VoedingsadViezen na een maagoperatie

advertisement
Dietetiek
Voedingsadviezen na een
maagoperatie
Inleiding
De maag is een belangrijk orgaan. Hier wordt het voedsel opgeslagen, gemalen
en vermengd met maagzuur. Vervolgens zorgt de maag ervoor dat de voeding in
kleine porties naar de dunne darm gaat.
Bij u is de maag geheel of voor een deel verwijderd. Daardoor kunt u verschillende
klachten krijgen die te maken hebben met de voeding die u gebruikt.
In deze folder vindt u algemene voedingsadviezen na een maagoperatie. Verder
beschrijven we een aantal klachten die kunnen optreden na een maagoperatie en
de voedingsadviezen die daarbij horen. Tot slot leest u over de mogelijke gevolgen
op langere termijn. Welke soorten maagoperaties zijn er?
• Partiële maagresectie: een operatie waarbij de arts een gedeelte van de maag
weghaalt.
• Totale maagresectie: een operatie waarbij de arts de hele maag weghaalt.
• Whipple-operatie: een operatie waarbij de arts naast een deel van de maag ook
een stukje dunne darm en een deel van de alvleesklier weghaalt.
Algemene voedingsadviezen na een maagoperatie
• Neem de tijd om rustig te eten. Eet langzaam en kauw het eten goed. Slik geen
grote happen door.
• Een te grote maaltijd kan een vol, opgezet gevoel geven of pijnklachten veroorzaken. Gebruik daarom minstens zes tot acht kleine maaltijden per dag. Na een
tijd kunt u proberen om grotere maaltijden te gebruiken.
• Verspreid ook de inname van dranken over de dag. Drink niet meer dan één glas
of beker bij een hoofdmaaltijd.
• Eet op vaste tijden. De maag is nu kleiner of helemaal weggehaald. Hierdoor
kunt u minder of helemaal geen hongergevoel hebben. Als u alleen eet bij een
echt hongergevoel, dan heeft u kans om veel gewicht te verliezen.
Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft
algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
© Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011 www.jeroenboschziekenhuis.nl
(DIE-013, uitgave februari 2013)
• Valt u af? Zorg er dan voor dat u calorierijk eten en drinken neemt. Overleg met uw
diëtist over welke voedingsmiddelen u het beste kunt gebruiken. Neem liever geen
caloriearm voedsel zoals light producten, water, bouillon en zoetjes.
• Het kan voorkomen dat u na de operatie bepaalde voedingsmiddelen niet goed
verdraagt. Dit is meestal tijdelijk. Het advies is dan ook om na een tijdje voorzichtig
te proberen deze opnieuw te gebruiken. Zo houdt u uw voeding toch compleet en
afwisselend.
Welke klachten kunt u hebben bij een kleine maag/geen maag? Het dumpingsyndroom
Met het dumpingsyndroom bedoelen we klachten die ontstaan als voedsel snel van de
slokdarm naar de dunne darm wordt gestort. Het dumpingsyndroom komt vaker voor
bij patiënten waarbij de maag geheel is verwijderd. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen ‘vroege’ en ‘late’ dumpingklachten.
Wat zijn vroege dumpingsklachten?
Normaal gesproken blijft voedsel twee tot drie uur in de maag voordat het naar de
dunne darm gaat. Bij mensen zonder maag komt het voedsel na de maaltijd rechtstreeks in de dunne darm terecht . Doordat het voedsel niet of nauwelijks meer verdund wordt met het maagsap en de
maag het eten niet of nauwelijks meer kneedt en maalt, komen er grote stukken eten
terecht in de dunne darm. Het voedsel is ook veel geconcentreerder, waardoor in de
darm extra vocht wordt aangetrokken.
Dit kan klachten veroorzaken zoals misselijkheid, braken, buikkrampen en een opgezet
gevoel. Deze klachten ontstaan meestal tien tot dertig minuten na de maaltijd. Andere
verschijnselen die kunnen optreden zijn hartkloppingen, duizeligheid, zwaktegevoel,
bloeddrukdaling, diarree, zweten en neiging tot flauwvallen.
Voedingsadviezen bij vroege dumpingsklachten
• Drink minder tijdens de maaltijden. Vocht ‘spoelt’ als het ware de vaste voeding
door naar de dunne darm. Neem geen vochtrijke gerechten zoals soep. Een andere
optie is om het vocht een tijdje voor de maaltijd in te nemen.
• Ga na de maaltijd even liggen. Hierdoor gaat het voedsel minder snel naar de
darmen.
• Gebruik zo min mogelijk suiker en suikerrijke producten zoals snoep, frisdrank,
ranja, gezoete vruchtensappen, gezoete melkdranken of nagerechten.
• Gebruik zo min mogelijk melksuiker (lactose) als u hiervan klachten krijgt. Melksuiker zit vooral in melk, vla en pap. Zure melkproducten zoals kwark, yoghurt en
karnemelk geven vaak minder klachten. Het kan ook zijn dat u geen last heeft als
u dikkere vloeibare melkproducten gebruikt. Dit komt doordat deze langzamer de
maag passeren.
• Zorg ervoor dat de gerechten en dranken die u neemt niet te heet of te koud
zijn. Van heet of koud voedsel kunt u darmkrampen krijgen. Normaal gesproken
zorgt de maag ervoor dat het voedsel pas aan de darmen doorgegeven als dit op
lichaamstemperatuur is.
• Gebruik voeding die veel voedingsvezels bevat. Hierdoor gaat het voedsel minder
snel naar de darmen. Producten waar veel voedingsvezels in zitten zijn bijvoorbeeld
bruinbrood, fijn volkorenbrood, groente en fruit.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 5
Wat zijn late dumpingklachten?
Late dumpingsklachten ontstaan één tot twee uur na de maaltijd. De klachten worden
veroorzaakt door een slechte afstemming tussen de bloedsuikers en de aanmaak van
het hormoon insuline.
Normaal gesproken blijft voedsel eerst een tijdje in de maag. Als u geen maag meer
heeft, passeert het voedsel sneller de dunne darm en worden bepaalde suikers sneller
opgenomen. Daardoor stijgt de bloedsuikerspiegel (glucose) in het bloed. Als reactie hierop maakt het lichaam extra insuline aan. Het hormoon insuline vervoert de
glucose naar de cellen, waar het dient als energiebron voor het lichaam. Insuline zorgt
op haar beurt dus weer voor verlaging van het glucose(suiker)gehalte in het bloed.
Door de grote plotselinge productie van insuline blijft er te weinig glucose achter in
het bloed. Dit verschijnsel noemen we ‘hypoglycemie’ (ofwel hypo). Tijdens een hypo
kunt u klachten ervaren zoals trillen, zweten, duizeligheid, neiging tot flauwvallen,
hartkloppingen en geeuwhonger.
Voedingsadviezen bij late dumpingsklachten
• Om de klachten van de hypo tegen te gaan, kunt u druivensuiker of een glas frisdrank nemen. Dit is echter alleen toegestaan om een hypo op te heffen.
• Het gebruik van suiker (alle soorten) en suikerrijke producten wordt afgeraden.
Vermijd producten als zoet beleg, snoep, chocolade, frisdrank, ranja, gezoete vruchtensappen, zoete melkproducten en ijs.
• Zorg voor voeding met voldoende voedingsvezel. Deze producten worden langzamer verteerd. Hierdoor heeft u minder kans op het ontstaan van late dumpingsklachten. Voedingsvezelrijke producten zijn bijvoorbeeld bruinbrood, fijn volkorenbrood, groente en fruit.
Refluxklachten
Na de maagoperatie kan het zijn dat er geen afsluiting meer is tussen de slokdarm
en de maag, of dat de afsluiting niet goed meer werkt. Maagzuur en gal kunnen dan
in de slokdarm terechtkomen, wat een brandend gevoel geeft. We spreken dan van
refluxklachten.
Adviezen bij refluxklachten
• Vermijd het voedingsmiddel dat bij u problemen geeft. Dit is erg persoonlijk. Van de
volgende producten is bekend dat ze refluxklachten kunnen veroorzaken:
- alcoholische dranken
- vetrijk voedsel
- grote maaltijden
- gasvormende voedingsmiddelen zoals koolzuurhoudende dranken, ui, prei, peulvruchten, koolsoorten, nieuwe aardappelen, paprika, komkommer, onrijpe bananen,
meloen, kauwgom
- koffie, thee, chocolade, pepermunt, knoflook en dille
• Vruchtensappen en gekruide gerechten kunnen irritatie geven van de slokdarm
• Probeert u het product later voorzichtig opnieuw uit. Het kan zijn dat de problemen
van tijdelijke aard zijn.
• Zorg voor een goede stoelgang. Door verstopping krijgt u meer refluxklachten.
• Vermijd strak zittende of knellende kleding.
• Verhoog, als het nodig is, het hoofdeinde van uw bed.
• Gebruik de laatste maaltijd twee à drie uur voordat u gaat slapen.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 3 van 5
Wat zijn de gevolgen op de lange termijn?
Als uw maag geheel of gedeeltelijk is verwijderd, heeft u meer kans op een aantal
gezondheidsproblemen zoals gewichtsverlies, botontkalking en bloedarmoede.
Gewichtsverlies
Na een maagoperatie vallen de meeste mensen zes tot acht kilo af. Afhankelijk van de
soort operatie kan het gewichtsverlies soms veel groter zijn. Een gebrek aan eetlust,
afkeer van bepaalde voedingsmiddelen en niet eten uit angst voor klachten kunnen
invloed hebben op uw gewicht.
Adviezen
• Zorg dat u gevarieerd voedsel tot u neemt. Zie hiervoor de folder ‘Schijf van vijf’ van
het Voedingscentrum.
• Weeg uzelf eenmaal per week. Neem contact op met de diëtist als u meer dan drie
kilo per maand afvalt.
Botontkalking
Bij een deel van de patiënten kunnen zich na verloop van tijd verschijnselen voordoen
van botontkalking. Oorzaken hiervan kunnen zijn: gebrek aan beweging, een tekort
aan kalk (calcium) of vitamine D in de voeding.
Adviezen:
• Drink per dag twee tot drie glazen melk of neem een ander melkproduct voor
voldoende calcium. Lukt dit niet, of onvoldoende, gebruik dan een kalktablet om dit
aan te vullen.
• Gebruik margarine op uw brood. Margarine is een belangrijke bron van vitamine D.
Vitamine D bevordert de opname van kalk in het lichaam.
Bloedarmoede en verminderde weerstand
Bloedarmoede en een verminderde weerstand worden veroorzaakt doordat het
lichaam nu minder goed in staat is om bepaalde stoffen uit het voedsel op te nemen.
Het gaat hierbij vooral om ijzer, vitamine B12 en foliumzuur (vitamine B11.)
Adviezen:
• Eet voldoende vlees, vis, volkoren graanproducten en fruit. Zie hiervoor de folder
‘Schijf van vijf’ van het Voedingscentrum.
• Het kan zijn dat u vitamine B12 injecties nodig heeft. Overleg dit met uw behandelend arts.
Wilt u meer informatie?
Voedingscentrum
Het Voedingscentrum geeft een groot aantal folders uit. Er zijn voor verschillende diëten folders te krijgen met uitgebreide, praktische informatie. Een gratis overzicht met
informatie over de prijzen en de manier van bestellen kunt u aanvragen bij:
Stichting Voedingscentrum Nederland
Postbus 85700
2508 CK Den Haag
Telefoon: (070) 306 88 88 (bereikbaar op werkdagen van 9.00-17.00 uur)
www.voedingscentrum.nl
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 4 van 5
Maag Lever Darm Stichting
De Maag Lever Darm Stichting zet zich in voor de bestrijding van ziekten van het hele
spijsverteringskanaal en geeft onder andere voorlichting en steun aan patiënten. U
kunt informatie aanvragen via de Infolijn of via de website van de Maag Lever Darm
Stichting, www.mlds.nl.
Infolijn: (0900) 20 25 625 (¤ 0,20 p/m), bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 17.00
uur.
Heeft u nog vragen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met
het secretariaat van de afdeling Diëtetiek, telefoon (073) 553 20 19. Het secretariaat is bereikbaar op werkdagen van 09.00 tot 14.00 uur. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 5 van 5
Download