Voorkomen van lege loonschalen voor uitzendkrachten Tineke Kuipers, december 2013 Wil inschaling van uitzendkrachten (en andere flexkrachten) plaatsvinden in reële loonschalen, dan zal eerst gekeken moeten worden of er belemmeringen in de cao staan die er juist voor zorgen dat uitzendkrachten voor hetzelfde werk slechter betaald worden. In een aantal cao’s staan bepalingen die ertoe leiden dat uitzendkrachten alleen in aanloopschalen kunnen worden ingedeeld, bijvoorbeeld. Zolang deze bepalingen in de cao zijn opgenomen kan de werkgever/inlener de uitzendkracht slechter belonen voor hetzelfde werk dan de eigen werknemers. Wil loon inlener ook voor de uitzendkracht iets opleveren, dan zou de inzet bij cao-onderhandelingen gericht moeten zijn op het verwijderen van dat soort bepalingen. Als die bepalingen niet of niet meer in de cao staan, dan moet worden ingezet op ‘gelijk loon voor gelijk werk’. Dat betekent dus dat de inhoud van het werk bepaalt hoe indeling en daarmee salariëring plaatsvindt. Dat betekent ook dat de indeling inzichtelijk moet zijn voor iedereen, de werknemer bovenal. De werknemer moet daarom een functiebeschrijving krijgen. Als er in het bedrijf of in de cao een functiehuis is, of een salarisregeling, dan kan hij zelf beoordelen of indeling op correcte wijze plaatsvindt. Ook het uitzendbureau zou duidelijkheid moeten hebben over de aard van de werkzaamheden en de inschaling van de werknemer en die duidelijkheid ook aan de uitzendkracht moeten verstrekken. In de ABU-cao zou daartoe een bepaling kunnen worden opgenomen met de volgende strekking:’ het uitzendbureau verstrekt aan de uitzendkracht een omschrijving van de functie waarin de uitzendkracht te werk wordt gesteld, alsmede inzage in de inschaling van deze functie conform de functiestructuur van het bedrijf waar de werkzaamheden worden verricht’. Ten slotte zou een vergewisplicht in de inlenende cao kunnen worden opgenomen. Een en ander weergegeven in een stappenplan/matrix: 1. Worden uitzendkrachten van cao uitgesloten? 2. Staan er bepalingen in de cao die uitzendkrachten indelen in bepaalde loonschalen, of uitzendkrachten uitsluiten van een van de elementen van loon inlener (zie 1) of de in het bedrijf of de bedrijfstak gehanteerde salarisregeling? 3. Neem de volgende bepalingen op: die bepaling verwijderen, bepaling opnemen: ‘Op de inleenkracht die werkzaam is ten behoeve van de werkgever zijn de bepalingen de salaristabellen, arbeidsduurverkorting, toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid, en ploegentoeslag, initiële loonsverhoging, kostenvergoeding en betaling van periodieken van toepassing’. * Probeer deze bepalingen kwijt te raken, omdat ze verhinderen dat uitzendkrachten voor hetzelfde werk gelijk beloond worden als eigen werknemers van de inlener. ‘de werkgever/inlener maakt schriftelijk en voorafgaand aan de werkzaamheden aan de werknemer bekend wat de functie zal inhouden en hoe de functie is ingeschaald’. ‘de werkgever verstrekt voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden van de uitzendkracht een schriftelijke weergave van de werkzaamheden die de uitzendkracht zal verrichten, alsmede inzage in de inschaling van deze functie conform de functiestructuur van het bedrijf waar de werkzaamheden worden verricht.’ ‘De uitzendkracht wordt uitsluitend op grond van de door hem te verrichten werkzaamheden ingedeeld in één van de functiegroepen die zijn opgenomen in bijlage/artikel (verwijzen naar bepalingen over indeling van functies in de cao, indien aanwezig)’ 4. Neem een vergewisplicht op in de inlenende cao. ‘de werkgever vergewist zich ervan dat de uitzendkracht door het uitzendbureau wordt beloond conform het bepaalde in deze cao’. *bij omschrijving van cao-bepalingen is aangesloten bij het begrip loon inlener uit de ABU-cao.