De Nationale Bank van België - Hoofdactiviteiten, Financiële

advertisement
Financiële stabiliteit en betalingssystemen
2.
Financiële STabiliTeiT en
beTalinGSSySTemen
De recente financiële crisis heeft het belang aangetoond
van een hechte coördinatie tussen de twee belangrijke
opdrachten van de centrale banken : monetaire stabiliteit,
die – zoals werd uitgelegd – erop gericht is de koopkracht
van het geld te vrijwaren, en financiële stabiliteit, die
moet voorkomen dat een verstoring van het financiële
systeem leidt tot een vertraging of inkrimping van de
economische activiteit. Prijsstabiliteit draagt weliswaar bij
tot financiële stabiliteit, omdat een belangrijke onzekerheidsfactor wordt verminderd, maar is er geen voldoende
voorwaarde voor. Zo kan een context van aanhoudende
groei en geringe inflatie de handhaving van relatief lage
rentetarieven rechtvaardigen, maar een dergelijke omgeving kan ook de risicobereidheid verhogen. Meer bepaald
kunnen de financiële instellingen ertoe worden aangezet
gebruik te maken van het hefboomeffect en via overvloedige leningen hun markttransacties of hun kredietportefeuilles uit te breiden. Doordat de monetaire autoriteiten
gedwongen worden hun liquiditeitstoevoer aan de markt
te verhogen, bemoeilijkt grote financiële instabiliteit de
uitvoering van het monetaire beleid.
De goede werking van het financiële systeem en de detectie van incidenten die het systeem kunnen destabiliseren,
hangen ook af van het prudentiële beleid dat wordt
gevoerd in het kader van het individuele toezicht op de
financiële instellingen.
De recente financiële crisis heeft het grote belang van die
taken op de voorgrond gebracht en, zowel op Europees
als op Belgisch niveau, hebben de autoriteiten initiatieven
genomen die de rol van de centrale banken aanmerkelijk
versterken.
Hun taak om de goede werking van de betalingssystemen
te bevorderen sluit naadloos aan bij hun streven naar een
stabiel en efficiënt financieel systeem. Via de uitgifte van
bankbiljetten zijn de centrale banken van oudsher betrokken bij het betalingsverkeer. De betalingen, inzonderheid
binnen het eurogebied, verlopen vandaag de dag grotendeels via transnationale computerplatformen.
2.1 Financiële stabiliteit
De Bank draagt bij tot de stabiliteit van het financiële
systeem als geheel. Dit zogenoemde « macroprudentiële » toezicht is erop gericht het systeemrisico zoveel
mogelijk te beperken. Dat risico kan optreden wanneer
een groot aantal financiële instellingen eenzelfde gedrag
vertonen en gelijktijdig reageren op veranderingen in de
marktomstandigheden, zodat de cyclische bewegingen
worden verscherpt, of wanneer het in gebreke blijven van
een grote instelling of financiële infrastructuur via een
besmettingseffect het hele systeem in gevaar brengt.
2.1.1
Internationaal overleg
In Europees verband neemt de Bank deel aan de werkzaamheden van diverse instellingen en comités die
gespecialiseerd zijn in regulering en monitoring van
19
20
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Aan de gang zijnde hervormingen
In reactie op de financiële crisis van ongekende aard die de Belgische, Europese en mondiale financiële sector trof, werd op verscheidene niveaus werk gemaakt van een reeks hervormingen die betrekking hebben op het toezicht op de financiële sector.
België
Het Hoog comité voor een nieuwe financiële architectuur, onder voorzitterschap van baron Alexandre
Lamfalussy, overhandigde in juni 2009 zijn rapport aan de regering.
Op 13 oktober 2009 deelde de eerste minister, in zijn algemene beleidsverklaring voor de Kamer
van volksvertegenwoordigers en de Senaat, mee dat de regering het eens was geworden over de
krachtlijnen van een voorontwerp van wet, dat voorziet in de omvorming van de toezichtstructuur
voor de financiële sector in een tweepijlersysteem, het zogenoemde Twin Peaks-model. De Bank zal
toezicht houden op de afzonderlijke financiële instellingen en op de stabiliteit van het hele systeem,
terwijl de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zal toezien op de goede werking
van de markten en op de conformiteit van de financiële diensten en producten, en bevoegd zal zijn
voor consumentenbescherming. De hervorming zal derhalve uitmonden in de overname door de
Bank van de momenteel aan de CBFA toevertrouwde bevoegdheden inzake het prudentiële toezicht
op de financiële instellingen.
Europese Unie
Op 25 februari 2009 stelde de groep-de Larosière, uit naam van de voorzitter van de Europese
Commissie, een reeks aanbevelingen voor over de financiële regelgeving en het financiële toezicht in
Europa. Die aanbevelingen hadden onder meer betrekking op de instelling van een Europese macroprudentiële toezichtautoriteit en een Europees Systeem van Financiële Toezichthouders, samengesteld uit drie Europese toezichthoudende autoriteiten voor respectievelijk de banksector, de sector
van de verzekeringen en de bedrijfspensioenen, en de financiële markten en effecten.
Gehoor gevend aan de conclusies van dat rapport, keurde de Raad van de EU op 20 oktober 2009
een ontwerp van verordening tot oprichting van het Europees Comité voor Systeemrisico’s (ECSR)
goed alsook een beschikking tot toewijzing aan de ECB van specifieke taken met betrekking tot dat
comité. Op microprudentieel vlak hechtte de Raad op 2 december 2009 zijn goedkeuring aan een
algemeen richtsnoer betreffende ontwerp-verordeningen tot oprichting van drie nieuwe toezichthoudende autoriteiten voor de financiële diensten in de Unie, t.w. een Europese Bankautoriteit, een
Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en een Europese Autoriteit voor financiële markten en effecten. De Raad nodigde zijn voorzitter uit onderhandelingen te starten met het
Europees Parlement om deze ontwerp-verordeningen bij de eerste lezing goed te keuren (1).
(1) Voor nadere informatie over deze ontwerpen, zie ook het Verslag 2009 van de Bank betreffende de economische en financiële ontwikkeling,
blz. 204-205.
Financiële stabiliteit en betalingssystemen
De Europese Unie en België
bereiden een reorganisatie van
het toezicht op de financiële
sector voor. Op termijn zal de
Bank instaan voor het gehele
prudentiële toezicht in België.
de financiële markten. Zij is vertegenwoordigd in het
Comité voor bankentoezicht, waarin het ESCB en de
instanties voor het microprudentiële toezicht (toezicht op
de afzonderlijke instellingen) van de lidstaten van de EU
de structurele en conjuncturele ontwikkelingen binnen
het Europese banksysteem onderzoeken. Dit Comité
werkt meer bepaald mee aan de opstelling van het
Financial Stability Review van de ECB en andere publicaties van het Eurosysteem die handelen over financiële
stabiliteit.
De Bank is ook betrokken bij de werkzaamheden van
het Comité van Europese banktoezichthouders,
dat adviezen verstrekt aan de Europese Commissie en
de samenwerking, de convergentie van de praktijken
alsmede de gemeenschappelijke implementatie en de
behoorlijke toepassing van het communautaire wetgevende kader bevordert. In 2009 coördineerde dat comité
een reeks tests van de weerbaarheid van de banksector.
Deze tests, die betrekking hadden op de jaren 2009 en
2010, waren gericht op een staal van tweeëntwintig
Europese groepen met internationale activiteiten. Ze
focusten onder meer op het verband tussen de kern
van het eigen vermogen en het balanstotaal. Voor alle
aan deze tests onderworpen banken is gebleken dat
die ratio, zelfs in een ongunstige economische situatie, ruim boven de huidige vereisten zou blijven. Het
Comité voor Europese banktoezichthouders zal in 2010
geïntegreerd worden in de nieuwe institutionele structuur voor het prudentiële toezicht op de markten en de
financiële instellingen van de EU. Deze structuur zal, in
coördinatie met het netwerk van de nationale financiële
toezichthouders, het Europees Systeem van Financiële
Toezichthouders vormen (zie kader hiernaast).
In het kader van de activiteiten van de Bank voor
Internationale Betalingen (BIB) neemt de Bank deel aan
de werkzaamheden van het Committee on the Global
Financial System. Zij maakt ook deel uit van het Bazels
Comité voor bankentoezicht, dat samengesteld is uit
de 27 belangrijkste banktoezichthouders ter wereld. Dit
Comité heeft eind 2009 een aantal macroprudentiële
maatregelen genomen om de kans op financiële crises en
de omvang ervan te verminderen.
2.1.2 T oezicht op de betalings-,
verrekenings- en
effectenvereffeningsinfrastructuren
In het kader van het toezicht (oversight) op de betalings-,
verrekenings- en effectenvereffeningsinfrastructuren
worden normen vastgelegd om de risico’s die inherent zijn
aan de werking van die infrastructuren te beheersen. Er
wordt geregeld nagegaan of deze normen worden nageleefd en zo nodig worden aanbevelingen gedaan. Over de
referentienormen wordt overleg gepleegd in het Comité
voor betalings- en vereffeningssystemen, dat bestaat uit
vertegenwoordigers van de centrale banken van de G10
en de G20. Het Eurosysteem, van zijn kant, onderzoekt
sinds 2007 hoe de coördinatie tussen de NCB’s op het vlak
van het oversight kan worden verbeterd.
21
22
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Niettegenstaande de financiële
crisis ondervond geen enkel
Mise en exerg
aan het toezicht van de Bank
sur fond de couleur
onderworpen systeem
bijzondere werkingsproblemen.
De meeste normen betreffende de systemen voor laagwaardige betalingen worden gedefinieerd op het niveau
van het Eurosysteem. In dat verband heeft de Bank het
Uitwisselingscentrum en Verrekening aan een evaluatie
onderworpen. In overleg met het Eurosysteem heeft zij
tevens de veiligheid en het weerstandsvermogen van
de kaartbetalingssystemen Bancontact / Mister Cash en
Mastercard Europe geëvalueerd. Het Eurosysteem heeft
ook zijn beleid inzake het oversight op de effectenvereffeningssystemen verduidelijkt.
In het kader van een regeling inzake coöperatief oversight
waarbij de centrale banken van de G10 betrokken zijn, vertolkt de Bank de rol van lead overseer van het systeem voor
beveiligd berichtenverkeer SWIFT. In samenwerking met de
CBFA zorgt de Bank ook voor de coördinatie van het oversight van de holding Euroclear NV., die de centrale effectenbewaarinstellingen van zes Europese landen omvat. Zij
is eveneens belast met het toezicht op het door Euroclear
Bank beheerd internationaal effectenvereffeningsstelsel, op
dat van Euroclear Belgium en op het effectenvereffeningsstelsel van de Bank zelf. Ten slotte is zij betrokken bij het
coöperatief oversight van de centrale tegenpartij Clearnet
en van de betalingssystemen TARGET2 en CLS.
Niettegenstaande de moeilijkheden waarmee verscheidene systeemrelevante financiële instellingen te kampen
kregen na het in gebreke blijven van de Amerikaanse
investeringsbank Lehman Brothers in september 2008,
ondervond geen enkel aan het toezicht van de Bank
onderworpen systeem bijzondere werkingsproblemen.
2.1.3 T oezicht op de markt van de
overheidseffecten
De Bank neemt het dagelijkse beheer van het Rentenfonds
waar. Naast het waarborgen van de liquiditeit op de markt
van de staatsleningen, reguleert deze autonome overheidsinstelling de secundaire markt van de staatseffecten
en houdt zij er toezicht op. Het Rentenfonds assisteert
het Agentschap van de schuld ook bij het beheer van de
overheidsschuld.
2.1.4 Business continuity planning
Om ervoor te zorgen dat de activiteiten die van cruciaal
belang zijn voor de werking van het financiële systeem,
bestand zouden zijn tegen gebeurtenissen die de continuïteit van de transacties in het gedrang kunnen brengen
(natuurrampen, sociale conflicten, terreurdaden, epidemieën, cyberterrorisme, enz.), richtte het Comité voor
financiële stabiliteit (CFS) in oktober 2004 een aantal
aanbevelingen aan de kritieke financiële instellingen
en infrastructuren. De doelstellingen betreffende de
maximumtermijn voor de hervatting van de activiteiten
dienden tussen 2007 en 2009 te worden gerealiseerd. De
evaluatie van de uitvoering van die aanbevelingen door de
Bank, die belast is met het toezicht op de financiële infrastructuren, en de CBFA, die belast is met het toezicht op
de financiële instellingen, toonde aan dat de actoren die
cruciaal zijn voor de financiële sector de aanbevelingen
van het CFS over het algemeen in acht namen.
Financiële stabiliteit en betalingssystemen
Het SEPA-project beoogt
de standaardisering van een
aantal betaalinstrumenten
op Europees niveau.
Op 25 september 2009 vond de eerste operationele-crisisoefening van het CFS plaats waarbij een kritieke actor van
het financiële systeem betrokken was. Aan die oefening
namen medewerkers deel van de Bank, de CBFA, het
secretariaat van het CFS, de FOD Financiën (Thesaurie) en
Atos Worldline NV (AWL). De oefening was gebaseerd op
een scenario dat leidde tot een langdurige onbeschikbaarheid van de door AWL beheerde elektronische betalingssystemen. Gelet op de onmogelijkheid om te betalen met
debetkaarten en kredietkaarten en de daarmee samenhangende onbeschikbaarheid van CARD STOP diende het
CFS een beroep te doen op zijn escalatieprocedure en op
de maatregelen van het « Noodplan Atos », dat door het
CFS was uitgewerkt om een langdurige onbeschikbaarheid op te vangen. De bedoeling van de oefening was
niet enkel de procedures van de deelnemende instellingen
voor het beheersen van een operationele crisis te testen,
maar ook de escalatieprocedure van het CFS, de reactiesnelheid van de betrokken actoren, de aangepastheid van
de besluitvormingsprocessen en de interne en externe
communicatie in geval van crisis.
Het CFS overweegt in de toekomst andere operationelecrisisoefeningen te organiseren.
2.2 beheer van de
betalingssystemen
2.2.1
Betalingen in de Europese
Economische Ruimte
Het SEPA-project (Single Euro Payments Area) beoogt
een gestandaardiseerd, efficiënt en goedkoop verkeer
van overschrijvingen, domiciliëringen, kaartbetalingen en
geldafhalingen aan geldautomaten binnen de Europese
Economische Ruimte, aangevuld met het Zwitserse
grondgebied.
In ons land wordt het overleg rond deze standaardisering
georganiseerd door de Belgische federatie van de financiële sector (Febelfin), in nauwe samenwerking met de
Bank. De beslissingen ter zake worden gevalideerd door
het SEPA-Forum, dat wordt voorgezeten door de gouverneur van de Bank en waarin Febelfin, de grote banken,
De Post en de beheerder van de elektronische betalingssystemen Banksys, Atos Worldline, vertegenwoordigd
zijn. Beoogd wordt de overgang naar SEPA te realiseren
met behoud van de graad van efficiëntie van de huidige
betalingssystemen of deze zelfs te verbeteren.
Het aandeel van de Europese overschrijving in het totale
aantal overschrijvingen in België is gestegen van circa 2 %,
begin 2009, tot 16 %, eind 2009, terwijl het gebruik van
de Europese overschrijving in het hele betaalgebied nog
23
24
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Mise en exerg
sur fond de couleur
Maquette van het nieuwe gebouw van de ECB.
geen 5 % van het totaal beloopt. Dat succes is te danken
aan de overheidsdiensten en de grote bedrijven.
De Europese domiciliëringen zullen geleidelijk in gebruik
kunnen worden genomen. De laatste technische hinderpalen werden immers weggenomen en de richtlijn betreffende
de betaaldiensten werd omgezet in het Belgische recht.
Wat tot slot de kaartbetalingen betreft, werden de
inspanningen voor een standaardisering op Europees
niveau voortgezet : België zette een initiatief op (Payfair) ;
een aantal grote Duitse en Franse banken werken aan
het « Monnet »-project en belangrijke nationale systemen
willen met elkaar een alliantie aangaan via EAPS (Euro
Alliance of Payment Schemes).
2.2.2 Projecten van het Eurosysteem
Sinds november 2007 worden de betalingsopdrachten
in euro van de kredietinstellingen van het Eurosysteem
verwerkt via één platform. Dit systeem, TARGET2, vereffent één voor één, in real time, de betalingsopdrachten van zijn leden, via rekeningen bij de deelnemende
centrale banken. Het vereffent ook het cash-luik van de
effectentransacties en de eindedagsaldi van de nationale
vereffeningssystemen voor detailbetalingen. Het zorgt dus
voor de vereffening van de transacties van de in België
gevestigde kredietinstellingen en voor de vereffening van
het cash-luik van de transacties van het effectenvereffeningssysteem van de Bank (NBB-SSS) en van Euroclear
Belgium. Het vereffent eveneens de saldi van het UCV,
het Belgisch systeem voor detailbetalingen. In 2009
functioneerde TARGET2 bijna zonder onderbreking. Het
aantal verwerkte transacties daalde echter lichtjes door
de terugval van de economische activiteit ten gevolge
van de financiële crisis. De Belgische module verwerkte
gemiddeld 8.300 transacties per dag, ter waarde van
€ 83 miljard.
Het Eurosysteem werkte ook een project uit voor de
eenmaking van de infrastructuur voor de vereffening van
de effectentransacties via de creatie van één platform,
TARGET2-Securities (T2S). Negentien systemen uit het
eurogebied en negen andere systemen hebben bekendgemaakt dat ze aan T2S willen deelnemen. De ECB zette
op 17 juli 2008 het licht op groen voor de ontwikkeling van het systeem, dat onder meer zal steunen op
de TARGET2-infrastructuur. Dit project boekte in 2009
belangrijke vooruitgang op het vlak van de beschrijving
van de functionele en technische kenmerken, de juridische en contractuele aspecten en de uitwerking van de
structuren voor het beheer van het systeem.
Financiële stabiliteit en betalingssystemen
De actieve rol van de Bank op
het vlak van de internationale
samenwerking vloeit rechtstreeks
voort uit haar
verantwoordelijkheden als
monetaire autoriteit en als lid
van het Eurosysteem.
Het Eurosysteem besloot eveneens een gemeenschappelijk platform op te zetten voor het beheer van het
onderpand van de aan de banken verstrekte kredieten.
CCBM2 (Collateral Central Bank Management 2) zou
worden ontwikkeld en geëxploiteerd door de Bank
en de Nederlandsche Bank. De overige leden van het
Eurosysteem hebben allen hun belangstelling voor een
of meerdere modules van het nieuwe systeem te kennen
gegeven. Aangezien de beschrijving van de functionele
en technische kenmerken zo goed als klaar is, zal naar
verwachting in de eerste helft van 2010 de definitieve
planning worden vastgelegd en de wijze van deelname
van de centrale banken worden bevestigd.
2.2.3 Nationale betalingssystemen
Op nationaal vlak is de Bank belast met het beheer van
NBB-SSS en van het UCV.
NBB-SSS (National Bank of Belgium – Securities Settlement
System) is een systeem voor de vereffening van vastrentende effecten. Onder invloed van de kredietcrisis verrichtten de overheid en de ondernemingen in 2009 zeer veel
uitgiften, waardoor het uitstaande bedrag aan die effecten toenam van 63 miljard tot € 473 miljard. De privésector was goed voor 35 % van dat bedrag. Het systeem
vereffende dagelijks € 16 miljard aan effecten, d.i. een
stijging met 3 % ten opzichte van het voorgaande jaar.
Het UCV (Uitwisselingscentrum en Verrekening) verwerkt
bijna alle interbancaire girale betalingen in België. In 2009
werden via het UCV gemiddeld 4.473.000 transacties per
dag verricht, of 5,6 % meer dan in 2008. Het gemiddeld
per dag verwerkte bedrag bleef nagenoeg onveranderd
op € 3,2 miljard.
25
Download