Weefseltransplantatie Van Waeyenberghe Pascal Inleiding Plastische Chirurgie is die tak van de Heelkunde die zich inlaat met het creëren of het herstellen van de vorm en/of de functie van aandoeningen die van congenitale, tumorale, traumatische of postnatale aard zijn. Dit in het gebied van de huid en weke weefsels van het ganse lichaam. Ze bestaat uit 2 delen: de reconstructieve en de esthetische chirurgie. In de reconstructieve chirurgie overweegt het functionele aspect, en in de esthetische chirurgie moet vooral de vorm hersteld worden, zonder de functie te schaden. 1 Welke weefsels worden getransplanteerd? 1.1 Enkelvoudige transplanten Huid Dermis (± vet) Mucosa Spier -huiddefecten -weke weefseldefecten -mucosadefecten -weke weefseldefecten -motorisch defect Pees -motorisch defect Fascia -ondersteuning weke weefsels Zenuw -motorisch defect -sensiebel defect Been -skeletdefect Periost -skeletdefect Kraakbeen -skeletdefect Perichondrium -skeletdefect Omentum -weke weefseldefect 1.2 Samengestelde transplanten Huid met fascia Huid met spier Huid met spier en bot Geïnnerveerde huidtransplanten Kraakbeen met mucosa Volle dikte transplanten van wig uit ooglid, lip, oor, enz… 2 § § § Hoe worden weefsels getransplanteerd? als een vrij transplantaat of ENT. als een gesteeld transplantaat of FLAP. als een vrij transplantaat met microsutuur der bloedvaten of VRIJE FLAP. 2.1 Wat is een ent? Een ent is een stuk weefsel dat volledig van zijn donor area wordt losgesneden en op een andere plaats van het lichaam wordt ingeplant. Het overleeft eerst door osmose en daarna door ingroei van bloedvaten. Sommige weefsels moeten snel gerevasculariseerd worden om te overleven (huid, mucosa, zenuw), andere zeer traag (been, kraakbeen). 2.2 Wat is een flap? Een flap is een stuk weefsel dat bij de transplantatie met een steel aan het lichaam verbonden blijft. Deze steel bevat arteries en venen, zodat een flap zijn eigen bloedvoorziening heeft. Wanneer voldoende bloedvaten uit de recipiërende zone zijn ingegroeid kan de originele steel eventueel worden doorgesneden. Indien de steel van de flap ook zenuwen bevat, spreekt men van een geïnnerveerde flap. 2.3 Wat is een vrije flap? Een vrije flap is een stuk weefsel met een gekende (axiale) vascularisatie (afferente arterie, efferente venen) dat volledig van zijn donor area wordt losgesneden en naar een andere plaats van het lichaam wordt getransplanteerd, waarbij de bloedvaten van de flap met microsuturen aan recipiërende arterie (s) en venen worden genaaid. 3 Huidtransplantatie 3.1 Vrije huidenten 3.1.1 De volle dikte huident (Full Thickness Graft of FTG) omvat gans het epiderm en het derm en wordt uitgesneden met een bistouri (bv. T.h.v.d. retroauriculaire streek, halsbasis of lage buikstreek). Er blijven geen cellen over die voor spontane re-epithelialisatie kunnen zorgen, zodat de donor area chirurgisch moet gesloten worden. Vandaar dat deze enten gewoonlijk eerder klein zijn. Een FTG heeft een goed doorbloede bodem nodig om aan te groeien. 3.1.1 De partiële dikte huident (Split Thickness Graft of STG) omvat het epiderm en slechts een deel van het derm. Op de donorplaats blijven genoeg epidermale cellen over die voor een spontane re-epithelialisatie zorgen zodat zeer grote enten kunnen genomen worden. Een STG groeit gemakkelijker aan dan een FTG. Een STG kan met een mesh-graft-dermatoom omgevormd worden tot een net. 3.2 Huidflappen § willekeurige (random) flappen § axiale flappen Een huidflap moet steeds zodanig ontworpen worden dat door zijn steel genoeg bloed wordt aan- en afgevoerd. Vandaar omvat een flap, naast het epiderm en het derm, ook het hypoderm met bloevaten. Axiale huidflappen omvatten huidgebieden met een gekende vascularisatie. Willekeurige flappen hebben dit niet en zijn daardoor meer onderhevig aan beperkingen qua lengte-breedte verhouding en qua maximaal toelaatbare knikking van de steel. 3.2.1 § Willekeurige flappen (nog steeds meest gebruikt) uit de onmiddellijke omgeving van een defect § schuifflap § rotatielap § transpositieflap § flap met subcutane steel § Z-plastie § § Om lineaire contractuur op te breken Vanop afstand van een defect § Springflap (jump flap) § Migratieflap (alleen historisch belang) 3.2.2 Axiale flappen Omvatten huidgebieden met een gekende vascularisatie § Voorhoofdflap op de Art. en Ven temporalis 3.3 Spierflappen (te bedekken met een huident) Twee voorwaarden: § spier die kan gemist worden § spier met axiale bevloeiing en dominante vaatsteel 3.4 Donorarea van huidtransplanten De donorarea van een STG geneest spontaan. De donararea van een FTG moet worden dichtgenaaid. De donorarea van alle soorten flappen kan ofwel primair gesloten worden ofwel met een STG bedekt worden. 3.5 Indicaties voor enten en flappen Er wordt gewoonlijk gekozen voor de eenvoudigste oplossing. Vrije huidenten (STG en FTG) vergen een goed gevasculariseerde bodem. Flappen worden gebruikt als: § het defect te weinig gevasculariseerd is om een huident te voeden; § beweegbare structuren, zoals pezen, moeten worden bedekt die niet zouden glijden onder een huident of waarop een huident niet zou aangroeien; § belangrijke zenuwen of bloedvaten bloot liggen in het defect; § het te reconstrueren defect aan druk zal blootstaan, bv. Een decubituswonde; § een caviteit moet worden bedekt, bv. Na thoraxwandresectie; § een perforerend defect moet worden hersteld, bv. Na een volle dikte resectie van een lip of een ooglid; § een meer esthetisch resultaat wordt beoogd, bv. Voorhoofdflap naar neusdefect. 4 Transplantatie van andere weefsels ENKELE VOORBEELDEN: 5 Mucosa 6 Dermis (± vet) 7 Spier 8 Pees 9 Fascia 10 Zenuw 11 Bot 12 Periost (beenvormend) 13 Kraakbeen Ent: ribkraakbeen voor oorreconstructie 14 Perichondrium Ent: ribperichondrium voor reconstructie van gewrichtsoppervlak (vingers, T.M. gewricht) 15 Omentum Vrije flap: voor schedelhuiddefecten 16 Prothetische implanten Waar mogelijk worden steeds autogene transplanten verkozen, maar in sommige gevallen moet men beroep doen op prothetische implanten. Vroeger , glas, goud, paraffine. Nu, siliconen, teflon, metaal, acryl …. 17 Weefselexpansieprothesen Een weefselexpansieprothese of "tissue expander" is een leeg silicone zakje met een vullingsventiel, dat ofwel in de prothese is ingebouwd of ermee verbonden is bij middel van een slangetje. Een weefselexpansieprothese wordt gebruikt ter voorbereiding op de resectie van een littekenzone, een alopecie of een huidletsel (bv. Naevus of hemangioom), waarvan het defect niet primair zal kunnen gesloten worden. De ganse prothese wordt leeg onder gezonde huid vlak naast het te reseceren letsel geplaatst. Door periodische percutane injectie van fysiologische zoutoplossing in het vullingsventiel, wordt de prothese progressief gevuld en rekt de overliggende huid uit. Aldus onstraat een teveel aan huid. Wanneer genoeg extra huid bekomen is, wordt de prothese verwijderd en wordt de extra huid gebruikt om over het huiddefect geschoven te worden dat onstaat na resectie van het aanpalend letsel. Om een groot defect te bedekken kunnen twee of meerder weefselexpansieprothesen gebruikt worden. Deze bestaan nu in allerlei vormen (rond, rechthoekig, hoefijzervorming) en maten (van enkele ml tot 1000 ml). De methode wordt ook gebruikt bij borstreconstructies om progressief een borstreliëf te creëren. Wanneer een voldoende volume bereikt is, worden het vullingsventiel en het verbindingsslangetje verwijder, terwijl de borstprothese ter plaatse blijft, ofwel wordt de expansieprothese vervangen door een definitieve prothese