mastering the plant

advertisement
MASTERING THE PLANT
Kennis van de plant als kans voor Nederland
STRATEGISCHE ONDERZOEKSVISIE
Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal
2015-2025
Voorwoord
Plantum en het Topconsortium voor Kennis en Innovatie
Uitgangsmaterialen (TKI-U) binnen de Topsector Tuinbouw
& Uitangsmaterialen (T&U) hebben een visie ontwikkeld
op het pre-competitieve plantaardig onderzoek in
Nederland voor 2015 tot 2025.
De leden van Plantum, wetenschappers en deskundigen1
uit diverse vakgebieden en Nederlandse topwetenschap­
pers in de plantwetenschappen2 hebben deze visie in
nauwe samenwerking opgesteld. De Nederlandse overheid
is als partner in de topsector betrokken bij de visie. Het
betrokken bedrijfsleven, de betrokken kennis­instellingen
en de overheid dragen de visie op onderzoek zoals in dit
document beschreven.
Het ministerie van Economische Zaken onderschrijft
deze en is bereid tot verdere inbreng en het leggen van
accenten die de overheid belangrijk vindt. Het betrokken
bedrijfsleven is blijvend gebaat bij de versterking van
fytopathologie, plantenfysiologie en kwantitatieve
genetica. Daarnaast is een versterking van met name het
fundamenteel onderzoek noodzakelijk voor het genereren
van basale kennis en het opleiden van jong talent voor
de high-tech sector van plantenveredeling. Voor de lange
termijn biedt deze combinatie van focus en versterking
kansen om de grote ambitie ‘Mastering the Plant’ te
realiseren.
De eerste stap in die richting is voortbouwen op het
excellente Nederlandse onderzoek, benutting van de
aansluiting bij de Topsector Uitgangmaterialen en het
verkrijgen van de nodige erkenning en financiering.
Om Neil Armstrong te citeren: ‘This is one small step for a
man, one giant leap for mankind’.
Oktober 2015
Niels Louwaars
Directeur Plantum
Michiel Roelse
Directeur TKI Uitgangsmaterialen
Klimaatverandering, na-oogst technologie, biobased economy, agronomie,
robotisering, informatietechnologie, Bionanotechnologie, medische diagnostiek,
machine learning, sensoren, bioinformatica.
2
Plantengenetica, plantenfysiologie, ontwikkelingsbiologie van planten, entomologie en fytopathologie.
1
2
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Inhoud
Voorwoord.............................................................................................................................. 2
Bedrijfsleven verhoogt onderzoeksinvesteringen................. 11
Samenvatting. ...................................................................................................................... 4
Kosten van het gehele programma bedragen
Onderzoeksvisie een actieve keuze. .......................................................... 5
250 miljoen euro......................................................................................................... 12
Ontwikkelingen om ons heen . ........................................................................ 5
Bijdrage aan maatschappelijke en economische
Nederland zet in op kwaliteit van leven............................................... 5
doelen. ..................................................................................................................................... 12
Overheid investeert in kennisketen........................................................... 6
Niet over één nacht ijs.......................................................................................... 13
Bedrijfsleven: duidelijk over kortetermijnbelangen............... 6
Kennisbasis voor langetermijnambities................................................ 7
Onderzoekvisie onderdeel van nationale strategie................. 8
Nederlandse ambitie, mondiale uitwerking en impact...... 9
Verschillende mogelijkheden voor innovatie en
verdienmodellen.............................................................................................................. 9
Groot economisch belang..................................................................................... 9
Overheid vermindert onderzoeksinvesteringen..................... 10
3
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Samenvatting
Binnen het topsectorenbeleid geeft het bedrijfsleven richting aan het Nederlandse precompetitieve
onderzoek. Dat geldt ook voor de sector plantaardige
uitgangsmaterialen. Daarom namen Plantum en TKI
Uitgangsmaterialen het initiatief tot deze strategische
onderzoeksvisie.
De Nederlandse bedrijven in de sector blinken wereldwijd uit met hun innovatieve producten en markt­
leider­schap. Hun vermogen tot het samenbrengen en
benutten van kennis uit uiteenlopende disciplines draagt
daaraan bij. Dit past in de Nederlandse cultuur waarin
ondernemers en onderzoekers succes boeken door
samen te werken.
Plantaardige uitgangsmaterialen vormen de basis voor
alle plantaardige productieketens. De plant is de
sleutel naar de oplossing van huidige en toekomstige
vraagstukken zoals antwoorden op de vraag naar
gegarandeerde productie bij extremere klimaat­
omstandigheden en naar verduurzaming van de plantaardige productie. Dergelijke vragen worden steeds
diverser en sneller urgent. Snelle respons is noodzaak
en daarom moet het proces van veredeling tot
voldoende uitgangsmateriaal korter. Dit
vereist meer (basale) kennis van
de processen in de plant, de
rol van afzonderlijke genen
en de interactie tussen
genen en omgeving.
Het proces tot een
volledig begrip
van de plant komt
samen in het
begrip: ‘Mastering
the Plant’. Deze
onderzoeksvisie
werkt deze ambitie
uit om de belangen
van alle belanghebbenden, namelijk wetenschappers,
ondernemers én burgers,
optimaal te dienen.
Deze vruchtbare samenwerking
4
verdient borging. Versterking en mondiale profilering
van de Nederlandse wetenschappelijke kennisbasis in
de focusgebieden fytopathologie, plantenfysiologie en
kwantitatieve genetica is daarvoor cruciaal. Aansluiting
van het plantkundig onderzoek op de nieuwste
ontwikkelingen in bioinformatica, -omics technologieën
en geautomatiseerde fenotypering is daarbij essentieel
als enabeling technologies om de vooruitgang in de
focusgebieden optimaal te kunnen faciliteren. Blijvend
wereldwijd excelleren van de sector en verdere
ontwikkeling van de competitieve nationale kennisbasis
zijn onlosmakelijk verbonden. Het doel daarbij is
‘Mastering the Plant’.
‘Mastering the Plant’ als vervolg op lopend onderzoek
vraagt om een extra investering van minimaal 250
miljoen euro in tien jaar. Publieke Nederlandse kennis­
instellingen investeren nu jaarlijks ongeveer vijftig
miljoen euro in plantenwetenschappelijk onderzoek. Er is
dus een structurele groei van vijftig procent nodig voor
‘Mastering the Plant’, een universeel en integraal begrip
van de plant en de onderliggende mechanismen. Dat
begrip is essentieel voor doeltreffende en snelle
veredeling.
Uitganspunt is het gezamenlijk danwel
volgtijdelijk nemen van de verantwoordelijkheid voor financiering
en uitvoering van relevant
onderzoek en kennisontwikkeling door de verschillende stakeholders met
als uiteindelijk doel het
bieden van oplossingen
voor de uitdagingen
voor de samenleving –
waar het uiteindelijk om
draait. ‘Mastering the
Plant’ omvat daarnaast
de grootschalige dataverwerking, nieuwe curricula als
basis voor de next generation
plantwetenschapper en ruimte
voor uitmuntend onderzoek in een
nieuw KNAW-onderzoeksinstituut.
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Onderzoeksvisie een actieve keuze
Nederland moet tussen 2015 en 2025 zijn kennisbasis3
voor de sector plantaardige uitgangsmaterialen stevig
versterken. Dat is nodig om de internationaal toonaangevende positie van het Nederlandse bedrijfsleven voort
te zetten. Een competitievere kennisbasis is cruciaal
voor zowel de wetenschap die onderzoekt en opleidt,
de samenleving die kwaliteit van leven wil en voor een
bedrijfsleven dat door continue innovatie de return on
investment veiligstelt. Uitgangspunt voor de ambitie van
Plantum en TKI-U is het gericht samengaan van deze drie
belangen. Deze visie van Plantum en TKI-U zorgt daarbij
voor een gerichte strategie in plaats van een autonome
ontwikkeling die meedrijft op technologische en maatschappelijke verandering. Plantum en TKI-U nemen
tonen hierbij hun leiderschap door gericht te kiezen voor
de benodigde focus voor de toekomst van de sector.
Ontwikkelingen om ons heen
De uitdagingen zijn groot en de ontwikkelingen
ingrijpend. Aan planten worden steeds hogere eisen
gesteld. Klimaatverandering leidt in steeds meer
gebieden tot meer en slechter voorspelbare perioden
met extreme omstandigheden. ‘Biobased feedstock’ uit
planten moeten de plaats gaan innemen van basisgrondstoffen uit fossiele brandstoffen. De wereldbevolking
groeit de komende vijftien jaar met anderhalf miljard
mensen die allemaal voldoende voedsel willen van
goede kwaliteit tegen een betaalbare prijs. Robotisering
vervangt zware en monotone arbeid, maakt kleinere
machines voor autonome precisielandbouw mogelijk, en
standaardiseert precisiestappen in de veredeling.
De inzet van internet, toenemende computerrekenkracht
en het genereren en bewerkenvan big data maken beter
én sneller inspelen op eisen aan gewassen mogelijk.
Bio-informatica brengt ‘precision breeding’ binnen
bereik. Ook het bijsturen tijdens de teelt door het gericht
activeren van eigenschappen wordt een gangbare
werkwijze bij het duurzaam produceren. Massa maakt
plaats voor diversificatie; de sector gaat specifieke doelgroepen bedienen die elk hun eigen keuzes in voedsel
of siergewas maken. Dat leidt tot de ‘tailor made plant’
door het gericht kruisen van de juiste ouderplanten.
Zonder kennis en begrip van de integrale plant van micro
tot en macroniveau en de interactie met zijn omgeving
zijn deze ontwikkelingen ondenkbaar.
Cognitieve systemen ondersteunen de plantveredelaar
in de toekomst bij het bereiken van zijn doelstellingen.
In de humane diagnostiek zorgt ‘next generation
sequencing’ voor snelle herkenning van alle
pathogenen. Deze ontwikkeling zal ook binnen de
planten­wetenschappen plaatsvinden. Maar hoe meer
kennis van levende systemen de wetenschap vergaart,
des te complexer die systemen blijken te zijn. Zo blijkt de
relatie tussen genotype en fenotype veel complexer dan
lang gedacht. Het beeld van één gen dat codeert voor
één functie gaat vaak niet op. Dit blijkt uit de huidige
kennis van epigenetica, interactie tussen allelen en hun
genetische context, en extracellulair RNA.
Nederland zet in op kwaliteit van leven
De Nederlandse samenleving wil technologische en
andere kansen benutten om de kwaliteit van leven en de
leefomgeving te verbeteren. Uitgangspunt is dat wetenschap en bedrijfsleven zich inzetten voor structurele
oplossingen van maatschappelijke uitdagingen binnen én
buiten Nederland: veilig en gezond voedsel, een groene
en aangename leefomgeving en duurzame oplossingen
met hernieuwbare grondstoffen. Verdere integratie van
moleculair biologische veredeling en ecologische landbouw en intensieve samenwerking tussen ketenpartijen
passen in dat beeld.
De verzamelde Nederlandse universiteiten en onderzoekinstellingen die onderzoek uitvoeren dat van belang is voor de sector plantaardig uitgangsmateriaal.
De kennisbasis richt zich vooral op het uitvoeren van pre-competitief onderzoek.
3
5
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Overheid investeert in kennisketen
fiscale regelingen onderzoek en innovatie bij het
bedrijfsleven en faciliteert kennisontwikkeling. Dit geldt
bij uitstek voor de high tech sector plantaardige uitgangsmaterialen, één van de weinige maakindustrieën waarin
ons land nog wereldwijd de toon zet.
De Nederlandse overheid heeft de verantwoordelijkheid
om de Nederlandse kennisbasis in stand te houden. Die
taakstelling is breder dan alleen het versterken van het
fundamenteel en toegepast onderzoek. Daarnaast
investeert de overheid in onderwijs, stimuleert door
Bedrijfsleven: duidelijk over kortetermijnbelangen
Verder bepleit het bedrijfsleven een goede aansluiting
op internationale ontwikkelingen in aanpalende technologieën zoals -omics technologieën, bio-informatica en
geautomatiseerde fenotypering.
Het Nederlandse plantveredelingsbedrijfsleven is
gebaseerd op de aanwezigheid van een excellente
kennisbasis. Dit internationaal actieve bedrijfsleven
maakt in toenemende mate gebruik van het zich sterk
ontwikkelende buitenlandse kennisaanbod. Voor de
sector Uitgangsmaterialen is het van belang dat de
Nederlandse kennisbasis zich minstens even sterk
ontwikkelt en daarbij langdurig focust op de kennisvelden waar het van oudsher op excelleert. Hier ligt
ook een taak voor de overheid; het bedrijfsleven neemt
al zijn verantwoordelijk­heid door de investeringen in
het Nederlands plantaardig onderzoek gestaag op te
schroeven.
Het doel is om uiteindelijk ‘alle uitdagingen voor de
plant’ aan te kunnen. Dit vereist volledig begrip van de
integrale plant en haar omgeving. Het gaat daarbij om
processen in de plant, de rol van de afzonderlijke genen,
de interactie tussen die genen en de interactie van
genen met hun omgeving. De uitdaging is niet broccoli
resistent te maken tegen een nieuwe koolvlieg, maar
generiek inzicht te krijgen in het vergroten van
resistentie van gewassen. Het draait om de kennis van
mechanismen die daaraan ten grondslag liggen en de
effectieve inzet daarvan en selectie daarop bij de
veredeling. Deze kennis en kunde biedt het vermogen
om ‘elke plant’ aan noodzakelijke eisen aan te passen.
Het bedrijfsleven4 pleit voor een verdere versterking van
de kennisgebieden fytopathologie, plantenfysiologie en
kwantitatieve genetica. De state-of-the-art binnen deze
kennisgebieden biedt de sleutel tot het snel en gericht
ontwikkelen van planten voor specifieke omgevingen.
Bij monde van de deelnemers aan de Themadag Plantum op 10 december 2014.
4
6
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Kennisbasis voor langetermijnambities
daarmee leidend. Deze positie is niet vanzelfsprekend.
In welke (deel)gebieden wil Nederland écht voorop
blijven lopen?
De Nederlandse kennisbasis op het gebied van plant­
aardige uitgangsmaterialen is historisch gezien sterk
innovatief, concurrerend, goed georganiseerd en
SWOT-analyse Nederlandse kennisbasis Plantaardige Uitgangsmaterialen:
STERKTEN
-- Voorzieningenniveau
-- Compact cluster
-- Samenwerking (Pu/Pu, Pu/Pr)
-- Open kennisuitwisseling (Pu/Pu)
-- Topwetenschappers
ZWAKTEN
-- Beperkt oog wetenschap voor de ‘buitenwereld’
-- Beperkte integrale benadering
-- Weinig samenhang in onderzoek
-- Beperkte kennisflow bedrijven – kennisinstellingen
KANSEN
-- -omics & bio-nanotechnologieën
-- Informatietechnologie
-- Maatschappelijke vragen/ ontwikkelingen:
Klimaatverandering, groei wereldbevolking, stijging
wereldwijde welvaart, verstedelijking, Aandacht
voor duurzaamheid
-- Toenemende (inter)nationale ketenbenadering
BEDREIGINGEN
-- Gefragmenteerde financiering
-- Europese regelgeving
-- Terugtrekkende overheid
-- Korte termijn valorisatiecriteria
-- Tekort aan nieuw talent
-- Maatschappelijk desinteresse
-- Internationale concurrentie
Voor zowel de wetenschappelijke als de toepassingsgerichte onderdelen van ‘Mastering the Plant’ doet de
kennisbasis een beroep op verschillende disciplines en
expertises. Veel bestaand, lopend onderzoek is inpasbaar
om bij te dragen aan het realiseren van ‘Mastering the
Plant’.
De ambitie van de sector combineert de sterke kennisbasis met de kansen. Het uitstekende voorzieningen­
niveau, de geografische nabijheid van topwetenschappers en het vermogen om effectief samen te werken en
kennis te delen bieden een unieke uitgangspositie om
de ambitie ‘Mastering the Plant’ te realiseren. De
Nederlandse kennisbasis5 heeft de ambitie:
• Van elke plant de levensprocessen te begrijpen en te
kunnen sturen;
• Genetische processen gedetailleerd te kunnen
volgen om gewenste eigenschappen snel, efficiënt en
veilig te kunnen samenbrengen;
• Biotische en abiotische omgevingseffecten op de
plant te begrijpen om de plant gericht te kunnen
versterken;
• De plant weer centraal te stellen als dé grondstof
voor onder andere voedingsmiddelen, diervoeders,
kleding, verpakkingsmaterialen en chemicaliën en als
onmisbaar element voor een fraaie leefomgeving;
• Snel en gericht te kunnen inspelen op de behoeften
van maatschappij en omgeving.
Deze ambitie is van strategisch belang voor Nederland:
• Zonder zaad (met nieuwe eigenschappen voor de
eisen van morgen) geen landbouw en geen voedsel
• Hoogwaardige werkgelegenheid
• Wetenschappelijke spin-off
• Bijdrage BNP (NL) maakindustrie
• Directe impact ketenpartijen
• Directe impact samenleving
Bij monde van de deelnemers Plantum / TKI-U kringgesprek (7 januari 2015).
4
7
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Onderzoekvisie onderdeel van nationale strategie
Deze onderzoekvisie richting de ambitie ‘Mastering the Plant’ geeft ook invulling aan randvoorwaarden zoals
infrastructuur, talent, financiering en organisatie.
De Nederlandse Strategische Onderzoekvisie Plantaardige Uitgangsmaterialen:
Objective De ontwikkeling van een competitieve nationale kennisbasis op het gebied van de plantenwetenschappen die de internationaal
leidende positie van de Nederlandse sector plataardig uitgangsmateriaal veilig stelt
Goals
Strategy
Toelichting
Ambitie:
• ‘Mastering the plant’
• De sector ontwikkelt het integrale begrip van de genetica en processen in de plant
Man on the moon
• De sector ontwikkelt het vermogen om planten gericht bij te stellen
• of te assembleren en daardoor het biologisch potentieel volledig te benutten
• De sector wordt in staat de plant snel, gericht en mogelijk zelfs routinematig en
toegesneden op de vraag uit de samenleving te veredelen
Infrastructuur:
• Data hubs
• Opzetten datahubs en excellente ICT-infrastructuur (hardware: opslag van data)
Data niet beperkend
• Data kennis
• Ontwikkeling kennis en capaciteit om zinvol moleculair biologische data te interpre-
• Data verwerking
• Ontwikkeling software voor plantenveredeling op basis van grootschalige genomics
• Kennisinfrastructuur
• Infrastructuur en voorzieningen in de universiteiten niet beperkend
• Next Generation
• Bioinformatica een bijvak van plantenveredeling of andersom? Aanleren van het
teren
data
Talent:
De nieuwe
wetenschapper
talent
vermogen om bruggen te slaan naar wat zich aandient
• Nieuwe curriculae
• Ontwikkeling nieuwe curriculae voor VMBO, HAVO, VWO, HBO en WO
• KNAW Instituur
• Bundeling van top science in één prestigieus instituut
‘Plant’
Financiering:
Continuïteit
• Nieuwe financieringsvormen
• Private financiering, ook door bedrijven met langere termijn belangen: petrochemische industrie, machinebouwers, pharmabedrijven
• Regionale ontwikkelingsmaatschappijen, vermogende provincies, vermogende
Nederlanders
• Nieuwe publieke financieringsbronnen en verdienmodellen, ook voor de overheid
Organisatie:
Dialoog en
samenwerking
Blijvende
ondersteuning
• Publiek-private community
• Ontwikkeling functioneel platform waar kennisinstellingen en bedrijfsleven samenkomen
• Keten denken
• Organisatie van samenwerking binnen de keten: R →D→P→Verwerking→etc.
• Systeemdenken
• Ontwikkeling van dialoog tussen expert op microniveau en expert op macroniveau
• Fytopathologie (in
• Versterking onderzoek aan plantbelagers, inclusief epidemiologie, interactie met de
brede zin)
plant (o.a. resistentiemechanismen) en microbioom van de plant
(incl. antagonisten)
• Plantenfysiologie
• Kwantitatieve
genetica
• Technologie­
ontwikkeling
• Versterking onderzoek fotosynthese/interactie milieu/sturing plantgroei/zaadproductie/kiemrust/inhoudsstoffen
• Versterking onderzoek aan eigenschappen als N/P efficiency / voeder- & voedingswaarde / ziekteresistentie / ontwikkeling nieuwe tools voor de veredeling
• Aansluiten bij ontwikkelingen in de bioinformatica / beeldanalyse / nanotechnologie
8
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Nederlandse ambitie, mondiale uitwerking en impact
Ontwikkeling van de gezamenlijke onderzoeksstrategie
op nationaal niveau verdient de voorkeur. Het gaat
tenslotte om een Nederlandse ambitie met mondiale
uitwerking en impact. Uitdagingen zoals de zeker­stelling
van voedselvoorziening, het omgaan met klimaat­
verandering, verzilting en verstedelijking manifesteren
zich vooral buiten de grenzen van Nederland en Europa.
Dat biedt kansen om het bijdragen aan mondiale
oplossingen te combineren met bedrijvigheid. De
overheid ziet een dergelijke bijdrage als speerpunt en
maakt hiervoor middelen vrij.
Verschillende mogelijkheden voor innovatie en verdienmodellen
‘Mastering the Plant’ dit biedt, mede door inzet van
cognitieve systemen en bio-informatica, perspectief op
veel mogelijke innovaties:
• Snelle en zeer doelgerichte veredeling;
• Betere nieuwe eigenschappen, geschikt voor meer
klimaatzones;
• Lagere veredelingskosten;
• Rendabele veredeling voor kleine doelgroepen;
• Ontwikkeling van breder inzetbare technologie;
• Meer mogelijkheden om de kwaliteit van zaad en de
ontwikkeling van de plant te sturen.
Deze innovaties bieden perspectief op:
• Ontwikkeling van verbeterde (zaden van) rassen en
gewassen;
• Ontwikkeling van technologie die (gepatenteerd en)
gecommercialiseerd kan worden;
Hierbij zijn veel verschillende valorisatiewegen en
verdienmodellen mogelijk:
• Samenwerking in publiek-private consortia waarbij
de investeerders rechten op te ontwikkelen
technologieplatformen en/of rassen en gewassen
verwerven;
• De ontwikkeling van spin-off bedrijvigheid vanuit
kennisinstellingen en vanuit bedrijven;
• Samenwerking tussen grote, middelgrote en
(vaak technologie leverende) kleine bedrijven, die
afspraken maken over de inzet van technologie en/of
de verdeling van revenuen;
• De ontwikkeling van nieuwe rassen in samenwerking
met NGO’s, venture capitalists, bedrijven buiten de
traditionele ketens en buitenlandse nationale overheden.
Groot economisch belang
De economische bijdrage van de sector aan de
Nederlandse economie is groot en rechtvaardigt de
ambities. De 250 gespecialiseerde plantenveredelingsen vermeerderingsbedrijven bieden in Nederland werk
aan 10.000 veelal hoogopgeleide mensen. De totale
omzet van deze bedrijven bedraagt € 2,2 miljard per
jaar. De sector is (één van) de best renderende sectoren
binnen de Nederlandse agro-industrie.
in de EU ‘slechts’ 10% aan R&D. Meer dan 30% van de
aanvragen voor Europees kwekersrecht is afkomstig van
Nederlandse veredelaars.
De Nederlandse export van plantaardig uitgangs­
materiaal bedraagt benadert € 2 miljard per jaar. Deze
exportwaarde is sinds 2001 met 75% gegroeid. Het
Nederlandse aandeel in de wereldhandel bedraagt
ongeveer 35%.
Deze bedrijven zijn bovendien zeer innovatief. Gemiddeld
besteden ze 15% van hun omzet aan R&D. In individuele
gevallen loopt dit op tot boven de 25%. Het gemiddelde
in de EU bedraagt 12,5%. Een als innovatief bekend
staande sector al de farmaceutische industrie besteedt
9
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Overheid vermindert onderzoeksinvesteringen
Economische Zaken (DLO), het Fonds Economische
Structuurversterking (FES), de EU en van het bedrijfsleven.
De Nederlandse kennisbasis in de plantenwetenschappen wordt gedragen door zeven universiteiten en
drie onderzoeksinstituten - waaronder twee KNAWinstituten. Aan deze tien instellingen zijn ongeveer
500 plantenwetenschappers verbonden. De totale
onderzoeks­kosten bedragen ongeveer 50 miljoen euro
per jaar. Dit geld was in 2012 onder meer afkomstig van
het ministerie van OCW (NWO, STW), het ministerie van
Een enquête in 2015 onder 24 hoogleraren en onderzoeksleiders laat zien dat de bijdrage van de Nederlandse
overheid aan plantenwetenschappelijk onderzoek de
afgelopen jaren fors is teruggelopen (figuur 1).
Overheidsbestedingen aan plantwetenschappelijk onderzoek (op project- en programmabasis)
30,0
Figuur 1:
Overheidsbestedingen (in miljoenen
25,0
euro’s) aan plantenwetenschappelijke
onderzoeksprojecten en
20,0
–programma’s over de afgelopen
5 jaar, gebaseerd op een enquête
15,0
onder 24 hoogleraren en onderzoeksleiders. Op basis van de ontvangen
10,0
response (response rate 71%) blijken
5,0
in deze periode de bestedingen van
de rijksoverheid met 31% te zijn
0,0
2009
2010
2011
2012
2013
10
2014
MASTERING THE PLANT
2015
afgenomen.
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Bedrijfsleven verhoogt onderzoeksinvesteringen
(vegetable seeds) zijn in de afgelopen jaren binnen- én
buiten Nederland aanzienlijk meer gaan besteden aan
R&D (figuur 2). Het aandeel van het onderzoek in Nederland
is min of meer gelijk gebleven op tweederder van het
totaal. Het absorberen van fundamentele kennis en hoog
opgeleiden stijgt daarmee in rap tempo.
Veredelingsbedrijven investeren veel in onderzoek en
ontwikkeling. De groentezaadbedrijven besteden 25 tot
30% van hun omzet aan R&D. Specialistische bedrijven
op het gebied van landbouwproducten zoals aardappelen en granen zetten 5 tot 20% van hun om voor R&D.
Sierteelt-specialisten zitten op circa 15%. De grote groentezaadbedrijven zoals Rijk Zwaan en Bayer Crop Sciences
120
Rijk Zwaan (wereldwijd)
100
Bayer CropScience Vegetable
Seeds (wereldwijd)
80
Rijk Zwaan (NL)
60
Bayer CropScience Vegetable
Seeds (NL)
40
KeyGene (wereldwijd)
20
KeyGene (NL)
0
2010
2011
2012
2013
2014
Figuur 2: Investering in R&D (bedragen in miljoen euro) van de grote drie groentezaadbedrijven (Bron: Technisch Weekblad)
Het bedrijfsleven is primair verantwoordelijk voor het
meer toegepast onderzoek en de uiteindelijke innovatie
en de overheid is primair verantwoordelijk voor het
fundamentele onderzoek. In het industrieelonderzoek
is een gedeelde verantwoordelijkheid en is het instrument van Publiek Private Samenwerking (PPS) een prima
instrument. Voor zowel het fundamenteel onderzoek als
voor het zeer toepassingsgericht onderzoek is de PPS
vorm niet passend. Minder overheidsinvesteringen in
fundamenteel onderzoek zullen leiden tot het opdrogen
van de publieke kennisstroom, omdat toegepaste kennis
voortbouwt op fundamentele kennis. Bedrijven kunnen
dan minder kennis omzetten in innovatie. Eén van de
gevaren van het achterblijven van de ontwikkelingen
in de publieke kennisbasis is dat grote bedrijven de
11
fundamentele kennis zelf gaan ontwikkelen in contract­
research. Daarmee wordt in heel vroeg stadium de
toestroom van nieuwe kennis afgeschermd door privaat
eigenaarschap van de resultaten waardoor uiteindelijk
vooral de midden en kleinbedrijven, die vooral
investeren in het meer toegepaste onderzoek, geen
nieuwe kennis meer beschikbaar hebben om om te
zetten in innovatie. De vermindering van de overheids­
financiering betekent dan ook zonder meer een
bedreiging voor de huidige gunstige ontwikkeling van de
sector. Met ‘Mastering the Plant’ kan de Nederlandse
overheid deze trend doorbreken en haar aandeel weer
in lijn brengen met die van het bedrijfsleven; ook wat dat
betreft biedt ‘Mastering the Plant’ een unieke kans.
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Kosten van het gehele programma bedragen 250 miljoen euro
De kosten voor het totale programma ‘Mastering the Plant’ met bijhorende ambities bedragen naar schatting 250
miljoen € in tien jaar (2016-2025). De verdeling is dan als volgt:
Geschatte
kosten totaal
Mastering the Plant
150
Invulling
Kosten
•Fundamenteel en toegepast onderzoek
•Versterking fytopathologie/plantenfysiologie/genetica
•Aansluiting bij technologieontwikkeling
100
25
25
Infra­tructuur
50
•ICT infrastructuur (hardware, software en processen)
•Onderzoeksfaciliteiten (labs, apparatuur en voorzieningen)
25
25
Talent
40
•Nieuwe curriculae (VMB/HAVO/VWO/HBO/WO)
•KNAW instituut Plant
10
30
Financiering
5
•Ontwikkeling nieuwe financieringsbronnen
•Ontwikkeling (revolverend fonds) nieuwe verdienmodellen
2
3
Organisatie
5
•Ontwikkeling PP platform
•Uitwerking keten- en systeemdenken
2
3
250
250
Bijdrage aan maatschappelijke en economische doelen
Mastering the Plant draagt bij aan de realisatie van maatschappelijke, economische doelen en leidt tot oplossingen voor
de samenleving. Deze omvatten onder meer:
Maatschappelijke doelen
Economische doelen
Oplossingen voor
Mastering
the Plant
•Bijdrage kwaliteit van leven
•Bijdrage duurzame
samenleving
•Bijdrage werkgelegenheid
•Efficiëntere innovatie
•Versterking bedrijfsleven
•Behoud zaadveredelaars in Nl
•Spin-off bedrijvigheid
•Voorziene mondiale
voedseltekorten
•Toenemende onvoorspelbaarheid van opbrengsten
gewassen
Infrastructuur
•Betere werkomgeving
•Vergroten van de
innovatiecapaciteit
•Inefficiëntie van lopend
onderzoek door verouderde
IT en andere infrastructuur
Talent
•Betere, eigentijdse opleiding
•Betere perspectieven op werk
•Vergroten van de
innovatiecapaciteit
•Tekort aan talent
•Verschuiving onderzoek
naar buitenland
Financiering
•Meer betrokkenheid vanuit
‘vermogende’ personen en
instellingen binnen/buiten NL
•Nieuwe verdienmodellen voor
economische
bedrijvigheid
•Gefragmenteerde,
onzekere financiering
Organisatie
•Bewustwording belang ‘plant’
•Meer betrokkenheid samenleving
•Economische versterking
sector en ketenpartijen
•Cross sector samenwerking
•Fragmentatie in de keten en
in de sector
12
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Financiering primair maar niet alleen door de
Nederlandse overheid
Van belang is dat de voorziene uitgaven niet vallen
onder de lopende financiering, maar vragen om ‘extra’
financiering uit bestaande of nieuwe financieringsbronnen. Vooral de beginperiode vergt middelen om de
verdere financiering rond te krijgen. De sector doet een
dringend appèl op de Nederlandse overheid om haar
aandeel in verantwoordelijkheid voor kennisopbouw
en benutting te nemen. Het zou kunnen gaan om geld
vanuit verschillende bronnen:
• Toekomstfonds
• Nationale wetenschapsagenda
• NWO Zwaartekracht programma’s
• Begrotingsruimte Nederlandse overheid
• EU-middelen
• Herfstakkoord 2014 EU cofinanciering
Daarnaast is aanvullende, vooral private financiering
nodig. De gedachten gaan uit naar bijdragen van:
• Participatiemaatschappijen, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, vermogende provincies;
• Direct betrokken bedrijfsleven zoals planten­
veredelaars;
• Indirect betrokken bedrijfsleven zoals de petro­
chemische industrie en machinebouwers;
• Vermogende particulieren, stichtingen en legaten.
Niet over één nacht ijs
De ambitie ‘Mastering the Plant’ vraagt om een zorg­
vuldige afweging. De belangen zijn groot en het groei­
perspectief is gunstig. Het uittekenen, opstarten en
realiseren van zo’n grote ambitie zal wel een grote
Wetenschappelijk
• Technisch-wetenschappelijke
haalbaarheid
• Onderscheidend vermogen
• Versterking huidig onderzoek
• Publicatiemogelijkheden
• Nieuwe technologie?
• Opleidingsmogelijkheden
impact hebben op de sector. In de afweging spelen
wetenschappelijke, maatschappelijke en commerciële
belangen een rol:
Maatschappelijk
• Acceptatie
• Antwoord op uitdagingen zoals
klimaatverandering
• groei wereldbevolking, verstedelijking en biobased
economy
De ambitie .‘Mastering the Plant’ past in de geschiedenis
van het Nederlandse bedrijfsleven. Dit heeft een traditie
in de integratie van verworven inzichten, verklaring van
onderzoeksresultaten en toepassing van kennis. Er zijn
veel kritische succesfactoren voor de realisatie van deze
ambitieuze strategische onderzoekvisie. ‘Mastering
the Plant’ vraagt een langdurig commitment van de
betrokken Nederlandse kennisinstellingen en van het
13
Commercieel
• Omzet huidige producten
• Versnelling R&D en innovatie
• Zicht op nieuwe producten
• Zicht op diversificatie
• Onderscheidend vermogen
• Bescherming van / toegang
tot kennis
Nederlandse bedrijfsleven om wetenschappelijk en
financieel te investeren. Ook moet er bereidheid zijn om
intensief samen te werken. Van begin af aan zal aandacht
voor de maatschappelijke acceptatie moeten worden
meegenomen in de activiteiten. Inpassing in het top­
sectorenbeleid verdient de voorkeur, evenals een
blijvende aansluiting bij internationale onderzoeks­
inspanningen binnen het vakgebied.
MASTERING THE PLANT
Strategische Onderzoeksvisie | Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
STRATEGISCHE ONDERZOEKSVISIE
Sector Plantaardig Uitgangsmateriaal 2015-2025
Download