Startfoto lokale economie

advertisement
Startfoto lokale economie
April 2016
Inhoud
H1. INLEIDING...................................................................................................................................................... 3
H2. LOKALE ECONOMISCHE AGENDA ............................................................................................................ 4
H3. WERKGELEGENHEID ................................................................................................................................... 7
3.1 CIJFERS EN CONSTATERINGEN ....................................................................................................................... 7
3.2 KANSEN EN BEDREIGINGEN ............................................................................................................................ 9
3.3 WAT DOEN WE / WAT LOOPT ER? .................................................................................................................. 10
H4. BEDRIJVENTERREINEN............................................................................................................................. 12
4.1 CIJFERS ...................................................................................................................................................... 12
4.2 KANSEN EN BEDREIGINGEN .......................................................................................................................... 12
4.3 WAT DOEN WE / WAT LOOPT ER? .................................................................................................................. 13
H5. BEREIKBAARHEID ..................................................................................................................................... 15
5.1 BESCHRIJVING ............................................................................................................................................ 15
5.2 KANSEN EN BEDREIGINGEN .......................................................................................................................... 15
5.3 WAT DOEN WE / WAT LOOPT ER? .................................................................................................................. 16
H6. ONDERWIJS ................................................................................................................................................ 17
6.1 CIJFERS EN GEGEVENS ONDERWIJS IN BERGEN OP ZOOM ............................................................................. 17
6.2 KANSEN EN BEDREIGINGEN .......................................................................................................................... 17
6.3 WAT DOEN WE / WAT LOOPT ER? .................................................................................................................. 18
H7. AANBEVELINGEN ....................................................................................................................................... 19
2 van 19
H1. Inleiding
Opdracht van de raad
Bij de begrotingsbehandeling op 12 november jl. is een motie aangenomen met betrekking tot een lokale
economische agenda. In deze motie wordt aan het college opgedragen om:
 een startfoto te maken met daarin een analyse en aanbeveling over de huidige economische situatie van
de gemeente Bergen op Zoom;
 deze startfoto zich in ieder geval richt op kansen en bedreigingen op het gebied van werkgelegenheid,
bedrijventerreinen, modaliteiten, mobiliteit, infrastructuur, regionale samenwerking, onderwijs, en het
opheffen van beperkingen voor grensoverschrijdende arbeid;
 de uitkomsten hiervan voor te leggen aan de raad om te komen tot kaderstelling voor een lokaal
uitvoeringsprogramma economie.
Daarnaast bevat de motie overwegingen die verband houden met de genoemde onderwerpen. Daarom hebben
we aanvullend ook informatie naar aanleiding van de overwegingen meegenomen.
Uitvoering van de motie (RMO15-0054)
Tijdens de begrotingsbehandeling is door het college positief op de motie gereageerd. Daarbij is aangegeven
dat het college ter uitvoering van de motie zal aansluiten bij hetgeen (ook regionaal) al loopt en de analyse
baseert op informatie die reeds beschikbaar is. Het document (startfoto) geeft een beeld van de huidige
economische situatie van de gemeente en van de lokale (en deels regionale) aanpak om tot economische
structuurversterking te komen.
Aangezien ‘economische situatie’ een breed begrip is, hebben wij ons om pragmatische redenen beperkt tot de
in de motie beschreven onderwerpen. Door het college wordt echter ook op andere thema’s die voor de lokale
economie van belang zijn stevig ingezet, zoals detailhandel (aanpak binnenstad), vrijetijdseconomie, veiligheid
en zorgeconomie. Het economisch belang van ook deze sectoren is groot; de ontwikkelingen rondom veiligheid
(o.a. meldkamer) in het stationsgebied zullen bijvoorbeeld een groot aantal arbeidsplaatsen opleveren.
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 schetst een algemeen beeld van de aanpak en focus van de gemeente op het gebied van
economische zaken en arbeidsmarkt.
De hoofdstukken 3 t/m 6 belichten een aantal onderwerpen. Elk hoofdstuk bevat de volgende onderdelen:
1. Actuele cijfers en gegevens
2. Kansen/bedreigingen
3. Wat doen we al? Hoofdlijnen huidig beleid/aanpak.
Hoofdstuk 7 geeft aanbevelingen op hoofdlijnen.
3 van 19
H2. Lokale economische agenda
Industriële basis Bergen op Zoom
Bergen op Zoom kent een lange en roerige geschiedenis die zich met name laat kenmerken door een enorme
veerkracht. Perioden van grote bloei werden afgewisseld door perioden van neergang. In de afgelopen eeuwen
is Bergen op Zoom uitgegroeid tot een belangrijk industrieel knooppunt in de regio. De opkomst van met name
de ijzergieterijen, eind 19e en begin 20e eeuw boden veel werkgelegenheid. Ruim 40% van de arbeiders, bijna
de helft van alle mannen in de stad, was in die tijd werkzaam in de metaalindustrie. De toename van het gebruik
van onder andere aardgas zorgde voor een snelle teloorgang van deze industrietak in Bergen op Zoom. De
sluiting van de gieterijen zorgde natuurlijk ook voor een enorme toename van de werkloosheid. Nu nog zijn de
namen van de grote bedrijven, “Asselbergs”, “Beckers”, “de Holland” en “Rogier Nerincx Richter” verbonden met
de stad. De aanleg van de Theodorushaven (1959 – 1964) zorgde ervoor dat Bergen op Zoom bereikbaar werd
voor de grotere schepen. Omdat de stad door de rijksoverheid werd aangewezen als kerngemeente konden
grote industrieën zich met subsidie vestigen. Hierdoor groeide de werkgelegenheid voor de stad en de regio
weer. De verdere aanleg van grote industrieterreinen zorgden voor een verdere aanzuigende werking voor
enkele grote bedrijven. Enkele grote namen zijn, Bruynzeel, Nuplex, Sabic, Cargill, Phillip Morris en meer recent
ook Ricoh, Mepavex Logistics en TNT Fashion, met natuurlijk een magneetwerking voor veel MKB-bedrijven.
De logistieke sector werd steeds groter en belangrijker met zowel via water als op de weg een goede verbinding
tussen Rotterdam en Antwerpen.
Economische agenda regio West-Brabant, onderdeel van de Delta Region
De gemeente Bergen op Zoom maakt onderdeel uit van de regio West-Brabant (RWB), gelegen in de Delta
Region. Algemene informatie (en kengetallen) over de RWB is te vinden in een vouwfolder die in 2014 aan
gemeenteraden is gepresenteerd. De economische ambities van de Delta Region – ofwel Zuidwest-Nederland
en delen van Vlaanderen - zijn sinds 2013 gebundeld in de Strategic Board Delta Region. Doel is de Delta
Region sterk en slim door te ontwikkelen naar een wereldwijd toonaangevende innovatie- en kennisregio. In
Zuidwest-Nederland is een transitie nodig naar een circulaire economie; een nieuwe toekomstgerichte en
concurrerende industriële basis en arbeidsmarkt. De Koepelvisie ‘Delta Region 2030: Slim specialiseren,
versneld duurzaam innoveren’ werd op 1 juli 2014 aangeboden aan de Tweede Kamer.
Actieplan Economische Structuurversterking “Delta-regio in de hoogste versnelling”
Het ingrijpende ontslag bij Philip Morris maakte, na de eerdere sluiting van grote productiebedrijven in de regio,
de noodzaak tot versnelde transitie naar een duurzame, flexibele en innovatieve economie nog zichtbaarder.
Daarom is in opdracht van een brede Stuurgroep van rijk, provincie en regionale partners een Actieplan
opgesteld, dat op 3 februari 2015 aan Minister Kamp van Economische Zaken is overhandigd. Het Actieplan is
opgezet als versnellingsagenda en stuurt op realisatie van de meest prioritaire acties in 2016. Het is een
samenwerking tussen het regionale bedrijfsleven, de gemeente Bergen op Zoom, provincie Noord-Brabant,
provincie Zeeland, het ministerie van Economische Zaken, Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM), de
Regio West-Brabant (RWB), REWIN, Impuls Zeeland, Strategic Board Delta Region en Philip Morris. De
projecten die in het plan zijn opgenomen, sluiten aan bij de kansrijke sectoren en thema’s in de regio: Biobased
Economy, Maintenance, Logistiek, Energie en Grondstoffen, Human Capital, Ondernemerschap en
Bereikbaarheid.
Kansrijke regionale sectoren
De regio West-Brabant ontleent grote logistieke en industriële kracht aan de strategische ligging in het hart van
de Benelux en tussen de wereldhavens Rotterdam en Antwerpen. Als provincie behoort Noord-Brabant tot de
top van de innovatieve economische regio’s in Europa. De provincie, en daarmee ook West-Brabant, wordt
ondanks de stevige economische crisis, nog steeds gezien als zeer aantrekkelijk.1
De economische ambities van de gemeente en de regio zijn gericht op een transitie naar een duurzame
economie. Goede aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt is daarbij van groot belang, evenals
goede verbinding van de drie o’s. Het draagvlak hiervoor bij ondernemers, onderwijs en overheid is groot. We
richten ons met name op de drie regionale innovatieve topclusters: Biobased Economy, Logistiek en
Maintenance. Daarnaast is de Maakindustrie een belangrijke regionale sector.
1
P. 17 Regionaal Sectorplan
4 van 19
Biobased Economy
Van de regionale speerpunten is voor Bergen op Zoom vooral de ontwikkeling in de Biobased Economy van
belang. In een Biobased Economy nemen groene grondstoffen de rol over van fossiele grondstoffen zoals olie.
De groene transitie van zowel agrofood als chemie naar een Biobased Economy is een proces van decennia,
maar komt in onze regio sneller dan elders in Nederland van de grond, vanwege de bijzondere samenwerking
tussen ondernemers, overheden en onderzoeks- en kennisinstellingen (triple helix). De ‘groene economie’
draagt niet alleen bij aan een duurzame gemeenschap, maar kan ook een belangrijke motor voor
kenniseconomie en (behoud en groei van) hoogwaardige werkgelegenheid zijn. Met name voor de chemische
industrie, die in Bergen op Zoom en in Zuidwest-Nederland in het algemeen sterk vertegenwoordigd is, is de
transitie naar deze Biobased Economy vanwege haar innovatieve karakter van groot belang. Zie de recente
Kamerbrief daarover.
In de Biobased Delta (opgericht in 2012) werken overheden uit Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland samen
met het MKB, multinationals en onderwijs- en kennisinstellingen aan de versnelling van de Biobased Economy.
Bergen op Zoom neemt daarin een prominente plaats in; vanwege de uitstekende logistieke ligging, vanwege
de concentratie van kleine en grote bedrijven in de chemie- en agrosector en niet in de laatste plaats, vanwege
de aanwezigheid van de Green Chemistry Campus. De Biobased Delta heeft de ambitie om in 2016 te behoren
tot een biobased topregio van formaat. De potentie van de transitie naar een Biobased Economy in termen van
werkgelegenheid binnen de Biobased Delta is door de SER tot 2020 geschat op het behoud van minimaal
15.000 banen en de creatie van circa 3.000 nieuwe banen. Naast een agenda voor de grootschalige transitie
van de chemische industrie heeft de Biobased Delta een agenda die focust op de regionale valorisatie van
biomassa. Tien valorisatieprogramma’s, waarin ca. 100 tot 150 MKB-bedrijven deelnemen, hebben als doel om
kennis om te zetten in commerciële producten, processen en/of diensten in de Biobased Economy. In het
benaderen van innovatievraagstukken zet de Biobased Delta in op een crossover tussen Biobased Economy en
creatieve industrie.
Green Chemistry Campus
In 2011 startte in Bergen op Zoom op het terrein van SABIC de ‘Green Chemistry Campus’. Ondertussen
hebben zich 14 kleine bedrijven en 3 kennisinstellingen aan de campus verbonden. Na de zgn. ‘proof of
concept’-fase is thans de vervolgfase van de Green Chemistry Campus aangebroken.
Het is de ambitie van de Green Chemistry Campus om ‘a leading green chemistry science & business
metropole’ te worden, een locatie waar kennis en bedrijvigheid zich willen vestigen om te werken aan duurzame
groene chemische bouwstenen door een cross-over tussen (agro)reststromen en chemie. Hierbij wil de campus
tegen 2020 ongeveer 300 arbeidsplaatsen bieden, komende uit jonge innovatieve bedrijven, grotere bedrijven,
kennisinstellingen (inclusief studenten) en dienstverleners. De vervolgfase van de campus betreft de verdere
uitwerking van de waardepropositie van de campus voor bedrijven. De bouwstenen daarvoor zijn:
- het actief door de campus inspelen op de geuite behoeften van grote bedrijven voor een ‘voorportaal’ voor
selectie, begeleiding (coaching en financieel) van jonge innovatieve bedrijven in hun groei naar de markt en
samenwerking met grote bedrijven;
- de inzet van actief gerichte kapitaalinstrumenten voor jonge innovatieve bedrijven;
- het actief aanbieden van relevante faciliteiten (kantoor-/bedrijfs-/lab- en demoruimte) bij de Green Chemistry
Campus maar ook bij bijvoorbeeld Nieuw Prinsenland (Dinteloord), vanuit de gedachte: de Green Chemistry
Campus is chemie, Nieuw Prinsenland is agro/food. Om de best mogelijke propositie aan bedrijven aan te
bieden is het noodzakelijk om deze bedrijven onafhankelijk te adviseren wat de beste locatie is om hun groei
te accommoderen. Een nauwere samenwerking tussen beide locaties maakt onderdeel uit van de
vervolgfase.
Programmatische aanpak Biobased Economy: gemeente Bergen op Zoom
De gemeente is via een programmatische aanpak actief én onderscheidend bezig met het thema Biobased
Economy door o.a. als ‘launching customer’ op te treden bij de inkoop van producten en daarbij expliciet te kijken
naar biobased alternatieven (o.a. straatmeubilair). Daarbij wordt ook ruimte geboden voor ontwikkeling en
experiment. Dat kan gaan over het bieden van mogelijkheden om nieuwe biobased producten in een regelarme
omgeving uit te testen (proeftuinen), maar ook over het scheppen van kaders waar duurzaamheidsvraagstukken
van een oplossing kunnen worden voorzien, bijvoorbeeld door het faciliteren van de realisatie van een
Innovatiecentrum. Adequaat opgeleide werknemers is een cruciaal aandachtspunt. Daarom is goede aansluiting van
het onderwijs van groot belang. Meer hierover in hoofdstuk 5.
Maintenance
Een tweede regionaal topcluster is Maintenance. Het maintenancecluster zet in op het ontwikkelen
en testen van innovatieve, cross-sectorale producten en diensten op het gebied van onderhoud in
5 van 19
kapitaalintensieve sectoren. Het aandeel van de Maintenance in de totale werkgelegenheid in West-Brabant is
ruim 20%. In onze buurgemeente Woensdrecht is het maintenancecluster gespecialiseerd in vliegtuigonderhoud
en wordt een expertisecenter op het gebied composietenonderhoud en –reparatie ontwikkeld. Het F35motoronderhoud is een belangrijke ontwikkeling.
Logistiek
Vanwege de strategische ligging is West-Brabant een toplocatie voor aanvoer, opslag, overslag en het
toevoegen van waarde aan goederen om ze te verspreiden over Europa. De ligging garandeert internationale
bedrijven bovendien een snelle afzet van hun producten. In het bijzonder zijn er mogelijkheden voor
combinaties van transport: over weg, water en spoor. Met name het vervoer over water (haven,
containerterminal) biedt kansen voor economische groei in Bergen op Zoom (en regio). Dat Bergen op Zoom
een aantrekkelijke vestigingslocatie is voor logistieke bedrijvigheid blijkt bovendien uit de keuze van
toonaangevende bedrijven in deze sector om zich te vestigen op bedrijventerrein Noordland (bijv. Mepavex,
TNT Fashion en Forever 21).
6 van 19
H3. Werkgelegenheid
3.1 Cijfers en constateringen
Kengetallen
Bergen op Zoom heeft begin 2016 ruim 66.200 inwoners. Volgens de meest recente provinciale
bevolkingsprognoses zal de bevolking de komende jaren nog toenemen tot ca 67.700 inwoners in 2030. Wel is
er sprake van ontgroening en vergrijzing. Het aandeel 65-plussers stijgt van 20 % in 2016 naar 27 % in 2030.
Het aandeel jongeren (onder 20 jaar) neemt in dezelfde periode af van 21% naar 19%.2
Werkgelegenheidsstructuur en- ontwikkeling
Voor informatie over werkgelegenheidsstructuur in Bergen op Zoom (2015) verwijzen wij naar de factsheet Bergen
op Zoom van Werkgelegenheidsenquête RWB 2015. Cijfers over de verhoudingen binnen West-Brabant zijn te
vinden in het Eindrapport Werkgelegenheidsenquête RWB 2015 (figuur 5, p. 11: aantal en aandeel banen en
vestigingen per gemeente in 2015).
Een analyse van de regionale arbeidsmarkt is te vinden in het Sectorplan Regio West-Brabant.
De meest recente cijfers over vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt zijn te vinden in de UWV Basisset
regionale arbeidsmarktinformatie - Arbeidsmarktregio West-Brabant. Daarin zijn ook per gemeente cijfers
opgenomen over werkloosheid. Een analyse van de regio is te vinden in UWV Regio in Beeld 2015 over de
Arbeidsmarktregio West-Brabant.
Belangrijke info op basis van de Werkgelegenheidsenquête RWB 2015 en het Vestigingenregister:
 Bergen op Zoom telde in 2015 circa 4.879 vestigingen, goed voor ruim 29.128 arbeidsplaatsen.
 Het aantal vestigingen is gestegen (positief groeisaldo van 4,7% in 2015). Een verklaring voor het
toenemend aantal vestigingen is de sterke toename van het aantal eenpersoonsbedrijven (vooral zzp-ers).
 Binnen de gemeente zijn de gezondheids- en welzijnszorg (23%), handel en reparatie (17%) en industrie
(14%) van de totale werkgelegenheid de belangrijkste werkgevers.
 39% van de totale werkgelegenheid in Bergen op Zoom werkt bij bedrijven met meer dan 100
werknemers. Het gaat hierbij om 11.327 werkzame personen in 42 vestigingen.
 De werkgelegenheid in Bergen op Zoom is in 2015 met - 4,6% (- 1409 banen) afgenomen. In Bergen op
Zoom gaat het daarbij vooral om de sectoren onderwijs, industrie en vervoer en opslag. Bergen Op Zoom,
Roosendaal en Woensdrecht hebben in de periode 2014-2015 een benedengemiddelde
werkgelegenheidsontwikkeling gehad in vergelijking met West-Brabant. De afname van de
werkgelegenheid in West-Brabant in 2015 komt onder andere door de krimp van Philip Morris en het
stoppen van de bedrijfsactiviteiten van Tetra Pak.
 De grootste werkgelegenheidsgroei in Bergen op Zoom vond plaats in de sector Cultuur, sport en recreatie.
 Er was sprake van een stijging van het aantal vacatures in 2014 en 2015.
Aantal niet-werkende werkzoekenden3(Bron UWV)
West-Brabant
Jan 2015
< 27 jr
3.067
27 – 50 jr
16.008
> 50 jr
13.328
Totaal
32.403
Percentage van de beroepsbevolking4
Bergen op Zoom
< 27 jr
27 – 50 jr
> 50 jr
Totaal
Percentage van de beroepsbevolking
Jan 2015
335
1.741
1.326
3.402
Juli 2015
3.108
16.102
14.570
Januari 2016
4.126
18.157
15.921
38.204
10,6%
Juli 2015
354
1.992
1.663
Januari 2016
510
2.256
1.869
4.635
13,2%
Bron: gemeente Bergen op Zoom 2016
3 Een niet-werkende werkzoekende is iemand van 15 tot en met 74 jaar die bij UWV als werkzoekende staat ingeschreven; deze definitie is in lijn met de internationale definitie
van werkloosheid. De nww bestaan uit WW-ers, WWB-ers en werkzoekenden zonder uitkering.
4 De beroepsbevolking conform de internationale definitie omvat iedereen van 15 tot 75 jaar die werkt (werkzame beroepsbevolking) en iedereen die zonder werk is en
beschikbaar enop zoek is naar werk (werkloze beroepsbevolking).Het nww-percentage is het aantal niet-werkende werkzoekenden(nww)afgezet tegen de beroepsbevolking.
Bron beroepsbevolkingscijfers: CBS, stand 2014.
2
7 van 19
Aantal lopende WW uitkeringen
Jan 2015
Juli 2015
Jan 2016
Nederland
West Brabant
Bergen op Zoom
420.321
19.061
2.230
464.745
20.709
2.575
457.614
20.396
2.461
Verschil met
vorig jaar
7.131 (2%)
313 (2%)
114 (5%)
WW-percentage5
jan 2016
5,2%
5,7%
7,4%
UWV Basisset regionale arbeidsmarktinformatie - Arbeidsmarktregio West-Brabant januari 2016:
WW-uitkeringen naar opleidingsniveau en leeftijd (p.3): de meeste WW-uitkeringen worden verstrekt aan mbo
(vanaf mbo-2) opgeleiden (37%). Ten opzichte van vorig jaar is het aantal WW-uitkeringen aan deze groep met
1% gestegen. In de arbeidsmarktregio West-Brabant is 7% van de WW-uitkeringen voor personen jonger dan
27 jaar, is 43% voor personen tussen de 27 en 50 jaar oud en 51% voor personen die 50 jaar of ouder zijn.
Landelijk is 8% van de WW-uitkeringen voor personen jonger dan 27 jaar, 46% voor personen tussen de 27 en
50 jaar en 46% voor personen die 50 jaar of ouder zijn.
Online vacatures UWV6 (p. 10/11): In februari 2016 stonden er online 3.036 vacatures open in de regio WestBrabant. Een jaar eerder bedroeg het aantal openstaande online vacatures 2.839. De openstaande vraag is met
7% toegenomen en de nieuwe vraag met 41% gestegen in vergelijking tot een jaar eerder.
M.b.t. het beroepsniveau (p. 11 van de UWV Basisset): van de openstaande online vraag heeft 5% betrekking
op elementaire beroepen, 24% op lagere beroepen, 46% op middelbare beroepen en 25% op hogere en
wetenschappelijke beroepen. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal openstaande online vacatures op
elementair niveau met 5% afgenomen. Het aantal openstaande online vacatures op lager niveau is met 12%
toegenomen, het aantal op middelbaar niveau is met 8% toegenomen en het aantal op hoger en
wetenschappelijk niveau is met 3% toegenomen.
Aantal bijstandsuitkeringen in Bergen op Zoom 20157
1 januari 2015
1762
1 juli 2015
1818
1 januari 2016
1860
Starters
Het aantal starters in Bergen op Zoom in 2015 is 493.
De StartersCentra hebben over de periode 2010 tot en met 2014 796 starters begeleid. 80% van de begeleide
starters is gestart met zijn/haar onderneming. Iedere starter creëert 1,3 FTE aan arbeid, waardoor het in totaal
gaat om zo’n 1035 arbeidsplaatsen. Voor meer informatie: StartersCentrum (Brabantse Wal & Roosendaal) in
cijfers (zie ook filmpje).
Arbeidsmigranten
De meest recente regionale informatie over arbeidsmigranten is te vinden in een Quick Scan Arbeidsmigranten
van de RWB uit 2013.
Gemeente Bergen op Zoom Regio West-Brabant
Werkzaam
820
14.000
Economisch gebonden
1.060
19.000
Woonachtig
1.680
23.000
Grensoverschrijdende arbeidsmarkt
Het PBL/CBS-rapport Arbeidsmarkt zonder grenzen bevat veel informatie over inkomende en uitgaande pendel
in grensgebieden. P. 20-24: “Van de naar Nederland pendelende Belgen werkt 82 procent in de COROPgebieden langs de Belgische grens (Zeeuws-Vlaanderen, Overig Zeeland, West-, Midden- en Zuidoost-NoordBrabant, Midden- en Zuid-Limburg), de meesten in Zuid-Limburg en in Zuidoost-Noord-Brabant. De overige 18
procent werkt verspreid door het hele land. Deze verdeling was in 2008 niet veel anders. Het enige COROPgebied waar in 2012 beduidend meer Belgen werken dan in 2008, is West-Noord-Brabant: een toename van 17
procent.”….”Van Nederland naar België pendelen in 2012 ruim 8.000 werknemers; dat is 10 procent meer dan
in 2008. Ondanks deze toename is de uitgaande pendel nog altijd maar een fractie van de inkomende pendel
Het WW-percentage is het aantal WW-uitkeringen in procenten van de beroepsbevolking
6 Online vacatures UWV zijn alle vacatures, nieuw en openstaand, die UWV op werk.nl voor werkzoekenden op de arbeidsmarkt zichtbaar maakt.
7 Bron: gemeente Bergen op Zoom
5
8 van 19
vanuit België van 39.000 werknemers. Van alle Nederlandse pendelaars die in 2012 in België werken, is 84
procent werkzaam in een arrondissement dat grenst aan Nederland, waarvan maar liefst twee derde in de
regio’s in de Vlaamse provincies Antwerpen en Limburg. In de provincie Antwerpen werkt 43 procent van de
pendelaars, de meesten in het arrondissement Antwerpen.”
3.2 Kansen en bedreigingen
Werkgelegenheid Bergen op Zoom
Door de recente sluiting van Philip Morris zijn veel banen verloren gegaan. Door de economische crisis sinds
2008 was er al sprake van een krimp van de werkgelegenheid. De impact van de sluiting van een multinational
is dan ook groot. Dit heeft ook consequenties voor het aantal bijstandsgerechtigden, waar we ook nog steeds
een toename zien. Dit beeld wordt bevestigd als we naar het totale aantal (geregistreerde) niet-werkende
werkzoekenden kijken. In Bergen op Zoom (januari 2016) is dit 13,2 % terwijl het landelijk om 11,2 % gaat. Niet
alleen het verlies van een groot aantal banen heeft gevolgen voor de huidige situatie op de arbeidsmarkt. Ook
de mismatch tussen opleidingsniveau en de vraag van de werkgevers is hier debet aan.
UWV Regio in Beeld 2015:
p.2: Ondanks de huidige gunstige ontwikkelingen, is de arbeidsmarkt als geheel nog steeds ruim te noemen:
relatief veel werklozen vergeleken met het aantal vacatures. De werkloosheid is in West-Brabant met ruim
33.780 nog steeds veel te hoog. Een lichte groei aan vacatures met slechts een licht dalende werkloosheid wijst
op zekere discrepanties. Binnen sectoren en regio’s bestaan tekorten naast overschotten. De werkloosheid vooral langdurige werkloosheid - onder de oudere werknemers is een serieus probleem waarop we in
Nederland en dus ook binnen West-Brabant nog geen antwoord lijken te hebben.
p. 20: Nu de economie aantrekt, ontstaan ook weer nieuwe kansen op werk. Met het aantrekken van de
arbeidsmarkt nemen de signalen over mismatch toe: het aantal vacatures stijgt, het aantal werklozen daalt
geleidelijk en tegelijkertijd zijn er signalen van moeilijk vervulbare vacatures. Ook de komende tijd verliezen in
sommige sectoren grote groepen mensen hun baan, terwijl andere sectoren zich zorgen maken over
toenemende tekorten in bepaalde beroepen. De krapte op de arbeidsmarkt concentreert zich in techniek, ICT en
een aantal specifieke niches. Het gaat hoofdzakelijk om beroepen op middelbaar, hoger en wetenschappelijk
niveau. Op dit moment is er in West-Brabant op middelbaar niveau krapte in uitvoerende technische beroepen
als bepaalde monteurs en metaalarbeiders als de cnc-verspaner. Ook voor ICT’ers als programmeurs,
systeemanalisten en informatici en voor beroepen op hoger niveau zijn er relatief veel vacatures. Op hoger en
wetenschappelijk niveau zijn er, naast veel technische en ICT-beroepen, ook signalen van krapte in andere
richtingen, bijvoorbeeld in specifieke financiële beroepen (bijvoorbeeld financieel adviseurs en register
accountants). De zorgsector geeft op dit moment in West-Brabant signalen van krapte in specifieke beroepen
op hoger en wetenschappelijk niveau (bijvoorbeeld in de wijkverpleging, praktijkondersteuners huisartsen of
specialisten ouderengeneeskunde).
Tendensen arbeidsmarkt West-Brabant (zie Sectorplan, p 26-27)
1. ontgroening en vergrijzing,
2. tekort aan technici,
3. verdringing van lager opgeleiden.
Aanbod van werkzoekenden: Als gevolg van ontgroening en vergrijzing krijgt West-Brabant te maken met een
dalende (potentiële) beroepsbevolking. Door de economische crisis is de werkloosheid gestegen, waarbij de
groep jongeren en ouderen het grootst is. Het betreft met name het lager en middelbaar niveau in de sector
techniek en transport. Hieruit blijkt dat een potentieel aan technisch en transport personeel zit in de bestanden
van UWV en gemeenten, maar dat deze geen aansluiting vinden op de arbeidsmarkt. Dit kan door het
ontbreken van de juiste opleiding of ervaring (met name jongeren). De snel veranderende functies en steeds
hogere eisen die gesteld worden door technologische ontwikkelingen, maakt dat er niet altijd een 1-op-1 match
is tussen een functie en een oudere werkloze.
Vraag naar werknemers:
Uit de analyse blijkt dat op korte termijn bij met name bedrijven in de maintenance sector een zeer concrete
vraag naar technisch geschoolde arbeidskrachten voor nu al moeilijk te vervullen vacatures ontstaat. Daarnaast
is logistiek in West-Brabant een belangrijke sector als het gaat om het creëren van werkgelegenheid.
Kansen door aantrekkende economie
Volgens het rapport Regio’s in 2016 van ING Economisch Bureau (december 2015) heeft West-Brabant in 2016
goede papieren om bij de sterkst groeiende regio’s te horen (zie p. 62). De verwachte groei is 3,1%.
9 van 19


De regionale arbeidsmarkt herstelt, er komen weer banen bij maar het aantal werkzoekenden stijgt ook. De
werkloosheid loopt geleidelijk terug. De sterke groei in 2016 geeft op termijn een impuls aan de
werkgelegenheid.
De groothandel is sterk in de regio en profiteert van toename van de export, stijging van de consumptie en
hogere investeringen bij bedrijven.
Grensoverschrijdend werken
In de Belgische grensstreken zijn vacatures die door Nederlandse werkzoekenden (evt. met inzet van gerichte
scholing en bemiddeling) in te vullen zijn. Bij grensoverschrijdend werken hebben werkgevers en werknemers te
maken met verschillen in wetgeving. De publicatie “Grenzeloze kansen voor werk” regio Scheldemond geeft
goed weer welke knelpunten er mogelijk zijn. Belangrijke verschillen zitten in het stelsel sociale zekerheid en
belasting.
Het eerdergenoemde rapport Arbeidsmarkt zonder grenzen beschrijft dat vooral regio’s waar de beschikbare
banen goed aansluiten bij de vaardigheden van de werknemers over de grens, kunnen profiteren van het
wegnemen van de grensbarrières. Dat is bijvoorbeeld het geval in Zeeland, het westelijke deel van NoordBrabant en Oost- en West-Vlaanderen in België. De sector vervoer en opslag is in die regio’s aan beide zijden
van de grens sterk vertegenwoordigd. Voor alle regio’s die zich binnen 25 kilometer van de Nederlandse grens
bevinden, is de relatieve en absolute toename in het aantal bereikbare banen in beeld gebracht als de grens
van gesloten naar volledig open zou gaan (p.34). In Woensdrecht (West-Noord-Brabant) is sprake van een
sterke relatieve toename in het aantal bereikbare banen (138 procent).
Het beleid kan een bijdrage leveren aan het verminderen van barrières. Als er veel geschikte banen over de
grens bereikbaar zijn, dan zijn regio’s gebaat bij een betere informatievoorziening zodat werkgevers en
werknemers aan weerszijden van de grens elkaar sneller vinden.
3.3 Wat doen we / wat loopt er?
Werkgelegenheid stimuleren
Als gemeente spelen we in op de regionale economische kansen. In de nabije toekomst zal de werkgelegenheid
weer toenemen en daarmee ontstaan nieuwe kansen voor de stad. We maken hierbij optimaal gebruik van de
beschikbare subsidies op nationaal en Europees gebied zoals het sectorplan en de beschikbare esf-subsidies.
Ook bij de acquisitie leggen we verbinding met de arbeidsmarkt en is onze inzet dat in samenwerking met de
nieuwe vestiger werkzoekenden worden omgeschoold en gematched met het nieuwe bedrijf. Hieronder een
aantal actielijnen gericht op stimulering van werkgelegenheid.
Acquisitie
Bergen op Zoom zet actief in op acquisitie van nieuwe bedrijven naar Bergen op Zoom. Hierbij speelt de
uitvoeringsorganisatie NV Aangenaam een belangrijke rol. Deze is opgericht op 8 maart 1961 als NV Indumij en
vanaf 2013 doorontwikkeld naar NV Aangenaam. De NV Aangenaam werkt, als zelfstandig opererende
uitvoeringsorganisatie van de gemeente Bergen op Zoom, aan de promotie van Bergen op Zoom bij (potentiële)
bewoners, bedrijven en bezoekers en het verbeteren van het vestigingsklimaat voor bedrijven in de stad. Inzet is om
nieuwe en bestaande bedrijvigheid te verbinden aan Bergen op Zoom, met de volgende instrumenten:
-Verstrekken incentives met resultaatverplichting
-Verstrekken achtergestelde leningen met renteopslag
-Gerichte extra acquisitie-inspanningen
-Participaties
-Beheer vastgoedportefeuille.
In de periode 2013-2015 heeft deze aanpak 555 arbeidsplaatsen opgeleverd voor Bergen op Zoom.
Acquisitieactiviteiten behoren ook tot het takenpakket van BOM en REWIN. Onlangs heeft REWIN in een overzicht
gepubliceerd dat de begeleiding door REWIN in 2015 ruim 1500 nieuwe banen voor de regio West-Brabant heeft
opgeleverd.
Daarnaast werken we naar aanleiding van het Actieplan Economische structuurversterking samen met de provincie,
BOM en REWIN aan extra acquisitieactiviteiten voor de regio.
Accountmanagement
De gemeente zorgt voor goede contacten en korte lijnen met bedrijven op de bedrijventerreinen, zodat we weten
waar ontwikkelingen (bijv. ruimtebehoefte) en knelpunten zijn. Door adequaat en tijdig in te spelen op vragen en
behoeften van bedrijven, kan de gemeente behoud en groei van bedrijven en werkgelegenheid faciliteren.
Activiteiten die hierbij worden ingezet zijn o.a. het ondernemersloket, bedrijfsbezoeken en netwerkbijeenkomsten.
10 van 19
StartersCentrum West-Brabant (Brabantse Wal & Roosendaal)
Het StartersCentrum staat voor een toename van het aantal succesvolle startende ondernemers en op
terugdringen van de werkloosheid. Startende ondernemers worden gestimuleerd en ondersteund in het
ondernemerschap door middel van intake, coaching, financiering, huisvesting en het versterken van het
netwerk. Dit in nauwe samenwerking met partners uit overheid, onderwijs en bedrijfsleven.
Werkcentrum
Door beëindiging van de sigarettenproductie van Philip Morris zijn er honderden werkzoekenden op de
arbeidsmarkt bijgekomen. Het regionale arbeidsklimaat staat stevig onder druk, maar biedt nog steeds genoeg
kansen. Om de mismatch op de arbeidsmarkt aan te pakken, kiezen sociale partners, overheden en bedrijven in
de regio West-Brabant voor een stevig pakket aan maatregelen gericht op drie kernactiviteiten.
 Activiteiten gericht op de begeleiding en bemiddeling naar een nieuwe baan.
 Activiteiten gericht op om- of bijscholing.
 Activiteiten gericht op het opzetten en onderhouden van infrastructuur voor van-werk-naar-werk
projecten.
Om kansen optimaal te benutten, heeft de gemeente Bergen op Zoom het Werkcentrum opgezet. Per 1 januari
2015 is het Werkgeversservicepunt West-Brabant met vier subregionale werkgeversservicepunten opgericht waaronder WSP Werkcentrum Brabantse Wal valt – om de dienstverlening aan de werkgevers op regionaal
niveau te verbeteren. Hier worden o.a. werkgevers en werkzoekenden met elkaar in contact gebracht. Het WSP
Werkcentrum is een netwerkorganisatie. Dit betekent dat er (strategische) samenwerking is met overheden, rpA,
sociale partners, intermediaire partners zoals de Kamer van Koophandel, Starterscentrum en onderwijsinstellingen.
Sectorplan Regio West-Brabant
Op initiatief van de gemeente Bergen op Zoom is door de Regio West-Brabant, werkgevers, werknemers en het
onderwijs een regionaal sectorplan gemaakt. Dit plan is gericht op de instroom van 320 werkzoekenden, werkloos of
werkend, met om- of bijscholing in de sectoren techniek (met speciale aandacht voor luchtvaartonderhoud) en
logistiek. De ambitie is om 270 personen bij Aviolanda (o.a. bij Fokker Services) te plaatsen en 50 personen in de
logistiek bij andere bedrijven in de regio. Financiering vindt plaats via een bijdrage van het ministerie van SZW,
werkgevers, gemeenten en UWV. Het plan wordt momenteel in uitvoering gebracht en heeft een looptijd tot eind
2017.
Benutten en stimuleren van mogelijkheden om grensoverschrijdend te werken
De gemeente is actief in een bestuurlijk en ambtelijk netwerk rondom het dossier grensoverschrijdende
arbeidsmarkt, om voor ondernemers en werknemers grensoverschrijdend werken te stimuleren.
Vanuit het WSP Werkcentrum is er op dit moment al intensief contact met partners zoals VDAB, UWV (Eures) en
SVB op het gebied van grensoverschrijdende arbeid. Samen met deze partners worden, door middel van het
organiseren van workshops en job/kansenbeurzen, geïnteresseerde werkzoekenden geïnformeerd over de kansen
op de Belgische arbeidsmarkt. Dit alles om een grotere uitwisseling van werkzoekenden tussen België en Nederland
te realiseren. Om grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit nog beter te kunnen faciliteren is d.m.v. een
Interregaanvraag subsidie gevraagd aan Brussel. De gemeente Bergen op Zoom is partner bij deze aanvraag en zet
erop in om een Grensinfopunt (GIP) in Bergen op Zoom te vestigen. Dit GIP wordt onderdeel van het WSP
Werkcentrum.
Daarnaast zijn we als gemeente / WSP Brabantse Wal aangehaakt bij het 'Interprovinciaal Sectorplan
Grenzenloos Werken', dat is opgesteld om de arbeidsmarktkansen over de grens te benutten. Met dit sectorplan
geven de initiatiefnemers (waaronder de provincies Brabant en Zeeland) het werken over de grens een extra
impuls. Een gezamenlijke arbeidsmarktregio-aanpak aan beide kanten van de grens staat daarbij centraal.
Flexicurity
Speerpunt in het provinciaal economisch programma is flexicurity: een betere aansluiting van het onderwijs op de
vragen vanuit de arbeidsmarkt en inclusief werkgeverschap met aandacht voor de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt.
De Provincie streeft naar een flexicurity-arbeidsmarkt als een zelfregulerend systeem waarin werkenden en
werkgevers tot een balans komen tussen flexibiliteit en zekerheid, bijvoorbeeld door het inrichten van
mobiliteitsnetwerken en het mogelijk maken van bijzondere projecten. Voor deze flexicurity aanpak zitten betrokken
partijen – werkgevers, overheid, uitvoeringsinstanties en bedrijven - om de tafel. Sociale diensten/werkpleinen
Brabantse Wal en Hart van West Brabant werken hierin samen.
11 van 19
H4. Bedrijventerreinen
4.1 Cijfers
Bergen op Zoom telt bruto ca. 540 ha. aan bedrijventerreinen, te weten: Theodorushaven/ Noordland/ De Poort,
Lage Meren Meilust in Bergen op Zoom en Oude Molen en Wouwseweg in Halsteren.
In de gemeente Bergen op Zoom waren in 2015 9594 arbeidsplaatsen (werkzame personen) op
bedrijventerreinen. Dit betekent dat ongeveer 33% van de totale werkgelegenheid in Bergen op Zoom op
bedrijventerreinen is geconcentreerd. Bedrijventerreinen hebben dus een belangrijke werkgelegenheidsfunctie.
Circa 54% van de werkzame personen op bedrijventerreinen werkt bij bedrijven met meer dan 100 werkzame
personen. Dit terwijl deze groep bedrijven slechts 4% van de bedrijvenpopulatie op bedrijventerreinen in Bergen
op Zoom uitmaken.
Bedrijventerrein
Noordland
De Poort
Theodorushaven
De Lage Meren
Meilust
Geertuidapolder
Oude Molen
Wouwseweg
Totaal
Aantal gevestigde bedrijven Aantal werknemers
38
1951
43
625
69
2807
56
2001
127
832
60
243
130
1062
15
73
538
9594
Bron: gemeente Bergen op Zoom, Vestigingenregister 2015
Actuele stand van direct uitgeefbare kavels in Bergen op Zoom
Noordland: nog ongeveer 11 ha beschikbaar. Kavels> 5.000 m2, categorie 3, 4 en 5 bedrijven.
Oude Molen: nog ongeveer 4,1 ha beschikbaar, waarvan 1,8 ha onder contract. Kavels < 5.000 m2, enkele
grotere, categorie 2 en 3 bedrijven.
Wouwseweg: combi wonen en werken in totaal 8.166 m2 te koop. Kleinschalig, categorie 2 en 3 bedrijven.
De vraag-aanbodconfrontatie uit de Nota bedrijventerreinen 2013 wees uit dat er tot en met 2025 behoefte is aan
het ontwikkelen van minimaal één bedrijventerrein voor het kleinschalige segment (<5.000 m²) en dat mogelijk
ook de ontwikkeling van een tweede terrein noodzakelijk is. Voor grootschalige bedrijvigheid is geconstateerd
dat op korte termijn voldoende aanbod is, maar dat de (regionale) ambities rondom de topsectoren (Biobased
Economy, logistiek en maintenance), de ontwikkelingen in de logistieke sector, de spin off van de groei van de
havens van Rotterdam en Antwerpen en de mogelijke containerterminalontwikkeling op Noordland aanleiding
geven om ook in dit segment na te denken over uitbreiding van het bedrijventerreinaanbod (p.42).
Theodorushaven
De Theodorushaven in Bergen op Zoom is een industriële haven waar bulk- en containeroverslag plaatsvindt.
Als belangrijke doorgang voor het vervoer tussen de mainports Rotterdam en Antwerpen, dient de haven een
Europees belang. Door deze strategische ligging behoort de Theodorushaven tot het zogenaamde
Transeuropean Transport Network (TEN-T). Met een omzet van ruim 2 miljoen ton is de binnenhaven in Bergen
op Zoom één van de grotere in Nederland. Er is een (tijdelijke) containerterminal ingericht bij de gemeentelijke
laad- en loskade. In 2015 bedroeg de aan- en afvoer van containers 65.821 TEU8. Het aantal schepen in de
haven was 2.234.
4.2 Kansen en bedreigingen
Voorwaarden voor ontwikkeling
Bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen hebben we te maken met de volgende regelingen en afspraken:
TEU is de aanduiding voor de afmetingen van containers. Een container van 40-voet lang geldt als 2 TEU. De meest voorkomende containers, die worden gebruikt voor het
vervoer op containerschepen en op vrachtwagens, zijn 2 TEU.
8
12 van 19
-
-
Ladder voor duurzame verstedelijking. Om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren moeten overheden
nieuwe stedelijke ontwikkelingen standaard motiveren met behulp van drie opeenvolgende treden:
1. De actuele regionale behoefte moet worden aangetoond.
2. Beschreven moet worden of de behoefte kan worden voorzien in bestaand stedelijk gebied.
3. Nieuwe locaties moeten multimodaal worden ontsloten.
Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van de ladder voor duurzame verstedelijking worden
regionale afspraken gemaakt waarin de actuele regionale behoefte staat beschreven.
Regionale programmering: op basis van de provinciale Verordening Ruimte worden alleen ruimtelijke
plannen voor bedrijventerreinen aanvaard die passen bij regionale afspraken. In de Verordening
Ruimte is bepaald dat in het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) de deelnemers regionale afstemming
plegen en afspraken maken over de planologische inpassing van de aanleg van bedrijventerreinen.
Behoefteraming provincie Noord-Brabant en regionaal afsprakenkader
Eind 2014 heeft de Provincie Noord-Brabant een behoefteraming vastgesteld. Dit dient als basis om regionaal tot
afstemming komen. Momenteel wordt door de regio gewerkt aan een nieuw afsprakenkader bedrijventerreinen.
Hiermee wil de regio evenwicht realiseren op de West-Brabantse bedrijventerreinenmarkt. Het traject voor het
nieuwe afsprakenkader is vorig jaar april gestart. De situatie en veranderopgave op de West-Brabantse
bedrijventerreinenmarkt is in beeld gebracht. De komende maanden komt dit tot een concrete strategie en
afspraken.
4.3 Wat doen we / wat loopt er?
Uitvoering Nota bedrijventerreinen 2013
In 2013 is de nota integraal bedrijventerreinenbeleid door de raad vastgesteld. Deze nota wordt aan de hand van de
hierin opgenomen strategische lijnen uitgevoerd. Concreet vertaalt dit zich in activiteiten als de acquisitie, uitgifte van
kavels, accountmanagement en ontwikkeling en modernisering van bedrijventerreinen. Zie ook paragraaf 3.3.
Vraag en aanbod
De gemeente streeft naar een situatie waarbij vraag en aanbod in balans is, waarbij wordt voorzien in voldoende
ruimte voor marktdynamiek. Op de terreinen Noordland en Oude Molen is nog sprake van uitgeefbare
bedrijfskavels. In 2013 is de nota bedrijventerreinen vastgesteld, waaraan een behoefteraming van Stec ten
grondslag lag. Daaraan was een ontwikkelstrategie gekoppeld. Uitvoering van deze nota heeft inmiddels geleid tot
nadere verkenning van De Schans VI en De Ster van Lepelstraat. Ook is in de beleidsnota een verkenning van de
mogelijkheid tot planvorming voor (een deel van) de Auvergnepolder-Zuid aangekondigd, als monitoring uitwijst dat
de aanvullende ruimtebehoefte blijft bestaan.
Voor De Schans VI is een intentieovereenkomst met partijen in de maak. De verkenning voorziet op dit moment
in de invulling van een terrein voor kavels van 1500-5000 m2 met maximaal milieucategorie 3.1. Op dit moment
is er nog geen planologische procedure gestart. Het bruto plangebied inclusief beoogd water is 19 ha; netto ca
10 ha. Er is nog geen planning vastgesteld, maar realisatie kan op zijn vroegst plaatsvinden in 2017.
M.b.t. De Ster van Lepelstraat is een Ontwerp-Visie voor oordeelvorming in raad geweest. Momenteel is de
verdere ontwikkeling van de Ster afhankelijk van het standpunt dat de regio en de provincie innemen inzake de
ontwikkeling van dit logistieke en grootschalige bedrijventerrein.
De ontwikkeling van bedrijventerreinen in onze gemeente kunnen we niet los zien van de regio. Het is in het belang
van alle gemeenten dat de ontwikkeling van bedrijventerreinen bijdraagt aan versterking van de lokale en regionale
economie, waarbij concurrentie tussen gemeenten binnen de regio moet worden voorkomen. Daarom is
samenhang met de regionale strategie en afspraken van belang. Zoals hierboven geschetst, nemen wij deel aan dit
regionale proces.
Herstructurering/modernisering
Samen met Ondernemersverenigingen, Stichting Parkmanagement en eigenaren/gebruikers/investeerders wordt
aandacht besteed aan de kwaliteit en uitstraling van de bedrijventerreinen.
Het traject revitalisering De Lage Meren/Meilust (LMM) omvat een totaalaanpak voor het bedrijventerrein. Doel
is om samen met de ondernemers het bedrijventerrein te revitaliseren en duurzaam economisch
toekomstbestendig te maken. De afgelopen periode zijn er een aantal quick wins in groen en verkeer
gerealiseerd, die direct de uitstraling van het terrein ten goede komen. Voor economische versterking van het
gebied is de gemeente momenteel in overleg met de Provincie Noord-Brabant, BOM en SEGON
(duurzaamheidsconsultancy) om een pilot te starten genaamd ‘Living Lab energieneutrale bedrijventerreinen
Noord-Brabant’. Doel is om hiermee het onderscheidende vermogen, het imago en de uitstraling te verbeteren
en de energierekening van de huidige bedrijven te verlagen.
13 van 19
Daarnaast vindt als onderdeel van het plan Schelde Vesting een herstructurering plaats van (een gedeelte van) het
bedrijventerrein Geertruidapolder.
Strategische ontwikkeling haven
In lijn met de strategische visie Theodorushaven hebben we als gemeente de afgelopen periode flink geïnvesteerd
om de haven toekomstbestendig te maken. De herstructurering van de Theodorushaven fase 1 tot en met 3 van de
5 fasen is afgerond. Vanwege de groei van de containerterminal, worden voorbereidingen getroffen om deze te
verplaatsen naar Noordland. Hier kan een doorgroei plaatsvinden naar ruim 200.000 TEU.
14 van 19
H5. Bereikbaarheid
5.1 Beschrijving
Over de weg:
Met het doortrekken van de A4 bij Steenbergen ligt Bergen op Zoom direct aan de snelste verbinding tussen de
Rotterdam/Den Haag en Antwerpen/Brussel. Op deze belangrijke noord-zuidas vindt veel vrachtvervoer plaats.
Tot vorig jaar had dit verkeer uitsluitend beschikking over de A16 (E19), maar sinds de openstelling is een
verschuiving te zien in het verkeer op deze verbinding. Eind 2015 is ook het laatste stuk van de A4 geopend,
tussen Rotterdam en Den Haag. Hierdoor heeft ook internationaal wegverkeer van de Randstad naar België
een snellere route via Bergen op Zoom.
In oost-west-richting ligt Bergen op Zoom aan de A58. Deze loopt door het hart van (west)-Brabant en verbindt
Bergen op Zoom met de andere Brabantse steden en met Zeeland. Zeker in de zomerperiode is deze as een
belangrijke verbinding voor het toeristisch/recreatief verkeer.
Over water:
Het Schelde-Rijnkanaal loopt via Bergen op Zoom en is de belangrijkste binnenvaartverbinding tussen
Rotterdam en Antwerpen, maar natuurlijk ook tussen de Waal (Rijn) en de Schelde. Het Schelde-Rijnkanaal is
een van de drukste verbindingen van Nederland. Deze waterverbinding tussen Rotterdam en Antwerpen maakt
de Bergse industrie over water uitstekend bereikbaar (meer informatie over de haven: zie vorig hoofdstuk).
Over het spoor:
Bergen op Zoom ligt aan de zogenaamde Zeeuwse Lijn, de spoorlijn tussen Vlissingen en Roosendaal. Vanaf
Roosendaal loopt de verbinding verder richting Randstad (Rotterdam) of Brabant (Breda). Breda ontwikkelt zich
de komende jaren verder als belangrijke internationale knoop, door de verbinding met het nationale en
internationale hogesnelheidsnetwerk.
De spoorlijn die door Bergen op Zoom loopt wordt ook vrij intensief gebruikt voor vervoer van goederen van en
naar het haven- en industriegebied Vlissingen-Oost (Sloegebied). Het voormalige Philip Morristerrein heeft
vooralsnog een aansluiting op het spoor en is daarmee multimodaal ontsloten.
Door de lucht:
Grotere vliegvelden zoals Rotterdam The Hague Airport en Eindhoven Airport en Brussel Zaventem (ook
intercontinentaal) zijn binnen 1 uur met de auto bereikbaar vanuit Bergen op Zoom. Luchthaven Amsterdam
Schiphol ligt iets verder, maar is nog altijd ruim binnen anderhalf uur bereikbaar, ook met de trein. Voor korte
zakelijke vluchten met tweemotorige toestellen zijn Breda International Airport (voorheen vliegveld Seppe) en
vliegveld Antwerpen geschikt, beide liggen op ca. 30 autominuten.
Via de buisleiding:
Door het westelijk deel van West-Brabant loopt een grootschalige buisleidingenstraat. Deze verbindt het
Sloegebied, het Antwerpse havengebied en de Rijnmond. Bedrijven in Bergen op Zoom hebben de mogelijkheid
om gebruik te maken van deze buisleidingenstraat.
5.2 Kansen en bedreigingen
Bereikbaarheid via de weg
Met de recent doorgetrokken A4 is de verbinding met de Randstad aanzienlijk verbeterd. Bergen op Zoom ligt
hiermee direct –en als enige stad- langs de snelste snelwegverbinding tussen Rotterdam en Antwerpen. Dit
15 van 19
biedt kansen. Goede doorstroming en verkeersafwikkeling op autosnelwegen en de aansluitingen met het
onderliggende wegennet blijven aandachtspunt.
Economische doorgroei haven
Verplaatsing van de huidige containerterminal naar Noordland biedt kansen voor doorgroei van de
containerterminal naar een omslag van ruim 200.000 TEU. De verwachting is dat met de komst van de nieuwe
containerterminal het aantal vervoerskilometers over de weg afneemt en dat extra bedrijven worden aangetrokken.
De Seine-Schelde verbinding maakt het in de toekomst mogelijk om met grote schepen tussen Rotterdam,
Antwerpen en Parijs te varen. Op dit moment is de route toegankelijk voor schepen met een maximaal
laadvermogen tot 600 ton, maar als de nieuwe situatie gereed is, is de Seine-Schelde verbinding geschikt voor
schepen tot 4400 ton laadvermogen. Uiterlijk 2017 moet deze verbinding, met de officiële naam Seine Nord
Europe, klaar zijn. Met het gereedkomen zal de positie van Bergen op Zoom als binnenhaven, die tot het
europese kernnetwerk van binnenhavens behoort, worden versterkt. Met name de verbinding met Parijs en de
andere havens in het noorden van Frankrijk biedt een forse uitbreiding van het achterland dat bediend kan
worden. De ligging aan het Schelde-Rijnkanaal is en blijft een sterk voordeel van de Theodorushaven.
Spoor(veiligheid)
Het treinspoor in Bergen op Zoom loopt, zoals bij veel gemeenten, langs het centrum door de omliggende
woongebieden. De (goederen)treinen die van het spoor gebruik maken zorgen voor overlast en
veiligheidsrisico’s. Deze risico’s worden in beeld gebracht in het zogenaamde Basisnet Spoor. De risico’s en
overlast binnen de gemeente vallen nog (ruim) binnen de wettelijke marges. Dit betekent niet dat er niets
gedaan wordt. In de komende jaren worden langs bijna het gehele spoor geluidsschermen geplaatst of
vernieuwd. Ook wordt er binnen de Veiligheidsregio gekeken naar verbeteringen op het gebied van veiligheid.
De komende jaren wordt ook dit verder uitgerold.
5.3 Wat doen we / wat loopt er?
Regionale bereikbaarheid
Bereikbaarheidsvraagstukken (rijkswegen, spoor) spelen op bovenlokaal en internationaal niveau. De Regio WestBrabant heeft een Visie Goederenvervoer (2010-2030) en een Uitvoeringsprogramma multimodaliteit (2015-2020)
opgesteld. Om de bereikbaarheid op de snelwegen te kunnen monitoren en (dreigende) knelpunten tijdig te
signaleren en agenderen, is een regelmatig terugkomende knelpuntanalyse opgezet. Hiertoe participeert
Bergen op Zoom (via de Regio West-Brabant) in een projectgroep met Rijkswaterstaat en de Provincie NoordBrabant. Los van deze knelpuntanalyse wordt de ontwikkeling van het gebruik van de A4 ook gemonitord, hierbij
wordt ook met name ingezoomd op de doorstroming op knooppunt Zoomland.
Spoor
Om de overlast van het goederenvervoer via het spoor te verminderen en het gebruik van het spoor verder te
verbeteren is op lange termijn de realisatie van de zogenaamde Goederenruit Zuid-Nederland gewenst. Onderdeel
van deze goederenruit is een dedicated goederenspoor tussen Rotterdam en Antwerpen (de RoBel-lijn). Een eerste
fase hiervan zou de aanleg kunnen zijn van het ontbrekende stuk spoor tussen de haven van Antwerpen en de
Zeeuwse spoorlijn (de VeZa-boog).
16 van 19
H6. Onderwijs
6.1 Cijfers en gegevens onderwijs in Bergen op Zoom
Leerlingen, deelnemers en studenten; onderwijssoort, woonregio Bergen op Zoom9
Onderwerpen
Leerlingen/deelnemers/studenten
Perioden
2014/'15*
Regio's
Bergen op Zoom
Onderwijssoort
aantal
Totaal voortgezet onderwijs
3808
Totaal middelbaar beroepsonderwijs
1916
Hoger beroepsonderwijs
1371
Wetenschappelijk onderwijs
261
Aantallen leerlingen VO en MBO op scholen in Bergen op Zoom
Mollerlyceum
967 leerlingen
Roncalli
1230 leerlingen
't Rijks
2667 leerlingen
Gymnasium Juvenaat
415 leerlingen
Zoomvlietcollege (MBO)
680 leerlingen
Markiezaatcollege (MBO)
2179 leerlingen
Totaal
8138 leerlingen
Regionaal aanbod MBO-opleidingen ROC West-Brabant:
- Cingel College (Brood en Banket, Facilitair, Horeca, Toerisme) in Breda
CIOS in Goes
- Florijn College in Breda (Juridisch, Financieel, Marketing & Communicatie, Secretarieel,
Bedrijfsadministratie, Groothandel, Detailhandel)
- Johan Cruijff College (sport) in Roosendaal
- Kellebeek College (Zorg en Welzijn, Uiterlijke verzorging) in Roosendaal, Breda en Bergen op Zoom
- Markiezaat College (Techniek)
- Prinsentuincollege (Groenbeheer, Dierenverzorging) in Breda
- Radius College (Bouw en Infratechniek) te Breda
- Vitalis College (Mode, Uiterlijke Verzorging, Veiligheid) in Breda
- Zoomvliet College (Economie, Commercieel, ICT, Mediavormgever) te Roosendaal en
Zoomvliethotelschool en Zoomvlietstudio in Bergen op Zoom
Centrum voor Innovatief Vakmanschap Biobased
Op drie colleges van ROC West-Brabant worden specifieke Biobased Economy opleidingen aangeboden. Dit
zijn het Markiezaat College in Bergen op Zoom en het Prinsentuin College en Radius College in Breda.
In Bergen op Zoom betreft het de opleidingen Procestechniek en Maintenance.
6.2 Kansen en bedreigingen
Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt (mismatch)
Een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt begint met goed onderwijs dat jongeren de benodigde
competenties meegeeft en kennis aanbiedt om voldoende toegerust de intrede op de arbeidsmarkt te kunnen
maken. Een beroepsopleiding leidt de jongere op om in een bepaalde sector direct aan de slag te kunnen gaan.
Het is belangrijk dat onderwijs en arbeidsmarkt goed op elkaar aansluiten, zodat zowel voor jongeren als voor
werkgevers een diploma van waarde is en zodat de kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt kan worden
teruggedrongen. Een positieve ontwikkeling is dat de ROC’s zich steeds meer gaan richten op opleidingen die
direct aansluiten op de behoefte van de regio. Een voorbeeld in West-Brabant is de opleiding ‘composieten’ die
hiermee aansluit op de vraag vanuit bedrijven op Aviolanda.10
9
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 25-1-2016
10
UWV Regio in Beeld 2015, p.26
17 van 19
Versterken kennisinfrastructuur Biobased Economy met Green Chemistry Campus als basis
Een sterke kennisinfrastructuur (onderwijs- en kennisinstellingen) is een absolute voorwaarde om de nieuwe
Biobased Economy concurrerend te laten zijn op wereldschaal. Deze kennisinfrastructuur is zowel van belang
voor de grootindustrie als voor het MKB; de grootindustrie kan zorgen voor de schaalgrootte en ketenaanpak
die nodig is om op wereldschaal te kunnen concurreren, het MKB kan zorgen voor de creatieve en innovatieve
ideeën die nodig zijn om biobased doorbraken te realiseren.
6.3 Wat doen we / wat loopt er?
De gemeente geeft uitvoering aan de Onderwijsagenda die op 24 september 2015 door de gemeenteraad is
vastgesteld. De onderwijsagenda focust zich op de samenwerking tussen Ondernemers, Onderwijs en Overheid
(3 O's) om de kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt te beperken en de flexibiliteit van werknemers te
vergroten. In de onderwijsagenda wordt weergegeven waar prioriteiten zijn gelegd, welke partijen betrokken zijn
en welke acties zij ondernemen. Meer techniek in het onderwijs en het innovatiecentrum staan hierbij centraal.
De gemeente heeft een faciliterende en verbindende rol, die onder meer tot uitdrukking komt in de volgende
activiteiten:
- De gemeente stimuleert afstemming tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs, onder meer door het
organiseren van Dialoogtafels. Dit is een regulier overleg tussen de 3 O’s dat de gemeente samen met BZW en
het ROC West-Brabant organiseert. Voor de dialoogtafel zijn alle schoolbesturen van het primair onderwijs,
voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs uitgenodigd, vertegenwoordigers van de ondernemers
uit onze regio en de wethouders van de Brabantse Wal gemeenten en Tholen.
- De 3 O's maken zich sterk om de doelstellingen van het Techniekpact op lokaal niveau te vertalen; hierbij wordt
ingezet op drie actielijnen ("kiezen voor techniek", "leren in de techniek", "werken in techniek"). De rol van de
gemeente Bergen op Zoom gericht op het verbinden van de betrokkenen.
- De gemeente ondersteunt de ontwikkeling van een Innovatiecentrum. Het innovatiecentrum heeft als doel om
kennisdeling te bevorderen en beweging in het onderwijs en bedrijfsleven te stimuleren. De doelgroepen waar
het innovatiecentrum zich op richt zijn studenten, de creatieve sector en mkb- bedrijven.
- In onze regio vindt intensieve samenwerking plaats tussen bedrijven en (hoger) onderwijsinstellingen.
Illustratief is de samenwerking met de ROC’s in ons gebied op het gebied van Biobased Economy, o.a. via:
- het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CiV) Biobased Economy ROC West-Brabant
- het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE, samenwerking AVANS Hogeschool en HZ
University of Applied Science)
- diverse universiteiten en intensieve contacten met kennisinstellingen zoals TNO en VITO.
Haalbaarheidsstudies voor de vestiging van additionele kennisinstellingen in deze regio worden
thans uitgevoerd.
Nadere toelichting Centre of Expertise Biobased Economy & Centrum voor Innovatief Vakmanschap:
Het CoE BBE is een publiek-privaat samenwerkingsverband en direct verbonden aan de hogescholen Avans en
Hogeschool Zeeland. CoE’s zijn door het ministerie van OCW en EZ ingesteld om het hoger onderwijs
nadrukkelijker te koppelen aan regionaal economische speerpunten. In dit korte filmpje wordt de relatie tussen de
Biobased Economy en het onderwijs toegelicht. Het CoE helpt bedrijven in hun biobased ambities door met hen het
HBO-onderwijs te vernieuwen en toegepast onderzoek uit te voeren dat ertoe doet. Het CoE doet dit middels
activiteiten, projecten en programma’s te initiëren en draaien binnen 2 pijlers: onderwijs en onderzoek.
Op MBO-gebied is iets soortgelijks geïnitieerd, de zgn. Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV). Het CIV
Biobased Economy is in deze regio toegekend aan het ROC West Brabant, dat o.a. in Bergen op Zoom is
gevestigd. Het CIV draagt zorg voor voldoende instroom van gekwalificeerde vakmensen op MBO niveau in nauwe
samenwerking met het bedrijfsleven in de regio Zuidwest Nederland en Hogeschool Avans. Zo wordt het
gezamenlijke innovatieve vermogen en de concurrentiekracht van de Biobased Economy in onze regio versterkt.
Het CIV is een Platform ten behoeve van permanente uitwisseling van kennis en informatie over Biobased
ontwikkelingen tussen docenten van (v)mbo en hbo en de betrokken bedrijven.
Daarnaast wordt momenteel onderzocht of de kennisbasis verder kan worden versterkt met de aanwezigheid van
kennisinstellingen ECN, TNO en VITO.
18 van 19
H7. Aanbevelingen
Uw motie vraagt om een startfoto, analyse en aanbeveling van de huidige economische situatie (vanuit de door u
aangegeven invalshoeken). Met het document hebben wij u niet alleen een beeld gegeven van de situatie
(cijfers/beschrijving), maar ook aangegeven wat wij doen om duurzame economische ontwikkeling en
werkgelegenheid te stimuleren (vanuit de rol die wij als overheid hierin hebben). De belangrijkste kansen en
bedreigingen die wij hierbij signaleren, hebben wij zo volledig mogelijk geschetst. U vraagt in uw motie ook om de
uitkomsten voor te leggen aan de raad om te komen tot kaderstelling voor een lokaal uitvoeringsprogramma
economie. Gelet op het dictum van de motie, hebben onze aanbevelingen betrekking op zowel inhoud als
proces.
Inzetten op duurzame economische structuurversterking; kansen benutten
De belangrijkste aanbeveling die wij willen doen, is om maximaal te blijven inzetten op duurzame economische
structuurversterking van gemeente en regio. De focus bij de uitvoering van ons economische beleid blijft daarbij
gericht op het benutten van economische kansen.
Concreet betekent dit dat we onze inwoners en ondernemers blijven faciliteren en stimuleren om (nieuwe) banen,
geschoolde arbeidskrachten en groei en innovatie mogelijk te maken. Met als voornaamste doel: stimuleren van
duurzame werkgelegenheid. Daarbij is samenwerking met onze partners (triple helix: ondernemers, overheden en
onderwijs) cruciaal. Niet alleen binnen de regio, maar ook over lands- en provinciegrenzen heen. En met een goede
aansluiting op het rijks- en europees beleid. Acquisitie (samen met BOM/REWIN en omliggende gemeenten) heeft
daarbij de hoogste prioriteit, evenals een dienstverlenende en verbindende rol richting werkgevers en
werkzoekenden (onder meer vanuit het WSP Werkcentrum) en onderwijs. Vanwege de verwevenheid van het
economisch domein met andere terreinen, vinden wij een integrale benadering van belang. Dit maakt dan ook
onderdeel uit van onze huidige aanpak.
Kaders voor uitvoering
Onze inzet gebeurt binnen de kaders die u in het raadsprogramma en verschillende (beleids)nota’s en -visies (en
daaruit voortvloeiende uitvoeringslijnen) heeft gegeven. Deze kaders vinden wij voldoende actueel en bieden naar
onze mening voldoende houvast om adequaat te kunnen inspelen op de economische situatie, ontwikkelingen,
dynamiek en kansen. Wij willen graag met uw steun op deze ingeslagen weg verdergaan. Onze aanbeveling met
betrekking tot een eventueel vervolg is dan ook om voort te bouwen op waar we mee bezig zijn. Een nieuw integraal
uitvoeringsprogramma economie voorziet momenteel niet in een behoefte. Het heeft onze voorkeur om de
uitvoering binnen de huidige kaders voortvarend ter hand te nemen.
Dit laat onverlet dat kaders en uitvoering op onderdelen kunnen worden bijgesteld, om optimaal te kunnen inspelen
op de economische dynamiek, indien daar aanleiding toe is. Wij staan daarbij graag open voor een dialoog en voor
suggesties. Daarbij zullen we ook kijken naar studies en rapporten die handvatten kunnen bieden voor onze rol als
gemeente. Zo is onlangs is het rapport Maak Verschil van de Studiegroep Openbaar Bestuur (in opdracht van
het Ministerie van BZK) verschenen, waarin eveneens West-Brabant als sterke regio naar boven komt. Dit wordt
gerelateerd aan het bruto regionaal product dat in West-Noord-Brabant ver boven het bruto binnenlands product
van Nederland als geheel ligt (p. 19). In het rapport wordt een aantal opgaven en aanbevelingen voor het
openbaar bestuur geschetst in relatie tot de economische ontwikkelingen van regionalisering, toenemende
onzekerheid en verwevenheid.
Daarnaast zien wij een meerwaarde in een meer integrale en structurele monitoring van de economische situatie.
We verkennen de mogelijkheid om een vervolg aan de startfoto te geven in de vorm van een ‘economische
barometer’. De economische barometer van Breda is een mooi voorbeeld.
Tot slot willen wij u meegeven dat de nieuwe Omgevingswet, die in 2018 van kracht wordt, een meer integrale
benadering (Omgevingsvisie) gaat vragen. Ons advies is om bij uw afweging rond eventuele kaderstelling rekening
te houden met deze ontwikkeling, zodat er een goede aansluiting kan worden gemaakt met dit proces.
19 van 19
Download