Startfoto lokale economie April 2016 Inhoud H1. INLEIDING...................................................................................................................................................... 3 H2. LOKALE ECONOMISCHE AGENDA ............................................................................................................ 4 H3. WERKGELEGENHEID ................................................................................................................................... 7 3.1 CIJFERS EN CONSTATERINGEN ....................................................................................................................... 7 3.2 KANSEN EN BEDREIGINGEN ............................................................................................................................ 9 3.3 WAT DOEN WE / WAT LOOPT ER? .................................................................................................................. 10 H4. BEDRIJVENTERREINEN............................................................................................................................. 12 4.1 CIJFERS ...................................................................................................................................................... 12 4.2 KANSEN EN BEDREIGINGEN .......................................................................................................................... 12 4.3 WAT DOEN WE / WAT LOOPT ER? .................................................................................................................. 13 H5. BEREIKBAARHEID ..................................................................................................................................... 15 5.1 BESCHRIJVING ............................................................................................................................................ 15 5.2 KANSEN EN BEDREIGINGEN .......................................................................................................................... 15 5.3 WAT DOEN WE / WAT LOOPT ER? .................................................................................................................. 16 H6. ONDERWIJS ................................................................................................................................................ 17 6.1 CIJFERS EN GEGEVENS ONDERWIJS IN BERGEN OP ZOOM ............................................................................. 17 6.2 KANSEN EN BEDREIGINGEN .......................................................................................................................... 17 6.3 WAT DOEN WE / WAT LOOPT ER? .................................................................................................................. 18 H7. AANBEVELINGEN ....................................................................................................................................... 19 2 van 19 H1. Inleiding Opdracht van de raad Bij de begrotingsbehandeling op 12 november jl. is een motie aangenomen met betrekking tot een lokale economische agenda. In deze motie wordt aan het college opgedragen om: een startfoto te maken met daarin een analyse en aanbeveling over de huidige economische situatie van de gemeente Bergen op Zoom; deze startfoto zich in ieder geval richt op kansen en bedreigingen op het gebied van werkgelegenheid, bedrijventerreinen, modaliteiten, mobiliteit, infrastructuur, regionale samenwerking, onderwijs, en het opheffen van beperkingen voor grensoverschrijdende arbeid; de uitkomsten hiervan voor te leggen aan de raad om te komen tot kaderstelling voor een lokaal uitvoeringsprogramma economie. Daarnaast bevat de motie overwegingen die verband houden met de genoemde onderwerpen. Daarom hebben we aanvullend ook informatie naar aanleiding van de overwegingen meegenomen. Uitvoering van de motie (RMO15-0054) Tijdens de begrotingsbehandeling is door het college positief op de motie gereageerd. Daarbij is aangegeven dat het college ter uitvoering van de motie zal aansluiten bij hetgeen (ook regionaal) al loopt en de analyse baseert op informatie die reeds beschikbaar is. Het document (startfoto) geeft een beeld van de huidige economische situatie van de gemeente en van de lokale (en deels regionale) aanpak om tot economische structuurversterking te komen. Aangezien ‘economische situatie’ een breed begrip is, hebben wij ons om pragmatische redenen beperkt tot de in de motie beschreven onderwerpen. Door het college wordt echter ook op andere thema’s die voor de lokale economie van belang zijn stevig ingezet, zoals detailhandel (aanpak binnenstad), vrijetijdseconomie, veiligheid en zorgeconomie. Het economisch belang van ook deze sectoren is groot; de ontwikkelingen rondom veiligheid (o.a. meldkamer) in het stationsgebied zullen bijvoorbeeld een groot aantal arbeidsplaatsen opleveren. Leeswijzer Hoofdstuk 2 schetst een algemeen beeld van de aanpak en focus van de gemeente op het gebied van economische zaken en arbeidsmarkt. De hoofdstukken 3 t/m 6 belichten een aantal onderwerpen. Elk hoofdstuk bevat de volgende onderdelen: 1. Actuele cijfers en gegevens 2. Kansen/bedreigingen 3. Wat doen we al? Hoofdlijnen huidig beleid/aanpak. Hoofdstuk 7 geeft aanbevelingen op hoofdlijnen. 3 van 19 H2. Lokale economische agenda Industriële basis Bergen op Zoom Bergen op Zoom kent een lange en roerige geschiedenis die zich met name laat kenmerken door een enorme veerkracht. Perioden van grote bloei werden afgewisseld door perioden van neergang. In de afgelopen eeuwen is Bergen op Zoom uitgegroeid tot een belangrijk industrieel knooppunt in de regio. De opkomst van met name de ijzergieterijen, eind 19e en begin 20e eeuw boden veel werkgelegenheid. Ruim 40% van de arbeiders, bijna de helft van alle mannen in de stad, was in die tijd werkzaam in de metaalindustrie. De toename van het gebruik van onder andere aardgas zorgde voor een snelle teloorgang van deze industrietak in Bergen op Zoom. De sluiting van de gieterijen zorgde natuurlijk ook voor een enorme toename van de werkloosheid. Nu nog zijn de namen van de grote bedrijven, “Asselbergs”, “Beckers”, “de Holland” en “Rogier Nerincx Richter” verbonden met de stad. De aanleg van de Theodorushaven (1959 – 1964) zorgde ervoor dat Bergen op Zoom bereikbaar werd voor de grotere schepen. Omdat de stad door de rijksoverheid werd aangewezen als kerngemeente konden grote industrieën zich met subsidie vestigen. Hierdoor groeide de werkgelegenheid voor de stad en de regio weer. De verdere aanleg van grote industrieterreinen zorgden voor een verdere aanzuigende werking voor enkele grote bedrijven. Enkele grote namen zijn, Bruynzeel, Nuplex, Sabic, Cargill, Phillip Morris en meer recent ook Ricoh, Mepavex Logistics en TNT Fashion, met natuurlijk een magneetwerking voor veel MKB-bedrijven. De logistieke sector werd steeds groter en belangrijker met zowel via water als op de weg een goede verbinding tussen Rotterdam en Antwerpen. Economische agenda regio West-Brabant, onderdeel van de Delta Region De gemeente Bergen op Zoom maakt onderdeel uit van de regio West-Brabant (RWB), gelegen in de Delta Region. Algemene informatie (en kengetallen) over de RWB is te vinden in een vouwfolder die in 2014 aan gemeenteraden is gepresenteerd. De economische ambities van de Delta Region – ofwel Zuidwest-Nederland en delen van Vlaanderen - zijn sinds 2013 gebundeld in de Strategic Board Delta Region. Doel is de Delta Region sterk en slim door te ontwikkelen naar een wereldwijd toonaangevende innovatie- en kennisregio. In Zuidwest-Nederland is een transitie nodig naar een circulaire economie; een nieuwe toekomstgerichte en concurrerende industriële basis en arbeidsmarkt. De Koepelvisie ‘Delta Region 2030: Slim specialiseren, versneld duurzaam innoveren’ werd op 1 juli 2014 aangeboden aan de Tweede Kamer. Actieplan Economische Structuurversterking “Delta-regio in de hoogste versnelling” Het ingrijpende ontslag bij Philip Morris maakte, na de eerdere sluiting van grote productiebedrijven in de regio, de noodzaak tot versnelde transitie naar een duurzame, flexibele en innovatieve economie nog zichtbaarder. Daarom is in opdracht van een brede Stuurgroep van rijk, provincie en regionale partners een Actieplan opgesteld, dat op 3 februari 2015 aan Minister Kamp van Economische Zaken is overhandigd. Het Actieplan is opgezet als versnellingsagenda en stuurt op realisatie van de meest prioritaire acties in 2016. Het is een samenwerking tussen het regionale bedrijfsleven, de gemeente Bergen op Zoom, provincie Noord-Brabant, provincie Zeeland, het ministerie van Economische Zaken, Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM), de Regio West-Brabant (RWB), REWIN, Impuls Zeeland, Strategic Board Delta Region en Philip Morris. De projecten die in het plan zijn opgenomen, sluiten aan bij de kansrijke sectoren en thema’s in de regio: Biobased Economy, Maintenance, Logistiek, Energie en Grondstoffen, Human Capital, Ondernemerschap en Bereikbaarheid. Kansrijke regionale sectoren De regio West-Brabant ontleent grote logistieke en industriële kracht aan de strategische ligging in het hart van de Benelux en tussen de wereldhavens Rotterdam en Antwerpen. Als provincie behoort Noord-Brabant tot de top van de innovatieve economische regio’s in Europa. De provincie, en daarmee ook West-Brabant, wordt ondanks de stevige economische crisis, nog steeds gezien als zeer aantrekkelijk.1 De economische ambities van de gemeente en de regio zijn gericht op een transitie naar een duurzame economie. Goede aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt is daarbij van groot belang, evenals goede verbinding van de drie o’s. Het draagvlak hiervoor bij ondernemers, onderwijs en overheid is groot. We richten ons met name op de drie regionale innovatieve topclusters: Biobased Economy, Logistiek en Maintenance. Daarnaast is de Maakindustrie een belangrijke regionale sector. 1 P. 17 Regionaal Sectorplan 4 van 19 Biobased Economy Van de regionale speerpunten is voor Bergen op Zoom vooral de ontwikkeling in de Biobased Economy van belang. In een Biobased Economy nemen groene grondstoffen de rol over van fossiele grondstoffen zoals olie. De groene transitie van zowel agrofood als chemie naar een Biobased Economy is een proces van decennia, maar komt in onze regio sneller dan elders in Nederland van de grond, vanwege de bijzondere samenwerking tussen ondernemers, overheden en onderzoeks- en kennisinstellingen (triple helix). De ‘groene economie’ draagt niet alleen bij aan een duurzame gemeenschap, maar kan ook een belangrijke motor voor kenniseconomie en (behoud en groei van) hoogwaardige werkgelegenheid zijn. Met name voor de chemische industrie, die in Bergen op Zoom en in Zuidwest-Nederland in het algemeen sterk vertegenwoordigd is, is de transitie naar deze Biobased Economy vanwege haar innovatieve karakter van groot belang. Zie de recente Kamerbrief daarover. In de Biobased Delta (opgericht in 2012) werken overheden uit Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland samen met het MKB, multinationals en onderwijs- en kennisinstellingen aan de versnelling van de Biobased Economy. Bergen op Zoom neemt daarin een prominente plaats in; vanwege de uitstekende logistieke ligging, vanwege de concentratie van kleine en grote bedrijven in de chemie- en agrosector en niet in de laatste plaats, vanwege de aanwezigheid van de Green Chemistry Campus. De Biobased Delta heeft de ambitie om in 2016 te behoren tot een biobased topregio van formaat. De potentie van de transitie naar een Biobased Economy in termen van werkgelegenheid binnen de Biobased Delta is door de SER tot 2020 geschat op het behoud van minimaal 15.000 banen en de creatie van circa 3.000 nieuwe banen. Naast een agenda voor de grootschalige transitie van de chemische industrie heeft de Biobased Delta een agenda die focust op de regionale valorisatie van biomassa. Tien valorisatieprogramma’s, waarin ca. 100 tot 150 MKB-bedrijven deelnemen, hebben als doel om kennis om te zetten in commerciële producten, processen en/of diensten in de Biobased Economy. In het benaderen van innovatievraagstukken zet de Biobased Delta in op een crossover tussen Biobased Economy en creatieve industrie. Green Chemistry Campus In 2011 startte in Bergen op Zoom op het terrein van SABIC de ‘Green Chemistry Campus’. Ondertussen hebben zich 14 kleine bedrijven en 3 kennisinstellingen aan de campus verbonden. Na de zgn. ‘proof of concept’-fase is thans de vervolgfase van de Green Chemistry Campus aangebroken. Het is de ambitie van de Green Chemistry Campus om ‘a leading green chemistry science & business metropole’ te worden, een locatie waar kennis en bedrijvigheid zich willen vestigen om te werken aan duurzame groene chemische bouwstenen door een cross-over tussen (agro)reststromen en chemie. Hierbij wil de campus tegen 2020 ongeveer 300 arbeidsplaatsen bieden, komende uit jonge innovatieve bedrijven, grotere bedrijven, kennisinstellingen (inclusief studenten) en dienstverleners. De vervolgfase van de campus betreft de verdere uitwerking van de waardepropositie van de campus voor bedrijven. De bouwstenen daarvoor zijn: - het actief door de campus inspelen op de geuite behoeften van grote bedrijven voor een ‘voorportaal’ voor selectie, begeleiding (coaching en financieel) van jonge innovatieve bedrijven in hun groei naar de markt en samenwerking met grote bedrijven; - de inzet van actief gerichte kapitaalinstrumenten voor jonge innovatieve bedrijven; - het actief aanbieden van relevante faciliteiten (kantoor-/bedrijfs-/lab- en demoruimte) bij de Green Chemistry Campus maar ook bij bijvoorbeeld Nieuw Prinsenland (Dinteloord), vanuit de gedachte: de Green Chemistry Campus is chemie, Nieuw Prinsenland is agro/food. Om de best mogelijke propositie aan bedrijven aan te bieden is het noodzakelijk om deze bedrijven onafhankelijk te adviseren wat de beste locatie is om hun groei te accommoderen. Een nauwere samenwerking tussen beide locaties maakt onderdeel uit van de vervolgfase. Programmatische aanpak Biobased Economy: gemeente Bergen op Zoom De gemeente is via een programmatische aanpak actief én onderscheidend bezig met het thema Biobased Economy door o.a. als ‘launching customer’ op te treden bij de inkoop van producten en daarbij expliciet te kijken naar biobased alternatieven (o.a. straatmeubilair). Daarbij wordt ook ruimte geboden voor ontwikkeling en experiment. Dat kan gaan over het bieden van mogelijkheden om nieuwe biobased producten in een regelarme omgeving uit te testen (proeftuinen), maar ook over het scheppen van kaders waar duurzaamheidsvraagstukken van een oplossing kunnen worden voorzien, bijvoorbeeld door het faciliteren van de realisatie van een Innovatiecentrum. Adequaat opgeleide werknemers is een cruciaal aandachtspunt. Daarom is goede aansluiting van het onderwijs van groot belang. Meer hierover in hoofdstuk 5. Maintenance Een tweede regionaal topcluster is Maintenance. Het maintenancecluster zet in op het ontwikkelen en testen van innovatieve, cross-sectorale producten en diensten op het gebied van onderhoud in 5 van 19 kapitaalintensieve sectoren. Het aandeel van de Maintenance in de totale werkgelegenheid in West-Brabant is ruim 20%. In onze buurgemeente Woensdrecht is het maintenancecluster gespecialiseerd in vliegtuigonderhoud en wordt een expertisecenter op het gebied composietenonderhoud en –reparatie ontwikkeld. Het F35motoronderhoud is een belangrijke ontwikkeling. Logistiek Vanwege de strategische ligging is West-Brabant een toplocatie voor aanvoer, opslag, overslag en het toevoegen van waarde aan goederen om ze te verspreiden over Europa. De ligging garandeert internationale bedrijven bovendien een snelle afzet van hun producten. In het bijzonder zijn er mogelijkheden voor combinaties van transport: over weg, water en spoor. Met name het vervoer over water (haven, containerterminal) biedt kansen voor economische groei in Bergen op Zoom (en regio). Dat Bergen op Zoom een aantrekkelijke vestigingslocatie is voor logistieke bedrijvigheid blijkt bovendien uit de keuze van toonaangevende bedrijven in deze sector om zich te vestigen op bedrijventerrein Noordland (bijv. Mepavex, TNT Fashion en Forever 21). 6 van 19 H3. Werkgelegenheid 3.1 Cijfers en constateringen Kengetallen Bergen op Zoom heeft begin 2016 ruim 66.200 inwoners. Volgens de meest recente provinciale bevolkingsprognoses zal de bevolking de komende jaren nog toenemen tot ca 67.700 inwoners in 2030. Wel is er sprake van ontgroening en vergrijzing. Het aandeel 65-plussers stijgt van 20 % in 2016 naar 27 % in 2030. Het aandeel jongeren (onder 20 jaar) neemt in dezelfde periode af van 21% naar 19%.2 Werkgelegenheidsstructuur en- ontwikkeling Voor informatie over werkgelegenheidsstructuur in Bergen op Zoom (2015) verwijzen wij naar de factsheet Bergen op Zoom van Werkgelegenheidsenquête RWB 2015. Cijfers over de verhoudingen binnen West-Brabant zijn te vinden in het Eindrapport Werkgelegenheidsenquête RWB 2015 (figuur 5, p. 11: aantal en aandeel banen en vestigingen per gemeente in 2015). Een analyse van de regionale arbeidsmarkt is te vinden in het Sectorplan Regio West-Brabant. De meest recente cijfers over vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt zijn te vinden in de UWV Basisset regionale arbeidsmarktinformatie - Arbeidsmarktregio West-Brabant. Daarin zijn ook per gemeente cijfers opgenomen over werkloosheid. Een analyse van de regio is te vinden in UWV Regio in Beeld 2015 over de Arbeidsmarktregio West-Brabant. Belangrijke info op basis van de Werkgelegenheidsenquête RWB 2015 en het Vestigingenregister: Bergen op Zoom telde in 2015 circa 4.879 vestigingen, goed voor ruim 29.128 arbeidsplaatsen. Het aantal vestigingen is gestegen (positief groeisaldo van 4,7% in 2015). Een verklaring voor het toenemend aantal vestigingen is de sterke toename van het aantal eenpersoonsbedrijven (vooral zzp-ers). Binnen de gemeente zijn de gezondheids- en welzijnszorg (23%), handel en reparatie (17%) en industrie (14%) van de totale werkgelegenheid de belangrijkste werkgevers. 39% van de totale werkgelegenheid in Bergen op Zoom werkt bij bedrijven met meer dan 100 werknemers. Het gaat hierbij om 11.327 werkzame personen in 42 vestigingen. De werkgelegenheid in Bergen op Zoom is in 2015 met - 4,6% (- 1409 banen) afgenomen. In Bergen op Zoom gaat het daarbij vooral om de sectoren onderwijs, industrie en vervoer en opslag. Bergen Op Zoom, Roosendaal en Woensdrecht hebben in de periode 2014-2015 een benedengemiddelde werkgelegenheidsontwikkeling gehad in vergelijking met West-Brabant. De afname van de werkgelegenheid in West-Brabant in 2015 komt onder andere door de krimp van Philip Morris en het stoppen van de bedrijfsactiviteiten van Tetra Pak. De grootste werkgelegenheidsgroei in Bergen op Zoom vond plaats in de sector Cultuur, sport en recreatie. Er was sprake van een stijging van het aantal vacatures in 2014 en 2015. Aantal niet-werkende werkzoekenden3(Bron UWV) West-Brabant Jan 2015 < 27 jr 3.067 27 – 50 jr 16.008 > 50 jr 13.328 Totaal 32.403 Percentage van de beroepsbevolking4 Bergen op Zoom < 27 jr 27 – 50 jr > 50 jr Totaal Percentage van de beroepsbevolking Jan 2015 335 1.741 1.326 3.402 Juli 2015 3.108 16.102 14.570 Januari 2016 4.126 18.157 15.921 38.204 10,6% Juli 2015 354 1.992 1.663 Januari 2016 510 2.256 1.869 4.635 13,2% Bron: gemeente Bergen op Zoom 2016 3 Een niet-werkende werkzoekende is iemand van 15 tot en met 74 jaar die bij UWV als werkzoekende staat ingeschreven; deze definitie is in lijn met de internationale definitie van werkloosheid. De nww bestaan uit WW-ers, WWB-ers en werkzoekenden zonder uitkering. 4 De beroepsbevolking conform de internationale definitie omvat iedereen van 15 tot 75 jaar die werkt (werkzame beroepsbevolking) en iedereen die zonder werk is en beschikbaar enop zoek is naar werk (werkloze beroepsbevolking).Het nww-percentage is het aantal niet-werkende werkzoekenden(nww)afgezet tegen de beroepsbevolking. Bron beroepsbevolkingscijfers: CBS, stand 2014. 2 7 van 19 Aantal lopende WW uitkeringen Jan 2015 Juli 2015 Jan 2016 Nederland West Brabant Bergen op Zoom 420.321 19.061 2.230 464.745 20.709 2.575 457.614 20.396 2.461 Verschil met vorig jaar 7.131 (2%) 313 (2%) 114 (5%) WW-percentage5 jan 2016 5,2% 5,7% 7,4% UWV Basisset regionale arbeidsmarktinformatie - Arbeidsmarktregio West-Brabant januari 2016: WW-uitkeringen naar opleidingsniveau en leeftijd (p.3): de meeste WW-uitkeringen worden verstrekt aan mbo (vanaf mbo-2) opgeleiden (37%). Ten opzichte van vorig jaar is het aantal WW-uitkeringen aan deze groep met 1% gestegen. In de arbeidsmarktregio West-Brabant is 7% van de WW-uitkeringen voor personen jonger dan 27 jaar, is 43% voor personen tussen de 27 en 50 jaar oud en 51% voor personen die 50 jaar of ouder zijn. Landelijk is 8% van de WW-uitkeringen voor personen jonger dan 27 jaar, 46% voor personen tussen de 27 en 50 jaar en 46% voor personen die 50 jaar of ouder zijn. Online vacatures UWV6 (p. 10/11): In februari 2016 stonden er online 3.036 vacatures open in de regio WestBrabant. Een jaar eerder bedroeg het aantal openstaande online vacatures 2.839. De openstaande vraag is met 7% toegenomen en de nieuwe vraag met 41% gestegen in vergelijking tot een jaar eerder. M.b.t. het beroepsniveau (p. 11 van de UWV Basisset): van de openstaande online vraag heeft 5% betrekking op elementaire beroepen, 24% op lagere beroepen, 46% op middelbare beroepen en 25% op hogere en wetenschappelijke beroepen. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal openstaande online vacatures op elementair niveau met 5% afgenomen. Het aantal openstaande online vacatures op lager niveau is met 12% toegenomen, het aantal op middelbaar niveau is met 8% toegenomen en het aantal op hoger en wetenschappelijk niveau is met 3% toegenomen. Aantal bijstandsuitkeringen in Bergen op Zoom 20157 1 januari 2015 1762 1 juli 2015 1818 1 januari 2016 1860 Starters Het aantal starters in Bergen op Zoom in 2015 is 493. De StartersCentra hebben over de periode 2010 tot en met 2014 796 starters begeleid. 80% van de begeleide starters is gestart met zijn/haar onderneming. Iedere starter creëert 1,3 FTE aan arbeid, waardoor het in totaal gaat om zo’n 1035 arbeidsplaatsen. Voor meer informatie: StartersCentrum (Brabantse Wal & Roosendaal) in cijfers (zie ook filmpje). Arbeidsmigranten De meest recente regionale informatie over arbeidsmigranten is te vinden in een Quick Scan Arbeidsmigranten van de RWB uit 2013. Gemeente Bergen op Zoom Regio West-Brabant Werkzaam 820 14.000 Economisch gebonden 1.060 19.000 Woonachtig 1.680 23.000 Grensoverschrijdende arbeidsmarkt Het PBL/CBS-rapport Arbeidsmarkt zonder grenzen bevat veel informatie over inkomende en uitgaande pendel in grensgebieden. P. 20-24: “Van de naar Nederland pendelende Belgen werkt 82 procent in de COROPgebieden langs de Belgische grens (Zeeuws-Vlaanderen, Overig Zeeland, West-, Midden- en Zuidoost-NoordBrabant, Midden- en Zuid-Limburg), de meesten in Zuid-Limburg en in Zuidoost-Noord-Brabant. De overige 18 procent werkt verspreid door het hele land. Deze verdeling was in 2008 niet veel anders. Het enige COROPgebied waar in 2012 beduidend meer Belgen werken dan in 2008, is West-Noord-Brabant: een toename van 17 procent.”….”Van Nederland naar België pendelen in 2012 ruim 8.000 werknemers; dat is 10 procent meer dan in 2008. Ondanks deze toename is de uitgaande pendel nog altijd maar een fractie van de inkomende pendel Het WW-percentage is het aantal WW-uitkeringen in procenten van de beroepsbevolking 6 Online vacatures UWV zijn alle vacatures, nieuw en openstaand, die UWV op werk.nl voor werkzoekenden op de arbeidsmarkt zichtbaar maakt. 7 Bron: gemeente Bergen op Zoom 5 8 van 19 vanuit België van 39.000 werknemers. Van alle Nederlandse pendelaars die in 2012 in België werken, is 84 procent werkzaam in een arrondissement dat grenst aan Nederland, waarvan maar liefst twee derde in de regio’s in de Vlaamse provincies Antwerpen en Limburg. In de provincie Antwerpen werkt 43 procent van de pendelaars, de meesten in het arrondissement Antwerpen.” 3.2 Kansen en bedreigingen Werkgelegenheid Bergen op Zoom Door de recente sluiting van Philip Morris zijn veel banen verloren gegaan. Door de economische crisis sinds 2008 was er al sprake van een krimp van de werkgelegenheid. De impact van de sluiting van een multinational is dan ook groot. Dit heeft ook consequenties voor het aantal bijstandsgerechtigden, waar we ook nog steeds een toename zien. Dit beeld wordt bevestigd als we naar het totale aantal (geregistreerde) niet-werkende werkzoekenden kijken. In Bergen op Zoom (januari 2016) is dit 13,2 % terwijl het landelijk om 11,2 % gaat. Niet alleen het verlies van een groot aantal banen heeft gevolgen voor de huidige situatie op de arbeidsmarkt. Ook de mismatch tussen opleidingsniveau en de vraag van de werkgevers is hier debet aan. UWV Regio in Beeld 2015: p.2: Ondanks de huidige gunstige ontwikkelingen, is de arbeidsmarkt als geheel nog steeds ruim te noemen: relatief veel werklozen vergeleken met het aantal vacatures. De werkloosheid is in West-Brabant met ruim 33.780 nog steeds veel te hoog. Een lichte groei aan vacatures met slechts een licht dalende werkloosheid wijst op zekere discrepanties. Binnen sectoren en regio’s bestaan tekorten naast overschotten. De werkloosheid vooral langdurige werkloosheid - onder de oudere werknemers is een serieus probleem waarop we in Nederland en dus ook binnen West-Brabant nog geen antwoord lijken te hebben. p. 20: Nu de economie aantrekt, ontstaan ook weer nieuwe kansen op werk. Met het aantrekken van de arbeidsmarkt nemen de signalen over mismatch toe: het aantal vacatures stijgt, het aantal werklozen daalt geleidelijk en tegelijkertijd zijn er signalen van moeilijk vervulbare vacatures. Ook de komende tijd verliezen in sommige sectoren grote groepen mensen hun baan, terwijl andere sectoren zich zorgen maken over toenemende tekorten in bepaalde beroepen. De krapte op de arbeidsmarkt concentreert zich in techniek, ICT en een aantal specifieke niches. Het gaat hoofdzakelijk om beroepen op middelbaar, hoger en wetenschappelijk niveau. Op dit moment is er in West-Brabant op middelbaar niveau krapte in uitvoerende technische beroepen als bepaalde monteurs en metaalarbeiders als de cnc-verspaner. Ook voor ICT’ers als programmeurs, systeemanalisten en informatici en voor beroepen op hoger niveau zijn er relatief veel vacatures. Op hoger en wetenschappelijk niveau zijn er, naast veel technische en ICT-beroepen, ook signalen van krapte in andere richtingen, bijvoorbeeld in specifieke financiële beroepen (bijvoorbeeld financieel adviseurs en register accountants). De zorgsector geeft op dit moment in West-Brabant signalen van krapte in specifieke beroepen op hoger en wetenschappelijk niveau (bijvoorbeeld in de wijkverpleging, praktijkondersteuners huisartsen of specialisten ouderengeneeskunde). Tendensen arbeidsmarkt West-Brabant (zie Sectorplan, p 26-27) 1. ontgroening en vergrijzing, 2. tekort aan technici, 3. verdringing van lager opgeleiden. Aanbod van werkzoekenden: Als gevolg van ontgroening en vergrijzing krijgt West-Brabant te maken met een dalende (potentiële) beroepsbevolking. Door de economische crisis is de werkloosheid gestegen, waarbij de groep jongeren en ouderen het grootst is. Het betreft met name het lager en middelbaar niveau in de sector techniek en transport. Hieruit blijkt dat een potentieel aan technisch en transport personeel zit in de bestanden van UWV en gemeenten, maar dat deze geen aansluiting vinden op de arbeidsmarkt. Dit kan door het ontbreken van de juiste opleiding of ervaring (met name jongeren). De snel veranderende functies en steeds hogere eisen die gesteld worden door technologische ontwikkelingen, maakt dat er niet altijd een 1-op-1 match is tussen een functie en een oudere werkloze. Vraag naar werknemers: Uit de analyse blijkt dat op korte termijn bij met name bedrijven in de maintenance sector een zeer concrete vraag naar technisch geschoolde arbeidskrachten voor nu al moeilijk te vervullen vacatures ontstaat. Daarnaast is logistiek in West-Brabant een belangrijke sector als het gaat om het creëren van werkgelegenheid. Kansen door aantrekkende economie Volgens het rapport Regio’s in 2016 van ING Economisch Bureau (december 2015) heeft West-Brabant in 2016 goede papieren om bij de sterkst groeiende regio’s te horen (zie p. 62). De verwachte groei is 3,1%. 9 van 19 De regionale arbeidsmarkt herstelt, er komen weer banen bij maar het aantal werkzoekenden stijgt ook. De werkloosheid loopt geleidelijk terug. De sterke groei in 2016 geeft op termijn een impuls aan de werkgelegenheid. De groothandel is sterk in de regio en profiteert van toename van de export, stijging van de consumptie en hogere investeringen bij bedrijven. Grensoverschrijdend werken In de Belgische grensstreken zijn vacatures die door Nederlandse werkzoekenden (evt. met inzet van gerichte scholing en bemiddeling) in te vullen zijn. Bij grensoverschrijdend werken hebben werkgevers en werknemers te maken met verschillen in wetgeving. De publicatie “Grenzeloze kansen voor werk” regio Scheldemond geeft goed weer welke knelpunten er mogelijk zijn. Belangrijke verschillen zitten in het stelsel sociale zekerheid en belasting. Het eerdergenoemde rapport Arbeidsmarkt zonder grenzen beschrijft dat vooral regio’s waar de beschikbare banen goed aansluiten bij de vaardigheden van de werknemers over de grens, kunnen profiteren van het wegnemen van de grensbarrières. Dat is bijvoorbeeld het geval in Zeeland, het westelijke deel van NoordBrabant en Oost- en West-Vlaanderen in België. De sector vervoer en opslag is in die regio’s aan beide zijden van de grens sterk vertegenwoordigd. Voor alle regio’s die zich binnen 25 kilometer van de Nederlandse grens bevinden, is de relatieve en absolute toename in het aantal bereikbare banen in beeld gebracht als de grens van gesloten naar volledig open zou gaan (p.34). In Woensdrecht (West-Noord-Brabant) is sprake van een sterke relatieve toename in het aantal bereikbare banen (138 procent). Het beleid kan een bijdrage leveren aan het verminderen van barrières. Als er veel geschikte banen over de grens bereikbaar zijn, dan zijn regio’s gebaat bij een betere informatievoorziening zodat werkgevers en werknemers aan weerszijden van de grens elkaar sneller vinden. 3.3 Wat doen we / wat loopt er? Werkgelegenheid stimuleren Als gemeente spelen we in op de regionale economische kansen. In de nabije toekomst zal de werkgelegenheid weer toenemen en daarmee ontstaan nieuwe kansen voor de stad. We maken hierbij optimaal gebruik van de beschikbare subsidies op nationaal en Europees gebied zoals het sectorplan en de beschikbare esf-subsidies. Ook bij de acquisitie leggen we verbinding met de arbeidsmarkt en is onze inzet dat in samenwerking met de nieuwe vestiger werkzoekenden worden omgeschoold en gematched met het nieuwe bedrijf. Hieronder een aantal actielijnen gericht op stimulering van werkgelegenheid. Acquisitie Bergen op Zoom zet actief in op acquisitie van nieuwe bedrijven naar Bergen op Zoom. Hierbij speelt de uitvoeringsorganisatie NV Aangenaam een belangrijke rol. Deze is opgericht op 8 maart 1961 als NV Indumij en vanaf 2013 doorontwikkeld naar NV Aangenaam. De NV Aangenaam werkt, als zelfstandig opererende uitvoeringsorganisatie van de gemeente Bergen op Zoom, aan de promotie van Bergen op Zoom bij (potentiële) bewoners, bedrijven en bezoekers en het verbeteren van het vestigingsklimaat voor bedrijven in de stad. Inzet is om nieuwe en bestaande bedrijvigheid te verbinden aan Bergen op Zoom, met de volgende instrumenten: -Verstrekken incentives met resultaatverplichting -Verstrekken achtergestelde leningen met renteopslag -Gerichte extra acquisitie-inspanningen -Participaties -Beheer vastgoedportefeuille. In de periode 2013-2015 heeft deze aanpak 555 arbeidsplaatsen opgeleverd voor Bergen op Zoom. Acquisitieactiviteiten behoren ook tot het takenpakket van BOM en REWIN. Onlangs heeft REWIN in een overzicht gepubliceerd dat de begeleiding door REWIN in 2015 ruim 1500 nieuwe banen voor de regio West-Brabant heeft opgeleverd. Daarnaast werken we naar aanleiding van het Actieplan Economische structuurversterking samen met de provincie, BOM en REWIN aan extra acquisitieactiviteiten voor de regio. Accountmanagement De gemeente zorgt voor goede contacten en korte lijnen met bedrijven op de bedrijventerreinen, zodat we weten waar ontwikkelingen (bijv. ruimtebehoefte) en knelpunten zijn. Door adequaat en tijdig in te spelen op vragen en behoeften van bedrijven, kan de gemeente behoud en groei van bedrijven en werkgelegenheid faciliteren. Activiteiten die hierbij worden ingezet zijn o.a. het ondernemersloket, bedrijfsbezoeken en netwerkbijeenkomsten. 10 van 19 StartersCentrum West-Brabant (Brabantse Wal & Roosendaal) Het StartersCentrum staat voor een toename van het aantal succesvolle startende ondernemers en op terugdringen van de werkloosheid. Startende ondernemers worden gestimuleerd en ondersteund in het ondernemerschap door middel van intake, coaching, financiering, huisvesting en het versterken van het netwerk. Dit in nauwe samenwerking met partners uit overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Werkcentrum Door beëindiging van de sigarettenproductie van Philip Morris zijn er honderden werkzoekenden op de arbeidsmarkt bijgekomen. Het regionale arbeidsklimaat staat stevig onder druk, maar biedt nog steeds genoeg kansen. Om de mismatch op de arbeidsmarkt aan te pakken, kiezen sociale partners, overheden en bedrijven in de regio West-Brabant voor een stevig pakket aan maatregelen gericht op drie kernactiviteiten. Activiteiten gericht op de begeleiding en bemiddeling naar een nieuwe baan. Activiteiten gericht op om- of bijscholing. Activiteiten gericht op het opzetten en onderhouden van infrastructuur voor van-werk-naar-werk projecten. Om kansen optimaal te benutten, heeft de gemeente Bergen op Zoom het Werkcentrum opgezet. Per 1 januari 2015 is het Werkgeversservicepunt West-Brabant met vier subregionale werkgeversservicepunten opgericht waaronder WSP Werkcentrum Brabantse Wal valt – om de dienstverlening aan de werkgevers op regionaal niveau te verbeteren. Hier worden o.a. werkgevers en werkzoekenden met elkaar in contact gebracht. Het WSP Werkcentrum is een netwerkorganisatie. Dit betekent dat er (strategische) samenwerking is met overheden, rpA, sociale partners, intermediaire partners zoals de Kamer van Koophandel, Starterscentrum en onderwijsinstellingen. Sectorplan Regio West-Brabant Op initiatief van de gemeente Bergen op Zoom is door de Regio West-Brabant, werkgevers, werknemers en het onderwijs een regionaal sectorplan gemaakt. Dit plan is gericht op de instroom van 320 werkzoekenden, werkloos of werkend, met om- of bijscholing in de sectoren techniek (met speciale aandacht voor luchtvaartonderhoud) en logistiek. De ambitie is om 270 personen bij Aviolanda (o.a. bij Fokker Services) te plaatsen en 50 personen in de logistiek bij andere bedrijven in de regio. Financiering vindt plaats via een bijdrage van het ministerie van SZW, werkgevers, gemeenten en UWV. Het plan wordt momenteel in uitvoering gebracht en heeft een looptijd tot eind 2017. Benutten en stimuleren van mogelijkheden om grensoverschrijdend te werken De gemeente is actief in een bestuurlijk en ambtelijk netwerk rondom het dossier grensoverschrijdende arbeidsmarkt, om voor ondernemers en werknemers grensoverschrijdend werken te stimuleren. Vanuit het WSP Werkcentrum is er op dit moment al intensief contact met partners zoals VDAB, UWV (Eures) en SVB op het gebied van grensoverschrijdende arbeid. Samen met deze partners worden, door middel van het organiseren van workshops en job/kansenbeurzen, geïnteresseerde werkzoekenden geïnformeerd over de kansen op de Belgische arbeidsmarkt. Dit alles om een grotere uitwisseling van werkzoekenden tussen België en Nederland te realiseren. Om grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit nog beter te kunnen faciliteren is d.m.v. een Interregaanvraag subsidie gevraagd aan Brussel. De gemeente Bergen op Zoom is partner bij deze aanvraag en zet erop in om een Grensinfopunt (GIP) in Bergen op Zoom te vestigen. Dit GIP wordt onderdeel van het WSP Werkcentrum. Daarnaast zijn we als gemeente / WSP Brabantse Wal aangehaakt bij het 'Interprovinciaal Sectorplan Grenzenloos Werken', dat is opgesteld om de arbeidsmarktkansen over de grens te benutten. Met dit sectorplan geven de initiatiefnemers (waaronder de provincies Brabant en Zeeland) het werken over de grens een extra impuls. Een gezamenlijke arbeidsmarktregio-aanpak aan beide kanten van de grens staat daarbij centraal. Flexicurity Speerpunt in het provinciaal economisch programma is flexicurity: een betere aansluiting van het onderwijs op de vragen vanuit de arbeidsmarkt en inclusief werkgeverschap met aandacht voor de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt. De Provincie streeft naar een flexicurity-arbeidsmarkt als een zelfregulerend systeem waarin werkenden en werkgevers tot een balans komen tussen flexibiliteit en zekerheid, bijvoorbeeld door het inrichten van mobiliteitsnetwerken en het mogelijk maken van bijzondere projecten. Voor deze flexicurity aanpak zitten betrokken partijen – werkgevers, overheid, uitvoeringsinstanties en bedrijven - om de tafel. Sociale diensten/werkpleinen Brabantse Wal en Hart van West Brabant werken hierin samen. 11 van 19 H4. Bedrijventerreinen 4.1 Cijfers Bergen op Zoom telt bruto ca. 540 ha. aan bedrijventerreinen, te weten: Theodorushaven/ Noordland/ De Poort, Lage Meren Meilust in Bergen op Zoom en Oude Molen en Wouwseweg in Halsteren. In de gemeente Bergen op Zoom waren in 2015 9594 arbeidsplaatsen (werkzame personen) op bedrijventerreinen. Dit betekent dat ongeveer 33% van de totale werkgelegenheid in Bergen op Zoom op bedrijventerreinen is geconcentreerd. Bedrijventerreinen hebben dus een belangrijke werkgelegenheidsfunctie. Circa 54% van de werkzame personen op bedrijventerreinen werkt bij bedrijven met meer dan 100 werkzame personen. Dit terwijl deze groep bedrijven slechts 4% van de bedrijvenpopulatie op bedrijventerreinen in Bergen op Zoom uitmaken. Bedrijventerrein Noordland De Poort Theodorushaven De Lage Meren Meilust Geertuidapolder Oude Molen Wouwseweg Totaal Aantal gevestigde bedrijven Aantal werknemers 38 1951 43 625 69 2807 56 2001 127 832 60 243 130 1062 15 73 538 9594 Bron: gemeente Bergen op Zoom, Vestigingenregister 2015 Actuele stand van direct uitgeefbare kavels in Bergen op Zoom Noordland: nog ongeveer 11 ha beschikbaar. Kavels> 5.000 m2, categorie 3, 4 en 5 bedrijven. Oude Molen: nog ongeveer 4,1 ha beschikbaar, waarvan 1,8 ha onder contract. Kavels < 5.000 m2, enkele grotere, categorie 2 en 3 bedrijven. Wouwseweg: combi wonen en werken in totaal 8.166 m2 te koop. Kleinschalig, categorie 2 en 3 bedrijven. De vraag-aanbodconfrontatie uit de Nota bedrijventerreinen 2013 wees uit dat er tot en met 2025 behoefte is aan het ontwikkelen van minimaal één bedrijventerrein voor het kleinschalige segment (<5.000 m²) en dat mogelijk ook de ontwikkeling van een tweede terrein noodzakelijk is. Voor grootschalige bedrijvigheid is geconstateerd dat op korte termijn voldoende aanbod is, maar dat de (regionale) ambities rondom de topsectoren (Biobased Economy, logistiek en maintenance), de ontwikkelingen in de logistieke sector, de spin off van de groei van de havens van Rotterdam en Antwerpen en de mogelijke containerterminalontwikkeling op Noordland aanleiding geven om ook in dit segment na te denken over uitbreiding van het bedrijventerreinaanbod (p.42). Theodorushaven De Theodorushaven in Bergen op Zoom is een industriële haven waar bulk- en containeroverslag plaatsvindt. Als belangrijke doorgang voor het vervoer tussen de mainports Rotterdam en Antwerpen, dient de haven een Europees belang. Door deze strategische ligging behoort de Theodorushaven tot het zogenaamde Transeuropean Transport Network (TEN-T). Met een omzet van ruim 2 miljoen ton is de binnenhaven in Bergen op Zoom één van de grotere in Nederland. Er is een (tijdelijke) containerterminal ingericht bij de gemeentelijke laad- en loskade. In 2015 bedroeg de aan- en afvoer van containers 65.821 TEU8. Het aantal schepen in de haven was 2.234. 4.2 Kansen en bedreigingen Voorwaarden voor ontwikkeling Bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen hebben we te maken met de volgende regelingen en afspraken: TEU is de aanduiding voor de afmetingen van containers. Een container van 40-voet lang geldt als 2 TEU. De meest voorkomende containers, die worden gebruikt voor het vervoer op containerschepen en op vrachtwagens, zijn 2 TEU. 8 12 van 19 - - Ladder voor duurzame verstedelijking. Om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren moeten overheden nieuwe stedelijke ontwikkelingen standaard motiveren met behulp van drie opeenvolgende treden: 1. De actuele regionale behoefte moet worden aangetoond. 2. Beschreven moet worden of de behoefte kan worden voorzien in bestaand stedelijk gebied. 3. Nieuwe locaties moeten multimodaal worden ontsloten. Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van de ladder voor duurzame verstedelijking worden regionale afspraken gemaakt waarin de actuele regionale behoefte staat beschreven. Regionale programmering: op basis van de provinciale Verordening Ruimte worden alleen ruimtelijke plannen voor bedrijventerreinen aanvaard die passen bij regionale afspraken. In de Verordening Ruimte is bepaald dat in het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) de deelnemers regionale afstemming plegen en afspraken maken over de planologische inpassing van de aanleg van bedrijventerreinen. Behoefteraming provincie Noord-Brabant en regionaal afsprakenkader Eind 2014 heeft de Provincie Noord-Brabant een behoefteraming vastgesteld. Dit dient als basis om regionaal tot afstemming komen. Momenteel wordt door de regio gewerkt aan een nieuw afsprakenkader bedrijventerreinen. Hiermee wil de regio evenwicht realiseren op de West-Brabantse bedrijventerreinenmarkt. Het traject voor het nieuwe afsprakenkader is vorig jaar april gestart. De situatie en veranderopgave op de West-Brabantse bedrijventerreinenmarkt is in beeld gebracht. De komende maanden komt dit tot een concrete strategie en afspraken. 4.3 Wat doen we / wat loopt er? Uitvoering Nota bedrijventerreinen 2013 In 2013 is de nota integraal bedrijventerreinenbeleid door de raad vastgesteld. Deze nota wordt aan de hand van de hierin opgenomen strategische lijnen uitgevoerd. Concreet vertaalt dit zich in activiteiten als de acquisitie, uitgifte van kavels, accountmanagement en ontwikkeling en modernisering van bedrijventerreinen. Zie ook paragraaf 3.3. Vraag en aanbod De gemeente streeft naar een situatie waarbij vraag en aanbod in balans is, waarbij wordt voorzien in voldoende ruimte voor marktdynamiek. Op de terreinen Noordland en Oude Molen is nog sprake van uitgeefbare bedrijfskavels. In 2013 is de nota bedrijventerreinen vastgesteld, waaraan een behoefteraming van Stec ten grondslag lag. Daaraan was een ontwikkelstrategie gekoppeld. Uitvoering van deze nota heeft inmiddels geleid tot nadere verkenning van De Schans VI en De Ster van Lepelstraat. Ook is in de beleidsnota een verkenning van de mogelijkheid tot planvorming voor (een deel van) de Auvergnepolder-Zuid aangekondigd, als monitoring uitwijst dat de aanvullende ruimtebehoefte blijft bestaan. Voor De Schans VI is een intentieovereenkomst met partijen in de maak. De verkenning voorziet op dit moment in de invulling van een terrein voor kavels van 1500-5000 m2 met maximaal milieucategorie 3.1. Op dit moment is er nog geen planologische procedure gestart. Het bruto plangebied inclusief beoogd water is 19 ha; netto ca 10 ha. Er is nog geen planning vastgesteld, maar realisatie kan op zijn vroegst plaatsvinden in 2017. M.b.t. De Ster van Lepelstraat is een Ontwerp-Visie voor oordeelvorming in raad geweest. Momenteel is de verdere ontwikkeling van de Ster afhankelijk van het standpunt dat de regio en de provincie innemen inzake de ontwikkeling van dit logistieke en grootschalige bedrijventerrein. De ontwikkeling van bedrijventerreinen in onze gemeente kunnen we niet los zien van de regio. Het is in het belang van alle gemeenten dat de ontwikkeling van bedrijventerreinen bijdraagt aan versterking van de lokale en regionale economie, waarbij concurrentie tussen gemeenten binnen de regio moet worden voorkomen. Daarom is samenhang met de regionale strategie en afspraken van belang. Zoals hierboven geschetst, nemen wij deel aan dit regionale proces. Herstructurering/modernisering Samen met Ondernemersverenigingen, Stichting Parkmanagement en eigenaren/gebruikers/investeerders wordt aandacht besteed aan de kwaliteit en uitstraling van de bedrijventerreinen. Het traject revitalisering De Lage Meren/Meilust (LMM) omvat een totaalaanpak voor het bedrijventerrein. Doel is om samen met de ondernemers het bedrijventerrein te revitaliseren en duurzaam economisch toekomstbestendig te maken. De afgelopen periode zijn er een aantal quick wins in groen en verkeer gerealiseerd, die direct de uitstraling van het terrein ten goede komen. Voor economische versterking van het gebied is de gemeente momenteel in overleg met de Provincie Noord-Brabant, BOM en SEGON (duurzaamheidsconsultancy) om een pilot te starten genaamd ‘Living Lab energieneutrale bedrijventerreinen Noord-Brabant’. Doel is om hiermee het onderscheidende vermogen, het imago en de uitstraling te verbeteren en de energierekening van de huidige bedrijven te verlagen. 13 van 19 Daarnaast vindt als onderdeel van het plan Schelde Vesting een herstructurering plaats van (een gedeelte van) het bedrijventerrein Geertruidapolder. Strategische ontwikkeling haven In lijn met de strategische visie Theodorushaven hebben we als gemeente de afgelopen periode flink geïnvesteerd om de haven toekomstbestendig te maken. De herstructurering van de Theodorushaven fase 1 tot en met 3 van de 5 fasen is afgerond. Vanwege de groei van de containerterminal, worden voorbereidingen getroffen om deze te verplaatsen naar Noordland. Hier kan een doorgroei plaatsvinden naar ruim 200.000 TEU. 14 van 19 H5. Bereikbaarheid 5.1 Beschrijving Over de weg: Met het doortrekken van de A4 bij Steenbergen ligt Bergen op Zoom direct aan de snelste verbinding tussen de Rotterdam/Den Haag en Antwerpen/Brussel. Op deze belangrijke noord-zuidas vindt veel vrachtvervoer plaats. Tot vorig jaar had dit verkeer uitsluitend beschikking over de A16 (E19), maar sinds de openstelling is een verschuiving te zien in het verkeer op deze verbinding. Eind 2015 is ook het laatste stuk van de A4 geopend, tussen Rotterdam en Den Haag. Hierdoor heeft ook internationaal wegverkeer van de Randstad naar België een snellere route via Bergen op Zoom. In oost-west-richting ligt Bergen op Zoom aan de A58. Deze loopt door het hart van (west)-Brabant en verbindt Bergen op Zoom met de andere Brabantse steden en met Zeeland. Zeker in de zomerperiode is deze as een belangrijke verbinding voor het toeristisch/recreatief verkeer. Over water: Het Schelde-Rijnkanaal loopt via Bergen op Zoom en is de belangrijkste binnenvaartverbinding tussen Rotterdam en Antwerpen, maar natuurlijk ook tussen de Waal (Rijn) en de Schelde. Het Schelde-Rijnkanaal is een van de drukste verbindingen van Nederland. Deze waterverbinding tussen Rotterdam en Antwerpen maakt de Bergse industrie over water uitstekend bereikbaar (meer informatie over de haven: zie vorig hoofdstuk). Over het spoor: Bergen op Zoom ligt aan de zogenaamde Zeeuwse Lijn, de spoorlijn tussen Vlissingen en Roosendaal. Vanaf Roosendaal loopt de verbinding verder richting Randstad (Rotterdam) of Brabant (Breda). Breda ontwikkelt zich de komende jaren verder als belangrijke internationale knoop, door de verbinding met het nationale en internationale hogesnelheidsnetwerk. De spoorlijn die door Bergen op Zoom loopt wordt ook vrij intensief gebruikt voor vervoer van goederen van en naar het haven- en industriegebied Vlissingen-Oost (Sloegebied). Het voormalige Philip Morristerrein heeft vooralsnog een aansluiting op het spoor en is daarmee multimodaal ontsloten. Door de lucht: Grotere vliegvelden zoals Rotterdam The Hague Airport en Eindhoven Airport en Brussel Zaventem (ook intercontinentaal) zijn binnen 1 uur met de auto bereikbaar vanuit Bergen op Zoom. Luchthaven Amsterdam Schiphol ligt iets verder, maar is nog altijd ruim binnen anderhalf uur bereikbaar, ook met de trein. Voor korte zakelijke vluchten met tweemotorige toestellen zijn Breda International Airport (voorheen vliegveld Seppe) en vliegveld Antwerpen geschikt, beide liggen op ca. 30 autominuten. Via de buisleiding: Door het westelijk deel van West-Brabant loopt een grootschalige buisleidingenstraat. Deze verbindt het Sloegebied, het Antwerpse havengebied en de Rijnmond. Bedrijven in Bergen op Zoom hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van deze buisleidingenstraat. 5.2 Kansen en bedreigingen Bereikbaarheid via de weg Met de recent doorgetrokken A4 is de verbinding met de Randstad aanzienlijk verbeterd. Bergen op Zoom ligt hiermee direct –en als enige stad- langs de snelste snelwegverbinding tussen Rotterdam en Antwerpen. Dit 15 van 19 biedt kansen. Goede doorstroming en verkeersafwikkeling op autosnelwegen en de aansluitingen met het onderliggende wegennet blijven aandachtspunt. Economische doorgroei haven Verplaatsing van de huidige containerterminal naar Noordland biedt kansen voor doorgroei van de containerterminal naar een omslag van ruim 200.000 TEU. De verwachting is dat met de komst van de nieuwe containerterminal het aantal vervoerskilometers over de weg afneemt en dat extra bedrijven worden aangetrokken. De Seine-Schelde verbinding maakt het in de toekomst mogelijk om met grote schepen tussen Rotterdam, Antwerpen en Parijs te varen. Op dit moment is de route toegankelijk voor schepen met een maximaal laadvermogen tot 600 ton, maar als de nieuwe situatie gereed is, is de Seine-Schelde verbinding geschikt voor schepen tot 4400 ton laadvermogen. Uiterlijk 2017 moet deze verbinding, met de officiële naam Seine Nord Europe, klaar zijn. Met het gereedkomen zal de positie van Bergen op Zoom als binnenhaven, die tot het europese kernnetwerk van binnenhavens behoort, worden versterkt. Met name de verbinding met Parijs en de andere havens in het noorden van Frankrijk biedt een forse uitbreiding van het achterland dat bediend kan worden. De ligging aan het Schelde-Rijnkanaal is en blijft een sterk voordeel van de Theodorushaven. Spoor(veiligheid) Het treinspoor in Bergen op Zoom loopt, zoals bij veel gemeenten, langs het centrum door de omliggende woongebieden. De (goederen)treinen die van het spoor gebruik maken zorgen voor overlast en veiligheidsrisico’s. Deze risico’s worden in beeld gebracht in het zogenaamde Basisnet Spoor. De risico’s en overlast binnen de gemeente vallen nog (ruim) binnen de wettelijke marges. Dit betekent niet dat er niets gedaan wordt. In de komende jaren worden langs bijna het gehele spoor geluidsschermen geplaatst of vernieuwd. Ook wordt er binnen de Veiligheidsregio gekeken naar verbeteringen op het gebied van veiligheid. De komende jaren wordt ook dit verder uitgerold. 5.3 Wat doen we / wat loopt er? Regionale bereikbaarheid Bereikbaarheidsvraagstukken (rijkswegen, spoor) spelen op bovenlokaal en internationaal niveau. De Regio WestBrabant heeft een Visie Goederenvervoer (2010-2030) en een Uitvoeringsprogramma multimodaliteit (2015-2020) opgesteld. Om de bereikbaarheid op de snelwegen te kunnen monitoren en (dreigende) knelpunten tijdig te signaleren en agenderen, is een regelmatig terugkomende knelpuntanalyse opgezet. Hiertoe participeert Bergen op Zoom (via de Regio West-Brabant) in een projectgroep met Rijkswaterstaat en de Provincie NoordBrabant. Los van deze knelpuntanalyse wordt de ontwikkeling van het gebruik van de A4 ook gemonitord, hierbij wordt ook met name ingezoomd op de doorstroming op knooppunt Zoomland. Spoor Om de overlast van het goederenvervoer via het spoor te verminderen en het gebruik van het spoor verder te verbeteren is op lange termijn de realisatie van de zogenaamde Goederenruit Zuid-Nederland gewenst. Onderdeel van deze goederenruit is een dedicated goederenspoor tussen Rotterdam en Antwerpen (de RoBel-lijn). Een eerste fase hiervan zou de aanleg kunnen zijn van het ontbrekende stuk spoor tussen de haven van Antwerpen en de Zeeuwse spoorlijn (de VeZa-boog). 16 van 19 H6. Onderwijs 6.1 Cijfers en gegevens onderwijs in Bergen op Zoom Leerlingen, deelnemers en studenten; onderwijssoort, woonregio Bergen op Zoom9 Onderwerpen Leerlingen/deelnemers/studenten Perioden 2014/'15* Regio's Bergen op Zoom Onderwijssoort aantal Totaal voortgezet onderwijs 3808 Totaal middelbaar beroepsonderwijs 1916 Hoger beroepsonderwijs 1371 Wetenschappelijk onderwijs 261 Aantallen leerlingen VO en MBO op scholen in Bergen op Zoom Mollerlyceum 967 leerlingen Roncalli 1230 leerlingen 't Rijks 2667 leerlingen Gymnasium Juvenaat 415 leerlingen Zoomvlietcollege (MBO) 680 leerlingen Markiezaatcollege (MBO) 2179 leerlingen Totaal 8138 leerlingen Regionaal aanbod MBO-opleidingen ROC West-Brabant: - Cingel College (Brood en Banket, Facilitair, Horeca, Toerisme) in Breda CIOS in Goes - Florijn College in Breda (Juridisch, Financieel, Marketing & Communicatie, Secretarieel, Bedrijfsadministratie, Groothandel, Detailhandel) - Johan Cruijff College (sport) in Roosendaal - Kellebeek College (Zorg en Welzijn, Uiterlijke verzorging) in Roosendaal, Breda en Bergen op Zoom - Markiezaat College (Techniek) - Prinsentuincollege (Groenbeheer, Dierenverzorging) in Breda - Radius College (Bouw en Infratechniek) te Breda - Vitalis College (Mode, Uiterlijke Verzorging, Veiligheid) in Breda - Zoomvliet College (Economie, Commercieel, ICT, Mediavormgever) te Roosendaal en Zoomvliethotelschool en Zoomvlietstudio in Bergen op Zoom Centrum voor Innovatief Vakmanschap Biobased Op drie colleges van ROC West-Brabant worden specifieke Biobased Economy opleidingen aangeboden. Dit zijn het Markiezaat College in Bergen op Zoom en het Prinsentuin College en Radius College in Breda. In Bergen op Zoom betreft het de opleidingen Procestechniek en Maintenance. 6.2 Kansen en bedreigingen Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt (mismatch) Een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt begint met goed onderwijs dat jongeren de benodigde competenties meegeeft en kennis aanbiedt om voldoende toegerust de intrede op de arbeidsmarkt te kunnen maken. Een beroepsopleiding leidt de jongere op om in een bepaalde sector direct aan de slag te kunnen gaan. Het is belangrijk dat onderwijs en arbeidsmarkt goed op elkaar aansluiten, zodat zowel voor jongeren als voor werkgevers een diploma van waarde is en zodat de kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt kan worden teruggedrongen. Een positieve ontwikkeling is dat de ROC’s zich steeds meer gaan richten op opleidingen die direct aansluiten op de behoefte van de regio. Een voorbeeld in West-Brabant is de opleiding ‘composieten’ die hiermee aansluit op de vraag vanuit bedrijven op Aviolanda.10 9 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 25-1-2016 10 UWV Regio in Beeld 2015, p.26 17 van 19 Versterken kennisinfrastructuur Biobased Economy met Green Chemistry Campus als basis Een sterke kennisinfrastructuur (onderwijs- en kennisinstellingen) is een absolute voorwaarde om de nieuwe Biobased Economy concurrerend te laten zijn op wereldschaal. Deze kennisinfrastructuur is zowel van belang voor de grootindustrie als voor het MKB; de grootindustrie kan zorgen voor de schaalgrootte en ketenaanpak die nodig is om op wereldschaal te kunnen concurreren, het MKB kan zorgen voor de creatieve en innovatieve ideeën die nodig zijn om biobased doorbraken te realiseren. 6.3 Wat doen we / wat loopt er? De gemeente geeft uitvoering aan de Onderwijsagenda die op 24 september 2015 door de gemeenteraad is vastgesteld. De onderwijsagenda focust zich op de samenwerking tussen Ondernemers, Onderwijs en Overheid (3 O's) om de kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt te beperken en de flexibiliteit van werknemers te vergroten. In de onderwijsagenda wordt weergegeven waar prioriteiten zijn gelegd, welke partijen betrokken zijn en welke acties zij ondernemen. Meer techniek in het onderwijs en het innovatiecentrum staan hierbij centraal. De gemeente heeft een faciliterende en verbindende rol, die onder meer tot uitdrukking komt in de volgende activiteiten: - De gemeente stimuleert afstemming tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs, onder meer door het organiseren van Dialoogtafels. Dit is een regulier overleg tussen de 3 O’s dat de gemeente samen met BZW en het ROC West-Brabant organiseert. Voor de dialoogtafel zijn alle schoolbesturen van het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs uitgenodigd, vertegenwoordigers van de ondernemers uit onze regio en de wethouders van de Brabantse Wal gemeenten en Tholen. - De 3 O's maken zich sterk om de doelstellingen van het Techniekpact op lokaal niveau te vertalen; hierbij wordt ingezet op drie actielijnen ("kiezen voor techniek", "leren in de techniek", "werken in techniek"). De rol van de gemeente Bergen op Zoom gericht op het verbinden van de betrokkenen. - De gemeente ondersteunt de ontwikkeling van een Innovatiecentrum. Het innovatiecentrum heeft als doel om kennisdeling te bevorderen en beweging in het onderwijs en bedrijfsleven te stimuleren. De doelgroepen waar het innovatiecentrum zich op richt zijn studenten, de creatieve sector en mkb- bedrijven. - In onze regio vindt intensieve samenwerking plaats tussen bedrijven en (hoger) onderwijsinstellingen. Illustratief is de samenwerking met de ROC’s in ons gebied op het gebied van Biobased Economy, o.a. via: - het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CiV) Biobased Economy ROC West-Brabant - het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE, samenwerking AVANS Hogeschool en HZ University of Applied Science) - diverse universiteiten en intensieve contacten met kennisinstellingen zoals TNO en VITO. Haalbaarheidsstudies voor de vestiging van additionele kennisinstellingen in deze regio worden thans uitgevoerd. Nadere toelichting Centre of Expertise Biobased Economy & Centrum voor Innovatief Vakmanschap: Het CoE BBE is een publiek-privaat samenwerkingsverband en direct verbonden aan de hogescholen Avans en Hogeschool Zeeland. CoE’s zijn door het ministerie van OCW en EZ ingesteld om het hoger onderwijs nadrukkelijker te koppelen aan regionaal economische speerpunten. In dit korte filmpje wordt de relatie tussen de Biobased Economy en het onderwijs toegelicht. Het CoE helpt bedrijven in hun biobased ambities door met hen het HBO-onderwijs te vernieuwen en toegepast onderzoek uit te voeren dat ertoe doet. Het CoE doet dit middels activiteiten, projecten en programma’s te initiëren en draaien binnen 2 pijlers: onderwijs en onderzoek. Op MBO-gebied is iets soortgelijks geïnitieerd, de zgn. Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV). Het CIV Biobased Economy is in deze regio toegekend aan het ROC West Brabant, dat o.a. in Bergen op Zoom is gevestigd. Het CIV draagt zorg voor voldoende instroom van gekwalificeerde vakmensen op MBO niveau in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven in de regio Zuidwest Nederland en Hogeschool Avans. Zo wordt het gezamenlijke innovatieve vermogen en de concurrentiekracht van de Biobased Economy in onze regio versterkt. Het CIV is een Platform ten behoeve van permanente uitwisseling van kennis en informatie over Biobased ontwikkelingen tussen docenten van (v)mbo en hbo en de betrokken bedrijven. Daarnaast wordt momenteel onderzocht of de kennisbasis verder kan worden versterkt met de aanwezigheid van kennisinstellingen ECN, TNO en VITO. 18 van 19 H7. Aanbevelingen Uw motie vraagt om een startfoto, analyse en aanbeveling van de huidige economische situatie (vanuit de door u aangegeven invalshoeken). Met het document hebben wij u niet alleen een beeld gegeven van de situatie (cijfers/beschrijving), maar ook aangegeven wat wij doen om duurzame economische ontwikkeling en werkgelegenheid te stimuleren (vanuit de rol die wij als overheid hierin hebben). De belangrijkste kansen en bedreigingen die wij hierbij signaleren, hebben wij zo volledig mogelijk geschetst. U vraagt in uw motie ook om de uitkomsten voor te leggen aan de raad om te komen tot kaderstelling voor een lokaal uitvoeringsprogramma economie. Gelet op het dictum van de motie, hebben onze aanbevelingen betrekking op zowel inhoud als proces. Inzetten op duurzame economische structuurversterking; kansen benutten De belangrijkste aanbeveling die wij willen doen, is om maximaal te blijven inzetten op duurzame economische structuurversterking van gemeente en regio. De focus bij de uitvoering van ons economische beleid blijft daarbij gericht op het benutten van economische kansen. Concreet betekent dit dat we onze inwoners en ondernemers blijven faciliteren en stimuleren om (nieuwe) banen, geschoolde arbeidskrachten en groei en innovatie mogelijk te maken. Met als voornaamste doel: stimuleren van duurzame werkgelegenheid. Daarbij is samenwerking met onze partners (triple helix: ondernemers, overheden en onderwijs) cruciaal. Niet alleen binnen de regio, maar ook over lands- en provinciegrenzen heen. En met een goede aansluiting op het rijks- en europees beleid. Acquisitie (samen met BOM/REWIN en omliggende gemeenten) heeft daarbij de hoogste prioriteit, evenals een dienstverlenende en verbindende rol richting werkgevers en werkzoekenden (onder meer vanuit het WSP Werkcentrum) en onderwijs. Vanwege de verwevenheid van het economisch domein met andere terreinen, vinden wij een integrale benadering van belang. Dit maakt dan ook onderdeel uit van onze huidige aanpak. Kaders voor uitvoering Onze inzet gebeurt binnen de kaders die u in het raadsprogramma en verschillende (beleids)nota’s en -visies (en daaruit voortvloeiende uitvoeringslijnen) heeft gegeven. Deze kaders vinden wij voldoende actueel en bieden naar onze mening voldoende houvast om adequaat te kunnen inspelen op de economische situatie, ontwikkelingen, dynamiek en kansen. Wij willen graag met uw steun op deze ingeslagen weg verdergaan. Onze aanbeveling met betrekking tot een eventueel vervolg is dan ook om voort te bouwen op waar we mee bezig zijn. Een nieuw integraal uitvoeringsprogramma economie voorziet momenteel niet in een behoefte. Het heeft onze voorkeur om de uitvoering binnen de huidige kaders voortvarend ter hand te nemen. Dit laat onverlet dat kaders en uitvoering op onderdelen kunnen worden bijgesteld, om optimaal te kunnen inspelen op de economische dynamiek, indien daar aanleiding toe is. Wij staan daarbij graag open voor een dialoog en voor suggesties. Daarbij zullen we ook kijken naar studies en rapporten die handvatten kunnen bieden voor onze rol als gemeente. Zo is onlangs is het rapport Maak Verschil van de Studiegroep Openbaar Bestuur (in opdracht van het Ministerie van BZK) verschenen, waarin eveneens West-Brabant als sterke regio naar boven komt. Dit wordt gerelateerd aan het bruto regionaal product dat in West-Noord-Brabant ver boven het bruto binnenlands product van Nederland als geheel ligt (p. 19). In het rapport wordt een aantal opgaven en aanbevelingen voor het openbaar bestuur geschetst in relatie tot de economische ontwikkelingen van regionalisering, toenemende onzekerheid en verwevenheid. Daarnaast zien wij een meerwaarde in een meer integrale en structurele monitoring van de economische situatie. We verkennen de mogelijkheid om een vervolg aan de startfoto te geven in de vorm van een ‘economische barometer’. De economische barometer van Breda is een mooi voorbeeld. Tot slot willen wij u meegeven dat de nieuwe Omgevingswet, die in 2018 van kracht wordt, een meer integrale benadering (Omgevingsvisie) gaat vragen. Ons advies is om bij uw afweging rond eventuele kaderstelling rekening te houden met deze ontwikkeling, zodat er een goede aansluiting kan worden gemaakt met dit proces. 19 van 19