Klik - Patientervaringsmetingen.nl

advertisement
Nieuwsbericht Landelijke meting van patiëntervaringen bij Heup en Knie-vervangende operaties
2013
MEER AANDACHT VOOR ALLE VOORONDERZOEKEN OP 1 DAG
Resultaten
Ervaren kwaliteit van zorg (CQI Heup- en Knievervanging)
Verbeterpunten
Verbeterpunten met betrekking tot de zorg voor patiënten die een heup- of knieoperatie ondergaan
zijn o.a. het begrijpelijk uitleggen van de bijwerkingen van nieuwe medicijnen: gemiddeld een kwart
van de patiënten gaf aan dit niet of niet altijd werd gedaan. Dit verschilt aanzienlijk tussen de diverse
ziekenhuizen, namelijk van 4%-52%.
Daarnaast was opvallend dat bij 1 op de 3 patiënten niet alle vooronderzoeken op één dag konden
plaatshebben. Ook blijkt nog steeds dat bij op de 1 op de 5 patiënten vóór de opname niet gesproken
is over de benodigde hulp na ontslag. Beide aspecten zijn niet verbeterd ten opzichte van de meting
in 2010.
Wat wel is verbeterd is het op de hoogte houden van de patiënten over hoe lang de wachttijd tot de
operatie is (vanaf het moment dat men wist dat men geopereerd zou worden). Werd hierover in
2010 25% niet geïnformeerd, in 2013 was dit nog maar 10%.
In de ingekorte CQI-vragenlijst zijn 3 thema’s te onderscheiden, namelijk communicatie van de
artsen, communicatie van de verpleegkundigen en pijnbestrijding. Patiënten geven aan dat zij de
communicatie met de artsen en verpleegkundigen rondom hun heup of knieoperatie als positief
ervaren. Het thema ‘communicatie van de arts’ (begrijpelijke manier uitleggen, aandachtig luisteren,
serieus nemen.) scoort 90% van het maximaal te halen punten. De spreiding tussen de ziekenhuizen
was: 95% voor het beste ziekenhuis en 85% voor het slechts scorende ziekenhuis. Het thema
‘communicatie van de verpleegkundige’ (begrijpelijke manier uitleggen, aandachtig luisteren, serieus
nemen) scoort eveneens: 90% van het maximaal te halen punten. De spreiding tussen de
ziekenhuizen was: 95 % voor het beste ziekenhuis en 84% voor het slechts scorende ziekenhuis. Het
thema ‘pijnbestrijding’ scoorde met gemiddeld 88% van het maximaal te halen punten relatief het
minst goed De spreiding tussen de ziekenhuizen was: 92 % voor het beste ziekenhuis en 85% voor
het slechts scorende ziekenhuis In vergelijking met de vorige meting in 2010 zijn de gemiddelde
scores van de ziekenhuizen niet of nauwelijks veranderd.
Verschillen
Patiënten in ZBC’s ervaren de communicatie van artsen en verpleegkundige positiever dan patiënten
in ziekenhuizen. Ook ervaren deze patiënten betere pijnbestrijding.
Met betrekking tot etniciteit: Autochtone patiënten ervaren de communicatie met verpleegkundigen
positiever dan allochtone patiënten.
Redelijke variatie in algemene waardering van de verschillende klinieken
Ook is de Net Promotor Score (NPS) o.b.v. de aanbevelingsvraag berekend (Hoe waarschijnlijk is het
dat u uw ziekenhuis voor de behandeling van rughernia bij een vriend of collega zult aanbevelen?, op
een schaal van 0-10). Hiervoor wordt het aantal ‘criticaster’(cijfers 0-6) afgetrokken van het aantal
‘promotors’(cijfers 9 en 10). Dit leverde een gemiddelde NPS op van 51%. Dit is voor verbetering
vatbaar aangezien de beste zorgaanbieder 94% scoorde. De laagste NPS score is 23%.
Ervaren effectiviteit van de behandeling (PROM Heup- en Knievervanging)
Hoe groter de Prom-verschilscore (de score na de ingreep minus de score van vóór de ingreep); hoe
groter het ervaren effect van de behandeling. De verschilscore is gecorrigeerd voor zorgzwaarte op
basis van co-morbiditeit en ervaren gezondheidstoestand, en voor verschillen in populatie van het
ziekenhuis op basis van leeftijd, geslacht en opleiding. Er zijn 5 PROMs: HOOS ps, KOOS ps, de EQ-5D
(algemeen welbevinden), VAS pijn in rust, en een VAS pijn bij belasting. Over het algemeen ervaren
de patiënten op alle gebieden een verbetering na de operatie. Een klein deel van de patiënten
ervaart echter een verslechtering in het uitvoeren van bepaalde activiteiten: 9% van de patiënten
met een heup vervangende operatie, en 17% van de patiënten met een knie vervangende operatie
(respectievelijk op de HOOS-Ps en de KOOS-PS). Dit zijn over het algemeen de patiënten met
voorafgaand aan de operatie de minste klachten. Opvallend is dat bijna de helft van deze patiënten
(gemiddeld 45%) een verbetering ervaart op de 3 andere PROMS scores.
Verschillen
Uit de gegevens is duidelijk dat de respondenten uit ziekenhuizen en ZBC’s qua
achtergrondkenmerken op diverse punten van elkaar verschillen. Patiënten in ZBC’s zijn/hebben
relatief vaker: jong (middelbare leeftijd i.p.v. 75+); man; geen of weinig co-morbiditeit; hoger
opgeleid; en een gezond BMI. Hoewel de ZBC’s een jongere en gezondere populatie lijken te hebben,
blijkt uit de vergelijking van de pre-PROMS dat de klachten niet minder zijn. Er waren geen
significante verschillen in het gemiddeld klachtenniveau voor de behandeling tussen de populaties
van ziekenhuizen en ZBC’s. Voor wat betreft uitkomsten van de behandeling blijken ZBC’s bij de best
presterende instellingen te horen, ook na correctie voor deze achtergrondkenmerken van patiënten
en zorgzwaarte. Qua complicaties scoren ze vrijwel gelijk aan reguliere ziekenhuizen, alleen
rapporteren patiënten uit ZBC’s significant minder vaak wondproblemen.
Verschillen tussen de diverse aanbieders gemeten
Zowel voor CQI als voor PROMs (in minder mate) zijn er significante verschillen aangetoond tussen
aanbieders. Verder onderzoek wijst uit dat van de 8 aanbieders die op meerdere PROMS significant
onder gemiddeld scoren, er 3 ook op 1 of meer CQI thema’s onder gemiddeld scoren, waarvan 1 op
alle drie de thema’s. Van de 11 aanbieders die op meerdere PROMS significant boven gemiddeld
scoren, zijn er 2 die ook op 1 of meer CQI thema’s boven gemiddeld scoren (allebei op alle drie de
thema’s).
Meting bij 73 ziekenhuizen en klinieken
Deze meting is uitgevoerd in de periode februari –april 2013 bij ruim 13.000 patiënten. Dit jaar is de
CQI Heup-knie versie 1.0 verkort inclusief de NPS-vraag afgenomen samen met de heup/knie-PROMvragen (HOOS resp. KOOS), de EQ-5D en een VAS pijnschaal.
De netto respons is 62% (7.568) verdeeld over 73 zorgaanbieders (69 ziekenhuizen en 4 ZBC’s). Dat
zijn 5 zorginstellingen minder dan de vorige meting. De respons is 15% lager dan bij de vorige meting.
Dit verschil wordt verder onderzocht.
Patiëntenervaringen tellen mee bij de zorginkoop en bemiddeling door zorgverzekeraars.
Met een CQ-index is de kwaliteit van zorg vanuit het perspectief van patiënten op een
gestandaardiseerde manier in kaart te brengen. De vragenlijst geeft inzicht in de ervaringen van
patiënten met de zorg en wat zij belangrijk vinden. Want kwaliteit van zorg betekent niet alleen dat
de zorg voldoet aan regels en richtlijnen van de overheid of de beroepsgroepen, maar ook dat
rekening wordt gehouden met de wensen en verwachtingen van patiënten, cliënten of hun
vertegenwoordigers. Zorgverzekeraars willen de ervaring van de patiënt ook meenemen bij de
zorginkoop en/of bemiddeling voor hun verzekerden. De CQ-index is hiervoor een geëigend
instrument. De systematiek van de CQ-Index is ontwikkeld op initiatief van Agis samen met de
andere zorgverzekeraars georganiseerd in Stichting Miletus, door het NIVEL, in samenwerking met de
afdeling Sociale Geneeskunde van het AMC onder auspiciën van het Centrum Klantervaring Zorg.
Daarnaast is er sinds enige tijd bij zorgaanbieders en zorgverzekeraars behoefte aan informatie over
het ervaren effect van zorg door patiënten/cliënten (Patient Reported Outcomes MeasuresPROMs). PROMs zijn gevalideerde, eenvoudige vragenlijsten voor patiënten die inzicht geven in de
medische effectiviteit van de door een zorgaanbieder geleverde zorg. Per zorgtraject worden op dit
moment PROMs-vragenlijsten ontwikkeld door het veld, soms zelfs meerdere PROMs-lijsten per
zorgtraject. Als coördinator van de zorgverzekeraars voor CQI-metingen, coördineert en combineert
Stichting Miletus sinds kort de afname van zowel de CQI- als PROMs-lijsten.
Contactpersoon
Caroline van Weert, directeur Stichting Miletus, Telefoon 030 6988320, www.stichtingmiletus.nl
Zie ook de websites van de aangesloten zorgverzekeraars
Download