I. Levering van goederen of dienst?

advertisement
SEMINARIE B.I.B.F.
14 mei 2011
Examenmaterie “btw”
Oefeningenbundel
Tim Van Sant
I. Levering van goederen of dienst?
1. Contract dat zowel de levering van de grondstoffen als de uitvoering van een
roerend werk omvat
levering van een goed
Voorbeeld:
Een Belgische fabriek produceert met eigen grondstoffen goederen in opdracht van
een Nederlandse firma. De afgewerkte goederen worden in opdracht van de
Belgische firma vervoerd van België naar Nederland.
•
•
•
Plaats levering = België (plaats aanvang vervoer – art. 15, § 2, tweede lid, 1° btwwb)
Vrijgestelde intracommunautaire levering (art. 39bis, eerste lid, 1° btw-wb) in de
veronderstelling dat de Nederlandse klant zijn rechtsgeldig buitenlands btwnummer opgeeft
R 46 + ICO-listing, code L
2. Maakloonwerk
dienst (art. 18, § 2, tweede lid, 1° btw-wb)
Voorbeeld:
Een Belgische fabriek produceert met grondstoffen die haar zijn ter beschikking
gesteld door een Nederlandse firma en in opdracht van laatstgenoemde afgewerkte
producten. De afgewerkte goederen worden in opdracht van de Belgische firma
vervoerd van België naar Nederland.
•
•
Plaats dienst = Nederland (B2B-hoofdregel, art. 21, § 2 btw-wb)
R 44 + ICO-listing, code S
3. Contract dat als voorwerp heeft de levering van een roerend goed +
plaatsing/montage in een gebouw
Volgend onderscheid moet worden gemaakt:
•
2
Roerend goed wordt na de plaatsing onroerend uit zijn aard: dienst, meer bepaald
een werk in onroerende staat (art. 18, § 1, tweede lid, 1° en art. 19, § 2, tweede
lid btw-wb)
•
Roerend goed blijft na de plaatsing roerend of wordt hoogstens onroerend door
bestemming: levering van een goed (voor toepassing van de regeling
medecontractant (KB nr. 1, art. 20) en toepassing van het verlaagd tarief van 6%:
in een aantal gevallen een met een werk in onroerende staat gelijkgestelde
handeling)
4. Contract dat als voorwerp heeft de levering met plaatsing van industrieel
materiaal
levering van een goed
Industrieel materiaal blijft immers in principe na de plaatsing roerend of wordt
hoogstens onroerend door bestemming.
Uitzondering.
Wanneer
gashouders,
hoogovens,
stroomgeneratoren
in
elektriciteitscentrales, silo’s, koelkamers,… worden geleverd en geplaatst, wordt het
geheel beschouwd als een dienst, i.e. een werk in onroerende staat (art. 18, § 1,
tweede lid, 1° en art. 19, § 2, tweede lid btw-wb).
Zie Beslissing nr. ET 9537 van 6 januari 1972
5. Contract dat als voorwerp heeft de levering van een roerend goed + installatie /
montage ervan op een roerend goed (Beslissing nr. ET 95.109 van 10 mei 1999)
-
waarde geleverde goederen is lager dan 50% van totale prijs: dienst (art. 18, §
1, tweede lid, 1° btw-wb)
-
waarde geleverde goederen is gelijk aan of hoger dan 50% van totale prijs:
levering van een goed
Voorbeeld 1:
De totale kostprijs van een fietsherstelling bedraagt 20 € (excl. BTW). Prijs
spaken en remblokjes is 11 €. Prijs van de werkuren bedraagt 9 €.
Levering van een goed.
Btw-tarief = 21%
Voorbeeld 2:
3
Idem, maar de prijs van de spaken en remblokjes bedraagt 9 € en die van de
werkuren 11 €.
Dienst.
Btw-tarief = 6%. Zie KB nr. 20, Tabel A, XXXIX, ingevoegd bij wet van 4 juli
2011, B.S., 19 juli 2011.
Voorbeeld 3:
Een Belgische garagehouder uit Lokeren plaatst een nieuwe airco in de
vrachtwagen van een Duitse vervoersmaatschappij. Na de installatie rijdt de
vrachtwagen verder naar Duitsland. De totale kostprijs bedraagt 4.000 € (excl.
BTW). Prijs airco is 2.500 €. Prijs van de werkuren voor de plaatsing bedraagt
1.500 €.
Levering van een goed
Plaats levering = België (plaats aanvang vervoer – art. 15, § 2, tweede lid, 1°
btw-wb) – opm.: als na de installatie of de montage de goederen nog worden
vervoerd, is nooit het lokalisatiecriterium “plaats waar de installatie of montage
wordt verricht van toepassing (zie Beslissing nr. ET 95.109 van 10 mei 1999)
Vrijgestelde intracommunautaire levering (art. 39bis, eerste lid, 1° btw-wb) in
de veronderstelling dat de Duitse klant zijn rechtsgeldig buitenlands btwnummer opgeeft
R 46 + ICO-listing, code L
Voorbeeld 4:
Idem, maar de prijs van de airco is 1.500 € en die van de werkuren voor de
plaatsing bedraagt 2.500 €.
Dienst
Plaats dienst = Duitsland (B2B-hoofdregel, art. 21, § 2 btw-wb)
R 44 + ICO-listing, code S
6. Contract dat aan de klant het recht geeft om grondstoffen uit de grond te halen
De kwalificatie als hetzij “levering v/e goed”, hetzij “dienst” hangt af van de
interpretatie die de partijen aan het contract geven
4
Wordt het contract gekwalificeerd als een verkoop van nog op te graven
producten, dan betreft het een levering van een goed.
Wordt het contract gekwalificeerd als een onroerende verhuur, dan betreft het een
dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 4° btw-wb), welis waar vrijgesteld ingevolge art. 44,
§ 3, 2° btw-wb.
Zie btw-handleiding, nr. 61/5, C
7. Verkoop krant via papier / via internet
•
Via papier: levering van een goed – geen btw op de aankoop van kranten en
tijdschriften met een algemene informatieve strekking die minstens 48 keer per
jaar verschijnen (Aanschrijving nr. 82 van 15 december 1970, zoals gewijzigd
door Aanschrijving nr. 21 van 30 september 1993)
•
Via internet: dienst, i.e. een langs elektronische weg verrichte dienst (art. 18, § 1,
tweede lid, 16° btw-wetboek); tarief: 21% (Aanschri jving AFZ 9/2003 van 12
augustus 2003, nr. 14).
8. Verkoop van gestandaardiseerde software
a) te downloaden via internet: (langs elektronische weg verrichte) dienst
(art. 18, § 1, tweede lid, 16° btw-wetboek)
b) op een CD ROM of diskette:
•
overeenstemming tussen aantal materiële dragers en verstrekte
licenties: levering van een goed
•
geen overeenstemming tussen aantal materiële dragers en verstrekte
licenties: dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 7° btw -wb)
9. Verkoop van software, specifiek aangepast aan de noden van de
onderneming
a) te downloaden via internet: (langs elektronische weg verrichte) dienst
(art. 18, § 1, tweede lid, 16° btw-wetboek)
5
b) op een CD ROM of diskette: dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 1° btwwetboek)
10. Afhaalmaaltijden versus ter plaatse eten en drinken
•
Afhaalmaaltijden: levering van een goed – tarief: 6% voor voedingswaren (met
uitz. van luxeproducten, zie KB nr. 20, Bijlage, Tabel A, III) en niet-alcoholische
dranken; 21% voor alcoholische dranken
•
Ter plaatse: dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 11°) – tarief: 12% voor maaltijden en
21% voor dranken
Opmerking: Hof van Justitie, 10 maart 2011, arrest Bog
Om van een restaurantdienst te kunnen spreken, is er meer nodig dan een aantal
rudimentaire voorzieningen (bv. overdekte eetbalie) om het eten ter plaatse te
consumeren. Een extra service is hiervoor vereist (bv. overdekte tafels en stoelen, tv
en/of sanitair)..
6
II. Intracommunautaire handelingen
1. De GMBH Peters uit Aken (Duitsland) doet op 20 januari 2011 een eenmalige
bestelling van een hoeveelheid pleisterkalk tegen de prijs van € 1.666,44, excl.
btw bij de BVBA Wouters uit Diepenbeek (kwartaalindiener). De BVBA Wouters
heeft dit product niet in voorraad , maar kan het bekomen bij de firma Daens,
groothandelaar te Maastricht (Nederland). Op 30 januari 2011 worden de
goederen door de firma Daens afgeleverd in de magazijnen van Peters te Aken.
Wouters deelt zijn Belgisch btw-nummer mee aan Daens. Daens factureert
Wouters voor een bedrag van € 1.534,09.
Maak een btw-analyse van deze verrichting voor elk van de betrokken partijen.
Toepassing van vereenvoudigd intracommunautair driehoeksverkeer
•
Daens (NL): vrijgestelde intracommunautaire levering in Nederland
•
Wouters (BE): geen belastbare intracommunautaire verwerving in België, noch in
Duitsland
Wouters factureert aan Peters zonder btw. Op zijn factuur wordt Peters aangeduid als
schuldenaar van de btw. Toepassing van art. 25quinquies, § 3, derde lid btw-wetboek
Btw-aangifte van Wouters:
•
-
R 46 + ICO-listing, code T: € 1.666,14
-
R 81 + R 86: € 1.534,09 (geen verschuldigde of aftrekbare btw)
Peters: belastbare intracommunautaire verwerving in Duitsland
Zonder toepassing van deze vereenvoudigingsregeling zou Wouters zich moeten
identificeren in Duistland voor btw-doeleinden. Wouters zou dan idd een belastbare
intracommunautaire verwerving in Duitsland en een nationale levering in Duitsland
verrichten.
Zie over het intracommunautair driehoeksverkeer, btw-handleiding, nrs. 310/52-310/58.
7
2. Recente rechtspraak in verband met intracommunautaire leveringen
Deze recente rechtspraak betreft het bewijs van de vrijgestelde
intracommunautaire levering. De belastingplichtige die de vrijstelling inroept moet
kunnen bewijzen dat de koper zelf geïdentificeerd is voor btw-doeleinden in een
andere Lidstaat én dat de goederen worden vervoerd van Begië naar een andere
Lidstaat.
Zie KB nr. 52.
Art. 3 van dat KB luidt als volgt:
De verkoper moet te allen tijde in het bezit zijn van alle stukken waaruit de
echtheid van de verzending of het vervoer van de goederen blijkt; hij moet ze op
ieder verzoek van de met de controle van de belasting over de toegevoegde
waarde belaste ambtenaren overleggen. Die stukken zijn onder meer de
contracten, de bestelbons, de vervoerdocumenten en de betalingsstukken.
Antwerpen, 10 maart 2009: de btw-controleur kan niet eisen dat de
belastingplichtige 1 bepaald document voorlegt
Cass., 4 juni 2009: de belastingplichtige moet niet alle documenten kunnen
voorleggen
H.v.J., 27 september 2007, Teleos
•
•
8
de aangifte van de intracommunautaire verwerving in het land van de
koper kan dienen als aanvullend bewijs
als de bewijsstukken inzake het vervoer die de koper aan de verkoper
heeft bezorgd vlas blijken, maar de verkoper is te goeder trouw, dan is
de verkoper bevrijd
H.v.J., 27 september 2007, Collée: ook na de controle kan de
belastingplichtige nog bepaalde documenten voorleggen aan de btwcontroleur
H.v.J., 18 november 2010, Skatteverlet: de wet voorziet nergens een
termijn binnen dewelke de goederen moeten vervoerd worden van België
naar een andere Lidstaat
3. Een zelfstandig accountant koopt op 12 april 2011 in België een nieuwe
personenwagen aan voor € 15.000,00. De auto wordt voor 60% voor
beroepsdoeleinden aangewend. Op 17 augustus 2011 verkoopt de accountant de
wagen aan een Nederlandse btw-plichtige/indiener voor € 11.500, excl. btw.
Maak een btw-analyse van deze verrichting in hoofde van de zelfstandige
accountant..
Vooraf: de auto in kwestie is een nieuw vervoermiddel in de zin van art. 8bis, § 2
btw-wetboek. De levering vindt immers plaats binnen de 6 maanden na de datum
van de eerste ingebruikneming.
•
Aankoop wagen
BTW is maar voor 50% aftrekbaar (art. 45, § 2, eerste lid btw-wetboek)
Aangifte accountant:
R 83: (15.000 x 60%) + (3.150 x 10%) = € 9.315
R 59: (3.150 x 50%) = € 1.575
•
Verkoop wagen
•
Plaats levering = België (plaats aanvang vervoer – art. 15, § 2, tweede lid, 1° btwwb)
Vrijgestelde intracommunautaire levering (art. 39bis, eerste lid, 1° btw-wb) in de
veronderstelling dat de Nederlandse klant zijn rechtsgeldig buitenlands btwnummer opgeeft
Aangifte: R 46 + ICO-listing, code L
•
•
Er moet hier ook toepassing worden gemaakt van art. 45, § 2, tweede lid, k) btwwetboek.
De vrijgestelde intracommunautaire levering van een nieuwe auto waarop de 50%regel van toepassing is, heeft immers repercussies op het oorspronkelijk
uitgeoefende recht op aftrek.
Bij de aankoop van de nieuwe auto heeft de accountant de btw voor max. 50%
gerecupereerd. Aangezien die nieuwe auto nu het voorwerp uitmaakt van een
vrijgestelde intracommunautaire levering, is de maximaal toegestane aftrek evenwel
gelijk aan het BTW-bedrag dat op deze levering opeisbaar zou zijn indien ze niet
vrijgesteld zou zijn.
9
Dus in casu:
Maximaal toegestane aftrek: € 11.500 x 21% = € 2.415
Oorspronkelijk uitgeoefende aftrek: € 1.575
Herziening in voordeel: 2.415 – 1.575 = 840, op te nemen in R 62 van de aangifte.
10
III. Maatstaf van heffing
De belastingplichtige FAST levert op 10 januari 2011 1000 stuks diepvrieskoolvis
aan IGLOO; beiden zijn belastingplichtigen met volledig recht op aftrek.
De verkoop werd gesloten onder de volgende voorwaarden :
•
de prijs “af fabriek” beloopt € 2 per stuk, exclusief btw;
•
de koolvis wordt verpakt in isolerende vriesdozen, die elk 50 stuks van het
diepvriesproduct bevatten. FAST brengt € 5 in rekening per gebruikte doos;
nochtans is er voorzien dat € 4 per doos terugbetaald wordt in geval van
terugzending van de verpakkingen door de koper. Uiteindelijk zendt IGLOO
de verpakkingen niet terug aan haar verkoper.
•
NV CARGO, die in naam en voor rekening van IGLOO werkt, vervoert de
gekochte goederen naar de opslagplaats van IGLOO. De prijs van het
transport, € 500 (incl. btw), wordt door FAST betaald en CARGO maakt de
factuur op naam van IGLOO. FAST vermeldt deze transportkosten echter
ook op zijn verkoopfactuur;
•
IGLOO geniet een korting van € 50,00 in geval van betaling van de
verkoopfactuur binnen de tien dagen na de levering. IGLOO betaalt de
factuur pas twee maanden na de levering en krijgt daarom nog € 30,00
nalatigheidsinteresten aangerekend.
•
in geval van aankoop binnen het jaar van een totaal van 5 000 stuks van
dezelfde koolvis, geniet de koper een korting van 5 % op alle aangekochte
stuks. Het blijkt dat IGLOO tijdens het jaar 2011 nog 10 000 stuks van het
betrokken product aankoopt.
Gevraagd:
Bepaal de maatstaf van heffing in de contractuele relatie FAST - IGLOO. Motiveer
bondig je antwoord.
Prijs: € 2 x 1.000 = € 2.000
+ Verloren verpakking: € 1 x 20 = € 20
- Financiële korting: € 50
Maatstaf van heffing: € 1.970 (rooster 01 van de aangifte)
Opmerkingen:
- Transportkosten worden in de relatie FAST-IGLOO beschouwd als een
voorschot en behoren dus niet tot de maatstaf van heffing (art. 28, 5° btw-wb)
- Commerciële korting is nog niet verkregen op het moment waarop de btw
opeisbaar wordt. Bijgevolg mag zij niet van de prijs worden afgetrokken (art.
28, 2° btw-wb).
11
IV. Plaats en schuldenaar van de dienst
Bepaal voor elk van de hieronder opgesomde handelingen:
de plaats van de handeling;
indien de belasting opeisbaar is in België, wie er de schuldenaar van is.
Motiveer je antwoord.
Vul ook de periodieke btw-aangifte in van de onderlijnde personen.
Alle handelingen vinden plaats in de loop van 2011.
1. Een aannemer uit Dortmund (Duitsland) heeft een contract afgesloten met een
bank A uit Aarlen voor de zandstraling van haar gevel. Prijs: € 7.000,00. Deze
bank, die voor 80% van haar omzet vrijgestelde handelingen verricht, is
geïdentificeerd voor de btw en dient driemaandelijks periodieke btw-aangiften in
•
•
•
plaats: België, plaats waar onroerend goed gelegen is, art. 21, § 3, 1° btwwetboek
schuldenaar: Belgische bank, art. 51, § 2, eerste lid, 5° btw-wetboek
aangifte: R 83: 7.000, R 87: 7.000, R 56: 1.470, R 59: 294
2. Een in Hamburg (Duitsland) gevestigde onderneming belast een Belgische
tussenpersoon B met het vinden van een expert voor het uitvoeren van een
controle op goederen die zich in Venlo (Nederland) bevinden. Prijs: € 1.800,00.
•
•
12
plaats: Duitsland, B2B-hoofdregel, art. 21, § 2 btw-wetboek
aangifte: R 44 (en ICO-listing, code S): 1.800
V. Recht op aftrek, onttrekkingen en herzieningen
1. Ives is een zelfstandig architect. Op 2 december 2008 koopt hij een
personenwagen aan voor € 30.000 + € 6.300 btw. De wagen wordt voor 60% voor
privédoeleinden aangewend.
Op 22 februari 2011 verkoopt hij deze wagen voor € 15.000 aan een Belgische
particulier.
Zeg, met motivering van uw antwoord, welke gevolgen deze verkoop heeft ten
aanzien van de aftrek die werd verricht bij de aankoop van de personenwagen.
Oorspronkelijk uitgeoefende aftrek bij aankoop: 6.300 x 40% = € 2.520
De belastingplichtige verkoopt vervolgens deze auto binnen de herzieningstermijn
van 5 jaar. Op de verkoopprijs van € 15.000 moet hij 21% btw rekenen (€ 3.150).
Een stuk van de niet-gerecupereerde btw kan hij terugvragen via rooster 62
(herziening in het voordeel – KB nr. 3, art. 10, § 1, eerste lid, 3°).
Meerbepaald is hier een herziening in het voordeel mogelijk voor het verschil tussen
50% van de aankoop-btw en de btw die bij de aankoop werd gerecupereerd.
Deze btw-herziening wordt in eenmaal verricht in het jaar van de verkoop (2011) en
voor de nog te lopen jaren van de herzieningstermijn tot beloop van 1/5 van de btw
die oorspronkelijk werd gerecupereerd (KB nr. 3, art. 11, § 3, 1°).
Dat geeft: € 3.150 (50% van de aankoop-btw) - € 2.520 (de btw die hij bij de aankoop
gerecupereerd heeft) x 2/5 = € 252 (R 62)
Maximaal bedrag van de herziening: € 15.000 x 21% = € 3.150 (KB nr. 3, 10, § 1,
tweede lid).
13
2. Een belastingplichtige laat onderhoudswerken verrichten aan zijn fabrieksgebouw
in de periode november 2009 tot februari 2010.
De voorschotfactuur wordt uitgereikt op 15.12.2009 en de saldofactuur op 4 maart
2010, twee weken na de dienstvoltooiing.
De betaalde btw voor die werken die de belastingplichtige in aftrek brengt .
a is onderworpen aan een herzieningstijdvak van 15 jaar ingaand voor een deel
op 01.01.2009 en voor een ander deel op 01.01.2010;
b is onderworpen aan een herzieningstijdvak van 5 jaar ingaand voor een deel
op 01.01.2009 en voor een ander deel op 01.01.2010;
c is onderworpen aan een herzieningstijdvak van 5 jaar ingaand op 01.10.2010
d is niet onderworpen aan een herzieningstijdvak.
Juiste antwoord = d (geen herziening m.b.t. herstellings- en onderhoudswerken)
3. Een btw-controleur voert een (aangekondigde) controle aan bij een Belgische
kmo (gewone belastingplichtige/indiener). Tijdens de controle wil de controleur
het recht op aftrek van de btw op een aantal inkomende facturen verwerpen,
omdat ze niet alle verplichte vermeldingen bevatten, zoals voorzien in KB nr. 1,
art. 5.
Welk advies zou u, rekening houdende met de recente ontwikkelingen in de
Europese rechtspraak, de kmo geven?
Hof van Justitie, C-368/09 van 15 juli 2010, Pannon
De Belgische btw-administratie is principieel van oordeel dat een factuur volledig
conform moet zijn om het recht op aftrek te kunnen uitoefenen. Alle wettelijk
voorgeschreven factuurvermeldingen moeten er dus op staan. Waar vroeger het
Hof van Justitie stelde dat bepaalde gebreken toch door de vingers gezien
konden worden (Hof van Justitie, C-123/87 van 14 juli 1988, Jeunehomme), eist
het nu ook een volledig conforme factuur voor de uitoefening van het recht op
aftrek (zie Pannon).
Het Hof is echter ook van oordeel dat een belastingplichtige tijdens een btwcontrole zijn onregelmatige facturen nog altijd kan corrigeren tot op het moment
waarop de btw-administratie een definitieve beslissing heeft genomen over de
taxatie. Dat is dus in principe tot op het moment waarop er een dwangbevel
uitgevaardigd is, maar het is natuurlijk raadzaam om dat zo snel mogelijk te doen.
Deze nieuwe rechtspraak van het Hof staakt haaks op de tot nu toe in België
gangbare praktijk, volgens dewelke er na de aankondiging van een controle geen
correcties meer konden plaatsvinden.
4. Nieuw art. 45, § 1 quinquies en incidentie met btw op voordelen van alle aard
14
“Ten aanzien van de uit hun aard onroerende goederen en de andere
bedrijfsmiddelen en diensten die op grond van artikel 48, § 2 aan de herziening zijn
onderworpen en behoren tot het vermogen van de onderneming van de
belastingplichtige, en die zowel voor de doeleinden van zijn economische activiteit
als voor zijn privédoeleinden of voor de privé-doeleinden van zijn personeel of, meer
algemeen, voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit worden
gebruikt, mag de belastingplichtige de belasting geheven van de goederen en de
diensten met betrekking tot die goederen slechts tot beloop van het gebruik voor de
doeleinden van zijn economische activiteit in aftrek brengen.”
Circulaire AFZ nr. 01/2011 dd. 25.01.2011
25. Overeenkomstig artikel 168 van richtlijn 2006/112/EG, waarop artikel 45, § 1, van
het Btw-Wetboek is gesteund, voorziet één van de basisregels van het btw-stelsel
dat een belastingplichtige slechts de belasting geheven van de hem geleverde
goederen en diensten in aftrek kan brengen voor zover deze worden gebruikt ten
behoeve van zijn belaste handelingen.
Het ligt in de bedoeling van de richtlijn 2009/162/EU om de regels inzake aftrek te
verduidelijken teneinde een gelijke behandeling van belastingplichtigen te
garanderen wanneer de uitgaven met betrekking tot onroerende goederen en in
voorkomend geval roerende goederen met een duurzaam karakter die aan de
normale beroepsactiviteit van de belastingplichtige, bestaande uit belaste
handelingen, zijn toegerekend, niet uitsluitend voor de daarmee verband houdende
doelstellingen worden gebruikt.
Overeenkomstig artikel 168bis, nieuw, van richtlijn 2006/112/EG, wordt de
oorspronkelijke aftrek beperkt in functie van het werkelijke gebruik van het goed voor
handelingen die recht op aftrek verlenen op het ogenblik dat de belasting
verschuldigd wordt. In geval van gemengd gebruik is het niet mogelijk om
onmiddellijk de als voorbelasting betaalde btw volledig in aftrek te brengen.
26. Het nieuwe artikel 45, § 1quinquies, van het Btw-Wetboek zet voornoemd artikel
168bis om in Belgisch recht en heeft betrekking op zowel de uit hun aard onroerende
goederen (omzetting artikel 168bis, lid 1) als de andere bedrijfsmiddelen en diensten
die op grond van artikel 48, § 2, van het Btw-Wetboek aan de herziening zijn
onderworpen en behoren tot het vermogen van de onderneming van de
belastingplichtige (omzetting artikel 168bis, lid 2).
Ingevolge het nieuwe artikel 45, § 1quinquies, van het Btw-Wetboek moest tenslotte
ook artikel 19, § 1, van het Btw-Wetboek worden aangepast omdat dit artikel 19, § 1
niet van toepassing is ten aanzien van goederen die het voorwerp hebben
uitgemaakt van de uitsluiting of de beperking van het recht op aftrek overeenkomstig
voormeld artikel 45, § 1quinquies.
27. De beperking van de aftrek bedoeld in artikel 45, § 2, van het Btw-Wetboek is
niet van toepassing wanneer de beperking bedoeld in artikel 45, §1quinquies, van
het Btw-Wetboek 50 pct. of meer bedraagt van de verschuldigde belasting.
15
De wisselwerking tussen de bepalingen in verband met de aftrekregeling van de btw
(artikelen 45, § 1quinquies en 45, § 2, van het Btw-Wetboek) en artikel 19, § 1, van
het Btw-Wetboek, zal het voorwerp uitmaken van een grondige commentaar door de
directies I/7 en I/8 van de Algemene administratie van de fiscaliteit.
16
VI. FACTURATIEVERPLICHTING
Is er verplichting tot uitreiking van een factuur in de volgende gevallen?
1) Verkoop van een computer voor € 1.250,00 door een groothandelaar in
elektronische toestellen aan een particulier die dit toestel 100% voor zijn privé zal
gebruiken.
In principe ja (KB nr. 1 , art. 1, § 1, 8°).
Eerste uitzondering:
De groothandelaar heeft naast zijn groothandel ook “afzonderlijke” kleinhandel die
vanuit technisch en organisatorisch oogpunt zelfstandig kan werken. Zie Beslissing
nr. ET 12.199 van 7 januari 1976.
Tweede uitzondering
Het gaat om een uitzonderlijke stock- of fabrieksverkoop en de groothandelaar heeft
van de eerstaanwezend inspecteur van de btw-controle waaronder hij ressorteert
een vergunning verkregen om de stockverkopen aan particulieren op een andere
manier te registreren dan via een factuur, bv. door gebruik te maken van een
elektronisch kasregister. Zie Parl. Vr. nr. 314, 14 januari 2010, Claes.
2) Een zelfstandig bakker uit Stekene, onderworpen aan de forfaitaire regeling voor
bakkers, verkoopt 35 broden (€ 47,25 exclusief BTW) aan VZW Voetbal Herleving
voor hun jaarlijks clubfeest.
Ja
3) Levering door een bandencentrale (kleinhandel) van een nieuwe band voor een
personenwagen aan een particulier die zegt de wagen enkel voor privédoeleinden
te gebruiken (prijs € 60,00, inclusief BTW).
Neen, de grens ligt hier op een prijs van meer dan € 125, incl. BTW. Zie KB nr. 1, art.
1, § 1, 9°.
17
VII. Art. 19, § 2: werken in onroerende staat voor zichzelf
Een schrijnwerker, natuurlijke persoon zonder personeelsleden, voert volgende
werken uit aan zijn privé-woning:
het plaatsen van een nieuwe eiken parketvloer in de woonkamer – kostprijs van
het parket en de benodigdheden: € 1.000, excl. BTW – 10 gepresteerde uren
tegen een uurloon van € 50, excl. BTW;
het schilderen van de slaapkamer – kostprijs € 1.220, excl. BTW - 5 gepresteerde
uren tegen een uurloon van € 50, excl. BTW.
Zeg of de schrijnwerker een aan de BTW onderworpen handeling stelt. Zo ja,
kwalificeer deze handeling en bepaal de maatstaf van heffing ervan.
plaatsing van een nieuwe eiken parketvloer
deze handeling wordt gelijkgesteld met een dienst verricht onder bezwarende titel –
zie art. 19, § 2, 2° btw-wetboek
maatstaf van heffing = gedane uitgaven (art. 33, § 1, 2° btw-wetboek): € 1.000 – het
loon zelf van de belastingplichtige telt niet mee voor de berekening van de maatstaf
van heffing
schilderen van de slaapkamer
geen gelijkstelling met een dienst verricht onder bezwarende titel omdat het
schilderen van de slaapkamer niet behoort tot de geregelde economische
werkzaamheid van betrokkene
Voor meer details, zie bv. btw-handleiding, nr. 63
18
VIII. Invullen periodieke btw-aangifte
Vul m.b.t. onderstaande handelingen de periodieke btw-aangifte in van de
onderlijnde belastingplichtigen.
Tenzij anders vermeld, zijn alle bedragen exclusief 21% btw.
De bedragen dienen afgerond te worden volgens de wettelijke bepalingen terzake.
Alle handelingen gebeuren in 2011.
Alle facturen zijn regelmatig opgesteld.
1) Een zelfstandige psycholoog (eenmanszaak), die de vereiste beroepstitel heeft,
ingeschreven is op de lijst van de commissie van psychologen en zich uitsluitend
bezighoudt met fertiliteitsproblemen en de daarmee gepaard gaande persoonlijke
moeilijkheden, koopt een nieuwe personenwagen aan die ten belope van 60%
gebruikt wordt voor zijn praktijk. De catalogusprijs is € 18.500,00, de
overeengekomen prijs bedraagt € 15.975,00.
Rooster
Bedrag
Rooster
Bedrag
Rooster
Bedrag
Rooster
Bedrag
Het gaat hier om een vrijgestelde belastingplichtige. Zie art. 44, § 2, 5° btw-wetboek
en Beslissing nr. ET 114.414 van 16 april 2008.
2) D, gewone belastingplichtige/indiener met een aansprakelijke vertegenwoordiger
in Canada, koopt aldaar een licentie (prijs: € 75.000,00) bij een Canadese
onderneming Z. Deze licentie wordt lineair afgeschreven over een periode van 6
jaar.
Rooster
83
Bedrag
75.000
Rooster
87
Bedrag
75.000
Rooster
56
Bedrag
15.750
Rooster
59
Bedrag
15.750
3) C, gewone belastingplichtige/indiener, ontvangt een aankondiging van een
faillissement, van een klant van wie een schuld van € 7.818,74 (21% btw
inclusief) onbetaald is gebleven.
Rooster
62
Bedrag Rooster
1.356,97
Bedrag
Rooster
Bedrag
Rooster
Bedrag
4) Een kleinhandelaar in informaticaproducten neemt een draagbare PC uit zijn
voorraad voor beroepsdoeleinden. De aankoopprijs van de PC bedraagt €
245,00, de verkoopprijs is € 295,00. Bij de aankoop van de PC werd de btw in
aftrek gebracht.
19
Rooster
Bedrag
Rooster
Bedrag
Rooster
Bedrag
Rooster
Bedrag
Niets in de aangifte. De ingebruikneming in de zin van art. 12, § 1, eerste lid, 3° is alleen
maar van toepassing als het gaat om een bedrijfsmiddel. Dat is hier niet het geval want de
aankoopprijs van de PC is lager dan € 250 (MB 1, art. 1).
20
Download