NRC.HANDELSBLAD 'Dirigeren is toch een soort tennis' Interview Philippe Herreweghe De Vlaamse dirigent Philippe Herreweghe (67) begon in de oude muziek, maar verbreedde zijn repertoire tot en met Stravinsky. Gemene deler: helderheid en een ongeslagen tekstgevoel. Door MISCHA SPEL In de dirigentenkamer liggen twee fris gestreken witte poloshirts klaar. "Mijn werkplunje", wijst dirigent Philippe Herreweghe, terwijl hij zijn zwarte Dries van Noten-jas aan een knaapje hangt. "Waarom aile dirigenten polo's dragen? Nou, die zijn gewoon handig. Dirigeren is in veel opzichten toch ook een soort tennis." Zijn kamer heet 'loge', maar ligt aan een schemerige gang in een weinig glamoureus pand aan de 'kaaien van Antwerpen. Hier repeteert De Filharmonie - het orkest waaraan Herreweghe, een van de interessantste dirigenten van onze tijd, nu 17 jaar is verbonden als vaste dirigent. 'Chef' wil hij niet worden; dat is op dit moment Edo de Waart. ulk ben als dirigent autodidact", zegt Herreweghe, met een afwerende wuif. "De musici moeten mijn slag echt willen begrijpen." Zijn matige techniek compenseert hij met visie - en loyaliteit. "Nederland heeft veel betere orkesten dan Belgie, maar wij hebben net zo veel talent. Dat klopt toch niet? Een goede concertzaal en een goed orkest verdient Vlaanderen 66k. Dat zijn lange processen en daar vecht ik vcor. Hoewel, 'vecht'. Dat is een beschamende term. Mijn vader zat in het verzet. Dat was nobel. Ik word voor mijn strijd de laatste jaren ook wei erg goed betaald." Herreweghe - pezig maar niet tel scherpe bruine ogen, warrig grijs haar - mist de sterrenfactor van een dirigent als John Eliot Gardiner, die hij overigens 'zeer bewondert'. Maar aan zijn statuur doet dat niets af. Luister naar recente cd's als het Stabat Mater van Dvorak, de Morike Lieder van Hugo Wolf of zijn oude opnames van de oratoria van Mendelssohn. Of het nu gaat om opnames van De Filharmonie of door een van zijn eigen ensembles (zie inzetje); koor en orkest bloeien onder een extreem gedetailleerde aandacht voor de tekst. Zelfs orkestrale werken, de svrnfonieen van Brahms en Bruckner bijvoorbeeld, klinken bij Herreweghe 'vocaal'; alsof aile rnelodieen Lieder ohne Worte zijn. "Maar componisten als Brahms en Bruckner waren ook zangers", reageert hij. "De echtscheiding tussen zingen en spelen, die wil ik graag herstellen." Bekende Vlaming In Nederland is Herreweghe zeer regelmatig te beluisteren. Ais gastdirigent voor het Rotterdams Philharmonisch (deze week), bij het Concertgebouworkest (vorige maand in Bachs Matthaus), of op tournee met zijn eigen Collegium Vocale (begin juni). De agenda is vol, en in de rustiger zomermaanden is er altijd nog zijn eigen festivallet]e rondom zijn zomerhuis in Toscane, dat ook steeds omvangrijker wordt. "Zie mij als een schakeltje in het proces dat geacht wordt de klassieke muziek in stand te houden. Ik strijd ervoor dat er geld voor is, dat het Uberhaupt nog bestaat. In die zin voel ik me onderdeel van een farnilie gelijkgestemden, die zich primair voor dat doel inzetten - en niet zozeer voor hun eigen carriere en succes. Ja, als ik iets aan mezelf te prijzen vind, is het dat." In Rotterdam leidt Herreweghe vanavond naast Beethovens Negende symfonie en het Schicksalslied van Brahms het koorwerk Gegen den Krieg van Hanns Eisler. Goit, als aanstormend dirigent, hield hij tijdens een concert een speech tegen de oorlog in Vietnam. "Maar dat zou ik nu nooit meer doen", zegt hij. .Jk gruw van 'Bekende Vlamingen' die overal meningen ventileren. Tenzij Filip de Winter of andere extreem rechtse krachten in Vlaanderen echt aan de macht zou komen, dan zou ik wei stelling nemen. Maar in principe ligt mijn engagement bij het behoud van wat ze in het Frans zo mooi de musique savante noemen. Je kunt dat Westerse 'kunstmuziek' noemen, maar mij doet dat denken aan een kunstgebit. Echt goede muziek weerspiegelt, vind ik, het echte leven. Daarvoor opkomen, is wat me drijft. En ik zie daarin ook een heldere hierarchle. Ik houd van Liszt, maar zijn Faustsymfonie heb je na drie keer wei gehoord. Terwijl je Bach, Beethoven of Brahms honderd keer kunt uitvoeren. Daarvan wordt hun muziek aIleen maar interessanter." Goede muziek gaat over niets, zei u ooit. .Jk dirigeer nu vijftig jaar, en ben voordurend op zoek naar de allerbeste muziek. Maar de klassieke muziek is op een gegeven moment ingepalmd door primaire emoties; woede, jaloezie, angst, wraakzucht. De allerbeste muziek is daarvan onthecht, die is als een schimmenspel van kleuren, een wonder van architectuur - al dan niet in combinatie met tekst. In het licht van de grootheid van Bach, Beethoven, Brahms of Bruckner vind ik de opera's van Handel maar pover. Goed, het is sensuele muziek en de menselijke stem kan er zijn betoverende kracht in kwijt, maar mij verveelt het snel, Terwijl ik Beethovens Missa Solemnis nu pas begin te begrijpen." The New York Times prees pas uw analytische gaven. Souvenir van uw achtergrond als psychiater, dacht de criticus. .Dat lijkt me onzin. Maar ik ben wei analytisch. Andere dirigenten zijn soms meer impulsief. Vaak leidt dat tot prachtuitvoeringen. Maar ik kan zo niet zijn. Daarom dirigeer ik ook nauwelijks opera's. Een zeker onderbuikgevoel is daarbij essentieel, en dat Ilgt me niet. Ik ben nog net in staat Schubert te dirigeren zonder de muziek dood te analyseren, maar een analytisch genie als componist-dirigent Pierre Boulez moet je dat niet vragen, denk ik." Nog v66r uw studies muziek en geneeskunde bezocht u tien jaar een Iezuietencolleqe. Wat was daarvan de invloed? )k kijk vaak '5 nachts naar films. Laatst nog, naar Die Zweite Heimat. Van de Europese cultuur die je daarin ziet en die feitelijk bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ophield, was mijn jeugd verre een uitloper. Mijn moeder was een goed amateurpianiste, op school werd kunstonderwijs belangrijker gevonden dan de wetenschappelijke vakken. Er was jaarlijks een toneelstuk, als je zestien was, was er een jaar veel aandacht voor poezie, met zeventien voor retorica. En iedereen wilde wei een tijdlang priester worden, ikzelf 66k - al was een deel van die paters dan behoorlijk gestoord. En toch: ik ben muzikaal opgeleid aan het conservatorium, maar een groot deel van mijn muzikale vorming llgt op die school, daar ben ik in contact gekomen met oude muziek." Religieus bent u, anders dan de meeste muziek die u dirigeert, niet meer? "Nee, niet meer echt, nee. Mijn schoonmoeder in Rotterdam zingt in de Laurenskerk Bach2 cantates in een koor van gelovigen, voor een kerk vol gelovigen. De 'authenticiteit' van zulke uitvoeringen kan ook ik, als Bach-specialist niet evenaren. Gewoon omdat ik de intensiteit van die religieuze emotie niet deel. Maar de tekst van de muziek die ik dirigeer is voor mij wei essentieel. Ais ik in Parijs de Motthiius leid voor een publiek dat niet begrijpt waar die muziek over gaat, voel ik mij een prostitue. Bachs muziek is op zich natuurlijk zo sterk dat zij zelfs mooi blijft als je er het telefoonboek bij zingt. Maar zij is toch echt nog veel mooier als je haar begrijpt. Dat vergt kennis die iedereen kan verwerven, maar die niet iedereen heeft." En niet iedereen wit verwerven. .Jk weet het niet, ik heb altijd twijfels bij dat pessimisme over het publiek voor klassieke muziek. Is het echt minder? Toen ik opgroeide in Gent, waren er twee concerten per maand. Nu drie per dag. Geen wonder dat er dan per concert minder mensen komen. Er wordt nu zeker meer en beter gespeeld dan veertig jaar geleden. En wat betreft die vergrijzing; ik denk dat erbij de wereldprernlere van Mahlers Vierde ook geen twintigers in de zaal zaten. Ik ben en ik blijf een cultuuroptimist." Concerten Herreweghe: met Rot. Phil. Orkest 22, 24/5 Doelen Rdam, www.rpho.nl Met Collegium Vocale Gent (Bach, Himmelfahrts Oratorium), 7/6 Concertgebouw A/dam. Res.: (met korting) via fredluiten.nl top 5 Herreweghes mooiste cd's - volgens hemzelf Philippe Herreweghe (Gent, 1947) studeerde muziek en (op dringend verzoek van zijn vader) geneeskunde (specialisme psychiatrie). De muziek won. Met vooral zijn eigen ensembles, Collegium Vocale Gent, La Chapelle Royale en Orchestre des Champs Elysees en De Filharmonie maakte hij zo'n 150 cd's. De samenwerking met label Harmonia Mundi verruilde hij in 2010 voor zijn eigen label, PHI. In .volledlge artistieke vrijheid" verschijnen daar 5 cd's per jaar, waarvan ca. 10 duizend exemplaren per release worden verkocht. "Maar het gaat er vooral om dat je voor een opname streeft naar het hoogst haalbare, en dat daarvan een 'foto' bewaard blijft." Dit artikel is verschenen in het NRC Handelsblad van donderdag 22 mei 2014 op pagina 14 15 3 &