Wijzigingsvoorstellen OVP

advertisement
Passend onderwijs op OBS de Perroen
schoolondersteuningsprofiel
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina 1
Schoolondersteuningsprofiel
Inleiding
OBS de Perroen wil Passend onderwijs bieden. Daarom stellen we ons, samen met
de ouders/opvoeders steeds de vraag: “Wat heeft het kind nodig om zich optimaal,
naar eigen vermogen te kunnen ontwikkelen?” In de meeste situaties kunnen we dit
in ons eigen team realiseren, soms zullen we daarbij gebruik maken van externe
expertises. In uitzonderlijke situaties constateren we dat we op onze school de
ondersteuning niet kunnen bieden die een kind nodig heeft. In dat laatste geval
gaan we samen met u en met de hulp van externe deskundigen op zoek naar een
school die dit wel kan bieden.
Om Passend onderwijs te kunnen bieden is het van belang te weten waar OBS de
Perroen staat. Wat is het onderwijsconcept en biedt dit voldoende om tegemoet te
komen aan wat de leerlingen van ons vragen? Wat is onze ambitie als het gaat om
het geven van Passend onderwijs? Is de kwaliteit van het onderwijs in orde en wat
moeten wij ondernemen om dit (nog beter) te realiseren?
Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) dat in september 2013 geschreven is, bedoeld
als instrument om alle scholen binnen het Samenwerkingsverband met elkaar te
kunnen vergelijken, bevatte kengetallen, kenmerken van de school en de
mogelijkheden die de school op dat moment had om Passend onderwijs te kunnen
bieden. Dit SOP was weinig concreet en voor zowel het team als de
Medezeggenschapsraad van OBS de Perroen de reden om in eigen taal het
schoolondersteuningsprofiel te formuleren. Als uitgangspunt voor de gesprekken die
volgden hebben de keuzes gelegen die in 2011 tijdens de studiedag ‘Kind op de
gang’ gemaakt zijn. De resultaten van deze gesprekken en de huidige stand van
zaken, zijn verwerkt in dit schoolondersteuningsprofiel.
Dit schoolondersteuningsprofiel is een groeidocument. Regelmatig zullen we dit als
school moeten evalueren en bijstellen, wellicht nog vaker dan andere documenten.
Wat Passend Onderwijs in de praktijk ons gaat brengen is immers niet helder.
Een goede communicatie met ouders en verzorgers is op zowel individueel als
schoolniveau wezenlijk. Dat betekent dat naast de individuele gesprekken met
ouders over de ontwikkeling van hun kind ook gecommuniceerd wordt over het te
voeren beleid met betrekking tot Passend Onderwijs. Dit gebeurt tijdens
ouderbijeenkomsten en via de Nieuwsbrief. De Medezeggenschapsraad en het
bestuur van de Oudervereniging zijn hier direct bij betrokken.
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina 2
Schoolondersteuningsprofiel
1. Het onderwijsconcept van OBS de Perroen
OBS de Perroen is een school waar ieder kind zichzelf mag zijn. De verschillen in
interesses en mogelijkheden worden niet alleen gezien, maar ook erkend en
gebruikt. Vanuit een veilige leeromgeving worden kinderen geprikkeld, zodat ze op
een breed terrein groeien tot mensen die met verantwoordelijkheidsbesef in de
wereld staan.
Dit is te herkennen in:









Het geven van boeiend onderwijs, waardoor de betrokkenheid van kinderen
groot is.
Het benoemen van krachten en talenten van kinderen, door leerkrachten,
maar ook door andere kinderen en het geven van gerichte complimenten.
Het gebruik van verschillende didactische werkvormen, toegespitst op de
verschillen in leerstijlen van kinderen.
De ruimte die kinderen krijgen in het meedenken in hun eigen begeleiding.
De ruimte die kinderen krijgen in het (mee-) organiseren van activiteiten en
andere zaken die de Perroen aangaan. De Kinderraad is hierin de spil op
schoolniveau.
De ruimte die er is om spontaan, onvoorbereid in te spelen op de actualiteit.
De inrichting van de lokalen, de hal en het speelterrein: er zijn rustige hoekjes,
ruimtes waar je kunt samenwerken en samen spelen, plaatsen waar je
ontdekkend bezig kunt zijn.
Het met kinderen reflecteren over wat gebeurd is en wat zij geleerd hebben.
Het met ouders en andere betrokkenen reflecteren op de wijze waarop we
met ons onderwijs omgaan.
Een veilige warme leeromgeving wordt vormgegeven door het voorleven en
benoemen van goed gedrag en bespreken en corrigeren van onwenselijk gedrag.
2. Passend onderwijs, zicht op eigen kwaliteit
Om Passend onderwijs te kunnen realiseren moet de school zicht hebben op haar
eigen onderwijskwaliteit en mogelijkheden.
In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) zijn de kengetallen te lezen m.b.t. de
leerling populatie, leerling gewichten, aantallen kinderen die begeleid werden
vanuit een LGF, aantal kinderen met een doublure of een versnelling en de
plaatsingen in speciale voorzieningen. Belangrijker is het te weten wat de reden van
begeleiding was en welke expertise wij als school hierin hebben opgebouwd.
Zicht op kwaliteit
Op 24 januari 2012 heeft de Inspectie, tijdens een regulier onderzoek OBS de Perroen
bezocht met als doel informatie te verzamelen over een aantal indicatoren die
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina 3
Schoolondersteuningsprofiel
betrekking hebben op de opbrengsten, het onderwijsleerproces, de zorg, de
begeleiding en de kwaliteitszorg.
Opbrengsten:
De eindopbrengsten zijn voldoende in vergelijking met scholen met dezelfde
populatie. Er is een stijgende lijn te zien.
De tussenopbrengsten waren voldoende, hoewel de toets rekenen en wiskunde
voor groep 4 onvoldoende was en het technisch lezen in groep 3 en 4 nipt
voldoende. Deze tussenopbrengsten werden ‘kwetsbaar’ genoemd.
De inspecteur benoemde de ondernomen stappen op het gebied ter verbetering
van het technisch leesonderwijs waardevol.
De school gebruikte in 2012 geen volgsysteem om zicht te hebben op de sociaal
emotionele ontwikkeling van de leerlingen en werd op dit gebied derhalve niet als
voldoende beoordeeld.
Sinds augustus 2012 gebruikt OBS de Perroen het volgsysteem ‘Op School’, dat een
goed beeld van het welbevinden van de kinderen en de leerlingen volgt in hun
sociaal emotionele ontwikkeling. Er zit echter geen beoordeling aan vast, zoals het
LVS Viseon van het CITO. Dit is de reden waarom deze toets niet door de inspectie
als ‘goed’ wordt beoordeeld.
Leerstofaanbod:
Het leerstofaanbod is eigentijds en dekkend voor de kerndoelen. Vanwege de
matige resultaten op gebied van technisch lezen in groep 3 adviseerde de
inspecteur na te gaan of een andere methode voor aanvankelijk lezen wenselijk zou
zijn.
Vanaf augustus 2012 wordt er gebruik gemaakt van Veilig Leren Lezen. Deze
methode is goed ingevoerd en de resultaten zijn, mede hierdoor, met sprongen
vooruit gegaan.
Het rekenaanbod wordt, in vergelijking met het vorige inspectiebezoek nu als
‘voldoende’ beoordeeld.
Het aanbod in de kleutergroepen werd als ‘matig beredeneerd’ beschouwd, wat
mogelijk de oorzaak is van de toets resultaten in groep 2.
In schooljaar 2012-2013 heeft de onderbouw als speerpunt ‘doorgaande lijn voor het
taal-leesonderwijs’ genomen, gericht op wat de kinderen nodig hebben als zij in
groep 3 leren lezen. Naast het aanbod van de leerstof is ook vastgelegd hoe dit
georganiseerd is en hoe de ontwikkeling bij kinderen gevolgd wordt.
Veiligheid:
De school heeft voldoende beleid ontwikkeld dat gericht is op het voorkomen van
incidenten. Regels worden thematisch aan de orde gesteld, er is een pestprotocol
en een protocol voor huiselijk geweld/kindermishandeling. Deze protocollen zijn
geïmplementeerd. De school dient te investeren in het registreren van incidenten en
deze te analyseren.
Sinds het bezoek van de inspectie worden de incidenten bijgehouden en
geanalyseerd. Deze analyse wordt verwerkt in de schoolanalyse/het SAG.
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina 4
Schoolondersteuningsprofiel
Didactisch handelen:
Tijdens de lesobservaties zag de inspecteur dat er efficiënt gebruik gemaakt werd
van de geplande onderwijstijd door goede organisatie en rustige sfeer in de
groepen. Niet alle leerkrachten gebruiken het directe instructiemodel. Wel is er
voldoende aandacht voor het aanbieden/hanteren van verschillende strategieën.
Er was maar beperkt sprake van het hanteren van verschillende werkvormen.
Vanaf oktober 2012 hanteren alle leerkrachten dagelijks verschillende werkvormen
van ‘Slimplan’. Dit komt toe aan de verschillende intelligenties van de kinderen, zorgt
voor meer betrokkenheid en door samen te werken en gebruik te maken van een
‘eerlijke beurtverdeling’ beklijft de leerstof beter.
Afstemming:
De leerkrachten hebben goed zicht op wat de leerlingen nodig hebben (vanuit
toetsen, gesprekken etc.), Op belangrijke punten slagen leraren er echter nog te
weinig in om daar in hun lessen goed op in te spelen. Op school- en groepsniveau
zou de onderwijstijd aangepast moeten/kunnen worden aan bijvoorbeeld de toets
resultaten. Ook op individueel niveau worden nog te weinig beslissingen genomen
om bijvoorbeeld de leertijd aan te passen als een leerling meer moeite heeft met
rekenen.
De afgelopen twee jaar is in groepen, bij individuele leerlingen, vaker de
onderwijstijd aangepast. Dit gebeurt echter nog op te kleine schaal.
De inspecteur heeft tijdens de bezochte lessen geen pre-teaching of verlengde
instructie gezien.
Dit gebeurt in alle groepen nu ruim voldoende.
Zorg en begeleiding:
De school beschikt over een gunstige structuur voor de uitvoering van de
leerlingenzorg. School specifiek zorgplan, zorgkalender. Deze documenten zijn
beoordeeld als ruim voldoende.
De leerkrachten zijn weinig toegerust in het maken van goede groepsplannen.
Goed analyseren en een diagnose stellen ten aanzien van leerproblemen is voor
veel leraren nog moeilijk. In het jaarplan zal het (leren) maken en uitvoeren van
goede groepsplannen prominent de aandacht moeten krijgen.
In schooljaar 2012-2013 is dit gebeurd en dit is doorgezet naar huidig schooljaar. De
meeste groepsplannen zijn nu van een goed kwaliteit. De aandacht is nu gevestigd
op goed evalueren, om betere vervolgstappen te kunnen zetten.
De school beschikt (jan 2012) in onvoldoende mate over een samenhangend
systeem van genormeerde instrumenten en procedures om de leerlingen goed te
kunnen volgen. Dit geldt alleen voor de groepen 1 en 2 vanwege het missen van
een observatie instrument waarmee kan worden nagegaan of de leerlingen de
aangeboden leerstof missen.
Samen met de VeerKrachtgroep is er een eigen betrouwbaar observatie instrument
ontwikkeld. Deze wordt, naast een logboek, wekelijks bijgehouden.
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina 5
Schoolondersteuningsprofiel
Kwaliteitszorg:
De school heeft de kwaliteit van haar kwaliteitszorg verder ontwikkeld, zodat meer
onderdelen als ‘voldoende’ kunnen worden beoordeeld.
De school heeft echter nog een beperkt inzicht in de kenmerken van de leerling
populatie en de daaruit voortvloeiende onderwijsbehoefte.
De school is duidelijk meer opbrengstgericht geworden. Het maken van de
schoolanalyse t.b.v. van het SAG werkt hieraan mee. Het advies van de Inspectie
om, naast trendanalyses ook dwarsdoorsnedes te maken, is nog niet uitgevoerd.
Wel heeft bij de laatste groepsgesprekken (febr. 2014) de vaardigheidsgroei, zowel
individueel als op groepsniveau, prominent aandacht gehad.
De school kan haar eigen onderwijs nog beter evalueren. Klassenconsultaties krijgen
nog geen vertaling naar het schoolniveau. Deze zijn nu nog teveel gericht op
coaching en begeleiding van individuele leerkrachten en niet op de
kwaliteitsaspecten van het onderwijs. Hoewel er klassenconsultaties, gericht op de
kwaliteit van het leesonderwijs, spelling en het gebruiken van ‘Slimplan’ werkvormen
hebben plaatsgevonden is het wenselijk hier verder vorm aan te geven.
De school werkt voldoende planmatig aan verbeteractiviteiten die in schoolplan en
jaarplannen zijn opgenomen.
Conclusie:
De inspecteur concludeerde dat de kwaliteit van het onderwijs op de onderzochte
onderdelen voldoende is. Slechts een enkele tekortkoming is geconstateerd. Het
onderzoek is verricht januari 2012. De school heeft zich sindsdien verder ontwikkeld.
De verbeteringen op de door de inspectie genoemde gebieden die van belang zijn
in het kader van Passend onderwijs, zijn hierboven (cursief) aangegeven.
3. Zorgprofiel
OBS de Perroen wil Passend onderwijs bieden voor alle leerlingen, maar realiseert
zich dat dit niet reëel, zelfs niet wenselijk is. De ‘orthobeelden’ zijn te divers en vragen
teveel specialistische kennis en vaardigheden van de leerkrachten om goed aan te
sluiten bij de verschillende ontwikkelingsbehoeftes van de kinderen. De school streeft
ernaar zoveel mogelijk kinderen, binnen de mogelijkheden, Passend onderwijs aan
te bieden.
Basisondersteuning
Aan de basisondersteuning wordt, zoals het inspectierapport aangeeft, voldaan. Dat
betekent alle kinderen:
 met een lager, gemiddeld en een hogere intelligentie
 met dyslexie
 met dyscalculie
 met spraak- en/of taalproblemen (waaronder dysfasie)
 met adhd
 met add
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina 6
Schoolondersteuningsprofiel
 met pdd-nos
onderwijs kunnen volgen op OBS de Perroen.
In de afgelopen jaren hebben de meeste leerkrachten, meestal begeleid door
(preventief) ambulante begeleiders en/of door het volgen van scholing, kennis en
ervaring opgedaan met de begeleiding van deze kinderen.
In de praktijk blijkt dat het begeleiden van kinderen die een groter beroep doen op
de didactische vaardigheden van de leerkrachten goed vorm te geven is. Het is
een zaak van goed klassenmanagement om op de juiste wijze tegemoet te komen
aan de onderwijsbehoefte van deze kinderen.
Een goede pedagogische afstemming met kinderen die een al dan niet
gediagnosticeerde stoornis hebben, is gecompliceerder. De kennis over ADD en
ADHD is, mede door een goede scholing, aanwezig. Het in de praktijk kunnen
brengen van deze kennis is niet eenvoudig, omdat we o.a. te maken hebben met
interactie tussen kinderen. Vooral als er sprake is van een aantal kinderen met ADHD
of een Multi problematiek (bijvoorbeeld ADHD en dyslexie of ADHD en Asperger)
vraagt dit veel van een leerkracht. De leerkracht van de Perroen zal in deze
gevallen eerder aangeven handelingsverlegen te zijn.
Educatief partnerschap is een belangrijk begrip in deze context. Ervaring leert dat
het samen optrekken met de ouders, in gesprek blijven, samen keuzes maken, voor
het kind bijzonder belangrijk is en daarmee ook voor de groep en de leerkracht.
Brede basisondersteuning
 ASS problematiek
Naast bovengenoemde zogenaamde ‘smalle’ basisondersteuning heeft OBS de
Perroen de laatste jaren kennis en ervaring opgedaan in het geven van onderwijs
aan kinderen met de ASS problematiek (aan autisme verwante stoornissen). We
kunnen stellen dat het begeleiden van deze kinderen dusdanig goed verloopt dat
wij ons hier graag verder op richten en specialiseren. Twee kinderen met een ASS
stoornis in één groep blijkt wel een maximaal aantal te zijn voor een groep. Ook
moet per aanmelding bekeken worden of de zwaarte van de te bieden zorg
acceptabel is.
 Hoogebegaafdheid
In de basisondersteuning is het onderwijs aan kinderen met een hogere intelligentie
gegarandeerd op de Perroen. Omdat de laatste drie jaar er kleuters aangemeld
werden waarvan de ouders aangaven dat hun kind een ontwikkelingsvoorsprong
had, hebben de leerkrachten van de onderbouw zich hier op gericht. Januari 2013
hebben deze leerkrachten een meerdaagse scholing gevolgd bij mevr. Tessa
Kieboom bij het CBO (Centrum voor Begaafdheidsonderzoek) in Antwerpen.
Ook in de bovenbouw zijn er leerlingen die meer- of hoogbegaafd zijn, in ieder geval
een andere uitdaging nodig hebben en op hun eigen denkniveau aangesproken
moeten worden. Op teamniveau heeft er scholing plaatsgevonden en is beleid
geformuleerd. Naast de Plusklas, bedoeld voor kinderen die regelmatig met
gelijkgestemde kinderen moeten kunnen werken en voor wie het nodig is om te
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina 7
Schoolondersteuningsprofiel
leren leren, wordt er Frans gegeven aan leerlingen die deze ‘uitdaging’ goed
kunnen gebruiken.
Het onderwijsaanbod in de groep zelf is aangepast, maar behoeft nog verbetering.
Wij willen de reeds opgedane expertise op het gebied van meer- en
hoogbegaafdheid de komende jaren verder uitbouwen, zodat wij kinderen op dit
terrein de ondersteuning kunnen bieden zie zij nodig hebben.
Geen zorg
In de inleiding is al beschreven dat in sommige situaties OBS de Perroen niet de zorg
kan bieden waar een kind recht op heeft. Het kan zijn dat dit gedurende de
loopbaan op onze school geconstateerd wordt. Samen met een externe
deskundige gaan we dan op zoek naar een andere reguliere basisschool of school
voor speciaal onderwijs (S.O. of speciaal basisonderwijs. (S.B.O.)
Soms is bij een kennismaking al duidelijk dat wij die zorg niet kunnen bieden. Dat zal
zijn bij kinderen met een fysieke beperking (doof, slecht ziend of blind) Kinderen met
een andere fysieke beperking worden aangenomen als wij, na overleg met
externen, weten dat wij het kind in ieder geval een aantal jaren kunnen begeleiden.
Kinderen met een verstandelijke beperking , bijvoorbeeld met het syndroom van
Down zullen slechts in zeer specifieke situaties worden aangenomen ( Bijvoorbeeld
als het een broertje of zusje van een andere kind op de Perroen is en we ervan
overtuigd zijn dat desbetreffend kind bij ons zich goed verder kan ontwikkelen, de
groep waarin het kind geplaatst zal worden evenwichtig is en we voldoende externe
begeleiding krijgen.)
Ook kinderen met een ernstige angststoornis kunnen wij niet bieden waar zij recht op
hebben.
4. Deskundigheid
Basisondersteuning
De laatste drie jaar heeft het maken en evalueren van, werken met groepsplannen
veel aandacht gehad. De meeste leerkrachten zijn in staat doel- en
handelingsgericht onderwijs te geven. Toch blijft dit aandachtspunt, omdat dit nog
niet echt geïmplementeerd is. Het bespreken van de groepsplannen vindt sinds
begin 2014 plaats tijdens de groepsbespreking. Dit is bijzonder effectief gebleken.
Kinderen met een lagere, gemiddelde en hogere intelligentie zijn in dit groepsplan
opgenomen.
Dyslexie:
Dankzij nascholing, zowel individueel, gericht op dyslexie, als schoolbreed, gericht op
het geven van goed lees- en spellingonderwijs, en de aanschaf van extra
ondersteunende materialen (o.a. sprint+) zijn de leerkrachten goed in staat kinderen
met dyslexie te begeleiden. De huidige leerkrachten van groep 3 geven aan
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina 8
Schoolondersteuningsprofiel
specifieke kennis over dyslexie bij kinderen in groep 3 te missen. Een eerste
scholingsbijeenkomst is gepland in april 2014. Een vervolg zal wenselijk zijn.
Dyscalculie:
Risicoleerlingen op het gebied van rekenen en wiskunde worden in het groepsplan
in subgroep 2 opgenomen. Iedere leerkracht werkt met deze leerlingen vanuit eigen
kennis en ervaring. In schooljaar 2012-2013 hebben Ingrid van Loon en Sandra
Hellenbrand een korte nascholing gevolgd over dyscalculie. Davina Deiana heeft
een scholing hierover gevolgd januari 2014. Met het team is deze kennis gedeeld.
De rekenmethode ‘Rekenrijk’ voldoet niet meer aan de huidige kennis over het
rekenonderwijs. Het traject naar een nieuwe rekenmethode is ingezet maart 2014.
Het rekenonderwijs op de Perroen, m.n. gericht op de risicoleerlingen, is één van de
speerpunten in het jaarplan 2014-2015.
Kinderen met taal- en/of spraakproblemen:
OBS de Perroen heeft nog weinig ervaring met kinderen met een spraak- en/of taal
achterstand. In groep 7 zit een leerling die vanuit deze problematiek begeleid wordt
vanuit een LGF. Op dit moment zitten in de kleutergroep 4 kinderen die op spraaken/of taalgebied een achterstand hebben. Expertise wordt in de komende jaren
vanuit de praktijk opgebouwd.
ADD en ADHD:
Het hele team heeft oktober 2012 een viertal nascholingsbijeenkomsten (middagen)
gevolgd over gedragsstoornissen bij Giel Vaessens. Deze waren voornamelijk gericht
op het herkennen van gedrag van kinderen met ADD/ADHD/ODD en de aan
autisme verwante stoornissen, om in gedrag en benadering beter af te kunnen
stemmen op deze kinderen.
September 2013 heeft de Perroen zich met Giel Vaessens gebogen over regels en
het handhaven hiervan, om kinderen, met of zonder gedragsproblemen meer
duidelijkheid en veiligheid te bieden. Deze regels zijn vastgesteld en
geïmplementeerd.
Goed omgaan met kinderen die opvallend, storend gedrag vertonen en sociaal
emotionele vorming in het algemeen hebben in de laatste twee schooljaren veel
aandacht gekregen op de Perroen.
 Er is een leerlingvolgsysteem aangeschaft (‘Op school’ )dat niet alleen het
welzijn en het gevoel van veiligheid meet, maar ook handelingsplannen
genereert uit deze ingevulde vragenlijsten.
 Er is een methode voor sociaal emotionele vorming aangeschaft (Goed
gedaan), die goed gebruikt wordt in de groepen. Schoolbreed kan hier
echter nog meer uitgehaald worden.
 Er zijn een 5 tal gedragsregels opgesteld. Deze vervingen de 25 regels en
afspraken die door hun veelheid niet te handhaven waren.
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina 9
Schoolondersteuningsprofiel
 Gedragsverandering proberen we zoveel mogelijk te realiseren door uit te
gaan van positieve gerichte feedback onder het motto: alles wat je voedt,
groeit.
Brede basisondersteuning
1. ASS problematiek
Enkele jaren geleden is een leerling met Asperger zijn hele schoolloopbaan leerling
van OBS de Perroen geweest. In zijn kleuterperiode werd hij hele dagen individueel
begeleid door externen. In de loop der jaren is deze begeleiding afgebouwd tot
enkele uren per week. Bijna alle leerkrachten hebben deze leerling in de groep
gehad en op deze wijze goed leren afstemmen op de begeleidingsbehoefte van
kinderen vanuit deze problematiek. Vanuit deze basiskennis is het gemakkelijker
gebleken om andere kinderen met deze stoornissen te herkennen en goed aan te
kunnen sluiten.
De scholing die Giel Vaessens gaf heeft het team de theoretische kennis rond deze
stoornissen verdiept.
2. Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Door de aanmelding van kleuters, waarvan ouders aangaven dat er sprake was van
een versnelde ontwikkeling bij hun kind, hebben de leerkrachten van de onderbouw
een 2 daagse scholing gevolgd bij het CBO in Antwerpen. Deze kleuters worden nu
sneller herkend en het aanbod beter afgestemd. Onderpresteren ligt nu nauwelijks
meer op de loer. Het is zaak om dit aanbod van betekenisvolle en uitdagende
opdrachten vol te houden als de kinderen ouder worden.
De volgende specialistische deskundigheid heeft OBS de Perroen in huis:
 Gedragsspecialist: Marijke Jessen
 SEN (Special Education Needs) : Vivian Rikers, met als afstudeerspecialisatie:
Hoog- en meerbegaafdheid
 Psychomotorische remedial teaching: Jean Pierre Guyaux
5. Verdere ontwikkeling
In het komend schooljaar zal de ontwikkeling van OBS de Perroen, v.w.b. het geven
van Passend Onderwijs zich verder richten op:
Goed pedagogisch klimaat:
 Het geven van positieve, gerichte feedback.
 Scholing door team en invoeren van de Kanjertraining, gericht op o.a.
voorkomen van pesten en het goed reageren op pestgedrag door
volwassenen, team en ouders.
 Het schoolbreed vaker inzetten van ‘Goed gedaan’
 Handelingsplannen vanuit ‘Op school’ in team bespreken.
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina
10
Schoolondersteuningsprofiel

Intervisie
Rekenen en Wiskunde
 Visie op goed rekenonderwijs formuleren.
 Invoeren van een nieuwe rekenmethode.
 Scholing ‘Ernstige rekenproblemen en dyscalculie’
Meer- en hoogbegaafdheid
 Kennis over wat kinderen die meer- en hoogbegaafd zijn nodig hebben aan
attitudes van leerkrachten.
 Uitbreiden van het aanbod (bv. filosofie)
 Doorgaande lijn in het aanbod en de afstemming van het onderwijs
 Verder realiseren van het geformuleerde beleid.
Passend onderwijs op OBS de Perroen
Pagina
11
Schoolondersteuningsprofiel
Download