan gezocht worden naar granulomen in andere organen dan de huid. Sarcoïdose is een systeemziekte waarbij alle organen aangedaan kunnen zijn (behalve de corticoïdproducerende bijnieren). Bij 10-30% van de patiënten zijn huidlaesies aanwezig, waarbij de appelmoeskleur bij diascopie histologisch vertaald kan worden in de aanwezigheid van granulomen. 507 508 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR DERMATOLOGIE EN VENEREOLOGIE | VOLUME 22 | NUMMER 08 | September 2012 Epitheloïde histiocyten. Toutonse type reuscel. Reuscel met schaumann­ lichaampje. Langhanstype reuscel. Vreemdlichaam­ type reuscel. Reuscel met astroïdlichaampje. Figuur 4. Tabel 1. Indeling naar type granuloom. Sarcoïde granulomen - goed begrensde granulomen - histiocyten en reuscellen - zonder infiltraat rondom Suppuratieve granulomen - histiocyten, reuscellen - infiltraat rondom - centrale collectie neutrofielen Tuberculoïde granulomen - minder goed afgrensbare granulomen met neiging tot conflueren - histiocyten en reuscellen - rondom lymfocyten en soms plasmacellen - centraal soms verkazende necrose Vreemdlichaamgranulomen - histiocyten, reuscellen van het vreemdlichaamtype - variabele hoeveelheid inflammatoire cellen - endogeen of exogeen vreemdlichaammateriaal Necrobiotische granulomen - slecht afgrensbare granulomen - histiocyten, lymfocyten, reuscellen - necrobiose - infiltraat vermengd met necrobiose of pallisaderend Xanthogranuloom - histiocyten met schuimig/ bleek cytoplasma, enkele reuscellen van het Toutonse type Tabel 2. Diagnostisch algoritme voor het granulomateuze reactiepatroon. Sarcoïde granulomen sarcoïdose blausyndroom vreemdlichaamreactie mycobacteriële infectie tuberculoïde lepra granulomen bij immuundeficiëntie Suppuratieve granulomen vele schimmel, gist, bacteriële en mycobacteriële infecties lymfogranuloma venereum pyoderma gangraenosum geruptureerde cysten en follikels Tuberculoide granulomen tuberculose lepra tertiaire syfilis leishmaniasis rosacea dermatitis perioralis lupus miliaris disseminatus faciei Vreemdlichaamgranulomen exogeen en endogeen Necrobiotische granulomen granuloma annulare necrobiosis lipoidica necrobiotisch xanthogranuloom reuma noduli ziekte van Crohn Overig Melkersson-Rosenthal elastolytische granulomen neutrofiele granulomateuze dermatitis (juveniel) xanthogranuloom