1 CATECHEMUNAAL TRAJECT VORMINGSMOMENT 7 – BEGIN JUNI WIE ZEGGEN JULLIE DAT IK BEN? (DE DOOD VAN JOHANNES DE DOPER: Mc 6,14-29: Eventueel enkel lezen. We gaan er niet op in.) JEZUS VERZAMELT JODEN EN HEIDENEN AAN ZIJN TAFEL: MC 6,30 – 8,21 Mc 6,30-44: Eerste verhaal over een broodvermenigvuldiging, in Galilea Welke mensen komen in dit verhaal voor? En wat zoeken ze? - Jezus zorgt voor zijn leerlingen, maar ook voor de menigte - de leerlingen hebben tijd nodig om te rusten, maken zich zorgen over brood - de menigte hebben nood aan onderricht, en aan brood Hoe gaat ieder van hen om met de nood aan brood? - de menigte: wacht passief af - de leerlingen: willen dat Jezus de mensen wegstuurt, zien er geen doen aan - Jezus: kijkt wat voorhanden is plaatst de leerlingen voor hun taak: Jullie moeten hen te eten geven! zet ze op weg: Kijk eens rustig wat je hebt en begin eraan! geeft ze de opdracht het beschikbare te verdelen onder allen (De verhalen over een broodvermenigvuldiging staan tegen de achtergrond van het Mannaverhaal in het boek van de Uittocht en verwijzen naar het Laatste Avondmaal en naar de Eucharistieviering. Dat kunnen we nu niet uitwerken.) Mc 6, 45-56: tweede verhaal over een storm op het meer Dit verhaal is zeer parallel met 4,35-41: zie Vormingsmoment 5. Het verhaal verwijst met dezelfde beelden naar de Verrezene. De leerlingen zijn niet tot inzicht gekomen door wat er met de broden is gebeurd (v52): er steekt in het verhaal van de broden dus een diepere betekenis, die we nog moeten vinden. Mc 6,53-56: Mensen vinden in Jezus genezing en leven. Zou dat de goede richting zijn om te zoeken naar de betekenis van de broden? Mc 7, 1-23: Een blijde boodschap voor alle mensen, ‘rein’ en ‘onrein’ Als aanloop naar het tweede verhaal over Jezus die een grote menigte te eten geeft, plaats Marcus een reeks teksten over de vraag: kunnen Joden en heidenen aan dezelfde tafel zitten? We lazen Mc 7,1-23 al in Vormingsbeurt 3; herlees: Mc 7,17-23. Jezus relativeert hier radicaal de joodse rituele gebruiken: het evangelie is bestemd voor alle volkeren. We dienen God niet door reinheidswetten na te leven, maar door verbondenheid te stichten. Jezus brengt elke avond zijn vrienden en andere toehoorders van die dag samen aan tafel, als broeders en zusters. Uit deze maaltijden, waarin Jezus zeer verschillende mensen rond zijn tafel samenbrengt, zal de eucharistie groeien. April 2010 2 Merk je hoe Jezus in v2 en v5 niet spreekt over eten in het algemeen, maar over brood eten: straks wordt duidelijk waarom. Ook niet-joodse ‘heidenen’ door Jezus genezen: Mc 7,24-37 1. Mc 7, 27-30: Jezus verlaat Palestina en trekt naar Tyrus (in het huidige Libanon), dit is heidens, niet-joods gebied. Zie de kaart achteraan in je Bijbel. Een SyroFenicische vrouw overtuigt Jezus dat zijn zending ruimer is dan enkel voor het joodse volk: door haar dochter te genezen, maakt Jezus van zijn woord (in 7,1-23) een daad. Jezus en de vrouw hebben het hier weeral uitdrukkelijk over brood en niet over voedsel in het algemeen. Straks wordt duidelijk waarom. In het gesprek tussen Jezus en de vrouw hoor je ook de discussie tussen joden en niet-joden binnen de eerste christelijke gemeenschappen! Het is een hele stap geweest voor de volgelingen van Jezus om de joodse reinheidswetten op te geven. Misschien is het ook een ontwikkeling geweest in het denken van Jezus. v28: honden : joodse scheldwoord voor heidenen 2. Mc 7, 31-37: Dan trekt Jezus verder, via Sidon (nog steeds in het huidige Libanon), naar Dekapolis, het Tienstedengebied (in het huidge Jordanië), dus nog steeds buiten Palestina. De mensen zijn geweldig onder de indruk. Ook wij hebben moeite om de betekenis van de verhalen in het oog te krijgen. Jezus moet ons allemaal ‘open’ maken! Ook hier zijn inderdaad enkele allusies op het catechumenaat in het verhaal verweven: v32 De doofstomme – een niet-Jood! - wordt door anderen tot bij Jezus gebracht v33 Jezus neemt hem apart: ook de catechumeen wordt door Jezus een tijd apart genomen, Jezus neemt onze vormingsgroep voor een tijd weg van de menigte. De oude Kerk heeft het zo begrepen: v34 Effata: dit woord en het gebaar van Jezus hebben een plaats gekregen in de doopritus. Dit komt in de gebedsviering op Stille Zaterdag. Tweede verhaal van de broodvermenigvuldiging (Mc 8, 1-9) Dit tweede verhaal vertoont grote overeenkomsten met het eerste, maar ook opmerkelijke verschillen, en daarin steekt de boodschap! 1. Het eerste verhaal speelt zich af nabij Kafarnaüm (binnen de grenzen van Israël), het tweede verhaal aan de overkant van het meer (buiten de grenzen van Israël). 2. In het eerste verhaal blijven twaalf manden met brokken over. Twaalf staat voor alle twaalf stammen van Israël: er is ‘brood’ genoeg voor alle mensen uit het volk Israël. In het tweede verhaal zijn er zeven manden over. In de Oudheid zegt men dat er op heel de aarde zeven volkeren zijn: er is ‘brood’ genoeg voor alle mensen op aarde. Voor de rest zijn beide verhalen identiek: Jezus brengt hetzelfde heil, zowel aan de joden als aan alle andere volkeren. Is dat de betekenis van het overvloedige brood? April 2010 3 Mc 8, 10-21: Jezus is het ‘brood’, maar de leerlingen zien het nog steeds niet v11 een teken: De Farizeeën begrijpen Jezus niet: Ze vragen een teken uit de hemel. Maar Jezus doet niet anders dan tekens geven! v14 één brood: Marcus geeft ons een laatste hint: de leerlingen gaan de boot in, met slechts één brood. Zomaar een detail? Dat geeft Marcus nooit! Trouwens, wat zijn 13 mensen met één brood? Dus moeten we verder denken. Zou dat ‘brood’ staan voor … Jezus? Dan wordt alles duidelijk! Voor de derde maal is er tekort aan voedsel (6,32, 8,1 en 8,14), en voor de derde maal maken ze zich daar zorgen over… Ze begrijpen er niets van! Ze varen over het water (= de levensbedreigende zee) met het Brood des levens aan boord (er staat wel degelijk‘één brood’!), maar ze zien het nog niet… De vraag rijst of wij, lezers, het wel al zien. Gelukkig is het boek nog niet uit. En blinden kúnnen ziende worden, leert het evangelie. v15 zuurdeeg = verzuurde deeg, dat het brood onrein maakt voor de paasliturgie = de verderfelijke invloed van de Farizeeën. De leerlingen gaan scheep met slechts één brood, met enkel Jezus: Jezus is voldoende! Dat geldt zowel voor Israël als voor alle andere volkeren: ook in Rome, waar Marcus rond het jaar 70 na Christus een kleine christelijke gemeenschap leidt die hoofdzakelijk uit niet-joden bestaat. Vandaag geldt dat ook voor ons. Twee verhalen komen in het Marcusevangelie twee keer voor: - de verhalen over Jezus die een storm stilt op het meer (Mc 4,35-41 & 6,45-56) - de verhalen over een broodvermenigvuldiging (Mc 6,30-44 & 8,1-9) Door iets tweemaal te vertellen wil de schrijver iets beklemtonen. LIED: Zeven was voldoende, Zingt Jubilate 543. Zeven was voldoende, vijf en twee, zeven was voldoende voor vijfduizend op de heuvels langs de zee. Zeven is voldoende, toen en nu, zeven is voldoende alle dagen van ons leven, dank zij U. Zeven is voldoende, brood en vis, Jezus is voldoende voor ons allen als de kring gesloten is. Voed ons met uw leven, vis en brood, alle zeven dagen, Gij verzadigd allen met uw offerdood. Want Gij zijt de eerste rond alom, ja, Gij zijt de Eerste en de Laatste, kom, o Here Jezus, kom! De dichter, Willem Barnard (vader van Benno, dichtersnaam: Guillaume van der Graft) maakt in zeer eenvoudige woorden de band tussen 1. het verhaal van de broodvermenigvuldiging 2. ons leven met Jezus, als gelovigen vandaag 3. de onmisbare christelijke gemeenschap April 2010 4 4. de zondagse eucharistie die we samen vieren 5. de verrezen Christus omvat tijd en eeuwigheid Neem rustig de tijd om het lied tot je te laten doordringen. AFSLUITING VAN HET EERSTE DEEL VAN HET BOEK GENEZING VAN EEN BLINDE: Mc 8, 22-26 Jullie hebben ogen en zien niet, jullie hebben oren en horen niet, zegt Jezus. Maar Jezus kan ons van onze blindheid genezen! Mc geeft ook hier een knipoog naar de doopleerlingen: - Jezus neemt de blinde apart (de catechumenale groep) - zijn genezing (= de initiatie) duurt een tijd en verloopt in fazen, - en na de initiatie is hij in eigen milieu een vreemde geworden (Niet het dorp in gaan!) Dat is een ervaring die herkenbaar is, niet? Gelovig worden, christen worden, vraagt tijd. Genezen van je ‘blindheid’ vraagt tijd, er zijn veel stappen nodig voor je ‘ziet’ wie Jezus is, voor je ‘hoort’ wat hij ons te zeggen heeft. De leerlingen zullen pas na de dood en de verrijzenis van Jezus de volle draagwijdte van Jezus’ woorden en daden begrijpen. SCHARNIERSTUKJE TUSSEN 1e & 2e DEEL: WIE BEN IK VOLGENS JULLIE? – Mc 8,27-30 Mc is halverwege in zijn boek. Na al die verhalen vraagt hij ons: Wie is Jezus voor jullie? v29 Jezus opent de ogen van de blinde… (8,21) … en Petrus ‘ziet’ wie Jezus is. Messias: deze titel valt hier voor de eerste keer ‘binnen het boek’ (zie ook: 1,1). v30 Maar weet Petrus wel wat hij zegt? Jezus is niet de Messias zoals Petrus denkt. Jezus zal naar Jeruzalem gaan, maar niet om de bezetter te verjagen. Daarom moet Petrus nog zwijgen. UITWISSELING Wie is Jezus voor jou? Is er een verhaal in wat we al gelezen hebben dat jou treft? Hoe ga jij met Jezus om? Hoe speelt hij een rol in je leven? Denk je aan hem? Bid je tot hem? GEBED (samen) U bent met ons begonnen en op weg gegaan, Heer God, u kunt ons ook thuisbrengen en voltooien. Wij bidden u dat Jezus onze gids mag zijn, dat wij in zijn licht mogen leven met elkaar. En laat ons groeien in het geloof dat hij de toekomst heeft vandaag en alle dagen tot in eeuwigheid. Amen. (H.OOSTERHUIS, Bid om vrede, 114b) April 2010