docent muziek

advertisement
Adviesrapport
Accreditatie hbo bacheloropleiding
DOCENT MUZIEK
ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten
Enschede - Zwolle
Adviesrapport
Accreditatie hbo bacheloropleiding
DOCENT MUZIEK
voltijd
CROHO: 39112
ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten
Enschede - Zwolle
Hobéon® Certificering BV
Datum: december 2009
Auditteam:
G. Stoltenborg
L. Vis
A. Hensen
B. Maris
M. Rutten
K. Veekmans
S. Groote
K. Nijs
Secretaris
R. Stapert
INHOUDSOPGAVE
1.
1.1.
1.2.
1.3.
1.4.
1.5.
1.6.
1.7.
1.8.
INLEIDING
Functie van het rapport
Bereik van de beoordeling
Aanpak
Beslisregels Hobéon Certificering
Algemeen beeld van de opleiding Docent Muziek
Auditteam
Deelnemers visitatie
Programma visitatie 30 september en 01 oktober 2009
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
Facet 1.2. Niveau Bachelor
Facet 1.3. Oriëntatie HBO
Onderwerp 2: Programma
Facet 2.1. Eisen hbo
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
Facet 2.3. Samenhang programma
Facet 2.4. Studielast
Facet 2.5. Instroom
Facet 2.6. Duur
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing
Onderwerp 3: Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen hbo
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel
Onderwerp 4: Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Facet 4.2. Studiebegeleiding
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Onderwerp 6: Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
Facet 6.2. Onderwijsrendement
9
9
9
11
12
13
13
16
17
18
19
19
21
23
25
25
26
27
28
28
29
31
31
33
35
36
36
37
3.
3.1.
OORDEELSCHEMA OPLEIDING DOCENT MUZIEK
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
39
40
BIJLAGE I Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen
BIJLAGE II Programma Visitatie 30 september en 01 oktober 2009
1
1
1
1
4
5
7
8
8
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als
Visiterende Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in
paragraaf 1.2 genoemde hbo bacheloropleiding.
1.2.
Bereik van de beoordeling
ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, in casu de FaculteitMuziek, verzorgt de opleidingen Muziek,
Docent Muziek, Muziektherapie en Muziekprogrammering. Het onderhavige rapport heeft
betrekking op
ƒ
hbo bacheloropleiding Docent Muziek, voltijd
Croho nr. 39112
De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door Management Review
Docent Muziek (juli 2009). Zie voorts 1.3.3.
1.3.
Aanpak
1.3.1. Bij zijn beoordeling van de opleiding is Hobéon Certificering, i.c. het door hem geformeerde
auditteam, uitgegaan van het NVAO-“Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”.
Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een
hbo opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI
moet bepalen of de basiskwaliteit van de betreffende opleiding als voldoende kan worden
beoordeeld.
1.3.2. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de opleiding Docent Muziek geldt het
volgende:
De opleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, doelstelling en opleidingscompetenties
tenminste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en op de daaraan gerelateerde
opleidingscompetenties, zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de verwante opleidingen
enerzijds en het beroepenveld anderzijds. (Zie onder facet 1.1.: “Domeinspecifieke Eisen”).
Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vervolgens vastgesteld,
dat het in voldoende mate gespecificeerd is en ook passend is voor een opleiding Docent Muziek op
HBO-niveau.
Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 1
1.3.3. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten:
Documentanalyse
Het gaat hier om een analyse en beoordeling van de door de opleiding aangeleverde schriftelijke
informatie:
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
Management Review 2009
Visitatierapport ‘Toekomstmuziek’(2001) en ‘Conservatories in Transition’ (2004)
Besluit NVAO in het kader van Evaluatie Bestuurlijke Hantering – EBH, 2005
Programmabeschrijving;
Onderwijs- en Examenreglement – OER;
De in het kader van de interne sturingscyclus opgeleverde managementrapportages;
Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld:
onderwijsbeleid
interne organisatie;
de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende evaluaties en
verbetermaatregelen;
(visie op) ontwikkelingen in het beroepenveld;
beroeps- en opleidingsprofielen;
(validatie) eindkwalificaties;
curriculumontwikkeling en - actualisering;
didactisch concept en werkvormen;
toetsing en beoordeling;
kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid;
externe relaties / alumni;
internationalisering;
instroombeleid;
studiebegeleiding;
rendement.
De documentatie is Hobéon Certificering ter beschikking gesteld via het digitale
documentbeheersysteem DigOport van ArtEZ en via additionele schriftelijke informatie.
Op basis van deze door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een
beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleiding. Het auditteam
heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen,
kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, werkveldrelevantie, resultaatgerichtheid,
continuïteit, studenten- en docentenbelangen.
Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de opleiding op de hoogte
gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 2
Audit
De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een tweedaagse visitatie, uitgevoerd
door een auditteam waarvan deel uitmaakten vijf externe onafhankelijke deskundigen op het
gebied van Muziek, Docent Muziek en Muziektherapie1, twee studenten uit verwante opleidingen,
één lead auditor vanuit Hobéon Certificering en één auditor / onderwijsdeskundige, eveneens
vanuit Hobéon Certificering. Laatstgenoemde trad ook op als secretaris.
Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan dat het auditteam op verschillende niveaus
(management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de
in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde
uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte
informatie verifieerbaar is.
Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door hetzelfde onderwerp meerdere
malen en met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele
(tijdens de visitatie verstrekte) documentatie en -daar waar het de ruimtelijke en materiële
voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van de door het auditteam tijdens en/of onmiddellijk na de
visitatie geraadpleegde additionele documentatie:
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
overzicht van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert;
verslagen van bijeenkomsten met het werkveld;
overzicht CV’s van (gast)docenten;
netwerkoverzicht docenten;
verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten;
verslagen van docentevaluaties;
verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten;
detailbeschrijving van modules;
portfolio’s van studenten en de (schriftelijke weergave van de) beoordeling daarvan door
docenten;
afstudeerwerkstukken;
literatuurlijst.
Aldus had Hobéon Certificering voldoende instrumenten om zich op de hoogte te stellen van
doelstelling, inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de
daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen.
Hobéon Certificering heeft alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op
basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp is gegeven. Het voorliggend rapport is de
weergave van het oordeel van Hobéon Certificering met daarbij de gronden waarop dat oordeel is
gebaseerd.
1
Visitatie heeft plaatsgevonden op 30 september en 01 oktober 2009. Tijdens deze visitatie zijn ook de hbo
bacheloropleidingen Muziek (Arnhem, Enschede, Zwolle) en Muziektherapie (Enschede) beoordeeld. De
bevindingen van het auditteam m.b.t. de hbo bacheloropleidingen Muziek en Muziektherapie zijn neergelegd in
afzonderlijk rapporten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 3
1.4.
Beslisregels Hobéon Certificering
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’
scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of
‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast.
Onderwerp
A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp tenminste
‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de
overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar
is voor het facet met de score ‘onvoldoende’.
B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft
gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp
‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen
zijn.
Facet
D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam:
ƒ
uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende
regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd;
ƒ
primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
Extra aantekening
E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als
‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels:
ƒ
een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp
‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige
facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2
ƒ
een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat
onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de
overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord;
ƒ
een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat
onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
2
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de
duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen criterium, maar een
wettelijke vereiste waaraan het programma van een hbo bacheloropleiding moet voldoen, wil zij überhaupt in
aanmerking kunnen komen voor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld‘Kwaliteit personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra
aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 4
1.5.
Algemeen beeld van de opleiding Docent Muziek
De opleiding Docent Muziek
De Opleiding Docent Muziek (ODM) van het ArtEZ Conservatorium is een bachelorstudie die de
afstuderende student een ongedeeld, ongegradeerd getuigschrift oplevert. Er is één curriculum dat
op twee lesplaatsen wordt uitgevoerd: Enschede en Zwolle.
Binnen de opleiding Docent Muziek worden docenten opgeleid die binnen het onderwijs breed
inzetbaar zijn. Zo kunnen afgestudeerden zowel het vak muziek als de CKV-vakken, de Culturele
en Kunstzinnige Vorming, verzorgen en kunnen ze dat uitvoeren van het basisonderwijs tot en met
hbo en het buitenschools gebied. Na het afronden van de bachelorstudie kan de student, na
toelating, nog een masterstudie Kunsteducatie volgen. Dat kan ook binnen ArtEZ.
Visitatie 2001 - 2004
Naar aanleiding van de visitaties in 2001 en 2004 heeft er een Evaluatie Bestuurlijke Hantering
plaatsgevonden die resulteerde in de volgende aandachtspunten van de NVAO:
ƒ
Uitwerking van de opleiding Docent Muziek te Enschede en Zwolle, met als ankerpunten:
o vastleggen van de competenties
o doorwerking van de competenties in het programma
o gebruik van het digitale kwaliteitszorgsysteem DigOport.
ƒ
De zwaarte en volheid van het programma.
ƒ
Vereiste hbo niveau.
Het auditteam constateert, dat de opleiding Docent Muziek grote veranderingen en verbeteringen
heeft gerealiseerd. Er is thans
ƒ
één curriculum met keuzemogelijkheden en een substantiële vrije studieruimte;
ƒ
één OER;
ƒ
één visie op het vak en op de ontwikkeling van de student daarbinnen;
ƒ
één Werkveldcommissie en één Opleidingscommissie (OC) die het uitontwikkelen van dit alles
kritisch volgen;
ƒ
een goede standaard geformuleerd voor het musiceren binnen onze opleiding, voor de
theoretische vorming en voor het werken op hbo-niveau;
Voort is het digitale kwaliteitszorgsysteem DigOport thans volledig in gebruik.
Zie voor een nadere uitwerking: Hoofdstuk 2 ‘Bevindingen en Beoordeling’.
Algemeen beeld
Het algemeen beeld van het auditteam is, dat het hier gaat om een opleiding Docent Muziek, die
afgestudeerden aflevert die ontegenzeggelijk op bachelorniveau gekwalificeerd zijn en goed op hun
beroepsuitoefening zijn voorbereid: artistiek, ambachtelijk in het ‘vak’ en onderwijskundig in het
beroep.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 5
Oordeel per Onderwerp
Doelstellingen opleiding
Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp
is dan ook ‘voldoende’. De doelstellingen zijn, naar het oordeel van het auditteam,
werkvelddekkend zowel qua aard als qua niveau. Anders gezegd, de eisen die het werkveld
articuleert in de onderscheiden beroepsprofielen, zijn in de doelstellingen zichtbaar gemaakt als
eindkwalificaties die voorts vanuit onderwijskundige optiek vertaald zijn in opleidingsdoelstellingen
en wel zodanig concreet dat zij inderdaad richting kunnen geven aan de programmatische opbouw
en inhoud van de opleiding.
Programma
Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp
is dan ook ‘voldoende’. ArtEZ Conservatorium heeft de opleiding Docent Muziek (mede naar
aanleiding van de hierboven genoemde visitaties, maar ook als resultante van de evaluaties die het
in het kader van de interne kwaliteitszorg heeft uitgevoerd) substantieel verbeterd. Bijvoorbeeld
met betrekking tot (i) de balans tussen ‘muziek’ en ‘docentschap’, zowel in de doelstellingen als in
het programma, (ii) de aanscherping van toetsen en beoordelen, (iii) kwaliteitsborging van het
eindniveau. In dat opzicht is het programma van de opleiding Docent Muziek thans geheel in lijn
met de (eveneens vernieuwde) doelstellingen.
Inhoudelijk en in termen van competenties is het programma veeleisend. Ook in dat opzicht komt
het overeen met het hoge niveau van de doelstellingen. Iets wat ook zichtbaar wordt in de
zorgvuldige wijze van toetsen en beoordelen.
Inzet van personeel
Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp
is dan ook ‘voldoende’. De kwaliteit van het docentencorps is hoog. Wat vakkennis betreft en wat
betreft kennis van het beroepenveld (het overgrote deel van het corps is ook werkzaam in de
beroepspraktijk). Nog belangrijker evenwel is de vaststelling, dat de docenten hun (kennis en)
werkervaring actief en systematisch binnen de opleiding brengen. Dit heeft niet alleen een zeer
positief effect op het programma als zodanig, maar ook en vooral op het opleidingsproces: voor
studenten betekent interactie met docenten een interactie met ervaren beroepsbeoefenaren.
Voorzieningen
Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp
is dan ook ‘voldoende’. De huisvesting (Enschede en Zwolle) en de materiële voorzieningen zijn
ruimschoots toereikend om het programma van de opleiding Docent Muziek te realiseren. De
mediatheek is zeer wel voorzien en van hoge kwaliteit, als zelfstandige informatiebron (brede en
diepe collectie) en als toegang tot externe bronnen. De studiebegeleiding vindt gestructureerd
plaats via een scala aan voorzieningen met duidelijke doelstellingen die verband houden met
studievoortgangsbewaking & -bevordering en met het ontwikkelen van professionele competenties.
Interne kwaliteitszorg
Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp
is dan ook ‘voldoende’. Het door de opleiding Docent Muziek gehanteerde kwaliteitszorgsysteem is
goed en uitvoerig gedocumenteerd. De implementatie van het systeem vindt controleerbaar plaats
via op ArtEZ-niveau vastgelegde procedures. De opleiding Docent Muziek betrekt op systematische
wijze interne en externe partijen bij haar evaluaties. Evaluaties die aantoonbaar leiden tot
verbetermaatregelen.
Resultaten
Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp
is dan ook ‘voldoende’. De informatie vanuit het beroepenveld (werkveldcommissie, overige
experts) laat zien, dat het afnemende werkveld het gerealiseerde niveau als goed beschouwt in
relatie tot de eisen die de praktijk stelt aan de competenties van een beginnend docetn muziek.
Het auditteam heeft afstudeer’producties’ gezien en beoordeelt deze positief zowel in ambachtelijktechnisch als in professioneel (onderwijskundig) opzicht. Ook heeft het auditteam (at random) een
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 6
aantal scripties ingezien. Ook het oordeel daarover is positief. De thematiek is actueel voor de
muziekeducatie en de benadering persoonlijk en gedegen.
1.6.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld:
Panelleden
expertise
expertise
expertise
expertise
expertise
- audit
- onderwijs
- werkveld
- vak
- student
- kwaliteitzorg
Voorzitter
x
x
G.Stoltenborg
Expert
x
x
x
x
x
x
x
x
x
L. Vis
Expert
A. Hensen
Expert
B. Maris
Expert
x
x
x
M. Rutten
Expert
x
x
x
K. Veekmans
Student
x
S. Groote
Student
x
K, Nijs
Secretaris
x
x
R. Stapert
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de
voor de beoordeling van de opleiding noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met
betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende
processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke
aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein).
Hans Stoltenborg, werkt op onderwerpen als marktonderzoek (deels samen met TNS NIPO),
ontwikkeling van nieuwe opleidingen, competentiegericht leren, kwaliteitszorg en accreditatie. Ook
voert hij het projectmanagement van innovatieprojecten en is hij betrokken bij internationale
onderwijsprojecten. Zie voor beknopt CV de Bijlage.
Lucas Vis, doceert aan het Conservatorium van Amsterdam, waarvan hij van 1998 tot 2005
artistiek directeur was, orkestdirectie, evenals aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag.
Lucas Vis dirigeert met grote regelmaat de orkesten van de verschillende Duitse radiostations in
Keulen, Frankfurt, Stuttgart, München en Berlijn. Zie voor beknopt CV de Bijlage.
Ageeth Hensen, sinds 2007 voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie, heeft
een jarenlange ervaring als muziektherapeute. Bij de Dagopvang voor Ouderen te Wageningen
(1990- 19992), Bartiméushage te Doorn(1990-1995), Stichting De Driestroom te Elst (1991-2008)
en Novadic-Kentron te Breda (2009 – heden). Zie voor beknopt CV de Bijlage.
Bart Maris is at present guest-teacher at the Ghent Conservatorium, for the class of improvised
music, and jazz-trumpet. He won zamu-award best Belgium musician in 1999 and was nominated
in 2006 for the Paul Ackett-award at North-sea Jazzfestival (before named Birdtrophee). His
experience as musician and performer is extensive. Zie voor beknopt CV de bijlage.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 7
Marc Rutten, heeft grote ervaring in het onderwijs (Hogeschool Zuyd). Als tutor (faculteit Social
Studies, 1997 – 2001), stagecoördinator en -begeleider (Conservatorium, 1997-2001), docent
vakdidactiek (Conservatorium, 1997 – 2000), als docent Poppracticum en Popgeschiedenis, docent
methodiek OMB (1997 – heden), afdelingshoofd opleiding Docent Muziek, 2002 – heden),
stafmedewerker algehele besluitvorming en beleid, (2003 – heden). Zie voor beknopt CV de
Bijlage.
Katia Veekmans, is sinds 1994 verbonden als docent piano aan het Koninklijk Conservatorium
van Brussel. Tevens is zij docent piano aan de Faculteit Muziek van Utrecht en de Hogeschool
Zuyd van Maastricht. Zij zetelt regelmatig als jurylid in nationale en internationale pianowedstrijden en geeft vele internationale Master Classes voor piano in binnen- en buitenland.
Zie voor beknopt CV de Bijlage.
Sophie Groote is student Muziek (3e jaars - altviool) – Koninklijk Conservatorium Den Haag.
Kim Nijs is student Docent Muziek (3e jaars) – Codarts Hogeschool voor de Kunsten Rotterdam.
Robert Stapert is werkzaam in het kader van accreditatieonderzoeken die door Hobéon Certificering
worden uitgevoerd. Daarnaast is hij intensief betrokken bij de beoordeling van EVC aanbieders.
Ten slotte was hij tot voor kort werkzaam als interim coördinator “Interne kwaliteitszorg” bij twee
hogescholen die buiten de accreditatieonderzoeken van Hobéon Certificering vallen.
Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
1.7.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de
verschillende geledingen van de opleiding: management, coördinatoren, docenten, studenten en
staf.
Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.8.
Programma visitatie 30 september en 01 oktober 2009
Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 8
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen opleiding
Drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie hbo.
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
Criterium
Het facet ‘Domeinspecifieke eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse)
vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het
betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)?
Oordeel: goed
Inleiding
Tijdens het natraject van de Visitatie uit 2000 werd de opleiding meerdere malen bezocht, de
laatste keer in oktober 2005 door een panel van het NVAO. Daarin werd door het panel nogmaals
aandacht gevraagd voor het speelpeil binnen de opleiding en het werken op HBO-niveau.
Ten opzichte van het laatste bezoek constateert het auditteam grote veranderingen binnen de
opleiding:
ƒ
er is thans één curriculum (voor Enschede en Zwolle) met keuzemogelijkheden en een flinke
vrije studieruimte, één OER, één visie op het vak en de ontwikkeling van de student
daarbinnen;
ƒ
er is thans één Werkveldcommissie en één Opleidingscommissie (OC);
ƒ
er is een goede standaard geformuleerd voor het musiceren binnen de opleiding, voor de
theoretische vorming en voor het werken op hbo-niveau.
Domeinspecifieke eisen
Het KVDO, het netwerk van kunstvakdocentenopleidingen, een werkgroep van de HBO-raad, heeft
het beroepsprofiel door landelijke groepen van de verschillende docentenopleidingen laten
uitwerken tot competentiesets. Deze competentiesets werden in 2003, wederom na een
werkveldraadpleging, door de HBO-raad vastgesteld en gepubliceerd. In de werkgroep van de
Opleiding Docent Muziek zaten twee leden van de ArtEZ opleiding. Vanaf de publicatie is deze set
het uitgangspunt van de opleiding.
Actualisering
In augustus 2006 trad de wet BIO, de wet op de beroepen in het onderwijs, in werking. Deze regelt
met name de vaststelling van bekwaamheidseisen voor onderwijsgevenden en voor
onderwijsgerelateerde werkzaamheden van ander personeel in de sectoren primair onderwijs,
voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs en educatie. Kort daarvoor was de competentieset van
de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) gepubliceerd, een set bekwaamheidseisen waaraan alle
leraren volgens hen moeten voldoen. Deze SBL-set is gekoppeld aan een kennisdomein, een
beschrijving van de kennisbasis van het gehele docentschap en een beschrijving per opleiding.
Het KVDO zal, als ‘eigenaar’ van de competentiesets voor de docentenopleidingen in de
kunstvakken, mede in het kader van het regulier bijwerken van eigen set, hopelijk binnen niet al te
lange tijd de ontwikkeling van een nieuwe set kunnen afronden. De ontwikkelingen rond de wet
BIO en de SBL vormen de nieuwe grondslag voor de eigen competentieset, een set compleet met
een Kennisdomein.
Zoals de plannen nu zijn komt er een algemeen gedeelte voor alle docentenopleidingen in de
kunstvakken en een vakspecifiek gedeelte per opleiding. Het O2DM, het Opleidersoverleg Docent
Muziek, waarin alle hoofden/coördinatoren van deze opleiding uit heel Nederland zitting hebben, zal
een belangrijke rol spelen bij die vakspecifieke invulling van de competentieset en het daaraan
gekoppelde kennisdomein. De competentieset (KVDO) en de SBL competenties vormen de
uitgangspunten voor de doelstellingen van de opleiding:
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 9
Doelstellingen
1. Creërend vermogen: de beginnende docent maakt muziek en muzikale producten die
voortkomen uit het volgen van een eigen artistieke visie en stelt het creatieve proces in dienst van
het docentschap
2. Ambachtelijk vermogen: de beginnende docent bezit het vermogen een breed scala aan
instrumentele vaardigheden en ambachtelijke kennis efficiënt en effectief toe te passen
3. (kunst)Pedagogisch vermogen: De beginnende docent bezit het vermogen een veilige en
stimulerende leeromgeving te scheppen voor leerlingen/cursisten
4. Didactisch vermogen: de beginnende docent bezit het vermogen (kunst)onderwijs te initiëren,
ontwerpen, verzorgen en evalueren vanuit een (kunst)pedagogische visie
5. Operationaliserend vermogen: de beginnende docent bezit het vermogen voor zichzelf en
anderen een inspirerende en functionele onderwijssituatie op te zetten en in stand te houden
6. Vermogen tot samenwerking: de beginnende docent bezit het vermogen vanuit de eigen
expertise samen met anderen een bijdrage te leveren aan muziek-, kunst-, en cultuuronderwijs
7. Communicatief vermogen: de beginnende docent bezit het vermogen zijn of haar visie en
handelen zowel mondeling als schriftelijk effectief en efficiënt te communiceren, af te stemmen en
te verantwoorden.
8. Reflectief vermogen: de beginnende docent bezit het vermogen het eigen (kunst)pedagogisch en
artistieke handelen te beschouwen, analyseren, duiden en beoordelen.
9. Vermogen tot groei en vernieuwing: de beginnende docent bezit het vermogen zijn of haar
docentschap verder te ontwikkelen en te vernieuwen
10. Omgevingsgerichtheid: de beginnende docent bezit het vermogen relevante omgevingsfactoren
in de samenleving te signaleren en gebruikt deze bij zijn of haar werkzaamheden als docent
De opleiding heeft elk van deze 10 competenties gespecificeerd naar concrete gedragsindicatoren.
Bij wijze van voorbeeld volgt hier de specificatie van competentie 4 (Didactisch vermogen):
4a formuleert doelen voor leerplannen, lessen en andere leersituaties uitgaande van de
eindtermen c.q. doelen gehanteerd door de betreffende school of instelling
4b hanteert bewust en doelgericht diverse methoden en werkwijzen, bij het ontwikkelen van
verschillende vaardigheden van de leerlingen/cursisten op het gebied van de muziek: musiceren
en presenteren/de keuze en het gebruik van muzikale (vormgevings)middelen/reflecteren op
het eigen werk en dat van anderen/luisteren en analyseren/muziek beschouwen):
4c stimuleert een (inter)culturele belangstelling
4d positioneert muziek binnen het geheel van leeractiviteiten
4e draagt bij aan realisering en ontwikkeling van (vak)didactiek binnen het team/de organisatie
4f adviseert en begeleidt bij culturele activiteiten, het samenstellen van een kunstdossier
(kunstmentoraat) en draagt bij tot inzicht in de diverse kunstdisciplines en de samenhang
daartussen )
4g toetst de studievoortgang, beoordeelt op verantwoorde wijze het werk (leerresultaat) van
leerlingen/cursisten
4h draagt zorg voor een krachtige, inspirerende leeromgeving.
Profilering
Bij de uitwerking van deze competentieset heeft de opleiding de volgende zwaartepunten
aangebracht: (i) Kunstzinnig handelen, (ii) Kunstpedagogische samenhang, (iii) Interdisciplinair
werken, (iv) Orthopedagogische basis muziekdocentschap, (v) Culturele ondernemendheid.
Samenvattend
De doelstellingen reflecteren de eisen van het beroepenveld, worden periodiek geëvalueerd /
geactualiseerd en zijn zodanig concreet dat zij inderdaad richtinggevend kunnen zijn voor het
programma. Positief vindt het auditteam voorts, dat de opleiding Docent Muziek in haar
doelstellingen geen holle internationale frasen heeft opgenomen. Dat strookt ook met de algemene
(afdelingsoverschrijdende) ambities van de faculteit Muziek: professionals opleiden die een
belangrijke impuls kunnen geven aan de muziekeducatie in Nederland. Anders gezegd, de
doelstellingen zijn werkveld relevant, onderwijskundig verantwoord en geloofwaardig. Reden voor
het auditteam dit facet als ‘goed’ te kwalificeren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 10
Facet 1.2. Niveau Bachelor
Criterium
Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal
geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor?
Oordeel: goed
Eindkwalificaties heeft de opleiding gekoppeld aan de Dublin Descriptoren en wel als volgt:
1. Creërend vermogen
Kennis van en
Kennis en inzicht Oordeels-
Commu-
Leervaar-
inzicht in
en professionele vorming
nicatie
digheden
vakgebied/
benadering/
handboeken en
verdiepen
de laatste
argumentaties
ontwikkelingen
en oplossen
vakgebied
problemen
X
X
2. Ambachtelijke vermogen
X
X
X
3. (Kunst)Pedagogisch vermogen
X
X
X
X
X
X
4. Didactisch vermogen
X
X
X
X
X
5. Operationaliserend vermogen
X
X
X
X
6. Vermogen tot samenwerking
X
X
7. Communicatief vermogen
X
8. Reflectief vermogen
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
9. Vermogen tot groei en
vernieuwing
10. Omgevingsgerichtheid
X
X
X
X
Samenvattend
De hierboven beschreven dimensies die de H van de hbo-opleiding markeren, zijn overigens reeds
in de onder facet 1.1 gepresenteerde eindkwalificaties zichtbaar. Anders gezegd, analyse van de
eindkwalificaties van de opleiding laat zien, dat zij qua bereik en complexiteit volledig in
overeenstemming zijn met het bereik en de complexiteit waarnaar de Dublin Descriptoren
verwijzen. Iets wat vervolgens, zie bij Onderwerp 2, in de programmering van de opleiding wordt
geoperationaliseerd. Een kwalificatie ‘goed’ is dan ook op zijn plaats.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 11
Facet 1.3. Oriëntatie HBO
Criteria
Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria:
ƒ
Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in
samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of
beroepscompetenties?
ƒ
Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend
beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen
waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is?
Oordeel: goed
“Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds.
Hoger Onderwijs
1.3.1. Het beroepsprofiel en de daarmee samenhangende beroepscompetenties van de opleiding
beschrijven een hoog niveau van beroepsuitoefening (zie onder facet 1.1.) en sluiten aantoonbaar
aan (zie onder facet 1.2.) bij de beschrijving van het bachelor niveau in de Dublin Descriptoren.
Daarmee is aangegeven dat de opleiding gerekend kan worden tot het hoger onderwijs. Het
auditteam beoordeelde facet 1.2. reeds als goed.
De opleiding heeft de Dublin Descriptoren rechtstreeks in verband gebracht met het programma en
met de daarin gehanteerde werkvormen. In de programmabeschrijving wordt dit verband expliciet
en inzichtelijk gemaakt. Op deze wijze heeft de opleiding de dimensie hoger onderwijs aantoonbaar
in haar programma verankerd.
Beroepsonderwijs
1.3.2. De competenties van de opleiding zijn geformuleerd in termen van beroepscompetenties die
aantoonbaar (zie 1.1) in samenspraak met het beroepenveld zijn opgesteld en door dat
beroepenveld (ook internationaal) zijn gevalideerd. Daarmee is op het niveau van
opleidingsdoelstellingen de oriëntatie op het werkveld geborgd. Anders gezegd: de opleiding is een
beroepsopleiding. Het auditteam beoordeelde facet 1.1. reeds als goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 12
Onderwerp 2: Programma
Acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma;
4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en
toetsing.
Facet 2.1. Eisen hbo
Criteria
Het facet ‘Eisen hbo’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria:
ƒ
Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de
beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk
en/of (toegepast) onderzoek?
ƒ
Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het
vakgebied / de discipline?
ƒ
Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het
aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk?
Oordeel: goed
Inleiding
Binnen de docentenopleidingen van kunstvakken is er de afspraak om binnen het curriculum 50 %
aan de eigen discipline, het vak (in dit geval muziek), en 50 % aan het docentschap te besteden.
Om binnen deze verdeling de student een eigen profilering te laten maken is er het systeem van
keuzevakken dat later zal worden toegelicht. Een groot verschil met de opleiding Muziek is dat de
Opleiding Docent Muziek, samen met de opleiding Muziektherapie, niet met verplichte minoren
werkt. Wel kent het programma afstudeerprofileringen. Het curriculum omvat vier clusters van
vakken (i) Methodiek-didactiek, (ii) Musiceervakken, (iii) Theoretische vorming en (iv) Overige
vakken. Wezenlijk onderdeel van de opleiding zijn de (12) projecten.
Methodiek - didactiek
Het onderwijs is zo ingericht dat studenten gedurende de eerste drie jaar vier projecten van een
kwartiel, 8-9 weken, uitvoeren. Deze worden ondersteund door de musiceervakken, de
theoretische vorming en de overige vakken.
Musiceervakken
Hoofdinstrument, zang, koor, pianogroep, slagtechniek, ensemble leiding, pop ensemble,
improvisatie.
Theoretische vorming
Muziekgeschiedenis (klassiek, 20e / 21e eeuw), Popgeschiedenis, Niet-Westerse muziek,
Homofonie, polyfonie, arrangeren.
Overige vakken
Cultuurreizen, studium generale, musiconomie, digitale technieken.
Eisen hbo
Interactie met het werkveld
1. Stages
ƒ
In alle projecten van jaar een tot en met drie worden de praktijkkritische opdrachten
uitgevoerd in de schoolpraktijk.
ƒ
De studenten zijn in de schoolpraktijk meestal 8-9 weken bezig, waarbij de eerste (twee)
meestal met hospiteren. In deze drie jaar zijn er 4 projecten in het basisonderwijs, 1 in het
speciaal en 5 projecten in het voortgezet onderwijs.
ƒ
Meestal zijn de stages in duo’s, soms in iets grotere groepen.
ƒ
In al deze jaren is er ook nog een stageweek in telkens januari.
ƒ
In het vierde jaar is er een grote stage van een semester waarin de studenten met CKV en
Kunst Muziek of Kunstvakken II werken. Daarna zijn er de specialisatiestage, verbonden aan
de scriptie of het essay en in Zwolle de stage waarin de muziekproductie wordt gemaakt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 13
2. Het werkveld in de opleiding
ƒ
Mentoren worden betrokken bij de beoordelingen van muziekproducties, scripties/essays en
colloquia.
ƒ
Mentoren zijn gastdocent, bijvoorbeeld bij de cursus OPMD, orthopedagogisch muziekdocent en
binnen enkel projecten.
ƒ
Tijdens de mentorenmiddagen die op beide locaties en ook binnen de Interfaculteit
plaatsvinden wisselt de opleiding met de stagebegeleiders ervaringen en ideeën wat betreft de
kwaliteit van het onderwijs uit.
ƒ
Een aantal mentoren hebben zitting in de werkveldcommissie.
3. De opleiding in de praktijk
Vanuit de opleiding zijn er sterke banden met de relevante organisaties en instellingen:
Lokaal: zowel in Enschede als Zwolle zijn leden van het hoofdvakteam betrokken bij de plaatselijke
overleggen en hebben ze contacten met de plaatselijke instellingen voor kunst en cultuur. In
Enschede zijn die contacten zeer intensief, waardoor de opleiding de bijzondere serie CKVprojecten kan uitvoeren.
Regionaal: er zijn contacten met KCO, Edu-Art en Introdans; de contacten met het orkest de
ereprijs zijn intensief omdat derde- en vierdejaars studenten kunnen participeren in hun
compositieproject. Dat lever ieder jaar ook gastdocentschappen van een van de leiders van dit
ensemble op.
Nationaal:
ƒ
KVDO: namens ArtEZ neemt het hoofd van de opleiding deel aan deze overleggen;
ƒ
O2DM: het hoofd van de opleiding is samen met de collega uit Maastricht de initiatiefnemer
van dit landelijk overleg van de opleiding docent muziek. Zij zijn samen voorzitter en
secretaris. Binnen dit platform vindt een open collegiale uitwisseling van ontwikkelingen,
ideeën en standpunten over het vakgebied plaats. Dit overleg organiseert ook seminars die als
deskundigheidsbevordering voor de teams van de verschillende opleidingen docent muziek kan
worden beschouwd. Binnen deze groep wordt ook voorbereid dat de komende jaren een serie
internationale gastdocenten de opleidingen komt bezoeken.
ƒ
De vakverenigingen VLS en Gehrels. In de afgelopen jaren zijn er door het ArtEZ
conservatorium verscheidene landelijke studiedagen voor en met deze organisaties gemaakt.
Een landelijke studiedag voor Gehrels in 2007 in Zwolle en een voor Nederland en Vlaanderen
waaraan zowel Gehrels als de VLS deelnamen op 1 november 2008 in Enschede. Ieder jaar
verzorgt de VLS op beide locaties een voorlichtingsdag in het kader van de
beroepsvoorbereiding.
ƒ
SLO en Cultuurnetwerk: Sleutelfiguren uit deze organisaties hebben zitting in de
Werkveldcommissie.
ƒ
NMP, Netwerk Muziekdocenten Pabo: doordat een van de locatiecoördinatoren jarenlang
voorzitter is geweest van deze organisatie zijn de contacten nog steeds heel goed.
ƒ
Pyramide: een van de hoofdvakdocenten is de eindredacteur van dit blad van de
Gehrelsvereniging
ƒ
Verscheidene hoofdvakdocenten en andere personeelsleden hebben uitgebreide professionele
netwerken op het gebied van de muziekpedagogiek, het componeren en kunst en cultuur. Door
die contacten komen bijvoorbeeld Henk Schut en Adriaan Luteijn naar de
improvisatie/samenspeelweek in oktober 2009 en geeft Maria Speth gastlessen.
Internationaal
ƒ
Diezelfde docenten hebben de genoemde netwerken ook op internationaal niveau. Daardoor
komt bijvoorbeeld ook Paul Griffiths naar de improvisatie/samenspeelweek en hopelijk Jorge
Antunes, de nestor van het moderne Braziliaanse componeren, naar het project Brasileiro dat
tussen april en juni 2010 in Enschede en Zwolle plaatsvindt.
ƒ
Binnen O2DM wordt gezamenlijk gewerkt aan een beleid waarbij in de komende jaren een serie
internationale gastdocenten de opleidingen bezoekt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 14
Samenvattend
Het auditteam constateert, dat interactie met het beroepenveld een wezenlijk onderdeel is van het
programma. Studenten participeren in reële beroepssituaties (stages, muziekproducties, externe
projecten), docenten zijn actief in het beroepenveld en brengen hun ervaring (en hun netwerk)
binnen de opleiding. Deze beide elementen ‘dragen’ en sturen de opleiding. Reden voor het
auditteam dit facet als ‘goed’ te kwalificeren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 15
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
Criteria
Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de
volgende NVAO-criteria:
ƒ
Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau,
oriëntatie en domeinspecifieke eisen?
ƒ
Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het
programma?
ƒ
Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde
eindkwalificaties te bereiken?
Oordeel: goed
Uit de voorhanden documentatie (matrix waarin de relatie tussen eindkwalificaties en doelen is
zorgvuldig en concreet is weergegeven) heeft het auditteam zich op gedetailleerd niveau een beeld
kunnen vormen over doelen en inhoud van de opleiding. Duidelijk is, dat de opleiding leerdoelen
heeft geformuleerd die telkens herkenbaar aansluiten bij de respectieve opleidingskwalificaties
(eindcompetenties) dat zij die leerdoelen per studiejaar en per programmaonderdeel op een
transparante wijze heeft uitgewerkt. Transparant voor de studenten, maar ook in die zin, dat zij
richtinggevend zijn voor de wijze waarop de opleiding haar studenten toetst. Ook de
zwaartepunten (zie facet 1.1.) zijn expliciet en op voorbeeldige wijze in de leerdoelen verwerkt.
De opleiding heeft op deze wijze kunnen aantonen, dat alle leerdoelen binnen het programma
traceerbaar zijn richting competenties. Tevens heeft de opleiding de competenties, werkvormen en
inhoud aan elkaar gerelateerd.
De vormgeving van de programmaonderdelen gaat uit van een leeromgeving waarin het leerproces
van de student centraal staat en waarbij hij de door hem verworven kennis dient te activeren, wil
de student de opdrachten met succes kunnen uitvoeren. Onderdeel van het leerproces is tevens
zelfreflectie en zelfregulatie die de student inzicht geven in zijn eigen leerproces en leerstijl.
Inhoud en vormgeving van de afzonderlijke programmaonderdelen bieden de student de
gelegenheid om de vereiste competenties en doelstellingen te verwerven, de wijze waarop
vervolgens de programmaonderdelen in een in complexiteit opklimmende reeks in het totale
programma zijn gepositioneerd, maakt het de student mogelijk de competenties en de hiervan
afgeleide doelstellingen te verwerven.
Samenvattend
Het beeld is duidelijk: het programma is een voortreffelijke en zeer transparante concretisering van
de eindkwalificaties, en de successieve leerdoelen zijn aantoonbaar afgeleid van die
eindkwalificaties. In die zin heeft de opleiding sinds de vorige visitaties een bijzonder grote
verbeterslag gemaakt. Het auditteam kwalificeert dit facet dan ook als ‘goed’.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 16
Facet 2.3. Samenhang programma
Criterium
Het facet ‘Samenhang programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend?
Oordeel: goed
De samenhang binnen het programma van de opleiding Docent Muziek wordt bereikt door:
ƒ
het inzetten van het projectonderwijs in het cluster methodiek-didactiek. Hier worden via
praktijkkritische opdrachten stages direct aan de inhoud van het kennisdomein en de te
ontwikkelen vaardigheden gekoppeld. Zo is bijvoorbeeld de opdracht uit 10e project om voor
een bepaalde doelgroep een kleine leergang componeren/improviseren uit te laten monden in
een presentatie direct gekoppeld aan een blok literatuur over componeren en improviseren.
Tijdens deze projecten ontwikkelen studenten kennis en vaardigheden in een stijgende lijn tot
ze bij het 12e project het niveau hebben en de complexiteit van de projecten dusdanig is dat dit
samen rechtvaardigt dat de student tot de afstudeerfase kan worden toegelaten;
ƒ
vaardigheden in het projectonderwijs te ontwikkelen in de clusters
musiceervakken, theoretische vorming en overige vakken waarin een programma aangeboden
dat hier ondersteunend aan is. Hier is de student met name bezig met de vorming tot muzikant
en dit levert op dat studenten ook op muzikaal gebied op een steeds hoger en complexer
niveau kunnen gaan werken;
ƒ
de groeiende mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid waarmee de studenten in de
loop van het programma kunnen gaan werken;
ƒ
de groeiende hoeveelheid keuzemogelijkheden, die in het examenjaar culmineren in een bijna
zelf samengesteld activiteitenpakket dat in overleg met de mentor/studieloopbaanbegeleider
wordt vastgelegd. Daardoor voegen de studenten zelf samenhang en een eigen profilering aan
de studie toe;
ƒ
aan het einde van het examenjaar twee onderdelen te positioneren waarbij de student op een
eigen wijze tonen over alle competenties te beschikken.
Samenvattend
Naar het oordeel van het auditteam is de relatie tussen de leerdoelen van de
programmaonderdelen (en daarbinnen van projecten en/of opdrachten) helder en logisch. Voorts
maakt de concentrische opbouw (leerdoelen en opdrachten worden telkens complexer of ruimer)
de verticale samenhang tussen de onderscheiden programmaonderdelen manifest.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 17
Facet 2.4. Studielast
Criterium
Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat
programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden
weggenomen?
Oordeel: voldoende
Binnen de Opleiding Docent Muziek is de totale studielast van 240 ec’s evenwichtig gespreid over 8
semesters van ieder 30 ec’s. Voor ieder onderdeel, zo constateert het auditteam is de
studiebelasting exact berekend.
De afsluitingen en herkansingen binnen het cluster Methodiek-didactiek vinden vier maal per jaar
plaats, binnen de andere onderdelen ieder semester. De studielast wordt aan het begin van een
periode bij ieder vak besproken. De mentorgesprekken binnen de propedeuse staan regelmatig in
het teken van het werken met de studielast en de planning daarvan door de student.
Binnen de opleiding is de studielast door de breedte en diepte van het programma en de daarmee
samenhangende druk van de vele verschillende onderdelen groot. Om die reden wordt deze druk
nauwlettend door het coördinatieteam samen met de studenten gevolgd en besproken. Dat gebeurt
tijdens jaargroepgesprekken en vergaderingen van de Opleidingcommissie (OC). Bij de
curriculumenquête zijn de vragen daarover een belangrijk en steeds terugkerend onderdeel. Al
deze gegevens worden gebruikt bij het vaststellen en bijstellen van het nieuwe curriculum.
Na twee jaar met onderdelen van het nieuwe curriculum te hebben gewerkt heeft een werkgroep
uit de OC in november 2008 een voorstel voor een herziening van met name het eerste studiejaar
ingediend. De daaruit voortvloeiende aanpassingen worden in het hogeschooljaar 2009-2010
doorgevoerd.
Samenvattend
Ook het auditteam is van mening, dat het programma over het algemeen eerder zwaarder dan
lichter is dan de aangegeven studielast in uren. Het effect daarvan wordt nog versterkt doordat
studenten sterk de neiging hebben meer te doen dan in het programma is opgenomen. Bovendien
-en dat is kenmerkend voor kunstopleidingen - is het merendeel van de studenten zeer betrokken
en ambitieus. Iets wat zij overigens in de beroepspraktijk, willen zij zich kunnen handhaven, ook
moeten zijn. Kortom het begrip ‘studielast’ heeft voor de opleidingen een zeer specifieke lading. De
last is hoog en studenten accepteren dat. Het is dan ook aan de opleidingen studenten op gezette
tijden enigszins af te remmen. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding dat op
verantwoorde wijze doet.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 18
Facet 2.5. Instroom
Criterium
Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende
studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of
daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek?
Oordeel: voldoende
Procedure
De procedure van het toelatingsexamen kent twee onderdelen:
ƒ
Een praktijktoets met daarin vocaal en instrumentaal musiceren en een gesprek. De kandidaat
presenteert zich muzikaal zo breed en goed mogelijk met 4 liederen en 4 speelstukken op het
hoofdinstrument in verschillende stijlen. De kandidaat kan ook eventueel zelfgeschreven
stukken kan laten horen. In het gesprek wordt aangesloten bij zijn ervaringen en eigen ideeën
over de muziek- en CKV-docent.
ƒ
Een muziektheoretische toets, een digitale test algemene muziekleer en gehoor.
ƒ
De examencommissie stelt vast of de kandidaat toelaatbaar is, waarna de locatiedirecteur
besluit of de kandidaat daadwerkelijk wordt toegelaten.
Criteria
Kandidaten moeten voldoen aan de volgende toelatingseisen:
ƒ
een afgeronde opleiding op HAVO-, VWO- of MBO-4-niveau of, voor kandidaten met een
gelijkwaardig diploma;
ƒ
voldoen aan de eisen van het toelatingsexamen voor de Opleiding Docent Muziek bij ArtEZ:
1. musiceren: voldoende muzikale overtuigingskracht, technische beheersing, zuiverheid,
ritmiek/timing, dispositie (houding, adem, beweging), presentatie, ontwikkelbaarheid bezitten
om in drie jaar op het niveau van een propedeusestudent van het hoofdvak te spelen en
daarbij meerdere genres of stijlen spelen, eventueel zelfgeschreven muziek.
2. overdrachtsvaardigheden: sociaalcommunicatieve eigenschappen en latent aanwezige
muziekpedagogische inzichten/belangstelling.
3. blijk geven van brede belangstelling voor en affiniteit met muziek, kunst, cultuur en
onderwijs.
4. muziektheorie: kennis van de algemene muziekleer, vaardigheden en
ontwikkelingsmogelijkheden van het muzikaal gehoor.
Samenstelling toelatingscommissie
De toelatingscommissie bestaat minimaal uit vier personen: twee personen uit het cluster
Methodiek-didactiek en twee van de musiceervakken: een vocale en een instrumentale docent.
Samenvattend
Het auditteam kwalificeert het facet ‘Instroom’ als voldoende op grond van de hierboven
beschreven bevindingen, die het auditteam hier kort samenvat: De opleiding besteedt zorg aan het
beoordelen van het kwalificatieniveau van studenten die in aanmerking willen komen voor de
opleiding Docent Muziek. Zij doet dat op professionele wijze door meerdere beoordelaars in te
schakelen. Een en ander is vastgelegd in eenduidige en relevante (valide) criteria. Belangrijk is
voorts de observatie, dat het restrictieve aannamebeleid door de opleidingen wordt gebruikt als
een kwaliteitsinstrument. Zowel richting student (geen irreële beloften of voorspellingen) als
richting opleiding zelve: de studentenpopulatie is van voldoende niveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 19
Facet 2.6. Duur
Criterium
Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3
ƒ
Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 EC) m.b.t. de omvang van het
curriculum van een HBO bachelor opleiding?
Oordeel: voldoende
Het totale aantal studiepunten van de opleiding, zo blijkt uit de programmabeschrijving, bedraagt
240 ec’s. Daarmee voldoet de opleiding aan de formele, kwantitatieve eis die aan HBO bachelor
opleidingen wordt gesteld.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 20
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Criteria
Het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende
NVAO-criteria:
ƒ
Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen?
ƒ
Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept?
Oordeel: goed
1. Van begeleid leren naar zelfstandig/zelfverantwoordelijk leren:
Binnen de propedeuse leren de studenten aanvankelijk nog begeleid. In de loop van de jaren
wordt dat zelfstandig leren, het liefst zelfverantwoordelijk leren: bij het uitvoeren van de twee
grote opdrachten binnen het examenjaar zijn de studenten zelfstandig bezig met de scriptie of het
essay en de daaraan gekoppelde specialisatiestage. De opleiding Docent Muziek streeft ernaar, dat
de student zelf de verantwoordelijkheid voor de processen binnen dit leerjaar nemen, zelf sturing
geven aan hun leerproces. Maar dat is niet in alle gevallen mogelijk: de ene student heeft nu
eenmaal meer begeleiding nodig binnen dit proces dan de ander.
2. Competentiegericht onderwijs:
Binnen het onderwijs wordt competentiegericht gewerkt. Aan het einde van de opleiding wordt de
student dan ook op die competenties getoetst. Ook hierbij wordt het principe van begeleid leren in
de propedeuse naar zelfstandig/ zelfverantwoordelijk leren op het einde van de hoofdfase
toegepast.
3. Projectonderwijs:
Studenten worden in kritische beroepssituaties met een realistische opdracht geconfronteerd. Zo
krijgen ze de gelegenheid om opgedane kennis, aangeleerde vaardigheden en ontwikkelde
houdingen geïntegreerd toe te kunnen passen: in het laatste project van de hoofdfase maken
studenten voor het integraal assessment een eigen project rond een gegeven thema. Deze
afsluiting in project 12 wordt vanaf 2010 een integraal assessment van het cluster Methodiekdidactiek, ensembleleiding/slagtechniek en theoretische vorming. Zo zullen in 2010 de studenten
uit het derde jaar ensemblestukken op maat maken, leiden, presenteren en methodisch-didactisch
vertalen voor de eigen stagesituatie en de medestudenten. Ook krijgen zij een groot deel van de
organisatie van het project in handen. Ieder jaar is er een ander projectonderwerp.
4. De lerende organisatie:
Het coöperatief leren wordt zichtbaar in o.a.:
ƒ
de organisatie van jaarlijks terugkerende fenomenen als de werkweek, de open dag en het
kerstpracticum. In het eindejaarsproject verrichten zij veldwerk: hun expertise wordt
overgedragen aan medestudenten;
ƒ
de taken die door studenten worden verzorgd. Zoals de organisatie van ‘Rondje
Kunst’/Kunstkick, het lokaalbeheer en het floormanagement voor podiumpresentaties. Ook
ontwikkelen zij bijvoorbeeld workshops. De opgedane kennis dragen ze na een jaar weer over
aan hun opvolgers.
Bovenstaande uitgangspunten en het beschreven programma zorgen voor werkvormen die aan
deze uitgangspunten en de inhoud recht doen. In het volgende overzicht wordt het schema uit de
vorige paragraaf aangevuld met de werkvormen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 21
Samenvattend
Het auditteam kwalificeert het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ als goed en wel op
basis van de volgende observaties: (i) het didactisch concept maakt het mogelijk de student te
sturen en hem/haar de ruimte te bieden tot eigen ontwikkeling. In die zin past het didactisch
concept bij de doelstellingen van de opleidingen: opleiden tot professionele docenten Muziek.
(ii) Het didactisch concept leidt tot flexibiliteit in de programmering en tot een grote variëteit in de
werk- en interactievormen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 22
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing
Criterium
Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de
studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd?
Oordeel: goed
Hieronder het overzicht van het programma in clusters per jaar en de toetsvormen die daarbij
gehanteerd worden.
Binnen alle clusters en vakken zijn diagnostische momenten ingebouwd, vindt dus formatieve
toetsing plaats. Daarbij krijgt de student informatie over wat en hoe hij zaken kan bijstellen. Ook
de eindbeoordelingen, de summatieve toetsing, zijn zo ingericht dat de student informatie krijgt
over zijn prestaties en hoe hij zich verder kan ontwikkelen.
Binnen de toetsen is een leerlijn ingebouwd: de toetsen en tentamens kennen een opklimmende
moeilijkheidsgraad van kennis, vaardigheden en complexiteit. In het derde leerjaar komen deze
voor de clusters Methodiek-didactiek, musiceervakken en theoretische vorming samen in het
integraal assessment vóór de toelating tot de examenfase. In het examenjaar vindt de finale
toetsing plaats binnen de twee eindtentamens: de muziekproductie en de scriptie/het essay met
aansluitend daarop het colloquium.
Daarin tonen de studenten over alle competenties te beschikken en daarmee over voldoende
kennis en vaardigheden te beschikken om de complexe praktijk in te kunnen gaan.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 23
Samenvattend
Het auditteam is van mening dat de opleiding het beoordelen en toetsen zeer zorgvuldig uitvoert
aan de hand van heldere (en strenge) criteria. De gevarieerde toetsvormen sluiten goed aan bij de
werkvormen en de respectieve leerdoelen. De gehanteerde methoden zijn valide en betrouwbaar.
Sterk punt vindt het auditteam de frequentie waarin en de wijze waarop studenten tussentijds
formatief worden getoetst. Een kwalificatie ‘goed’ is op zijn plaats.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 24
Onderwerp 3: Inzet van personeel
Drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen hbo
Criterium
Het facet ‘Eisen hbo’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een
verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk?
Oordeel: goed
Algemeen
Het auditteam heeft de CV’s van docenten beoordeeld. Hieruit blijkt dat de docenten direct uit het
werkveld afkomstig zijn en daar in de regel nog steeds werkzaam zijn. Ook heeft de opleiding het
auditteam een uitgebreide lijst met gastdocenten overhandigd. Ook van hen heeft het auditteam
de CV’s geraadpleegd. Het auditteam beoordeelt op grond daarvan de expertise en ervaring van
deze gastdocenten als positief.
Dankzij het feit dat de docenten zelf afkomstig zijn uit de praktijk dan wel daarin nog werkzaam
zijn en dankzij het feit dat zij (bijna) permanent in contact staan met de praktijk, beschikt de
opleiding over een uitgebreid netwerk binnen de kunstwereld en het muziekonderwijs..
Samenvattend
Het auditteam kwalificeert het facet ‘Eisen hbo’ als goed en wel vanuit de volgende overwegingen:
(i) De huidige praktijk laat zien dat docenten zeer frequent en intensief contacten onderhouden
met het werkveld en door middel van deze contacten een concrete verbinding leggen tussen
werkveld en programma. Dit geldt a fortiori voor die docenten (het overgrote deel van het
docentcorps) die zelf in de beroepspraktijk werkzaam zijn. (ii) De verbinding tussen
opleidingsprogramma en werkveld wordt nog eens versterkt doordat de opleiding veelvuldig
gebruik maakt van gastdocenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 25
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Criterium
Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te
verzorgen?
Oordeel: voldoende
Op de twee locaties zijn in het hogeschooljaar 2008-2009 bij de Opleiding Docent Muziek in totaal
79 docenten betrokken.
Per bekostigde student is binnen de opleiding 0,08 fte voor het onderwijs beschikbaar. Dat levert
een docent: studentratio op van 1:12,5. In vergelijking met andere collega-instellingen bevindt de
opleiding zich met deze ratio in de middenmoot: het Conservatorium Maastricht heeft een ratio van
1:9 en het Conservatorium Utrecht 1:16,6.
Samenvattend
De huidige omvang van de formatie is voldoende en stelt de opleiding zeer wel in staat het
opleidingsprogramma uit te voeren. Gelet op de thans aanwezige deskundigheid van de docenten
(zie onder facet 3.1en 3.3.) en gelet op het in gang gezette beleid om de
deskundigheidsbevordering meer sturing te geven, met name daar waar het de met
onderwijsvernieuwing samenhangende onderwijskundige scholing betreft, is de opleiding bovendien
zeer wel in staat de gewenste kwaliteit te leveren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 26
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel
Criterium
Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en
organisatorische realisatie van het programma?
Oordeel: goed
Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding in haar aannamebeleid kwaliteitseisen stelt
aan haar personeel en dan niet alleen in termen van opleiding en scholing (vakkennis,
onderwijskundige en/of organisatorische expertise) maar vooral in termen van competenties en
werkervaring. Daarbij is het auditteam gebleken dat de opleidingen een sterk accent leggen op het
werven van praktijkgeoriënteerde docenten, die naast hun docentschap in de beroepspraktijk
werkzaam zijn. Het auditteam acht dit een sterk punt, omdat het juist die docenten zijn die op een
‘natuurlijke’ en vanzelfsprekende wijze actuele expertise en ontwikkelingen binnen het
opleidingsprogramma brengen.
De Afdelingshoofden voeren in samenwerking met de afdeling Onderwijs & Kwaliteitszorg
structurele evaluaties van het onderwijs uit. Resultaten van deze evaluaties worden meegenomen
in het gesprek met de docent. Zowel in de officiële functionerings- en beoordelingsgesprekken, als
in de informele gesprekken over functioneren en kwaliteit van het onderwijs.
Via de studentevaluaties &- enquêtes, de jaarlijkse functionerings- en beoordelingsgesprekken met
schriftelijk verslag, de kwaliteit van de inbreng in de teamvergaderingen en landelijke seminars,
o.a. van O2DM, en klassenbezoek is er door de leiding van de opleiding zicht op de kwaliteit van de
docenten binnen de cluster Methodiek-didactiek. Ook de binnen de functioneringsgesprekken ter
sprake gebrachte vragen om of aangeboden mogelijkheden tot deskundigheidsbevordering dragen
bij tot het handhaven of verhogen van die kwaliteit.
Indien uit evaluaties blijkt dat studenten ontevreden zijn over de prestaties van een docent, dan
wordt dit niet alleen met de studenten en de docent besproken, bijvoorbeeld tijdens functioneringsen beoordelingsgesprekken maar kan ook tot ernstige maatregelen leiden, zoals het vervangen van
een docent.
Uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt, dat de studenten tevreden zijn over de docenten.
Een beeld dat tijdesn de audit in de gesprekken met studenten werd bevestigd. De docenten zijn
voldoende op de hoogte van de beroepspraktijk, zijn inhoudelijk voldoende deskundig. Binnen de
eigen enquêtes blijkt dat de studenten tevreden zijn over de betrokkenheid van de docenten en
zeer tevreden over de bereikbaarheid van de teamleden en de coördinatie.
Samenvattend
Het auditteam kwalificeert het facet ‘Kwaliteit Personeel’ als goed en wel op grond van de volgende
observaties: (i) Qua vakdeskundigheid en inzicht in de werkveldontwikkelingen zijn de docenten
ruim voldoende geëquipeerd om de opleiding op een hoog niveau te verzorgen. (ii) Bijna alle
docenten zijn actief werkzaam in het werkveld en brengen hun expertise consequent en
voortdurend binnen het programma. (iii) Het zorgvuldig opgezette aannamebeleid en de
functioneringsgesprekken (die ook tot het definiëren van scholingsbehoeften leiden) zijn
belangrijke instrumenten om de didactische kwaliteit van het docentencorps te borgen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 27
Onderwerp 4: Voorzieningen
Twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Criterium
Het facet ‘Materiële voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te
realiseren?
Oordeel: goed
De twee locaties hebben goede accommodaties. Het voorzieningenniveau is hoog en de faciliteiten
zijn geschikt voor professioneel muziekonderwijs. Zo zijn er goed ingericht vaklokalen,
oefenruimtes en zijn er up-to-date ICT-voorzieningen en mediatheken. De kleinschaligheid en de
goede sfeer levert tevreden studenten op.
Omdat het hoofdvaklokaal in Enschede met andere afdelingen wordt gedeeld is het lokaal beperkt
beschikbaar. Het gedeelde lokaal is door de aanwezigheid van een beamer met geluidsinstallatie en
een behoorlijk instrumentarium heel geschikt voor de hoofdvaklessen, ensemblelessen, practica en
de theorielessen. In Enschede wordt de coördinatiekamer gedeeld met verschillende opleidingen.
Voor begeleidingsgesprekken, tentamens en overleggen kunnen andere ruimtes worden ingezet.
De opleiding in Zwolle is twee keer zo groot als die in Enschede. Daarom is er in Zwolle permanent
de beschikking over drie lokalen op een rij: een groot lokaal en twee kleinere. Die zijn uitstekend
ingericht, compleet met instrumentaria, smartboards, computers en geluidsinstallaties. Daardoor
kan er binnen lessen naadloos van praktisch werken worden overgeschakeld naar theorie (en
terug). In de aangrenzende gang zijn grote werktafels aanwezig voor bij het projectonderwijs
gebruikelijke groepswerk en kunnen studenten van uitgebreide computerfaciliteiten gebruik maken.
Na afloop van de lessen staan deze lokalen ter beschikking van de studenten van de Opleiding
Docent Muziek ten behoeve van eigen studie, ensembles, vergaderingen en
samenwerkingsprojecten.
De coördinatie en de hoofdvakdocenten hebben een goed ingerichte eigen werkkamer. Daarin
worden begeleidingsgesprekken gevoerd, tentamens afgenomen en andere kleine overleggen
gepleegd. Indien nodig kan, met name voor grotere overleggen, worden uitgeweken naar de
vergaderkamer.
Op beide locaties zijn verder voldoende lokalen om de instrumentale en vocale lessen te laten
plaatsvinden en zijn er goede voorzieningen voor grote ensembles en presentaties.
Samenvattend
Het auditteam kwalificeert het facet ‘Materiële Voorzieningen’ als goed.: (i) huisvesting (Enschede
en Zwolle) en materiële voorzieningen zijn ruimschoots toereikend om het programma van de
opleiding te realiseren. (ii) De ICT-voorzieningen in beide locaties zijn up-to-date, ook in het
perspectief van het ‘effectief en rechtstreeks gebruikmaken van externe deskundigen’. (iii) De
mediatheek is zeer wel voorzien en van hoge kwaliteit, als zelfstandige informatiebron (brede en
diepe collectie) en als toegang tot externe bronnen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 28
Facet 4.2. Studiebegeleiding
Criteria
Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria:
ƒ
Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met
het oog op de studievoortgang?
ƒ
Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de
behoefte van de studenten?
Oordeel: goed
Studieloopbaanbegeleiding
Binnen de Opleiding Docent Muziek begint het begeleidingstraject al in de introductieweek. Nieuwe
studenten maken niet alleen kennis met het coördinatieteam. Ook voor de studie belangrijke zaken
als het mentoraat, de communicatie en de informatievoorziening worden besproken. Daarnaast
wordt aandacht besteed aan het werken met de teamsite, de opbouw en inhoud van het
curriculum, het jaarrooster en de OER. Deze laatste drie documenten krijgen de studenten ook in
fysieke vorm uitgereikt.
Het conservatorium maakt gebruik van een studievolgsysteem (Aurora) waarmee de
studievoortgang van studenten gevolgd wordt zodat tijdig gesignaleerd kan worden wanneer er
remediërende maatregelen getroffen moeten worden. Studenten kunnen informatie van de
opleiding en hun opleidingsvoortgang on-line raadplegen via het intranet.
In het eerste studiejaar vinden er minimaal drie en in de daarop volgende studiejaren minimaal
twee studieloopbaangesprekken plaats tussen de student en de betreffende
studieloopbaanbegeleider. Hiervan wordt een verslag aan het dossier van de student toegevoegd.
Wanneer daar aanleiding toe is, worden hier ook docenten bij betrokken. Bij studievertraging wordt
de frequentie van de SLB gesprekken opgevoerd en worden afspraken m.b.t. voortgang en
begeleiding vastgelegd. Waar nodig wordt de student doorverwezen naar de decaan, naar externe
begeleiders of zorgverleners (psycholoog, huisarts, haptonoom, logopedist).
Bij studievertraging of een bindend afwijzend studieadvies worden extra SLB gesprekken gevoerd
door de coördinator en een hoofdvakdocent.
Vanaf 2008 is op beide locaties een studieloopbaanbegeleider aangesteld om de studenten vanaf
het eerste studiejaar te begeleiden. Deze begeleider functioneert tegelijk als studiementor die
specifiek ingaat op individuele studievragen.
Per studiejaar vinden er minimaal twee jaargroepgesprekken plaats met de coördinator van de
afdeling. In dit gesprek kunnen studenten hun problemen wat betreft de studievoortgang,
docenten, inhoud van de lessen en de organisatie bespreken. Ook wordt deze bijeenkomst gebruikt
om zaken voor te bereiden en te organiseren als de cultuurreis, de werkweek, voorspeelavonden,
de open dag, projectweken, enz. Deze gesprekken hebben een vertrouwelijk karakter. Studenten
maken van deze gesprekken zelf een verslag.
Bij de begeleiding van de eerstejaars worden vanaf het nieuwe hogeschooljaar derdejaars ingezet.
In het tweede en derde leerjaar blijft het principe van het mentoraat gehandhaafd, er vinden dan
minimaal twee voortgangsgesprekken per jaar. Voordat de studenten het examenjaar ingaan, vindt
er vanaf februari een voorbereidingstraject plaats.
De veelvuldige contacten in verband met het uitvoeren van de examenopdrachten en de
leerkringen maken dat de studenten goed worden gevolgd. Door de kleinschaligheid van de
opleiding, de korte lijnen en de goede sfeer worden problemen snel gesignaleerd, besproken en
waar mogelijk opgelost.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 29
Informatievoorziening
Studenten worden door middel van Aurora en mentorgesprekken voldoende op de hoogte
gehouden betreffende hun studievoortgang en eventuele lacunes hierin. Het ArtEZ Conservatorium
is bezig een gedegen evaluatiecyclus op te zetten en hanteert een evaluatiekalender. In het
student-tevredenheidsonderzoek en eerstejaarsenquête staan specifieke vragen over
studiebegeleiding en informatievoorziening.
In de afgelopen twee jaren zijn de traditionele studiegidsen vervangen door teamsites. De
studenten krijgen bij de hiervoor genoemde eerste bijeenkomst met het coördinatieteam aan het
begin van het hogeschooljaar een fysiek exemplaar van het curriculum, het jaarrooster en de OER
in handen.
Het afgelopen hogeschooljaar heeft de opleiding in Zwolle geparticipeerd in pilots samen met
andere opleidingen van Artez, georganiseerd door de afdeling Onderwijs en Kwaliteit (O&K) en ICT,
rond de elektronische leeromgeving (ELO) en het digitale portfolio. Met de ELO zijn zulke
goede resultaten geboekt dat een invoering op grotere schaal binnen de opleiding kan gaan
plaatsvinden.
Binnen het digitaal portfolio (DigOport) van de opleiding kunnen doorverwijzingen komen te staan.
De ontwikkeling van een gezamenlijk digitaal portfolio is opgeschort maar zal zeker worden
doorgezet.
Samenvattend
Het auditteam kwalificeert het facet ‘Studiebegeleiding’ als goed en wel op grond van de volgende
observaties: De studiebegeleiding vindt gestructureerd plaats via scala aan voorzieningen met
duidelijke doelstellingen die verband houden met studievoortgangsbewaking & -bevordering en met
het ontwikkelen van professionele competenties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 30
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg
Drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van
medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
Criterium
Het facet ‘Evaluatie resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare
streefdoelen?
Oordeel: voldoende
Het Conservatorium besteedt, getuige de hoeveelheid documenten, veel aandacht aan beleid en
evaluaties en wordt daarbij adequaat ondersteund door ArtEZ, in casu de Afdeling ‘Onderwijs en
Kwaliteit. De tool ter ondersteuning van dit het ArtEZ kwatieitszorgsysteem is DigOport. Het
voordeel van deze tool is dat een opleidingsteam continu informatie kan opslaan over de
onderwijsvernieuwingen en dat men gebruik kan maken van multimedia als bewijsmateriaal. Dit
laatste past goed bij kunstopleidingen. Het auditteam merkt op, dat het DigOport-systeem bij het
opstellen van de voorliggende rapportage geschikt is gebleken: in de teksten wordt verwezen naar
documenten waar vervolgens ‘op geklikt’ kan worden. Projecten en vakken worden na
afloop zowel mondeling als schriftelijk geëvalueerd: onderdeel van de programma-evaluaties door
studenten.
Feedbackinstrumenten
Activiteit
Wie
Wanneer
Omzetten faculteitsplan naar opleidingsplan
hoofd
1 keer per jaar
Formuleren van verbeterplan met prioritering van
hoofd
1 keer per jaar
hoofd
2 keer per jaar
hoofd
in overleg met de
voorgenomen actiepunten (als onderdeel van het
opleidingsplan)
Onderhouden van Digitaal Opleidingsportfolio:
- verouderde informatie bijwerken;
-nieuwe informatie over onderwijsontwikkeling
/personeel/voorzieningen toevoegen;
- evaluatieresultaten toevoegen;
- verbeterplannen toevoegen.
vaststellen evaluatiekalender voor de komende 3
jaar (indien kalender is opgesteld, 1 keer per jaar
afdeling Onderwijs &
nagaan of bijstelling gewenst is)
Kwaliteit
Coördineren afnemen van evaluaties
hoofd
Zie evaluatiekalender
Uitkomsten van evaluaties vertalen naar door te
docenten
Na afloop van elke
voeren verbeteringen
evaluatie
Bespreken onderwijsevaluaties, verbeterplannen en
hoofd
Jaarlijks
al door gevoerde verbeteringen in het onderwijs
docenten
(onderwijspersoneel met
tijdens functionering- en beoordelingsgesprekken
coördinatoren
aanstelling kleiner dan
0,4 fte eens per 2 jaar)
Professionalisering van docenten en medewerkers
directie
n.a.v. evaluaties,
O&K
functioneringsgesprekken of eigen
behoefte
Kengetallen opnemen in DigOport
O&K
1 keer per jaar
Uitkomsten van kengetallen vertalen naar door te
directie
1 keer per jaar
voeren verbeteringen
hoofd
Communicatie naar belanghebbenden: studenten,
hoofd,
In opleidings- en
docenten, werkveld, alumni.
coördinatoren
werkveldcommissie
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 31
Samenvattend
Het auditteam kwalificeert het facet ‘Evaluatie Resultaten’ als voldoende. En wel op grond van de
volgende observaties: (i) het door de opleiding gehanteerde kwaliteitszorgsysteem is goed en
uitvoerig gedocumenteerd; (ii) de implementatie van het systeem vindt controleerbaar plaats via
op ArtEZ-niveau vastgelegde procedures; (iii) het in 2004 geïntroduceerde DigOport-systeem
betekent een substantiële ondersteuning bij de implementatie van de pdca-cylus,
(iv) in de interne managementrapportages van de opleiding staan de streefdoelen concreet
aangegeven; (v) de streefdoelen worden periodiek (per kwartaal en per jaar) geëvalueerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 32
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
Criterium
Het facet ‘Maatregelen tot verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium:
ƒ
Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor
aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de
streefdoelen?
Oordeel: voldoende
Genoemde evaluaties en enquêtes (zie facet 5.1.) leiden tot de volgende verbeteracties. Aan de
acties zijn personen gekoppeld, een tijdpad met een prioriteitstelling: zie volgende bladzijde.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 33
Samenvattend
Het auditteam heeft met opzet de verbeterplannen zo volledig mogelijk in dit rapport opgenomen.
Twee zaken blijken daaruit. (i) De evaluaties leiden zichtbaar tot een groot aantal verbeteracties.
(ii) De doelstellingen van die verbeteracties zijn niet in alle gevallen gedefinieerd op een wijze die
hen meetbaar maakt. Dit laatste is voor het auditteam reden om zich te beperken tot een
kwalificatie ‘voldoende’. Voor het overige is het auditteam zeer te spreken over het functioneren
van het interne kwaliteitszorgsysteem.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 34
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Criterium
Het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ is beoordeeld aan de
hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend
beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding?
Oordeel: voldoende
Met studenten binnen de
• Jaargroepgesprekken, die minimaal vier keer per jaar plaatsvinden;
• Opleidingscommissie (OC) Docent Muziek waarin per jaargroep per locatie 2 studenten zitting
hebben, naast drie docenten. De OC vergadert 2 keer per hogeschooljaar;
• Persoonlijke gesprekken, als de evaluatie daarom vraagt.
Met vertegenwoordigers van het beroepenveld in de
• Mentorenvergadering v.o. waarin o.a. de ervaringen met en de kwaliteiten van de stagiaires
worden besproken;
• Werkveldcommissie, waarin vertegenwoordigers uit het beleidsbegeleidend circuit zoals SLO en
Cultuurnetwerk, mentoren, directieleden en relevante personen uit de beroepspraktijk van de
Opleiding Docent Muziek zitting hebben. Deze commissie adviseert de directie en de opleiders over
de opleiding met betrekking tot het voorgenomen beleid, evaluaties en acties in relatie tot
ontwikkelingen in het werkveld van de toekomstige docent muziek en docent Kunst en Cultuur.
Met de medewerkers
• Plenaire docentenvergaderingen die twee keer per hogeschooljaar worden gehouden;
• Vergaderingen van het methodiek-didactiek-team;
• Overige teamvergaderingen zoals die van de theoretische vakken.
• In het voorjaar van 2009 heeft de interfaculteit (lesplaats Zwolle/Arnhem) onder leiding van de
afdeling Onderwijs en Kwaliteit, O&K een eigen evaluatie gehouden onder betrokken studenten,
docenten en coördinatoren.
Met alumni
• Tijdens de alumnibijeenkomsten van de verschillende locaties. In Zwolle heeft er een in januari
2009 plaatsgevonden, waarvan het verslag in het Faculteitsportfolio staat.
Begin 2010 staat er een in Enschede gepland.
• Tijdens de alumnibijeenkomsten van de opleiding op de verschillende locaties. In september en
oktober 2007 hebben in Zwolle en Enschede de eerste aflevering hiervan plaatsgevonden.
Samenvattend
Het auditteam kwalificeert dit facet als voldoende. De bevindingen zoals hierboven vermeld zijn
voor het auditteam reden om tot dit oordeel te komen. Studenten, docenten en het beroepenveld
zijn betrokken bij de evaluatie van de opleiding. Via (i) interne evaluaties op opleidingsniveau en
op hogeschoolniveau en (ii) externe onderzoeken en enquêtes.
Het auditteam is overigens van oordeel, dat evaluaties door alumni systematischer dan tot op
heden zouden moeten worden aangepakt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 35
Onderwerp 6: Resultaten
Twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
Criterium
Het facet ‘Gerealiseerd niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:
ƒ
Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke
eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties?
Oordeel: goed
De afgestudeerden voldoen aan de eisen genoemd waaraan bij onderwerp 1 wordt gerefereerd en
ze hebben daarbij een eigen profilering, een eigen specialisatie ontwikkeld. Die wordt zichtbaar
binnen het afstudeertraject, binnen de opzet en uitwerking van de muziekproductie en de
onderwerpkeuze en de uitwerking van de scriptie of het essay met de daaraan gekoppelde
specialisatiestage. De procedure en de criteria die aan beide onderdelen zijn verbonden zijn strak
gereguleerd. Voorts zijn bij de beoordeling van afstudeerders externe beoordelaars,
vertegenwoordigers uit het werkveld en collega-opleiders betrokken en hun bevindingen worden na
afloop besproken.
Het auditteam consteet, dat de opleiding lat bij de scriptie of het essay hoog legt. De scripties of
essays moeten
ƒ
vernieuwend zijn voor het vakgebied, ‘iets toevoegen’ aan het denken en handelen als
professionals in het onderwijs in muziek en kunst en cultuur;
ƒ
gepubliceerd kunnen worden (eventueel in bewerkte vorm) in Kunstzone of van M+O, Muziek
en Onderwijs, het digitale vakblad van de VLS, de Vereniging Leraren Schoolmuziek.
Daarmee worden het HBO-niveau, de diepgang en de complexiteit van de scripties en essays
geborgd, evenals de actualiteit, de praktijkgerichtheid en de relevantie. Hoewel het beleid met
betrekking tot het publiceren terughoudend is geweest zijn de laatste jaren verscheidene scripties
en essays in Kunstzone gepubliceerd: (i) Martijn van Nieuwenhuizen: Componeren met samples,
(ii) Toon Oudenbos: Klassenmuziek in het Vmbo, (iii) Marloes Witjes: Startpunt, bureau voor
muziek- en cultuuronderwijs.
Samenvattend
Om een antwoord te krijgen op de vraag of de feitelijk gerealiseerde eindkwalificaties
overeenkomen met de nagestreefde, is het auditteam nagegaan of, en zo ja hoe, de opleiding het
beroepenveld daarbij betrekt en tot welke conclusie dat heeft geleid. Welnu: de opleiding heeft van
de feitelijk gerealiseerde eindkwalificaties een goed beeld op grond van de informatie die zij van
het werkveld verkrijgen. Voorts zijn vertegenwoordigers uit het beroepenveld betrokken bij de
eindbeoordeling van studenten. Aldus maakt de opleiding gebruik van de belangrijkste bron om
informatie over het gerealiseerde (eind)niveau te verkrijgen. Die informatie laat zien dat het
beroepenveld (werkveldcommissie, overige experts) het gerealiseerde niveau als meer dan
voldoende beschouwt in relatie tot de eisen die de praktijk stelt aan de competenties van een
beginnend beroepsbeoefenaar.
Het auditteam heeft zelf afstudeerwerkstukken beoordeeld. Zijn oordeel is dat de werkstukken in
professionaliteit en qua onderzoek uitstijgen boven de middelmaat. De door het auditteam
beoordeelde afstudeerwerkstukken weerspiegelen de creativiteit en de ernst waarmee de
studenten te werk zijn gegaan om tot een persoonlijke uitdrukking te komen.
De thematiek is actueel voor de muziekbeoefening & -beschouwing in relatie tot het
muziekonderwijs en de benadering is persoonlijk. Binnen de afstudeerwerkstukken komt de
onderzoekscomponent (de theoretische dimensie) goed tot zijn recht. Het auditteam kwalificeert
het gerealiseerd niveau als ‘goed’.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 36
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Criteria
Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria:
ƒ
Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers
geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen?
ƒ
Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers?
Oordeel: voldoende
De opleiding heeft streefcijfers voor de rendementen: 75% na vier jaar. Een analyse van de
rendementsgegevens geeft het beeld dat de rendementen (na 5 jaar) weliswaar stijgen maar bij
sommige afdelingen nog steeds aan de lage kant zijn. Vanaf 2006 wordt er bewuster op gestuurd
dat studenten sneller doorstromen en in vier jaar hun studie afronden. De volgende acties zijn de
afgelopen jaren ingezet om deze doorstroming te verhogen:
ƒ
De ondergrens om over te gaan van het eerste naar het tweede studiejaar is verhoogd van 30
EC naar 40 ec’s.
ƒ
De studiebegeleiding is nu op alle locaties goed geregeld.
ƒ
Op alle locaties is de werkwijze van de examencommissie vergelijkbaar, aangescherpt en wordt
er door examencommissies i.s.m. studieloopbaanbegeleiders gewerkt om onnodige uitstroom
te voorkomen en doorstroom c.q. tijdig afstuderen te bevorderen.
ƒ
Het studievolgsysteem Aurora is op iedere locatie ingevoerd.
Hieronder een overzicht van de gerealiseerde rendementen:
Cohort
02-03
03-04
04-05
05-06
Uitstroom na 4 jaar in %
Enschede
Zwolle
43
55
75
58
56
67
71
47
Uitstroom na 5 jaar in %
Enschede
Zwolle
57
82
75
58
89
80
Samenvattend
De opleiding is zich ervan bewust, dat het onderwijsrendement nog niet het streefcijfer (75% na 4
jaar) realiseert, maar de reeds in gang gezette en door het auditteam als ‘goed’ beoordeelde
studiebegeleiding (facet 4.2.) en de volledige invoering van Aurora wekken het vertrouwen, dat het
onderwijsrendement zich in positieve zin zal ontwikkelen. Wat daarbij overigens ook een
belangrijke rol zal spelen, zijn: de strakkere en transparante programmering, de frequente
informele beoordelingen en de maatregel m.b.t. de propedeuse.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 37
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 38
3.
OORDEELSCHEMA OPLEIDING DOCENT MUZIEK
De oordelen in hoofdstuk 2 m.b.t. de opleiding Docent Muziek geven we hieronder schematisch
weer:
HBO BACHELOR OPLEIDING
Docent Muziek, voltijd
Onderwerp / Facet
1. Doelstellingen Opleiding
1.1. Domeinspecifieke eisen
1.2. Niveau bachelor
1.3. Oriëntatie HBO
Oordeel
V4
G
G
G
2. Programma
2.1. Eisen HBO
2.2. Relatie doelstellingen en inhoud programma
2.3. Samenhang programma
2.4. Studielast
2.5. Instroom
2.6. Duur
2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
2.8. Beoordeling en toetsing
G
G
G
V
V
V
G
G
3. Inzet van personeel
3.1. Eisen HBO
3.2. Kwantiteit personeel
3.3. Kwaliteit personeel
4. Voorzieningen
4.1. Materiële voorzieningen
4.2. Studiebegeleiding
5. Interne kwaliteitszorg
5.1. Evaluatie resultaten
5.2. Maatregelen tot verbetering
5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en
beroepenveld
6. Resultaten
6.1. Gerealiseerd niveau
6.2. Onderwijsrendement
Samenvattend oordeel
4
V
V4
G
V
G
V4
G
G
V
V
V
V
V4
G
V
V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 39
3.1.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde
onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de ArtEZ Hogeschool voor de
Kunsten, in casu de Faculteit Muziek, verzorgde hbo bacheloropleiding Docent Muziek (voltijd) in
aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO.
Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader, kan een
Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’.
Het auditteam beoordeelt evenwel alle facetten van het onderwerp “Doelstellingen opleiding” als
goed. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor
het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
Het auditteam beoordeelt evenwel twee facetten van het onderwerp “Inzet van personeel” als goed
en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit
onderwerp. Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe
te voegen.
Het auditteam beoordeelt evenwel alle facetten van het onderwerp “Voorzieningen” als goed. Dit
rechtvaardigt (zie § 1.4. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het
auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
Het auditteam beoordeelt evenwel twee facetten van het onderwerp “Resultaten” als goed en één
als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp.
Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 40
BIJLAGE I: Curricula Vitae en Onafhankelijkheidsverklaringen
Hans Stoltenborg
Stoltenborg studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en was al gedurende zijn
studie werkzaam in projecten op het terrein van onderwijs en opleiding. Na een aantal jaren in de
onderwijsresearch werkte hij op het gebied van het post-HBO en andere vormen van commerciële
dienstverlening vanuit onderwijsinstellingen. Door een stationering in Brussel leerde hij de EU en
het internationale projectenbeleid goed kennen. De afgelopen jaren werkt hij vanuit het kantoor in
Den Haag op onderwerpen als marktonderzoek (deels samen met TNS NIPO), ontwikkeling van
nieuwe opleidingen, competentiegericht leren, kwaliteitszorg en accreditatie. Ook voert hij het
projectmanagement van innovatieprojecten en is hij betrokken bij internationale
onderwijsprojecten.
Lucas Vis
Vis studeerde aan het Muzieklyceum te Amsterdam (1962-1969), cello bij Reinier Bresser en
orkestdirectie bij Jaap Spaanderman. In de zomer van 1967 volgde hij een directiecursus in
Salzburg bij Bruno Maderna en kreeg als beste deelnemer een onderscheiding van Radio Salzburg.
Hij nam deel aan cursussen van Pierre Boulez (in Bazel) en bij Jean Fournet, Marius Constant en
Dean Dixon, Paul Hupperts (beide in Hilversum). Voorts studeerde hij op advies van Maderna en
Boulez compositie. Zijn compositiedocent was Jan van Vlijmen.
Gedurende het seizoen 1968/1969 was hij cellist en assistent-dirigent van het toenmalig
Amsterdams Philharmonisch Orkest. Vanaf 1967 was hij werkzaam als gastdirigent en gaf hij
concerten met o.a. het Nederlands Kamerorkest, het Residentie Orkest en het
Concertgebouworkest. Van 1969 tot 1973 assisteerde hij Bruno Maderna bij diens directie- en
compositiecurcussen te Salzburg, Darmstadt en Tanglewood (VS). In de zomer van 1970
assisteerde hij Milan Horvat bij diens directiecursus te Salzburg. Bij uitvoeringen van Stockhausens
Carré, voor vier koren en vier orkesten in 1971 te Den Haag en Parijs, was hij één van de
dirigenten. Naast Carre, dat hij sindsdien nog vele malen uitvoerde, dirigeerde hij vele andere
werken van Stockhausen.In 1973 dirigeerde hij de opera Satyricon van Bruno Maderna in de Scala
van Milaan en in Amsterdam. Van 1976 tot 1979 was hij dirigent van het Balletorkest en van 1979
tot 1982 was hij vaste dirigent van het Brabants Orkest. In 1980 werd hij hoofddocent directie aan
de Conservatoria van Maastricht en in 1981 ook in Den Haag. Bij de Nederlandse Operastichting
dirigeerde hij naast Naima van Theo Loevendie en Ithaka van Otto Ketting opera’s van Puccini
(Butterfly), Busoni (Faust), Oliver Knussen (Max en de Maximonsters) en Mozart (Entführung aus
dem Serail).
Aan het Conservatorium van Amsterdam, waarvan hij van 1998 tot 2005 artistiek directeur was,
doceert hij orkestdirectie, evenals aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag.
Lucas Vis dirigeert met grote regelmaat de orkesten van de verschillende Duitse radiostations in
Keulen, Frankfurt, Stuttgart, München en Berlijn. Daarnaast is hij een veelgevraagd dirigent van
ensembles voor nieuwe muziek, zoals het Nieuw Ensemble en ensemble recherche (Freiburg). Met
het Arditti Quartet en ensemble recherche maakte hij opnamen van Funérailles van Brian
Ferneyhough en voerde hij deze compositie uit tijdens de Salzburger Festspiele 2005.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 41
Ageeth Hensen - Cornelisse
Hensen, sinds 2007 voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie, heeft een
jarenlange ervaring als muziektherapeute. Bij de Dagopvang voor Ouderen te Wageningen (199019992), Bartiméushage te Doorn(1990-1995), Stichting De Driestroom te Elst (1991-2008) en
Novadic-Kentron te Breda (2009 – heden).
Voorts heeft Hensen ervaring in het onderwijs. Als docent (’t Venster te Wageningen, 1998-2003),
Lindenborgh College te Geldermalsen (2008-2009). Als gastdocent (Hogeschool Arnhem-Nijmegen,
2001-2002). Als assessor ((Hogeschool Arnhem-Nijmegen, 2001-2002).
Bij de Stichting De Driestroom heeft zij behalve als muziektherapeut ook andere functies vervuld.
Voorzitter Vakgroep Muziektherapie (1995-2007) en voorzitter Expertisecentrum (2004-2006).
Sinds 2008 heeft zij een eigen muziektherapie praktijk. Voorts is Hensen actief als koordirigent.
Bart Maris
Maris is at present guest-teacher at the Ghent Conservatorium, for the class of improvised music,
and jazz-trumpet. He won zamu-award best Belgium musician in 1999 and was nominated in 2006
for the Paul Ackett-award at North-sea Jazzfestival (before named Birdtrophee). His experience as
musician and performer can be summarized as follows.
Music theatre performance ‘Some voices’ for vzw ‘van zilverpapier en spiegeltjes’ with Antonio
Tavares, Mekki Benyoussef, Peter Flynn, Frank Lateur. After earlier miniproduction with the same
cast (derelict), and now back for a new production as composer musicianwith Luanda Casella, a
confrontation of voice and trumpet in a ‘spoken-jazz-context: ‘virgula, what happened in the
pauze’.
Making and composing music for cartoons, and movies ( ‘Dju’-cosmo cino, ‘Knokke La Soupe’, ‘Tam
Tam’, ‘Hot Dogs’-trope films, Mijn zus Zahra). Llive music for dance-performances from Meg
Stuart, David Hernandez, Pe Vermeersch, Irene K. With german Alto-saxplayer Jan Klare, he
formed the akoestiek quartet 1000, With Wilbert dejoode and Michael Vatcher.
He played and still is playing in many bands: Gent-based avant-rock-bands, Antwerp-based
groups, world-folk oriented bands. He was and still is involved in music projects such as:
projects of Fred Frith with Han Bennink and others. ‘Zappa’-project with the Muffinmen and Robert
Martin and the Flemish Radio Orchestra.
Marc Rutten
Rutten heeft grote ervaring in het onderwijs (Hogeschool Zuyd). Als tutor (faculteit Social Studies,
1997 – 2001), stagecoördinator en -begeleider (Conservatorium, 1997-2001), docent vakdidactiek
(Conservatorium, 1997 – 2000), als docent Poppracticum en Popgeschiedenis, docent methodiek
OMB (1997 – heden), afdelingshoofd opleiding Docent Muziek, 2002 – heden), stafmedewerker
algehele besluitvorming en beleid, (2003 – heden).
Rutten is auteur en redacteur van muziekeducatieve leermiddelen en literatuur waaronder Muziek
Venters (SLO, 1999), Muziek Leren (2005) en Muziekstrategie (2005), Music Strategy (2008).
Initiator Opleidersoverleg Docent Muziek Nederland O2DM (2005-heden). Curriculumontwikkeling
voor conservatorium Amman, Jordanië in het kader van het project Music in Middle East.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 42
Katia Veekmans - Cieszkowski
Veekmans is sinds 1994 verbonden als docent piano aan het Koninklijk Conservatorium
van Brussel. Tevens is zij docent piano aan de Faculteit Muziek van Utrecht en de Hogeschool
Zuyd van Maastricht. Zij zetelt regelmatig als jurylid in nationale en internationale pianowedstrijden en geeft vele internationale Master Classes voor piano in binnen- en buitenland.
Veekmans behoort tot de kleine kring van toonaangevende Belgische musici in de klassieke
muziek. Zij studeerde piano bij André De Groote aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel
waar zij de hogere diploma’s piano en kamermuziek behaalde met grote onderscheiding.
Tevens volgde zij een opleiding tot concertpianist aan het Conservatoire Nationale Supérieur de
Paris bij Brigitte Engerer en kamermuziek bij Ruben Lifschitz. Aan het Koninklijk Conservatorium
van Den Haag behaalde zij vervolgens cum laude het diploma Master of Music bij Naum Grubert.
Veekmans was prijswinnares van heel wat nationale- en internationale wedstrijden, zoals de
Internationale Sergey Rachmaninov Wedstrijd, de Robert Schumann Prijs en de Internationale
Domenico Sarro Wedstrijd in Italië. Zij gaf vele concerten in binnen- en buitenland met bekende
orkesten onder leiding van vooraanstaande dirigenten. Ook verleende zij haar medewerking aan
belangrijke festivals zoals het Internationaal Chopin Festival, het Festival van Vlaanderen, het
Mozart Festival, het Festival van Russische Muziek, het Festival Midis-Minimes, het Festival van
Beloeil en het Festival Juillet Musical.
Sophie Groote
Student altviool (3e jaars), Koninklijk Conservatorium te Den Haag.
Kim Nijs
Student Docent Muziek (3e jaars), Codarts Hogeschool voor de Kunsten – Rotterdam.
Robert Stapert
Stapert was tot 1981 was hij als docent (Nederlands) werkzaam in Suriname. Nadien is hij
betrokken geweest bij de ontwikkeling van het HBO (Lerarenopleidingen, fusie-operatie,
Informatica Stimuleringsplan), Vanaf 1992 tot 2001 heeft hij in enkele Oost-Europese landen als
long-term expert de uitvoering begeleid van EU Phare programma’s, gericht op innovatie van het
middelbaar beroepsonderwijs en de introductie van hoger beroepsonderwijs. Van 2001 tot 2005
was hij intensief betrokken bij het management en coördinatie van het landelijk AXIS-programma
gericht op een brede invoering van techniek in het Nederlandse basisonderwijs en de PABO’s.
Thans is hij werkzaam in het kader van accreditatieonderzoeken die door Hobéon Certificering
worden uitgevoerd. Daarnaast is hij intensief betrokken bij de beoordeling van EVC aanbieders.
Ten slotte was hij tot voor kort werkzaam als interim coördinator “Interne kwaliteitszorg” bij twee
hogescholen die buiten de accreditatieonderzoeken van Hobéon Certificering vallen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 43
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 44
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 45
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 46
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 47
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 48
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 49
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 50
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 51
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 52
BIJLAGE II
Programma audit bacheloropleidingen Muziek, Docent Muziek, Muziektherapie
ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten
Woensdag 30 september 2009 – Arnhem
Gesprekspartners
08.30 – 09.45
09.45 – 10.45
Auditoren
Auditteam
Directie Faculteit Muziek
Auditteam
Onderwerpen
Voorbespreking
Strategisch beleid / Locatiebeleid
Marktpositie en instroom
Juul Diteweg
Personeel
(faculteitsdirecteur a.i.)
Kwaliteitszorg
Wim Fiselier / Thom Koldenhof
Resultaten / rendementen
Relatie beroepenveld / Alumnibeleid
Internationalisering
Lectoraat / onderzoek
10.45 – 11.00
11.00 – 12.00
Auditteam
Hoofden van de Afdelingen
Auditteam
Relatie beroepenveld
Onderwijsontwikkeling
Muziek
Eindkwalificaties
Yke Toepoel
(klassiek)
Michiel Braam
(jazz&pop)
Samenhang programma
Davy de Wit
(popacademie)
Inhoud programma
Peter Leutscher
(mediamusic)
Toetsen en beoordelen
Instroom / Toelating
Praktijkcomponent/stages
Thom Koldenhof (muziektheater)
Internationalisering
Docent Muziek
Studiebegeleiding
Ab Sandbrink
Onderzoek
Muziektherapie
Afstuderen
Lectoraat
Carola Werger
12.00 – 12.30
Interne overleg / verificatie
Examencommissie
Auditteam
Ton Lamers
Toelating / Vrijstellingen
Ton de Bruijn
Studeerbaarheid
Henk de Velde
Kwaliteit afstudeerders
Jean Marc Bouyeure
Evaluatie van resultaten
Hoofd Onderwijs & Kwaliteit
Maatregelen tot verbetering
Iris van de Kamp
12.30 – 13.15
Positie, bevoegdheid examen cie.
Kwaliteitsborging toetsen/ beoordelen
Betrekken medewerkers e.a.
Auditteam
Lunch en intern overleg
Vaststelling pending issues
13.15 – 14.00
Docenten Jazz & Pop
Hans Voogt
Sebastian Altekamp
Clemens Horn
Auditteam
Relatie beroepenveld / netwerk
Kwaliteitsborging programma
Onderwijsontwikkeling
Deskundigheidsbevordering
Inhoud programma / theorie
John Hondorp
Toetsen en beoordelen
Jean Marc Bouyeure
Praktijkcomponent
Maarten Helsloot
Tilmar Junius
Internationalisering
Studiebegeleiding
Onderzoek
Frans Vermeerssen
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 53
14.00 – 14.45
Studenten Jazz & Pop
Auditteam
Aansluiting op vooropleiding / intake
Deskundigheid docenten
Froukje Swart
Niveau opleiding
Joyce van Gils
Studielast / Studiebegeleiding
Beate Wolff
Informatievoorziening
Guido Wilbers
Inhoud programma / theorie
Monique Zwiggelaar
Onderzoek
Praktijkcomponent
Medezeggenschap
Voorzieningen
14.45 – 15.15
Auditteam
Interne overleg / verificatie
Vaststelling pending issues
15.15 – 16.00
Docenten Muziektheater
Auditteam
Relatie beroepenveld / netwerk
Kwaliteitsborging programma
Caroline Almekinders
Onderwijsontwikkeling
Marielle Vester
Deskundigheidsbevordering
Marcel Savelkoul
Inhoud programma / theorie
Irene Maessen
Toetsen en beoordelen
Lorenzo Borella
Praktijkcomponent
Internationalisering
Studiebegeleiding
Onderzoek
16.00 – 16.45
Studenten Muziektheater
Auditteam
Aansluiting op vooropleiding / intake
Deskundigheid docenten
Tom Kortbeek
Niveau opleiding
Inge de Haan
Studielast / Studiebegeleiding
Tom Schraven
Informatievoorziening
Marinke Hamer
Inhoud programma / theorie
Onderzoek
Marianne Kloeze
Praktijkcomponent
Miriam Koetsier
Medezeggenschap
Nadya van ’t Hoff
Voorzieningen
Deborah ten Holte
16.45 – 17.15
Nader te bepalen
Auditteam
Eventueel bespreking pending issues
17.15 – 18.00
Directie
Auditteam
Rondleiding / voorzieningen
18.00
Vertrek naar Enschede
19.30
Diner
20.30
Rondleiding en video conference (MediaMusic)
22.00
Einde programma 1e dag
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 54
Donderdag 01 oktober 2009 – Enschede
0830 – 9.00
09.00 – 09.45
Voorbespreking auditteam
Gesprekspartners
Gesprekspartners
Auditoren
Doc. Muziektherapie
Docenten Klassiek
Annemiek Vink
Frank Deiman
Laurien Hakvoort
Ati Gottschal
Jaap Orth
Gijs van Schoonhoven
Margreet van Til
Riekje Bakker
Hanneke te Winkel
Manja Smits
Ton de Bruijn
Frank Peters
Hans v.d. Werf
Marjolijn van Roon
Internationalisering
Alex Manassen
Studiebegeleiding
Relatie werkveld / netwerk
Kwaliteitsborging programma
Onderwijsontwikkeling
Deskundigheidsbevordering
Auditteam
Inhoud programma / theorie
splitst zich
Toetsen en beoordelen
Praktijkcomponent
Onderzoek
Geert Christenhusz
09.45 – 10.30
Onderwerpen
Stud. Muziektherapie
Studenten Klassiek
Hanna Turwitt
Niels Pol
Mirte de Groot
Esther van Zijl
Karin Hukker
Niels Kuipers
Julia Weber
Sarah Brouwers
Max Nawroth
Sjors Holleboom
Miranda de Geus
Jasper Arts
Iris de Kroes
Grace van Dorsten
Onderzoek
Maartje van de Ree
Evelien v. der Weijden
Praktijkcomponent
Aansluiting op vooropleiding
Intake
Deskundigheid docenten
Niveau opleiding
Auditteam
Studielast / begeleiding
splitst zich
Informatievoorziening
Inhoud programma / theorie
Medezeggenschap
Voorzieningen
10.30 - 10.45
Auditteam
10.45 -11.30
Auditteam
Docenten Docent Muziek
Interne terugkoppeling
Relatie werkveld / netwerk
Kwaliteitsborging
Marja Reinders
Onderwijsontwikkeling
Frans Haverkort
Deskundigheidsbevordering
Eleonore Riksen
Inhoud programma /
Leon Vliegen
theorie
Toetsen en beoordelen
Jan Wessels
Praktijkcomponent
Susan van Opstal
Internationalisering
Mariska v.d. Vaart
Studiebegeleiding
Onderzoek
11.30 -12.15
Studenten Docent Muziek
Auditteam
Aansluiting op vooropleiding
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 55
Maya Aerts
Intake
Julia Tuller
Deskundigheid docenten
Niveau opleiding
Carlijn Otten
Studielast / begeleiding
Janneke Boomsma
Informatievoorziening
David Otten
Inhoud programma /
Gerja van der Beek
theorie
Onderzoek
Arjan Dunning
Praktijkcomponent
Medezeggenschap
Voorzieningen
12.15 - 13.00
13.00 - 13.45
Auditteam
Docenten Popacademie
Auditteam
Lunch en intern overleg
Relatie werkveld / netwerk
Kwaliteitsborging
Danny Sahupala
programma
Gerard Peters
Onderwijsontwikkeling
Arno Schlijper
Deskundigheidsbevordering
Anneloes Verveld
programma / theorie
Toetsen en beoordelen
Rene Engel
Praktijkcomponent
Ton Lamers
Internationalisering
Studiebegeleiding
Onderzoek
13.45 - 14.30
Studenten Popacademie
Auditteam
Intake
Steven Lugger
Deskundigheid docenten
Sem Christoffels
Niveau opleiding
Gert Zomer
Studielast / begeleiding
Ines Klink
Informatievoorziening
Inhoud programma/ theorie
Brenda van Aarsen
Onderzoek
Lorenz Grunewald
Praktijkcomponent
Rutger Smit
Medezeggenschap
Ilona Zijp
Voorzieningen
14.30-14.45
14.45 - 15.30
Auditteam
Docenten MediaMusic
Auditteam
Intern overleg
Relatie werkveld / netwerk
Kwaliteitsborging
Aart de Jong
Onderwijsontwikkeling
Danny Weijermans
Deskundigheidsbevordering
Gert Minnee
nhoud programma/ theorie
Rob Horsting
Toetsen en beoordelen
Praktijkcomponent
Floris Schreuder
Internationalisering
Tom Salisbury
Studiebegeleiding
Reinout Vrijhoef
15.30 - 16.15
Aansluiting op vooropleiding
Studenten MediaMusic
Roel Pothoven
Robin van Beijeren
Onderzoek
Auditteam
Aansluiting op vooropleiding
Intake
Deskundigheid docenten
Niveau opleiding
Studielast / begeleiding
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 56
Jan Koornstra
Informatievoorziening
Victoria Bensoussan
Inhoud programma /
theorie
Nico Hertel
Onderzoek
Dominik Symann
Praktijkcomponent
Joram Gabriel
Medezeggenschap
Nick Smeenk
Voorzieningen
16.15 - 17.15
Auditteam
Intern beraad
Eventueel bespreking
pending issues
17.15 - 18.00
Auditteam
Directie
Hoofden van de Afdelingen
Hoofd Afdeling Onderwijs & Kwaliteit
Terugkoppeling
hoofdlijnen conclusies
Auditteam
Hans Stoltenborg
voorzitter – Hobéon Certificering
Lucas Vis
vak- en werkvelddeskundige Muziek
Ageeth Hensen
vak- en werkvelddeskundige Muziektherapie
Bart Maris
vak- en werkvelddeskundige Muziek (jazz & pop)
Marc Rutten
vak- en werkvelddeskundige Docent Muziek
Katia Veekmans
vak- en werkvelddeskundige Muziek (klassiek)
Sophie Groote
student Klassieke Muziek
Kim Nijs
student Docent Muziek
Robert Stapert
deskundige onderwijs / secretaris – Hobéon Certificering
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Docent Muziek, ArtEZ –december 2009 ⏐ 57
Download