SEMINARIE B.I.B.F. 14 mei 2011 Examenmaterie “btw” Oefeningenbundel Tim Van Sant I. Levering van goederen of dienst? 1. Contract dat zowel de levering van de grondstoffen als de uitvoering van een roerend werk omvat levering van een goed Voorbeeld: Een Belgische fabriek produceert met eigen grondstoffen goederen in opdracht van een Nederlandse firma. De afgewerkte goederen worden in opdracht van de Belgische firma vervoerd van België naar Nederland. • • • Plaats levering = België (plaats aanvang vervoer – art. 15, § 2, tweede lid, 1° btwwb) Vrijgestelde intracommunautaire levering (art. 39bis, eerste lid, 1° btw-wb) in de veronderstelling dat de Nederlandse klant zijn rechtsgeldig buitenlands btwnummer opgeeft R 46 + ICO-listing, code L 2. Maakloonwerk dienst (art. 18, § 2, tweede lid, 1° btw-wb) Voorbeeld: Een Belgische fabriek produceert met grondstoffen die haar zijn ter beschikking gesteld door een Nederlandse firma en in opdracht van laatstgenoemde afgewerkte producten. De afgewerkte goederen worden in opdracht van de Belgische firma vervoerd van België naar Nederland. • • Plaats dienst = Nederland (B2B-hoofdregel, art. 21, § 2 btw-wb) R 44 + ICO-listing, code S 3. Contract dat als voorwerp heeft de levering van een roerend goed + plaatsing/montage in een gebouw Volgend onderscheid moet worden gemaakt: • 2 Roerend goed wordt na de plaatsing onroerend uit zijn aard: dienst, meer bepaald een werk in onroerende staat (art. 18, § 1, tweede lid, 1° en art. 19, § 2, tweede lid btw-wb) • Roerend goed blijft na de plaatsing roerend of wordt hoogstens onroerend door bestemming: levering van een goed (voor toepassing van de regeling medecontractant (KB nr. 1, art. 20) en toepassing van het verlaagd tarief van 6%: in een aantal gevallen een met een werk in onroerende staat gelijkgestelde handeling) 4. Contract dat als voorwerp heeft de levering met plaatsing van industrieel materiaal levering van een goed Industrieel materiaal blijft immers in principe na de plaatsing roerend of wordt hoogstens onroerend door bestemming. Uitzondering. Wanneer gashouders, hoogovens, stroomgeneratoren in elektriciteitscentrales, silo’s, koelkamers,… worden geleverd en geplaatst, wordt het geheel beschouwd als een dienst, i.e. een werk in onroerende staat (art. 18, § 1, tweede lid, 1° en art. 19, § 2, tweede lid btw-wb). Zie Beslissing nr. ET 9537 van 6 januari 1972 5. Contract dat als voorwerp heeft de levering van een roerend goed + installatie / montage ervan op een roerend goed (Beslissing nr. ET 95.109 van 10 mei 1999) - waarde geleverde goederen is lager dan 50% van totale prijs: dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 1° btw-wb) - waarde geleverde goederen is gelijk aan of hoger dan 50% van totale prijs: levering van een goed Voorbeeld 1: De totale kostprijs van een fietsherstelling bedraagt 20 € (excl. BTW). Prijs spaken en remblokjes is 11 €. Prijs van de werkuren bedraagt 9 €. Levering van een goed. Btw-tarief = 21% Voorbeeld 2: 3 Idem, maar de prijs van de spaken en remblokjes bedraagt 9 € en die van de werkuren 11 €. Dienst. Btw-tarief = 6%. Zie KB nr. 20, Tabel A, XXXIX, ingevoegd bij wet van 4 juli 2011, B.S., 19 juli 2011. Voorbeeld 3: Een Belgische garagehouder uit Lokeren plaatst een nieuwe airco in de vrachtwagen van een Duitse vervoersmaatschappij. Na de installatie rijdt de vrachtwagen verder naar Duitsland. De totale kostprijs bedraagt 4.000 € (excl. BTW). Prijs airco is 2.500 €. Prijs van de werkuren voor de plaatsing bedraagt 1.500 €. Levering van een goed Plaats levering = België (plaats aanvang vervoer – art. 15, § 2, tweede lid, 1° btw-wb) – opm.: als na de installatie of de montage de goederen nog worden vervoerd, is nooit het lokalisatiecriterium “plaats waar de installatie of montage wordt verricht van toepassing (zie Beslissing nr. ET 95.109 van 10 mei 1999) Vrijgestelde intracommunautaire levering (art. 39bis, eerste lid, 1° btw-wb) in de veronderstelling dat de Duitse klant zijn rechtsgeldig buitenlands btwnummer opgeeft R 46 + ICO-listing, code L Voorbeeld 4: Idem, maar de prijs van de airco is 1.500 € en die van de werkuren voor de plaatsing bedraagt 2.500 €. Dienst Plaats dienst = Duitsland (B2B-hoofdregel, art. 21, § 2 btw-wb) R 44 + ICO-listing, code S 6. Contract dat aan de klant het recht geeft om grondstoffen uit de grond te halen De kwalificatie als hetzij “levering v/e goed”, hetzij “dienst” hangt af van de interpretatie die de partijen aan het contract geven 4 Wordt het contract gekwalificeerd als een verkoop van nog op te graven producten, dan betreft het een levering van een goed. Wordt het contract gekwalificeerd als een onroerende verhuur, dan betreft het een dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 4° btw-wb), welis waar vrijgesteld ingevolge art. 44, § 3, 2° btw-wb. Zie btw-handleiding, nr. 61/5, C 7. Verkoop krant via papier / via internet • Via papier: levering van een goed – geen btw op de aankoop van kranten en tijdschriften met een algemene informatieve strekking die minstens 48 keer per jaar verschijnen (Aanschrijving nr. 82 van 15 december 1970, zoals gewijzigd door Aanschrijving nr. 21 van 30 september 1993) • Via internet: dienst, i.e. een langs elektronische weg verrichte dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 16° btw-wetboek); tarief: 21% (Aanschri jving AFZ 9/2003 van 12 augustus 2003, nr. 14). 8. Verkoop van gestandaardiseerde software a) te downloaden via internet: (langs elektronische weg verrichte) dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 16° btw-wetboek) b) op een CD ROM of diskette: • overeenstemming tussen aantal materiële dragers en verstrekte licenties: levering van een goed • geen overeenstemming tussen aantal materiële dragers en verstrekte licenties: dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 7° btw -wb) 9. Verkoop van software, specifiek aangepast aan de noden van de onderneming a) te downloaden via internet: (langs elektronische weg verrichte) dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 16° btw-wetboek) 5 b) op een CD ROM of diskette: dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 1° btwwetboek) 10. Afhaalmaaltijden versus ter plaatse eten en drinken • Afhaalmaaltijden: levering van een goed – tarief: 6% voor voedingswaren (met uitz. van luxeproducten, zie KB nr. 20, Bijlage, Tabel A, III) en niet-alcoholische dranken; 21% voor alcoholische dranken • Ter plaatse: dienst (art. 18, § 1, tweede lid, 11°) – tarief: 12% voor maaltijden en 21% voor dranken Opmerking: Hof van Justitie, 10 maart 2011, arrest Bog Om van een restaurantdienst te kunnen spreken, is er meer nodig dan een aantal rudimentaire voorzieningen (bv. overdekte eetbalie) om het eten ter plaatse te consumeren. Een extra service is hiervoor vereist (bv. overdekte tafels en stoelen, tv en/of sanitair).. 6 II. Intracommunautaire handelingen 1. De GMBH Peters uit Aken (Duitsland) doet op 20 januari 2011 een eenmalige bestelling van een hoeveelheid pleisterkalk tegen de prijs van € 1.666,44, excl. btw bij de BVBA Wouters uit Diepenbeek (kwartaalindiener). De BVBA Wouters heeft dit product niet in voorraad , maar kan het bekomen bij de firma Daens, groothandelaar te Maastricht (Nederland). Op 30 januari 2011 worden de goederen door de firma Daens afgeleverd in de magazijnen van Peters te Aken. Wouters deelt zijn Belgisch btw-nummer mee aan Daens. Daens factureert Wouters voor een bedrag van € 1.534,09. Maak een btw-analyse van deze verrichting voor elk van de betrokken partijen. Toepassing van vereenvoudigd intracommunautair driehoeksverkeer • Daens (NL): vrijgestelde intracommunautaire levering in Nederland • Wouters (BE): geen belastbare intracommunautaire verwerving in België, noch in Duitsland Wouters factureert aan Peters zonder btw. Op zijn factuur wordt Peters aangeduid als schuldenaar van de btw. Toepassing van art. 25quinquies, § 3, derde lid btw-wetboek Btw-aangifte van Wouters: • - R 46 + ICO-listing, code T: € 1.666,14 - R 81 + R 86: € 1.534,09 (geen verschuldigde of aftrekbare btw) Peters: belastbare intracommunautaire verwerving in Duitsland Zonder toepassing van deze vereenvoudigingsregeling zou Wouters zich moeten identificeren in Duistland voor btw-doeleinden. Wouters zou dan idd een belastbare intracommunautaire verwerving in Duitsland en een nationale levering in Duitsland verrichten. Zie over het intracommunautair driehoeksverkeer, btw-handleiding, nrs. 310/52-310/58. 7 2. Recente rechtspraak in verband met intracommunautaire leveringen Deze recente rechtspraak betreft het bewijs van de vrijgestelde intracommunautaire levering. De belastingplichtige die de vrijstelling inroept moet kunnen bewijzen dat de koper zelf geïdentificeerd is voor btw-doeleinden in een andere Lidstaat én dat de goederen worden vervoerd van Begië naar een andere Lidstaat. Zie KB nr. 52. Art. 3 van dat KB luidt als volgt: De verkoper moet te allen tijde in het bezit zijn van alle stukken waaruit de echtheid van de verzending of het vervoer van de goederen blijkt; hij moet ze op ieder verzoek van de met de controle van de belasting over de toegevoegde waarde belaste ambtenaren overleggen. Die stukken zijn onder meer de contracten, de bestelbons, de vervoerdocumenten en de betalingsstukken. Antwerpen, 10 maart 2009: de btw-controleur kan niet eisen dat de belastingplichtige 1 bepaald document voorlegt Cass., 4 juni 2009: de belastingplichtige moet niet alle documenten kunnen voorleggen H.v.J., 27 september 2007, Teleos • • 8 de aangifte van de intracommunautaire verwerving in het land van de koper kan dienen als aanvullend bewijs als de bewijsstukken inzake het vervoer die de koper aan de verkoper heeft bezorgd vlas blijken, maar de verkoper is te goeder trouw, dan is de verkoper bevrijd H.v.J., 27 september 2007, Collée: ook na de controle kan de belastingplichtige nog bepaalde documenten voorleggen aan de btwcontroleur H.v.J., 18 november 2010, Skatteverlet: de wet voorziet nergens een termijn binnen dewelke de goederen moeten vervoerd worden van België naar een andere Lidstaat 3. Een zelfstandig accountant koopt op 12 april 2011 in België een nieuwe personenwagen aan voor € 15.000,00. De auto wordt voor 60% voor beroepsdoeleinden aangewend. Op 17 augustus 2011 verkoopt de accountant de wagen aan een Nederlandse btw-plichtige/indiener voor € 11.500, excl. btw. Maak een btw-analyse van deze verrichting in hoofde van de zelfstandige accountant.. Vooraf: de auto in kwestie is een nieuw vervoermiddel in de zin van art. 8bis, § 2 btw-wetboek. De levering vindt immers plaats binnen de 6 maanden na de datum van de eerste ingebruikneming. • Aankoop wagen BTW is maar voor 50% aftrekbaar (art. 45, § 2, eerste lid btw-wetboek) Aangifte accountant: R 83: (15.000 x 60%) + (3.150 x 10%) = € 9.315 R 59: (3.150 x 50%) = € 1.575 • Verkoop wagen • Plaats levering = België (plaats aanvang vervoer – art. 15, § 2, tweede lid, 1° btwwb) Vrijgestelde intracommunautaire levering (art. 39bis, eerste lid, 1° btw-wb) in de veronderstelling dat de Nederlandse klant zijn rechtsgeldig buitenlands btwnummer opgeeft Aangifte: R 46 + ICO-listing, code L • • Er moet hier ook toepassing worden gemaakt van art. 45, § 2, tweede lid, k) btwwetboek. De vrijgestelde intracommunautaire levering van een nieuwe auto waarop de 50%regel van toepassing is, heeft immers repercussies op het oorspronkelijk uitgeoefende recht op aftrek. Bij de aankoop van de nieuwe auto heeft de accountant de btw voor max. 50% gerecupereerd. Aangezien die nieuwe auto nu het voorwerp uitmaakt van een vrijgestelde intracommunautaire levering, is de maximaal toegestane aftrek evenwel gelijk aan het BTW-bedrag dat op deze levering opeisbaar zou zijn indien ze niet vrijgesteld zou zijn. 9 Dus in casu: Maximaal toegestane aftrek: € 11.500 x 21% = € 2.415 Oorspronkelijk uitgeoefende aftrek: € 1.575 Herziening in voordeel: 2.415 – 1.575 = 840, op te nemen in R 62 van de aangifte. 10 III. Maatstaf van heffing De belastingplichtige FAST levert op 10 januari 2011 1000 stuks diepvrieskoolvis aan IGLOO; beiden zijn belastingplichtigen met volledig recht op aftrek. De verkoop werd gesloten onder de volgende voorwaarden : • de prijs “af fabriek” beloopt € 2 per stuk, exclusief btw; • de koolvis wordt verpakt in isolerende vriesdozen, die elk 50 stuks van het diepvriesproduct bevatten. FAST brengt € 5 in rekening per gebruikte doos; nochtans is er voorzien dat € 4 per doos terugbetaald wordt in geval van terugzending van de verpakkingen door de koper. Uiteindelijk zendt IGLOO de verpakkingen niet terug aan haar verkoper. • NV CARGO, die in naam en voor rekening van IGLOO werkt, vervoert de gekochte goederen naar de opslagplaats van IGLOO. De prijs van het transport, € 500 (incl. btw), wordt door FAST betaald en CARGO maakt de factuur op naam van IGLOO. FAST vermeldt deze transportkosten echter ook op zijn verkoopfactuur; • IGLOO geniet een korting van € 50,00 in geval van betaling van de verkoopfactuur binnen de tien dagen na de levering. IGLOO betaalt de factuur pas twee maanden na de levering en krijgt daarom nog € 30,00 nalatigheidsinteresten aangerekend. • in geval van aankoop binnen het jaar van een totaal van 5 000 stuks van dezelfde koolvis, geniet de koper een korting van 5 % op alle aangekochte stuks. Het blijkt dat IGLOO tijdens het jaar 2011 nog 10 000 stuks van het betrokken product aankoopt. Gevraagd: Bepaal de maatstaf van heffing in de contractuele relatie FAST - IGLOO. Motiveer bondig je antwoord. Prijs: € 2 x 1.000 = € 2.000 + Verloren verpakking: € 1 x 20 = € 20 - Financiële korting: € 50 Maatstaf van heffing: € 1.970 (rooster 01 van de aangifte) Opmerkingen: - Transportkosten worden in de relatie FAST-IGLOO beschouwd als een voorschot en behoren dus niet tot de maatstaf van heffing (art. 28, 5° btw-wb) - Commerciële korting is nog niet verkregen op het moment waarop de btw opeisbaar wordt. Bijgevolg mag zij niet van de prijs worden afgetrokken (art. 28, 2° btw-wb). 11 IV. Plaats en schuldenaar van de dienst Bepaal voor elk van de hieronder opgesomde handelingen: de plaats van de handeling; indien de belasting opeisbaar is in België, wie er de schuldenaar van is. Motiveer je antwoord. Vul ook de periodieke btw-aangifte in van de onderlijnde personen. Alle handelingen vinden plaats in de loop van 2011. 1. Een aannemer uit Dortmund (Duitsland) heeft een contract afgesloten met een bank A uit Aarlen voor de zandstraling van haar gevel. Prijs: € 7.000,00. Deze bank, die voor 80% van haar omzet vrijgestelde handelingen verricht, is geïdentificeerd voor de btw en dient driemaandelijks periodieke btw-aangiften in • • • plaats: België, plaats waar onroerend goed gelegen is, art. 21, § 3, 1° btwwetboek schuldenaar: Belgische bank, art. 51, § 2, eerste lid, 5° btw-wetboek aangifte: R 83: 7.000, R 87: 7.000, R 56: 1.470, R 59: 294 2. Een in Hamburg (Duitsland) gevestigde onderneming belast een Belgische tussenpersoon B met het vinden van een expert voor het uitvoeren van een controle op goederen die zich in Venlo (Nederland) bevinden. Prijs: € 1.800,00. • • 12 plaats: Duitsland, B2B-hoofdregel, art. 21, § 2 btw-wetboek aangifte: R 44 (en ICO-listing, code S): 1.800 V. Recht op aftrek, onttrekkingen en herzieningen 1. Ives is een zelfstandig architect. Op 2 december 2008 koopt hij een personenwagen aan voor € 30.000 + € 6.300 btw. De wagen wordt voor 60% voor privédoeleinden aangewend. Op 22 februari 2011 verkoopt hij deze wagen voor € 15.000 aan een Belgische particulier. Zeg, met motivering van uw antwoord, welke gevolgen deze verkoop heeft ten aanzien van de aftrek die werd verricht bij de aankoop van de personenwagen. Oorspronkelijk uitgeoefende aftrek bij aankoop: 6.300 x 40% = € 2.520 De belastingplichtige verkoopt vervolgens deze auto binnen de herzieningstermijn van 5 jaar. Op de verkoopprijs van € 15.000 moet hij 21% btw rekenen (€ 3.150). Een stuk van de niet-gerecupereerde btw kan hij terugvragen via rooster 62 (herziening in het voordeel – KB nr. 3, art. 10, § 1, eerste lid, 3°). Meerbepaald is hier een herziening in het voordeel mogelijk voor het verschil tussen 50% van de aankoop-btw en de btw die bij de aankoop werd gerecupereerd. Deze btw-herziening wordt in eenmaal verricht in het jaar van de verkoop (2011) en voor de nog te lopen jaren van de herzieningstermijn tot beloop van 1/5 van de btw die oorspronkelijk werd gerecupereerd (KB nr. 3, art. 11, § 3, 1°). Dat geeft: € 3.150 (50% van de aankoop-btw) - € 2.520 (de btw die hij bij de aankoop gerecupereerd heeft) x 2/5 = € 252 (R 62) Maximaal bedrag van de herziening: € 15.000 x 21% = € 3.150 (KB nr. 3, 10, § 1, tweede lid). 13 2. Een belastingplichtige laat onderhoudswerken verrichten aan zijn fabrieksgebouw in de periode november 2009 tot februari 2010. De voorschotfactuur wordt uitgereikt op 15.12.2009 en de saldofactuur op 4 maart 2010, twee weken na de dienstvoltooiing. De betaalde btw voor die werken die de belastingplichtige in aftrek brengt . a is onderworpen aan een herzieningstijdvak van 15 jaar ingaand voor een deel op 01.01.2009 en voor een ander deel op 01.01.2010; b is onderworpen aan een herzieningstijdvak van 5 jaar ingaand voor een deel op 01.01.2009 en voor een ander deel op 01.01.2010; c is onderworpen aan een herzieningstijdvak van 5 jaar ingaand op 01.10.2010 d is niet onderworpen aan een herzieningstijdvak. Juiste antwoord = d (geen herziening m.b.t. herstellings- en onderhoudswerken) 3. Een btw-controleur voert een (aangekondigde) controle aan bij een Belgische kmo (gewone belastingplichtige/indiener). Tijdens de controle wil de controleur het recht op aftrek van de btw op een aantal inkomende facturen verwerpen, omdat ze niet alle verplichte vermeldingen bevatten, zoals voorzien in KB nr. 1, art. 5. Welk advies zou u, rekening houdende met de recente ontwikkelingen in de Europese rechtspraak, de kmo geven? Hof van Justitie, C-368/09 van 15 juli 2010, Pannon De Belgische btw-administratie is principieel van oordeel dat een factuur volledig conform moet zijn om het recht op aftrek te kunnen uitoefenen. Alle wettelijk voorgeschreven factuurvermeldingen moeten er dus op staan. Waar vroeger het Hof van Justitie stelde dat bepaalde gebreken toch door de vingers gezien konden worden (Hof van Justitie, C-123/87 van 14 juli 1988, Jeunehomme), eist het nu ook een volledig conforme factuur voor de uitoefening van het recht op aftrek (zie Pannon). Het Hof is echter ook van oordeel dat een belastingplichtige tijdens een btwcontrole zijn onregelmatige facturen nog altijd kan corrigeren tot op het moment waarop de btw-administratie een definitieve beslissing heeft genomen over de taxatie. Dat is dus in principe tot op het moment waarop er een dwangbevel uitgevaardigd is, maar het is natuurlijk raadzaam om dat zo snel mogelijk te doen. Deze nieuwe rechtspraak van het Hof staakt haaks op de tot nu toe in België gangbare praktijk, volgens dewelke er na de aankondiging van een controle geen correcties meer konden plaatsvinden. 4. Nieuw art. 45, § 1 quinquies en incidentie met btw op voordelen van alle aard 14 “Ten aanzien van de uit hun aard onroerende goederen en de andere bedrijfsmiddelen en diensten die op grond van artikel 48, § 2 aan de herziening zijn onderworpen en behoren tot het vermogen van de onderneming van de belastingplichtige, en die zowel voor de doeleinden van zijn economische activiteit als voor zijn privédoeleinden of voor de privé-doeleinden van zijn personeel of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit worden gebruikt, mag de belastingplichtige de belasting geheven van de goederen en de diensten met betrekking tot die goederen slechts tot beloop van het gebruik voor de doeleinden van zijn economische activiteit in aftrek brengen.” Circulaire AFZ nr. 01/2011 dd. 25.01.2011 25. Overeenkomstig artikel 168 van richtlijn 2006/112/EG, waarop artikel 45, § 1, van het Btw-Wetboek is gesteund, voorziet één van de basisregels van het btw-stelsel dat een belastingplichtige slechts de belasting geheven van de hem geleverde goederen en diensten in aftrek kan brengen voor zover deze worden gebruikt ten behoeve van zijn belaste handelingen. Het ligt in de bedoeling van de richtlijn 2009/162/EU om de regels inzake aftrek te verduidelijken teneinde een gelijke behandeling van belastingplichtigen te garanderen wanneer de uitgaven met betrekking tot onroerende goederen en in voorkomend geval roerende goederen met een duurzaam karakter die aan de normale beroepsactiviteit van de belastingplichtige, bestaande uit belaste handelingen, zijn toegerekend, niet uitsluitend voor de daarmee verband houdende doelstellingen worden gebruikt. Overeenkomstig artikel 168bis, nieuw, van richtlijn 2006/112/EG, wordt de oorspronkelijke aftrek beperkt in functie van het werkelijke gebruik van het goed voor handelingen die recht op aftrek verlenen op het ogenblik dat de belasting verschuldigd wordt. In geval van gemengd gebruik is het niet mogelijk om onmiddellijk de als voorbelasting betaalde btw volledig in aftrek te brengen. 26. Het nieuwe artikel 45, § 1quinquies, van het Btw-Wetboek zet voornoemd artikel 168bis om in Belgisch recht en heeft betrekking op zowel de uit hun aard onroerende goederen (omzetting artikel 168bis, lid 1) als de andere bedrijfsmiddelen en diensten die op grond van artikel 48, § 2, van het Btw-Wetboek aan de herziening zijn onderworpen en behoren tot het vermogen van de onderneming van de belastingplichtige (omzetting artikel 168bis, lid 2). Ingevolge het nieuwe artikel 45, § 1quinquies, van het Btw-Wetboek moest tenslotte ook artikel 19, § 1, van het Btw-Wetboek worden aangepast omdat dit artikel 19, § 1 niet van toepassing is ten aanzien van goederen die het voorwerp hebben uitgemaakt van de uitsluiting of de beperking van het recht op aftrek overeenkomstig voormeld artikel 45, § 1quinquies. 27. De beperking van de aftrek bedoeld in artikel 45, § 2, van het Btw-Wetboek is niet van toepassing wanneer de beperking bedoeld in artikel 45, §1quinquies, van het Btw-Wetboek 50 pct. of meer bedraagt van de verschuldigde belasting. 15 De wisselwerking tussen de bepalingen in verband met de aftrekregeling van de btw (artikelen 45, § 1quinquies en 45, § 2, van het Btw-Wetboek) en artikel 19, § 1, van het Btw-Wetboek, zal het voorwerp uitmaken van een grondige commentaar door de directies I/7 en I/8 van de Algemene administratie van de fiscaliteit. 16 VI. FACTURATIEVERPLICHTING Is er verplichting tot uitreiking van een factuur in de volgende gevallen? 1) Verkoop van een computer voor € 1.250,00 door een groothandelaar in elektronische toestellen aan een particulier die dit toestel 100% voor zijn privé zal gebruiken. In principe ja (KB nr. 1 , art. 1, § 1, 8°). Eerste uitzondering: De groothandelaar heeft naast zijn groothandel ook “afzonderlijke” kleinhandel die vanuit technisch en organisatorisch oogpunt zelfstandig kan werken. Zie Beslissing nr. ET 12.199 van 7 januari 1976. Tweede uitzondering Het gaat om een uitzonderlijke stock- of fabrieksverkoop en de groothandelaar heeft van de eerstaanwezend inspecteur van de btw-controle waaronder hij ressorteert een vergunning verkregen om de stockverkopen aan particulieren op een andere manier te registreren dan via een factuur, bv. door gebruik te maken van een elektronisch kasregister. Zie Parl. Vr. nr. 314, 14 januari 2010, Claes. 2) Een zelfstandig bakker uit Stekene, onderworpen aan de forfaitaire regeling voor bakkers, verkoopt 35 broden (€ 47,25 exclusief BTW) aan VZW Voetbal Herleving voor hun jaarlijks clubfeest. Ja 3) Levering door een bandencentrale (kleinhandel) van een nieuwe band voor een personenwagen aan een particulier die zegt de wagen enkel voor privédoeleinden te gebruiken (prijs € 60,00, inclusief BTW). Neen, de grens ligt hier op een prijs van meer dan € 125, incl. BTW. Zie KB nr. 1, art. 1, § 1, 9°. 17 VII. Art. 19, § 2: werken in onroerende staat voor zichzelf Een schrijnwerker, natuurlijke persoon zonder personeelsleden, voert volgende werken uit aan zijn privé-woning: het plaatsen van een nieuwe eiken parketvloer in de woonkamer – kostprijs van het parket en de benodigdheden: € 1.000, excl. BTW – 10 gepresteerde uren tegen een uurloon van € 50, excl. BTW; het schilderen van de slaapkamer – kostprijs € 1.220, excl. BTW - 5 gepresteerde uren tegen een uurloon van € 50, excl. BTW. Zeg of de schrijnwerker een aan de BTW onderworpen handeling stelt. Zo ja, kwalificeer deze handeling en bepaal de maatstaf van heffing ervan. plaatsing van een nieuwe eiken parketvloer deze handeling wordt gelijkgesteld met een dienst verricht onder bezwarende titel – zie art. 19, § 2, 2° btw-wetboek maatstaf van heffing = gedane uitgaven (art. 33, § 1, 2° btw-wetboek): € 1.000 – het loon zelf van de belastingplichtige telt niet mee voor de berekening van de maatstaf van heffing schilderen van de slaapkamer geen gelijkstelling met een dienst verricht onder bezwarende titel omdat het schilderen van de slaapkamer niet behoort tot de geregelde economische werkzaamheid van betrokkene Voor meer details, zie bv. btw-handleiding, nr. 63 18 VIII. Invullen periodieke btw-aangifte Vul m.b.t. onderstaande handelingen de periodieke btw-aangifte in van de onderlijnde belastingplichtigen. Tenzij anders vermeld, zijn alle bedragen exclusief 21% btw. De bedragen dienen afgerond te worden volgens de wettelijke bepalingen terzake. Alle handelingen gebeuren in 2011. Alle facturen zijn regelmatig opgesteld. 1) Een zelfstandige psycholoog (eenmanszaak), die de vereiste beroepstitel heeft, ingeschreven is op de lijst van de commissie van psychologen en zich uitsluitend bezighoudt met fertiliteitsproblemen en de daarmee gepaard gaande persoonlijke moeilijkheden, koopt een nieuwe personenwagen aan die ten belope van 60% gebruikt wordt voor zijn praktijk. De catalogusprijs is € 18.500,00, de overeengekomen prijs bedraagt € 15.975,00. Rooster Bedrag Rooster Bedrag Rooster Bedrag Rooster Bedrag Het gaat hier om een vrijgestelde belastingplichtige. Zie art. 44, § 2, 5° btw-wetboek en Beslissing nr. ET 114.414 van 16 april 2008. 2) D, gewone belastingplichtige/indiener met een aansprakelijke vertegenwoordiger in Canada, koopt aldaar een licentie (prijs: € 75.000,00) bij een Canadese onderneming Z. Deze licentie wordt lineair afgeschreven over een periode van 6 jaar. Rooster 83 Bedrag 75.000 Rooster 87 Bedrag 75.000 Rooster 56 Bedrag 15.750 Rooster 59 Bedrag 15.750 3) C, gewone belastingplichtige/indiener, ontvangt een aankondiging van een faillissement, van een klant van wie een schuld van € 7.818,74 (21% btw inclusief) onbetaald is gebleven. Rooster 62 Bedrag Rooster 1.356,97 Bedrag Rooster Bedrag Rooster Bedrag 4) Een kleinhandelaar in informaticaproducten neemt een draagbare PC uit zijn voorraad voor beroepsdoeleinden. De aankoopprijs van de PC bedraagt € 245,00, de verkoopprijs is € 295,00. Bij de aankoop van de PC werd de btw in aftrek gebracht. 19 Rooster Bedrag Rooster Bedrag Rooster Bedrag Rooster Bedrag Niets in de aangifte. De ingebruikneming in de zin van art. 12, § 1, eerste lid, 3° is alleen maar van toepassing als het gaat om een bedrijfsmiddel. Dat is hier niet het geval want de aankoopprijs van de PC is lager dan € 250 (MB 1, art. 1). 20