Het bestuur van de nieuwe parochie is verantwoordelijk voor de financiën van de nieuwe parochie. a. Het vermogen van de parochie ontstaat door samenvoeging van alle vermogensbestanddelen van de voormalige parochies. b. Het bestuur werkt met een begroting, die minimaal twee maanden voorafgaand aan het boekjaar is vastgesteld en uiterlijk een maand voorafgaand aan het boekjaar ter goedkeuring is voorgelegd aan de bisschop. De goedgekeurde begroting strekt tot grondslag voor het geldelijk beheer over het komende jaar. c. Het bestuur stelt voor 1 mei de jaarrekening van het afgelopen jaar vast, ter verantwoording van het financieel beheer en legt deze ter goedkeuring voor aan de bisschop. Deze goedkeuring strekt tot decharge. d. Het verlenen van opdrachten aan, het afsluiten van contracten met en het aangaan van (financiële) verplichtingen ten opzichte van derden is voorbehouden aan het bestuur (overeenkomstig AR art.51). e. Fondsen en voorzieningen kunnen uitsluitend worden ingesteld en beheerd door het bestuur. f. Machtigingen t.b.v. uitvoeringswerkzaamheden voor groot onderhoud, restauratie en overige zaken worden door het bestuur aangevraagd bij het bisdom (overeenkomstig AR art. 53 en 54). Namens het bestuur is de penningmeester de eerstverantwoordelijke voor het beheer van en het voeren van de administratie over de financiële middelen (zie AR art. 57). 1. Voor de functie van penningmeester dient gezocht te worden naar kandidaten die alle financiële taken van een grote parochie goed kan overzien en goed kan managen. De persoon in kwestie hoeft niet per se zelf de administratie te doen, evenwel hij dient de zaak zodanig te kunnen organiseren dat een en ander op een adequate wijze wordt uitgevoerd hetzij met vrijwilligers (bij voorkeur) hetzij met betaalde krachten. De taken en bevoegdheden van de penningmeester zijn aangegeven in het Algemeen Reglement, art. 57 en kunnen als volgt worden samengevat: a. het (doen) voeren van de totale administratie: de financiële- kerkleden- en eventueel begraafplaatsadministratie middels een geautomatiseerd systeem (Navision); b. het opzetten van financiële resultatenoverzichten per kwartaal in vergelijking met de begrote cijfers en de werkelijke cijfer van vorig jaar c. het opstellen van de financiële begroting van het nieuwe boekjaar; d. het opstellen van de jaarrekening (resultatenrekening en balans); e. zorg dragen voor een verantwoord beheer van de beleggingen; f. contact met het personeel van de parochie inzake arbeidsvoorwaarden; g. contact met de externe instanties als o.m. UVW en belastingdienst; B4 FINANCIËLE RICHTLIJNEN B4 FINANCIËLE RICHTLIJNEN 3. De administratieve organisatie moet van meet af aan gedegen worden opgezet. Dit houdt onder meer in dat: a. Het bestuur opent vanaf het begin één betaalrekening op naam van de nieuwe parochie, welke door de penningmeester wordt beheerd. Het bestuur regelt volgens het Algemeen Reglement de tekenbevoegdheid bij de bank met toepassing van de volgende regels: de penningmeester is Alleen bevoegd tot het doen van betalingen tot een bedrag van € 10.000, Bevoegd samen met de (vice)voorzitter óf secretaris tot het doen van betalingen vanaf € 10.000,- maar kleiner dan € 100.000, Bevoegd samen met (vice)voorzitter én secretaris tot het doen van betalingen van € 100.000,- of hoger. b. De bestaande collecterende bankrekeningen van de ‘oude’ parochies kunnen worden gehandhaafd doch zullen door het bestuur op naam van de nieuwe parochie moeten worden gezet. Deze collecterende bankrekeningen zullen onder meer gebruikt worden voor het storten van de kerkbijdragen in het kader van de Actie Kerkbalans. De Actie Kerkbalans zal kunnen worden georganiseerd door de bestaande werkgroepen onder leiding van de fungerend penningmeester van de nieuwe parochie. Voorts zullen betreffende rekeningen ook gebruikt worden voor het overmaken van gelden ten behoeve van misintenties en andere verleende diensten. Ten slotte zullen op deze rekeningen de collectegelden gestort worden. B4 FINANCIËLE RICHTLIJNEN 2. Vanaf het begin van de nieuwe parochie moet het streven erop gericht zijn om de administraties van de ‘oude’ parochies samen te smelten tot één administratie. Hiervoor zou maximaal zes maanden de tijd kunnen worden genomen om dit voor te bereiden en te effectueren (overgangsperiode). De overgang naar één administratie vindt altijd plaats, al dan niet met terugwerkende kracht, vanaf het begin van een kalenderjaar. Hierbij kan slechts gebruik gemaakt worden van één geautomatiseerd systeem te weten de financiële module van Navision. Er is in de afgelopen jaren door de bisdommen zeer veel geld in dit systeem geïnvesteerd zodat optimaal van dit systeem gebruik moet worden gemaakt. Het systeem biedt de mogelijkheid om de ledenadministratie te voeren en ook de financiële administratie. Binnenkort zal ook de module voor begraafplaatsadministratie beschikbaar komen. De verschillende administraties worden binnen hetzelfde systeem uitgevoerd en daarbij kan meerdere keren van dezelfde basisgegevens gebruik worden gemaakt. In de financiële module kan men zowel aan de inkomstenkant als aan de uitgavenkant via de kostenplaatsmethodiek (dimensies) zicht blijven houden op het financiële reilen en zeilen van de voormalige parochies. Het grote voordeel van Navision is dat het een uniform systeem is waarbij op verschillende plaatsen kan worden ingelogd. Men hoeft op lokaal niveau geen tijd meer te besteden aan beheerszaken en de financiële gegevens kunnen digitaal aan het bisdom worden aangeleverd. 4. In de administratie zullen de inkomsten van de verschillende ‘oude’ parochies onderscheiden worden geregistreerd. Dit zal met name gebeuren met betrekking tot de kerkbijdragen (de gezins- of parochiebijdragen), de bijdragen voor speciale diensten als huwelijken en uitvaarten en de stipendia en de collecten. Het is gewenst dat de stipendia voor de kerkelijke diensten van begin af aan door het bestuur worden geharmoniseerd naar de adviestarieven voor het bisdom. Het bisdom kent geen adviestarieven voor dopen en vormen. Het is bekend dat er in veel parochies wel vergoedingen in rekening worden gebracht voor de onkosten die er mee samenhangen. Ook deze zaken zullen door het bestuur moeten worden geüniformeerd? De opbrengsten zullen worden onderscheiden voor de verschillende kerken Ook de opbrengsten van kaarsen voor de verschillende kerken zullen we blijven onderscheiden Voor zover er begraafplaatsen zijn in de parochies zullen ook de inkomsten van grafrechten van de verschillende kerkenhoven van de ‘oude’ parochies onderscheiden worden evenals de voorziening grafrechten. Bij nieuwe begravingen worden de opbrengsten uit grafrechten en vergoedingen voor onderhoudskosten toegevoegd aan de bestaande voorziening grafrechten. Elk jaar valt een evenredig gedeelte vrij ten gunste van de exploitatie (opbrengst B4 FINANCIËLE RICHTLIJNEN c. Alle overige bankrekeningen van de ‘oude’ parochies dienen door het bestuur te worden opgeheven. d. Het bestuur informeert vanaf het begin alle leveranciers dat men de facturen moet sturen naar de administratie op het adres van de nieuwe parochie (één centraal punt). Op deze plaats zullen alle facturen dienen te worden geregistreerd en ingeboekt. De autorisatie (goedkeuring voor betaling) van de facturen moet volgens de geëigende procedures worden opgezet en afgewikkeld. Dit betekent dat het mogelijk noodzakelijk is dat facturen, bijvoorbeeld betrekking hebbend op het onderhoud van een bepaalde kerk, aangeboden moeten worden ter fiattering aan een bepaalde persoon op de locatie van betreffende kerk. De facturen die door de penningmeester worden betaald dienen bij bedragen boven de € 500,- overeenkomstig AR art. 57, lid 3 steeds door minstens een ander bestuurslid voorafgaand aan de betaling te worden gefiatteerd. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren door scanning en mailing. e. Alle betalingen dienen door de nieuwe penningmeester te worden uitgevoerd. Hij kan zich in de voorbereiding van een en ander laten bijstaan door ondersteunende krachten op het administratiekantoor. Deze zullen vanuit de crediteurenadministratie in Navision kunnen aangeven welke facturen betaald moeten worden. De betaling kan dan geschieden per internet. Bij voorkeur zal men bij de administratie gebruik maken van vrijwilligers en, zo dit niet lukt, zal men wellicht gebruik moeten maken van betaalde krachten. 5. De kosten worden gevormd door drie hoofdblokken: persoonskosten, onroerendgoedkosten en overige kosten. a. Persoonskosten Om te beginnen moet worden vastgesteld welke functies in de nieuwe parochie absoluut moeten worden ingevuld. In beginsel gaan de mensen met een vast dienstverband met een parochie van rechtswege mee over naar de nieuwe parochie. Het bestuur dient nieuwe arbeidscontracten op te maken op naam van de nieuwe parochie. Het is van belang dat de vergoedingen en salariëring van de in de nieuwe parochie werkzame personen zo veel mogelijk gelijk worden getrokken conform de bisschoppelijke richtlijnen, waarbij verworven rechten in acht genomen zullen moeten worden. N.B. Het advies is om de salarisadministratie vanaf het begin uit te besteden bij SDB. Dit is het bureau waar thans reeds voor meer dan 100 parochies van ons bisdom de salarisadministratie wordt uitgevoerd. Het lijkt niet zinnig om de persoonskosten te trachten toe te rekenen aan de verschillende kerken. b. Onroerendgoedkosten Het beheer van de gebouwen zal worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het bestuurslid dat belast is met de gebouwensituatie. Op lokaal niveau kunnen een of meerdere personen met het onderhoud van de kerk worden belast. Het is gewenst om te werken met een meerjarenonderhoudsplan. De parochie kan hierbij ondersteund worden door de bouwadviseur van het bisdom. Het is zondermeer gewenst om de onroerendgoedkosten (onderhoud, energie en zakelijke lasten etc.) wel per kerk te blijven volgen. Dit is zeer goed mogelijk via het kostenplaatsensysteem zoals dat in Navision is opgenomen. Jaarlijks zal bij het opmaken van de begroting een overzicht worden gemaakt van de mogelijke uitgaven voor projectmatig geplande onderhouds- c.q. restauratiewerkzaamheden en overige investeringsaanschaffingen ten laste van de voorziening grootonderhoud. De voorziening groot onderhoud die bij de verschillende parochies is opgebouwd wordt in de administratie zichtbaar gemaakt en blijft voor vijf jaar beschikbaar voor eerder genoemde geplande uitgaven. Deze voorzieningen zullen niet meer specifiek worden B4 FINANCIËLE RICHTLIJNEN begraafplaats). De werkelijke kosten worden op de daarvoor bestemde kosten soorten geboekt. Het bestuur zal bij de oprichting van de nieuwe parochie eveneens de tarieven voor grafrechten uniformeren. Voor zover het beheer en de administratie van de begraafplaats thans is gedelegeerd aan een werkgroep begraafplaats dan kan deze werkgroep in beginsel in de nieuwe situatie haar werk op dezelfde wijze voortzetten. De groep zal rapporteren aan de fungerend penningmeester van de nieuwe parochie. 6. Voor wat betreft de balans zullen van meet af aan alle bezittingen worden samengevoegd. Het gaat dan vooral aan de debetzijde om de beleggingen, de vorderingen en de geldmiddelen. De verschillende kerken en pastorieën worden eveneens samengevoegd, doch door het aangeven van dimensies worden deze onderscheiden als aparte kostenplaatsen, dit ook in verband met het registreren van de onroerend goed kosten zoals eerder aangegeven. Voor wat betreft de beleggingen lijkt het zinvol om het vermogen dat voor langere tijd beschikbaar is, collectief te beleggen in het R.K. Beleggingsfonds van het bisdom. Dit vermogen wordt professioneel belegd waarbij de nadruk ligt op behoud van het vermogen en het realiseren van optimaal rendement. Het door de ‘oude’ parochies ingebrachte eigen vermogen kan in de administratie inzichtelijk worden gemaakt. Er is reeds aangegeven dat de bestaande voorziening groot onderhoud per kerk onderscheiden blijft worden. Ook blijven de opgebouwde voorzieningen grafrechten per begraafplaats onderscheiden en verwerkt worden. De schulden op lange termijn zoals onder meer de fundaties en de schulden op korte termijn worden samengevoegd. 7. Organisatie op locatie Om een en ander goed te laten functioneren op de diverse locaties dienen per ‘oude’ parochie de volgende zaken goed te worden geregeld: a. helder moet zijn welke groep zich bezighoudt met de Actie Kerkbalans; b. helder moet zijn welke groep zich bezighoudt met het onderhoud en de administratie van de begraafplaats, uiteraard voor zover van toepassing; FINANCIËLE RICHTLIJNEN aangevuld. Vanaf de oprichting van de nieuwe parochie zal een gemeenschappelijke voorziening groot onderhoud worden opgezet. De hoogte van het bedrag dat jaarlijks wordt toegevoegd aan de voorziening voor groot onderhoud bedraagt 0,5 tot 1,0 % van de verzekerde waarde, tenzij de werkelijk te verwachten kosten een andere toevoeging, in overleg met het bisdom te bepalen, noodzakelijk maken. Door deze werkwijze krijgt het bestuur meer ruimte om toekomstig beleid te maken met betrekking tot de gebouwensituatie. c. Overige kosten Deze bestaan uit de beheerskosten, de bisdombijdragen, de kosten eredienst (koren etc.) en de kostenpastoraal (parochiemededelingen, werkgroepen etc.). Het is niet gewenst om de eerste twee kostenposten toe te delen naar ‘oude’ parochies. Voor kosten eredienst en de kosten pastoraal kan een dergelijke toedeling vooralsnog zinvol zijn. N.B. DE KERKLEDENADMINISTRATIE GESCHIEDT IN HET PAROCHIECENTRUM CENTRAAL. DAAR WORDEN OOK DE MISINTENTIES GEREGISTREERD. B4 FINANCIËLE RICHTLIJNEN c. Helder moet zijn wie het aanspreekpunt is voor het onderhoud, voor de verwarming en voor het schoonmaken van de kerk. d. helder moet zijn welke groep zich bezighoudt met de volgende ‘kosters’taken: het openen en sluiten van de kerk; het zorgen dat de zaken gereedgemaakt worden voor de vieringen (o.m. wijn en hosties); het aanvullen van de kaarsen en eventueel het doorgeven van nieuwe bestellingen in deze; het verzamelen, tellen en afstorten van de collectegelden en contant ontvangen opbrengsten van diensten; het beheren van een ‘kleine’ kas voor acute kasuitgaven. Verzoek oprichting