Kruisweg van de stilte Van 1 april tot 30 juni 2012 bezoekt de tentoonstelling ‘Kruisweg van de stilte’ de Sint-Catharinakerk van Maaseik. Deze kruisweg werd in 1979 geschilderd door Armand Demeulemeester op vraag van de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren. 30 jaar lang heeft deze kruisweg in stilte de gangen van de abdij verfraaid en was de schilderijenreeks enkel toegankelijk voor de monniken. In 2008 werd er in de abdij begonnen met een grootschalige renovatie. Om deze renovatie te bekostigen werden allerlei projecten op touw gezet, onder andere de verkoop van het gelimiteerde Westvleteren XII-bier. Ook de reizende tentoonstelling maakt deel uit van een financieringsproject voor de renovatie van de abdij. Sinds januari 2009 is de tentoonstelling op reis door ons land en werd ze tentoongesteld op acht verschillende locaties. De eerste locatie was Westvleteren zelf, de laatste stop op deze trip is Maaseik. Wegens het toch wel unieke karakter van deze reizende tentoonstelling, vonden wij het de moeite om een project door en voor leerlingen op te zetten. De tentoonstelling zal tijdelijk in Maaseik te bezichtigen zijn en is voor scholen gratis en doorlopend toegankelijk. Een unieke kans dus voor de scholen in de buurt. Een thema als een kruisweg spreekt echter niet vanzelf tot de verbeelding van leerlingen. Daarom hebben de leerlingen van het College van 6 Humane Wetenschappen een project op poten gezet om de kruisweg ‘aantrekkelijker’ te maken voor een doelgroep van leerlingen. De leerlingen van 6 Humane Wetenschappen bieden u drie dingen aan: - - Een lessenpakket voor de eerste, tweede of derde graad met drie uitgewerkte lessen ter voorbereiding aan een bezoek aan de kerk. Een zelfgemaakte audiogids die vanuit het standpunt van een ‘ooggetuige’ (Judas, Maria Magdalena, Johannes en een Romeinse soldaat) in de kerk het verhaal van de kruisweg vertelt en daardoor herkenbaar en persoonlijk maakt. Een eigen creatieve interpretatie van vijf fases uit het kruiswegverhaal, te bezichtigen achteraan in de kerk, om de leerlingen op weg te helpen zelf creatief en reflectief te laten omgaan met deze materie. Lessenpakket derde graad Dit lessenpakket is bedoeld voor leerlingen uit de derde graad. Het lessenpakket vormt een geheel met een bezoek aan de tentoonstelling in de kerk en een creatieve opdracht achteraf. Het pakket zou best in zijn geheel uitgevoerd kunnen worden maar de leerkracht is vrij in het al dan niet weglaten of aanvullen van dit pakket. Opzet: - Drie inleidende lessen om een bezoek aan de kerk voor te bereiden. Een bezoek aan de kerk (ter plekke duurt het bezoek 25 minuten) met een audiogids. Een creatieve opdracht achteraf te verwerken in de klas. Planning: - Om ook in het kerkelijke jaar mooi in te passen zou het mooi zijn moesten de lessen gepland kunnen worden tijdens de laatste drie lessen van het tweede semester. Een bezoek aan de kruisweg kan dan in de weken na de paasvakantie. Eén of twee lessen daarna zouden besteed kunnen worden aan de creatieve opdracht. Doelstelling: - De leerlingen algemene informatie verstrekken over de ‘Kruisweg van de stilte’. De leerlingen voorbereiden op het bezoek aan de kerk. De kennis van de leerlingen peilen aan de hand van een quiz. De kennis van de leerlingen uitbreiden aan de hand van enkele filmfragmenten. Enkele voorbeelden van een interpretatie van de kruisweg in media of kunst tonen. Materiaal: - Zie cursus ‘Kruisweg van de stilte’ op elov. Rubriek met lessenpakketten voor de drie graden. Uitgeschreven audiogidsen als achtergrond voor de leerkracht. Uitleg bij de creatieve verwerking door de leerlingen zelf. Les 1 Doelstelling van de les: Algemene informatie verstrekken over de ‘Kruisweg van de stilte’ en de leerlingen voorbereiden op hun bezoek aan de kerk. Ook peilt de leerkracht naar de kennis van zijn of haar leerlingen aan de hand van een quiz. Inleidende vragen met betrekking tot de kruisweg van de stilte: De leerkracht peilt aan de hand van een aantal richtvragen naar de voorkennis van de leerlingen over Westvleteren en de Sint-Sixtusabdij. Waar kennen jullie Westvleteren van? Westvleteren is bekend om zijn bier, militaire begraafplaats en de Sint-Sixtusabdij. Jullie hebben zeker al van het Westvleterenbier gehoord, dat een tijdje geleden nog in een gelimiteerde versie verkocht werd bij Colruyt. Het speciale Westvleterenbier, één van de zeven wereldwijd erkende trappistenbieren, kan je normaal gezien enkel kratje per kratje aan de poort van de abdij, in Westvleteren zelf kopen. Eind vorig jaar kon je, uniek in de geschiedenis van de abdij, dit bier ook tijdelijk in de Colruyt aankopen. Dit was een gigantisch succes. Waar ligt Westvleteren? Westvleteren ligt in het zuiden van Vlaanderen, dichtbij de kust. Heeft iemand in deze klas ooit al bier uit Westvleteren gehad? Indien ja, wat vinden de desbetreffende leerlingen hiervan? Kunnen jullie begrijpen dat mensen op eBay tot honderd euro voor zo’n kratje bier betalen? Het bier werd in een speciale verpakking als een soort ‘bouwsteen’ verkocht. Je kon het enkel met een daarvoor bestemde bon afhalen bij de Colruyt. Je betaalde dan voor zo een ‘bouwsteenbox’, dat zijn 6 flesjes bier en twee speciale glazen, 25 euro. In minder dan een uur tijd waren de Colruytwinkels nationaal compleet uitverkocht! Dit leverde 2,3 miljoen euro op voor de verbouwingen van de abdij. Op ebay werden er, nadat de voorraad bouwsteenboxen uitverkocht was, meteen bouwsteenboxen aangeboden, tot wel het tienvoudige voor de prijs! Kunnen jullie verklaren waarom dit bier zo populair is? De door monniken gebrouwen trappistenbieren worden wereldwijd voornamelijk erkend voor hun ambachtelijke aanpak. Er zijn wereldwijd nog slechts zeven trappistenbieren. Zes van de zeven zijn gelegen in België. Volgens de regels van de Internationale Vereniging Trappist zijn de voorwaarden om de naam "trappist" te mogen dragen de volgende: 1. Het product moet door of onder toezicht van de kloostergemeenschap worden gebrouwen. 2. Het product moet binnen de muren van de abdij worden gebrouwen. 3. Het grootste deel van de winst moet aan sociale werken worden besteed. Intro: Tot zover een korte inleiding over het bier van de abdij van Westvleteren. Er komt ook nog iets anders dan bier van deze abdij, waarschijnlijk minder bekend bij jullie, de komende maanden naar Maaseik. De komende drie lessen gaan we ons voorbereiden op een bezoek aan de kerk van Maaseik, waar jullie de ‘kruisweg van de stilte’ zullen gaan bezichtigen, eveneens een exportproduct van de abdij. In de komende lessen zullen we kennismaken met verschillende soorten en varianten van de traditionele kruisweg, zodat jullie alvast een beeld krijgen van wat een kruisweg inhoudt. Na die drie lessen gaan we één uurtje kijken naar de tentoonstelling over de kruisweg van de stilte. Als afsluiting gaan jullie vervolgens een creatieve opdracht maken over deze kruisweg. De kruisweg die jullie te zien krijgen, de zogenaamde ‘Kruisweg van de stilte’, heeft gedurende 30 jaar veilig gehangen binnen de muren van de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren. In september 2008 begon men met de renovatie van de abdij en moest men de kruisweg tijdelijk opbergen. De oplossing was de kruisweg tentoonstellen voor een breed publiek op acht verschillende locaties in Vlaanderen. Een deel van de opbrengst van de tentoonstelling (verkoop van boeken bijvoorbeeld) zal worden gespendeerd aan de renovatie van de abdij. De eerste halte was Westvleteren zelf in januari 2009 en werd geopend door de president van de Europese unie (toen Belgisch premier) Herman Van Rompuy. De laatste halte is Maaseik (Sint-Catharinakerk) in de maanden april, mei en juni 2012. Voorbeeldfoto: zie ppt quiz De schilder van de kruisweg van de stilte is Armand Demeulemeester. Armand Demeulemeester (Ronse, 1926-2002) heeft verschillende kruiswegen geschilderd. De eerste grote was de kruisweg van de stilte in opdracht van de broeders van Westvleteren in 1979. Dit was tevens het moment dat hij voor het eerst de Bijbel grondig verkende. “Na Westvleteren is de Bijbel zeer sterk in mij gegroeid. Ik ging meer lezen, ik vond zoveel meer dat me diep trof”, zegt hij daarover zelf. De kruisweg van Demeulemeester wijkt bewust af van het klassieke patroon van 14 staties. In twaalf veelzeggende doeken vol drama geeft de kunstenaar zijn eigen visie op het lijdensverhaal. De levensgrote figuren dagen de toeschouwer uit, niemand ontsnapt aan de blik van Jezus. Tot zover een beetje achtergrondinformatie over de kruisweg en de schilder Armand Demeulemeester. Nu gaan we eens testen hoeveel jullie nu al weten over Jezus en de kruisweg. Quiz: De leerkracht gebruikt de ppt met de quiz hierbij en laat de leerlingen individueel de meerkeuzevragen beantwoorden op een kladblad. De leerlingen kunnen kiezen uit vier verschillende opties, zijnde A, B, C of D. De quiz bestaat uit 10 vragen, waarna er nog 10 dia’s zijn waarin de antwoorden worden toegelicht. Daarna kunnen de leerlingen hun score bekijken. Nadat alle leerlingen de vragen hebben beantwoord, geeft de leerling bij het overlopen van de antwoorden steeds een woordje uitleg bij elke vraag. De doelstelling is in de eerste plaats om bij de leerlingen eens te peilen naar hun achtergrondkennis omtrent een kruisweg in het algemeen. We gaan ervan uit dat die kennis nogal beperkt en oppervlakkig is. Bij het beantwoorden van de vragen zullen de leerlingen zelf tot deze conclusie komen. Bij het overlopen van de antwoorden is het dan aan de leerkracht om al een eerste keer een extra woordje uitleg te geven bij het verloop van het lijdensverhaal. Gebruik de ppt van de quiz voor vragen en antwoorden. Hieronder vindt de leerkracht extra informatie om de vragen met antwoorden als iets diepgaander te kunnen duiden. Antwoorden van de quiz: Vraag 1: Bij welke Christelijke feestdag hoort de kruisweg? Pasen is één van de belangrijkste feesten van het kerkelijke jaar. Met Pasen eren de christenen de dag dat Jezus is opgestaan uit de dood. Dit zou gebeurd zijn tussen het jaar 26 en 36. Het is een officiële erkende feestdag in België. Pasen is van oorsprong een joods begrip, waar het Pesach wordt genoemd. Pesach wordt ook wel lentefeest genoemd. Op deze dag vieren de joden de Egyptische uittocht en de bevrijding van de slavernij onder de Egyptische farao (meer uitleg volgt later). Vraag 2: Waar speelt de kruisweg zich af? Jeruzalem is de hoofdstad van het huidige Israël. De stad telt ongeveer een driekwart miljoen inwoners en is daarmee de grootste stad in Israël. De stad is eeuwenlang geteisterd door oorlogen tussen verschillende religies. De olijfberg waar Jezus verraden werd, ligt ten oosten van de stad Jeruzalem. De heuvel Golgotha, waar Jezus gekruisigd werd, ligt net buiten de muren van Jeruzalem. Vraag 3: Hoeveel apostelen waren er? Jezus had in totaal 12 apostelen, namelijk Andreas, Bartolomeüs, Fillipus, Jakobus, Jakobus de Meerdere, Johannes, Judas, Matteüs, Mattias, Simon Petrus, Simon, Thomas. Er wordt gezegd dat er een 13de apostel was, namelijk Paulus, maar hij heeft Jezus nooit echt ontmoet. Naar eigen zeggen ontmoette hij Jezus in een visioen. De herwerkte versie van het schilderij dat in de dia te zien is, heet “Het Laatste Avondmaal” en is geschilderd door de beroemde Italiaanse schilder Leonardo da Vinci. Vraag 4: Welke van onderstaande personen was zo’n apostel? Julius Caesar leefde van 100 voor Christus tot 44 voor Christus, en kon Jezus dus onmogelijk gekend hebben en kon dus ook geen apostel zijn. Maria Magdalena was wel een volgelinge van Jezus, maar geen apostel. Eerdergenoemde Paulus is officieel geen apostel, omdat hij Jezus niet tijdens zijn leven heeft gekend. Petrus is wel een apostel, en werd naderhand erkend als de allereerste paus van de christelijke kerk, mede door zijn evangelisch werk in de regio rond Rome. Vraag 5: Wie was Maria Magdalena? Maria Magdalena was wellicht een prostituee, maar dit speelde geen rol in haar relatie met Jezus. Ze behoorde tot de groep vrouwen die Jezus volgde tijdens zijn tochten. Jezus had, voor zover bekend, geen zus en zijn moeder was de heilige maagd Maria. Vraag 6: Waarom werd Jezus terechtgesteld? Omdat Jezus inmiddels erg veel volgelingen begon te krijgen, begonnen de Joodse hogepriesters zich enigszins bedreigd te voelen door deze plotselinge populariteit. Het is onwaarschijnlijk dat Jezus zichzelf als koning der Joden zag, maar de hogepriesters dreven wel de spot met hem door hem een doornenkrans te laten dragen en ‘INRI’ boven zijn kruis te hangen, wat vrij vertaald ‘koning der Joden’ betekent. Jezus verwees wel regelmatig naar zijn koninkrijk maar dan had hij het over het koninkrijk Gods, de hemel. Jezus heeft inderdaad gezegd dat hij de tempel van Salomon in drie dagen kon afbreken en opbouwen, maar nooit heeft hij gedreigd deze te vernietigen. Socrates, een bekende Griekse filosoof, was degene die ter dood werd veroordeeld wegens verpesting van de jeugd. Vraag 7: Hoeveel keer viel Jezus onder het kruis? Volgens bronnen naast de Bijbel zou dit drie maal zijn. Toch staat in de Bijbel zelf niets over het feit dat Jezus zou zijn gevallen tijdens zijn kruisweg – dit zou erbij zijn verzonnen om de dramatiek van de (korte) tocht te onderstrepen en zou de last van alle menselijke zonden symboliseren. Vraag 8: Wie hielp Jezus met het dragen van het kruis? Simon van Cyrene hielp, gedwongen door de Romeinen, Jezus met het kruis te dragen aangezien Jezus te zwak was om het kruis verder alleen te dragen. Volgens niet-Bijbelse bronnen zou Simon daarnaast zelfs in Jezus’ plaats zijn gekruisigd. Vraag 9: Jezus werd vergezeld door twee andere gekruisigden – wat hadden zij gedaan? In het evangelie van Matthëus staat (27:35) ‘toen werden met Hem twee rovers gekruisigd, één aan Zijn rechter- en één aan Zijn linkerzijde’. Vraag 10: Hoe werd bepaald wie de kleren van Jezus kreeg? Dobbelen was vroeger een serieuze bezigheid, waarbij er veel op het spel kon staan. Indien deze quiz te kort zou zijn om de hele les mee te vullen, begin dan alvast met les 2. Deze bevat meer dan voldoende materiaal om meer dan één lesuur mee in te vullen. Het is bovendien een interessante les die gebruik maakt van beeldfragmenten die de leerlingen zeker zullen aanspreken. Er is (te) veel materiaal voorzien in les 2 zodat de leerkracht zelf een beetje kan spelen met het aantal en de lengte van de te tonen fragmenten. Les 2 Doelstelling van de les: In deze les is het de bedoeling dat de leerkracht de leerling wegwijs maakt op het gebied van de kruisweg aan de hand van een bekende film van Mel Gibson, ‘The Passion Of The Christ’. De leerlingen krijgen een dieper inzicht in de betekenis van het ware kruiswegverhaal. Inleidende vragen: We weten intussen dat jullie kennis van het kruiswegverhaal nog een beetje uitgewerkt zou kunnen worden. Dit gaan we deze les doen aan de hand van de Hollywoodfilm The Passion of the Christ. Kent iemand deze film/ heeft iemand de film al gezien? Zo ja, waar gaat de film over en welke indrukken zijn je bijgebleven? Ongetwijfeld zullen één of meerdere leerlingen de film wel kennen en vertellen over de nogal rauwe en bloederige verfilming van het lijdensverhaal van Jezus. Weet iemand wie de regisseur van deze film is? De regisseur is Mel Gibson. Deze zei zelf over de film en de reden dat hij dit verhaal heeft gekozen om te verfilmen: “Het is een film over liefde, hoop, vertrouwen en vergeving. Jezus is gestorven voor alle mensen, en heeft voor ons allemaal geleden. Het is tijd dat we terugkeren naar die boodschap. De wereld is gek geworden. We zouden allemaal wat meer liefde, hoop, vertrouwen en vergeving kunnen gebruiken.” Het was trouwens Mel Gibson zelf die Jezus kruisigde in de film. De close-up van de handen die de spijkers in Jezus’ handen slaan, is een close-up van de handen van Gibson, om aan te geven dat “ik de ellendige zondaar ben, dat ik het ben waarvoor Jezus is gestorven”, waarmee hij bedoelt dat Jezus geleden heeft voor de zonden van iedereen. Diverse critici hebben hun mening gegeven over deze film en waren niet erg mild. Kunnen jullie een paar mogelijke kritieken bedenken? De film zou veel te gewelddadig zijn en er zou veel te veel bloed in te zien zijn. Het lijden van Christus lijkt hier puur om het fysieke lijden te draaien, de martelingen, de pijn, terwijl het in het Bijbelse verhaal vooral een mentaal lijden is, Jezus die vernederd wordt en moet lijden voor de mensheid. Het feit dat Jezus ‘gespeeld’ wordt door acteur en dat het evangelie zomaar in filmvorm gegoten wordt, kan ook niet op veel krediet rekenen. De antifeministische boodschap die in de film ‘verborgen’ zou zitten: de Joden worden uitvergroot in beeld gebracht als zij die Jezus, onze Messias, ter dood veroordeelden. Zijn er ook pluspunten aan deze film? De film verspreid de evangelische boodschap natuurlijk wel op grote schaal. Hij zou (zie ons maar bezig in de klas) op die manier perfect gebruikt kunnen worden voor pedagogische doeleinden. De film werd bovendien gemaakt met veel aandacht voor historische details: de dialogen werden ingesproken in het Aramees, Latijns en Hebreeuws, veel belang voor traditionele kledij en voor de Joodse (eet)gewoontes. The Passion Of The Christ: Deze les bevat in totaal 30’44” beeldmateriaal. Dat is erg veel om allemaal te laten kijken en te bespreken. De leerkracht kan dus vrij een fragment overhevelen naar vorige of volgende les, of laten wegvallen. Achtergrondinformatie: Titel The Passion of the Christ Regisseur Mel Gibson Jaar 25 / 02 / 2004 (Aswoensdag, start van de vasten) Genre Drama, geschiedenis Budget € 25 miljoen Opbrengst € 600 miljoen in de eerste 5 dagen Korte inleiding De film vertelt het verhaal van de laatste 12 uren van Jezus’ leven. De film begint in de olijftuin waar hij, nadat Judas hem heeft verraden, wordt gearresteerd. Daarna wordt het (schijn)proces van Jezus getoond; hij is eigenlijk al veroordeeld voordat hij de tempel binnengebracht wordt. Pilatus’ vrouw is zich bewust van Jezus’ onschuld, maar Pilatus vreest voor een opstand en verklaart Jezus schuldig. Vervolgens wordt de hele lijdensweg van Christus getoond, de traditionele kruisweg. Aanpak: De leerkracht heeft de film intussen al kort voorgesteld aan en besproken met de leerlingen. Nu toont gij een aantal fragmenten. Het is de bedoeling eerst heel kort te situeren waar het fragment over gaat, het fragment te tonen en dan het fragment grondig te analyseren. Na elk fragment zal er een tussenscherm (rood gordijn) worden getoond, wat betekent dat het fragment moet worden stopgezet en de leerkracht het voorgaande fragment bespreekt. Bij enkele fragmenten kunnen een aantal richtvragen gesteld worden voor of na het fragment. De fragmenten 5, 6, 7 en 8 dienen als één fragment afgespeeld te worden. Hetzelfde geldt voor fragment 9 en 10. Ze bestaan evengoed uit afzonderlijk genoemde ‘fragmenten’ omdat ze geknipt zijn uit verschillende stukken van de film. Dit opdat u een mooier geheel krijgt om te laten kijken en niet onnodig lange filmfragmenten moet laten kijken die niet relevant zijn. Bespreking fragmenten: Fragment 1: Het Laatste Avondmaal (duur 2’05”) Richtvraagjes voordat het fragment getoond wordt: Wat is er gebeurd tijdens het Laatste Avondmaal? Wanneer en hoe gedenken wij dit? Nadat het fragment getoond is: Kan iemand het Laatste Avondmaal nu ook uitgebreider uitleggen? Vul de antwoorden van de leerlingen aan en corrigeer indien nodig. Het Laatste Avondmaal is de laatste keer geweest dat Jezus heeft gegeten samen met zijn leerlingen. Hij zat met hen aan tafel en deelde brood en wijn. Jezus kondigde tijdens het Laatste Avondmaal ook aan dat iemand, onder hen, hem ging verraden, wat ook wel de profetie genoemd wordt. Jezus zet een mand met brood en een kruik wijn op tafel. Hij zegt daarbij: “Neem en eet hiervan. Dit is mijn leven, dat voor jullie gegeven wordt.” “Neem en drink hiervan. Dit is mijn bloed, dat vergoten wordt voor de vergeving van onze zonden.” “Doe dat en gedenk mij.” Het traditionele Pesachmaal krijgt hier een nieuwe invulling. De Joden waren gewoon elk jaar rond deze tijd Pesach te vieren. Dit was een feest om de bevrijding uit Egypte te herdenken. De Israëlieten hadden namelijk lang doorgebracht als slaven voor de farao in Egypte tot op de dag dat God hen kwam bevrijden. God stuurde 7 plagen naar Egypte , waarvan de eerste de dood van de eerstgeboren zonen was. Enkel de Israëlieten kregen te horen dat wanneer ze het bloed van een pasgeslacht lam aan hun deurpost smeerden, hun zoon gespaard zou blijven. In dat geval zou de engel des doods aan hun deuren voorbijgaan. De Israëlieten wisten dit en dus werd een lam geofferd om de Israëlieten te redden. Het pesachmaal verwijst hiernaar. Jezus breekt brood en deelt wijn en verwijst hiermee naar verleden en heden. Net zoals het lam in de oude dagen geofferd werd om mensenlevens te redden, zal Jezus nu zichzelf opofferen om de mensen te redden en het verbond tussen God en de mensen te herstellen. Het brood in het Laatste Avondmaal symboliseert in dit geval dus het lichaam van Jezus, nu bekend als de hostie. De wijn stelt dan zijn bloed voor, dat vloeit om alle zonden van iedereen te vergeven, net als het Lam Gods de kinderen van de Israëlieten heeft gered. Jezus vraagt aan zijn volgelingen om hem te blijven gedenken op deze manier – dit wordt ook nog steeds gedaan, in de eucharistieviering. Het offer is dus uiteindelijk nodig geweest omdat de mensen en God uit elkaar zijn gegroeid – God is kwaad op de mensen omdat zij te veel zondigen – en Jezus zorgt er weer voor dat de relatie tussen de mensen en God weer een ‘tweede kans’ krijgt door alle zonden te vergeven; dit is het ultieme offer. Wanneer hij zegt dat zijn volgelingen elkaar moeten liefhebben, ook als hij er niet meer is, verwoordt Jezus hier eigenlijk de hele christelijke boodschap – op een goede manier met elkaar samenleven. Ook geeft hij hier aan te weten dat hij binnenkort verraden zal worden door één van zijn volgelingen, dit wordt “de profetie” genoemd. Zijn volgelingen zullen hierop geschokt reageren en vragen elk “Ben ik het? Heer, ik toch niet?”. Fragment 2: Judas verraadt Jezus (duur 1’15”) Richtvraagjes voordat het fragment getoond wordt: In het vorige fragment werd reeds verwezen naar het verraad. Wie van de 12 apostelen zal Jezus verraden? Weet je ook wat hij krijgt in ruil voor zijn verraad? Nadat het fragment getoond is: Weet je ook wie de mensen zijn tegen wie Judas de identiteit van Jezus zal verraden en misschien zelfs waarom hij dat doet? Vul de antwoorden van de leerlingen aan en corrigeer indien nodig. Hier blijkt dus dat het Judas is die Jezus gaat verraden bij de Joodse hogepriesters. Zij beloven Judas 30 muntstukken in ruil voor de identificatie van Jezus. Judas, één van de 12 apostelen heeft zijn geloof in de figuur Jezus verloren. Hij kon de verleiding van de omkoopsom, 30 zilverstukken, niet weerstaan. Dat was een bedrag waar een gewone arbeider vier maanden voor moest werken. Bovendien was Judas ook teleurgesteld in Jezus. Judas dacht dat Jezus de wereld echt zou veranderen, dat hij zich zou oprichten als een waar politiek leider en de Romeinse heersers de deur zou wijzen. Jezus had het echter enkel maar over het koninkrijk des hemelen, en had geen echte politieke ambities op aarde. Hierdoor was Judas teleurgesteld in de boodschap die Jezus al jaren verkondigde. Hij heeft hen verraden aan de opperpriesters omdat zij angst hadden van de steeds groter wordende populariteit van Jezus. Zij vreesden zelf aanhangers/gelovigen te verliezen aan deze zelfverklaarde koning der Joden. Judas kreeg achteraf spijt van zijn verraad en ging het geld teruggeven aan de priesters. Dezen weigerden het geld waarop Judas het op de vloer in de tempel neergooide. Judas pleegde daarna zelfmoord. Fragment 3: Jezus wordt gearresteerd (duur 2’05”) Richtvraagje voordat het fragment getoond wordt: Op welke manier (met welk gebaar) zal Judas Jezus verraden? Nadat het fragment getoond is: Weet je ook waar Jezus was op het moment van zijn verraad en wat hij daar aan het doen was? Vul de antwoorden van de leerlingen aan en corrigeer indien nodig. Jezus werd door Judas geïdentificeerd door het geven van een kus. Judas had op voorhand met de opperpriesters afgesproken dat de persoon die hij zou begroeten met een kus, Jezus was. Hierna pakten de soldaten Jezus op. Jezus en een paar van zijn apostelen bevonden zich op dat moment op de Olijfberg. Jezus ging vaker op de Olijfberg bidden. Ook deze avond ging hij daar bidden. Jezus wist niet goed wat hij moest doen. Moest hij de situatie aanvaarden en zich laten oppakken zonder tegen te werken? Of moest hij smeken om hem te sparen van deze pijn? Jezus bidt tot God en komt met zichzelf in het reine. Jezus weet dat het offeren van zijn eigen leven een groot offer is. Hij weet niet zeker of hij er klaar voor is. In sommige versies van het Bijbelse verhaal vertelt men dat de duivel Jezus op dat moment van twijfel komt bezoeken om hem te overtuigen niet voor mensheid te sterven. Jezus beslist echter voor zichzelf dat het nodig is voor God en de mensheid om te sterven zodat er een verzoening tussen die beiden mogelijk is. Fragment 4: Jezus wordt veroordeeld (duur 10’15”) (De zeer bloederige martelscènes zijn uit dit fragment geknipt om gevoelige leerlingen niet te choqueren. Het blijft echter een beklijvend fragment.) Richtvraagjes voordat het fragment getoond wordt: Jezus zal uiteindelijk ter dood veroordeeld worden. Door wie? Waarom? Nadat het fragment getoond is: In dit fragment wordt de aanwezigheid van God in beeld gebracht op een symbolische manier. Hoe? Hoe luidt de officiële aanklacht tot de terdoodveroordeling? Wat was de officieuze reden? Waarom draagt Jezus plots een purperen mantel en doornenkroon? Waarom was Pilatus zijn handen? Waarom spreekt hij Jezus eigenlijk niet vrij? Vul de antwoorden van de leerlingen aan en corrigeer indien nodig. Aan het begin van het fragment krijgen we een symbolische verwijzing naar de aanwezigheid van God door het overvliegen van een witte duif, symbool voor God, de heilige Geest. Jezus lijkt troost te halen uit Zijn aanwezigheid. De Joodse hogepriesters wilden Jezus niet langer in hun midden hebben. Ze hadden schrik van de invloed die deze onbekende man op zo een korte tijd verkregen had. Ze zagen hem als een concurrent die de macht over hun gelovigen wilde overnemen. Ze waren jaloers op zijn aanhang en zagen hem liever verdwijnen (= officieuze reden van zijn dood). Zelf konden ze hem echter niet veroordelen dus leverden ze hem met een smoes over aan de Romeinse heerser Pontius Pilatus, die de macht om mensen te veroordelen wel had. Naar jaarlijkse gewoonte, werd er één ter dood veroordeelde vrijgelaten op Pesach, op keuze van het volk. Pilatus, die wist dat de joodse priesters Jezus dood wilden omdat ze jaloers waren, wilde graag dat het volk Jezus zou kiezen om vrij te laten. De Joodse priesters hadden het volk echter opgejut om niet voor Jezus te kiezen. Ze verspreidden het gerucht dat Jezus zou beweren dat hij koning was (= officiële reden van zijn dood). Jezus had het dan over het koninkrijk Gods maar de Joodse priesters beweerden dat hij zelf koning wilde worden, rijk wilde worden en de macht wilde grijpen. Pilatus vraagt het Jezus letterlijk: “Ben jij een koning?” Waarop Jezus antwoordt: “Mijn rijk is niet van deze wereld.” Jezus verwijst naar de hemel. Omdat Pilatus bang was dat het volk niet meer naar hem zou luisteren en in opstand zou komen, gaf hij het volk gelijk en veroordeelde hij Jezus terwijl hij Barabbas, een moordenaar vrij liet. Pilatus zelf wilde hier echter niets mee te maken hebben en waste zijn handen in een kom met water. Hij waste zogenaamd het bloed van Jezus van zijn handen. Op die manier gaf hij symbolisch aan dat hij niets met de veroordeling te maken had. Het spreekwoord ‘zijn handen in onschuld wassen’ komt hier vandaan. Pilatus’ vrouw, Claudia (die we enkele keren in beeld krijgen), gelooft eveneens in Jezus’ onschuld en probeert haar man over te halen om Jezus toch vrij te spreken. Door de angst voor oproer bij het volk veroordeelt Pilatus Jezus toch. Pilatus wilde het volk nog overtuigen om Jezus te sparen door hem eerst te laten martelen. Hij hoopte dat dit genoeg zou zijn zodat het volk zou vinden dat Jezus genoeg had afgezien en niet zou moeten sterven. Hij toont een zwaargehavende Jezus aan het volk met de woorden “Ecce homo,” zie hier, de mens. Hij verwijst hiermee naar het feit dat Jezus maar een mens is en dus niet veroordeeld kan worden omdat hij Koning zou zijn. Het bleek echter onvoldoende. Jezus moest sterven. De soldaten lachten met Jezus die zichzelf ‘koning’ noemde en wilden hem daarom vernederen als een ‘koning’. Ze maakten voor hem een mantel en een kroon, zodat hij zich koning kon voelen. De kroon was echter gemaakt van doornen die diep in zijn hoofd krasten. Hierdoor werd Jezus eens te meer vernederd en bespot. Daarna moest hij zijn kruis dragen naar de berg Golgota, de plaats waar hij gekruisigd zou worden. Fragmenten 5, 6, 7 en 8 (duur 4’) Fragment 5: Jezus valt voor de eerste keer - Fragment 6: Jezus ontmoet zijn moeder (Maria) Fragment 7: Jezus valt voor de tweede keer - Fragment 8: Jezus ontmoet Simon van Cyrene Richtvraagjes voordat het fragment getoond wordt: Hoe vaak valt Jezus onder het kruis? Wie helpt hem bij het dragen van het kruis? Nadat het fragment getoond is: Wie ontmoet hij tijdens de kruisdraging? Vul de antwoorden van de leerlingen aan en corrigeer indien nodig. Verhalen vertellen dat Jezus tot drie keer toe onder het kruis zou gevallen zijn omdat hij uitgeput was van de martelingen en vernederingen. In de Bijbel staat er echter geen verwijzing naar de valpartijen. Vermoedelijk werden deze achteraf aan het verhaal toegevoegd om het lijden van Jezus te benadrukken. Een toeschouwer, Simon van Cyrene, schoot te hulp en droeg het kruis van Jezus tot aan Golgota. Jezus komt op weg naar Golgota een heleboel mensen tegen die om hem treuren, waaronder zijn moeder Maria en Maria Magdalena, zijn trouwe volgelinge. Fragmenten 9 en 10 (duur 1’15”) Fragment 9: Jezus valt voor de derde keer - Fragment 10: Veronica veegt Jezus’ gelaat af Nadat het fragment getoond is: Wie is de vrouw die het gelaat van Jezus afveegt? Vul het antwoord van de leerlingen aan en corrigeer indien nodig. Veronica is de vrouw die het gelaat van Jezus afveegt. Er wordt beweerd dat het gelaat van Jezus daarna op wonderbaarlijke wijze in het doek bleef staan. Dit doek zou de geschiedenis overleefd hebben en aanwezig zijn in de Sint-Pietersbasiliek in Rome (niet te bezichtigen voor gelovigen). De naam Veronica verwijst ook naar deze afbeelding: vera icoon: de ware beeltenis (van het gelaat van Jezus). Fragment 11: Jezus wordt gekruisigd (duur 9’50”) Opgelet met dit fragment: niet voor al te gevoelige kijkers! Richtvraagjes voordat het fragment getoond wordt: Welke letters hangen er boven het kruis van Jezus? Wat betekent dit? Vul het antwoord van de leerlingen aan en corrigeer indien nodig. Aan het begin van dit fragment zien we hoe Jezus zelf naar het kruis kruipt. Hij wordt niet gedwongen door de soldaten. Dit is een belangrijk symbolisch beeld: Jezus kiest er zelf voor dit offer te brengen voor een nieuw verbond tussen God en de mensen. Boven aan het kruis krijgen we de beschuldiging in beeld: INRI: Iesus Nazarenus, Rex Iudaeorum. Dit betekent letterlijk: Jezus van Nazareth, Koning der Joden. Hiermee wordt verwezen naar de officiële reden van zijn kruisiging: hij die zich voordeed als koning der Joden. Johannes, Maria Magdalena en zijn moeder kunnen niks anders dan toekijken hoe Jezus aan het kruis wordt gehangen en vervolgens langzaam sterft. Op het laatst slaagt Jezus erin één van de twee andere gekruisigden te ‘bekeren’, en hij zal er dan voor zorgen dat hij samen met Jezus in het paradijs (de hemel) terecht komt. Ook vraagt Jezus nog om vergiffenis voor zij die hem kruisigen en niet weten wat ze doen. Drie dagen na zijn dood zal Jezus opstaan uit de doden om zijn leerlingen verder er op uit te sturen zijn boodschap te verkondigen. Wij vieren deze verrijzenis uit de doden elk jaar opnieuw met Pasen. Dan herdenken we hoe Jezus op Goede Vrijdag gestorven is voor de zonden van de mensen en weder opgestaan is om zijn boodschap te verspreiden. Les 3 Doelstelling van de les: In deze les is het de bedoeling dat de leerlingen kennismaken met verschillende voorbeelden van interpretaties van het kruiswegverhaal, dit door gebruik te maken van een Bijbelfragment, een aflevering van South Park, een stukje uit de Mattheuspassie en een schilderij van Hans Memling. Het is de bedoeling om eerst de aflevering van South Park te bekijken, daarna het fragment uit de Bijbel voor te lezen en vervolgens pas de video over de Mattheuspassie te laten zien. Ten slotte laat de leerkracht nog een ppt zien over de kruisweg van Hans Memling. South Park (duur 1’09”): Jullie zullen allemaal wel bekend zijn met South Park, een Amerikaanse animatieserie die allerhande hedendaagse kwesties kritisch behandeld en parodieert. Nu gaan jullie een fragment van South Park bekijken, waarin Cartman en zijn vrienden de kruisweg gedeeltelijk gaan afbeelden. Bij statie 1 wordt Jezus ter dood veroordeeld door de Romeinse prefect Pontius Pilatus, zoals jullie vorige les al gezien en besproken hebben. De term Lam Gods is de Bijbelse term voor Jezus Christus, waarop men doelt op Jezus als offer aan God, net zoals een lam geofferd wordt (verwijzing . Statie 2 geeft weer hoe Jezus aan zijn kruistocht begint, waarna Petrus tot driemaal toe ontkent Jezus te kennen. Simon Petrus is een van Jezus’ trouwste apostelen. Hij belooft Jezus dat hij hem zeker nooit zal verraden. Toch zal blijken dat ook Petrus Jezus niet 100% trouw zal kunnen blijven. Jezus voorspelt het reeds aan tafel: “Nog voor de haan kraait zal je tot drie keer toe ontkennen dat je me kent”. Dat zal de dag naar Jezus’ arrestatie gebeuren. Terwijl de soldaten op zoek zijn naar volgelingen van Jezus komen ze Petrus tegen en herkennen ze hem als een apostel. Ze vragen hem tot drie keer toe of hij één van de leerlingen is van Jezus maar Petrus zal tot drie keer toe ontkennen. Daarna kraait de haan en realiseert Petrus zich dat hij Jezus inderdaad ook niet trouw is gebleven. Daarna zal Petrus zijn leven wijden aan het verkondigen van de boodschap van Jezus. Hij zal naar Rome trekken om daar het Christendom te verspreiden en zal zo aan de basis liggen van de geloofsverspreiding vanuit Rome. Dan gaat men direct door naar statie 11, waar hij aan het kruis genageld wordt. Ook krijgt Jezus hier de doornenkroon op, maar in de Bijbel zou Jezus de doornenkroon al veel eerder op hebben gekregen, namelijk al bij het paleis van Pilatus. Dit is een leuk fragmentje om met de leerlingen ook in deze les opnieuw even in te pikken op kern van het verhaal. Vanuit dit verhaal, dat een kort samenvatting vormt, kan een overstap gemaakt worden naar een lezing uit de Bijbel. Bijbelfragment: Het lijdensverhaal van Jezus wordt in de Bijbel in stuk en brok vermeld door de verschillende evangelisten. We hebben ervoor gekozen om twee verhalen samen te voegen om een logisch geheel te krijgen. De tekst uit de evangelies in niet zo eenvoudig maar na de besprekingen van de afgelopen lessen zouden de leerlingen deze tekst probleemloos moeten kunnen begrijpen. De leerkracht kan deze tekst best samen met de leerlingen lezen (en eventueel hier en daar nog verwijzen naar stukken uit de vorige lessen). Dit fragment kan misschien best ook gekopieerd worden voor de leerlingen. 20 Toen de avond was gevallen, lag hij samen met de twaalf aan voor het pesachmaal. 21 Onder het eten zei hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal mij uitleveren.’ 22 Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze hem: ‘Ik toch niet, Heer?’ 23 Hij antwoordde: ‘Hij die samen met mij zijn brood in de kom doopte, die zal mij uitleveren. 24 De Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ 25 Toen zei Judas, die hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch niet?’ Jezus antwoordde: ‘Jij zegt het.’ 26 Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ 27 En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, 28 dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. 29 Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ 46 Toen ze een tijdje op de Olijfberg waren gebleven, sprak Hij: Sta op, mijn leerlingen, laten we gaan; kijk, hij die mij uitlevert, is al vlakbij.’ 47 Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. 48 Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. ‘Degene die ik kus,’ had hij gezegd, ‘die is het, die moet je gevangennemen.’ 49 Hij liep recht op Jezus af, zei: ‘Gegroet, heer!’ en kuste hem. 50 Daarop kwam de bende naderbij, ze grepen Jezus vast en namen hem gevangen. 69 Petrus zat buiten, op de binnenplaats. Er kwam een dienstmeisje naar hem toe, dat zei: ‘Jij hoorde ook bij die Jezus uit Galilea!’ 70 Maar hij ontkende dat met klem, zodat allen het konden horen: ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ 71 Toen hij wilde weggaan naar het poortgebouw, zag een ander meisje hem. Ze zei tegen de omstanders: ‘Die man hoorde bij Jezus van Nazareth!’ 72 En opnieuw ontkende hij en zwoer: ‘Echt, ik ken de man niet!’ 73 Even later kwamen de omstanders naar Petrus toe, ze zeiden: ‘Jij bent wel degelijk een van hen, trouwens, je accent verraadt je.’ 74 Daarop begon hij te vloeken en hij bezwoer hun: ‘Ik ken die man niet!’ En meteen kraaide er een haan. 75 Toen herinnerde Petrus zich wat Jezus gezegd had: ‘Voordat er een haan gekraaid heeft, zul je mij driemaal verloochenen.’ Hij ging naar buiten en huilde bitter. (bron Bijbel: nieuwe testament: Matteüs 26,17-75) 1 De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. 2 Nadat ze hem geboeid hadden, leidden ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus, de prefect. 3 Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug. 4 En zei: ‘Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.’ Maar zij zeiden: ‘Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!’ 5 Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich. 11 Toen Jezus voor de prefect stond, stelde deze hem de vraag: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus zei: ‘U zegt het.’ 12 Maar op de beschuldigingen die de hogepriesters en oudsten tegen hem inbrachten, antwoordde hij niet één keer. 13 Daarop zei Pilatus tegen hem: ‘Hoort u niet wat deze getuigen allemaal tegen u inbrengen?’ 14 Hij gaf op geen enkele beschuldiging enig weerwoord, wat de prefect zeer verwonderde. 15 Nu had de prefect de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten, en die door het volk te laten kiezen. 16 Er zat toen een beruchte gevangene vast, die Jezus Barabbas genoemd werd. 17 En dus vroeg Pilatus hun, toen ze daar waren samengestroomd: ‘Wie wilt u dat ik vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die de messias wordt genoemd?’ 18 Hij wist namelijk dat ze hem uit afgunst hadden uitgeleverd. 19 Terwijl hij op de rechterstoel zat, werd hem een boodschap van zijn vrouw gebracht: ‘Laat je niet in met die rechtvaardige!’ 20 Ondertussen haalden de hogepriesters en de oudsten het volk over: ze moesten om Barabbas vragen, en Jezus laten doden. 21 Weer nam de prefect het woord en hij vroeg opnieuw: ‘Wie van de twee wilt u dat ik vrijlaat?’ ‘Barabbas!’ riepen ze. 22 Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de messias wordt genoemd?’ Allen antwoordden: ‘Aan het kruis met hem!’ 23 Hij vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden alleen maar harder: ‘Aan het kruis met hem!’ 24 Toen Pilatus inzag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uit zag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei: ‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’ 25 En heel het volk antwoordde: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ 26 Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen. 27 De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om hem heen. 28 Ze kleedden hem uit en deden hem een scharlakenrode mantel om. 29 Ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de Joden.’ 30 En ze spuwden op hem, pakten hem de rietstok weer af en sloegen hem tegen het hoofd. 31 Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem de mantel uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen. 32 Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen. 33 Zo kwamen ze bij de plek die Golgota genoemd werd, wat ‘schedelplaats’ betekent. 35 Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen. 36 Ze bleven daar zitten om hem te bewaken. 37 Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. 38 Daarna werden er naast hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van hem, de ander links. 39 De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem. 40 ‘Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’ 41 Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen: 42 ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet. Hij is toch koning van Israël, laat hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven. 43 Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die hem nu dan redden, als hij hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”’ 44 Precies zo beschimpten hem de misdadigers die samen met hem gekruisigd waren. 45 Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. 46 Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep luid: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ (bron Bijbel: nieuwe testament: Matteüs 27,1-46) Mattheuspassie voor Dummies (duur 5’52”): Om dit verhaal eens vanuit een totaal andere invalshoek te benaderen kan u (indien u hier nog tijd voor heeft – en de leerlingen openstaan voor een dergelijke invalshoek) ook kiezen voor de versie van het lijdensverhaal van Bach. Een interessant fragmentje Mattheupassie voor dummies kan de leerlingen nog op een nieuwe manier laten kennismaken met het lijdensverhaal. De Matteüspassie is gecomponeerd door Johann Sebastian Bach. Het is één van zijn langste en bekendste composities. De Matteüspassie vertelt het lijdens- en sterfverhaal van Jezus volgens het Evangelie van Matteüs. Aangenomen wordt dat Bach de Matteüspassie componeerde in 1728, en het werk afmaakte in 1736. Aan symboliek ontbreekt het niet in de passie; tijdens het laatste avondmaal wordt het woord ‘Herr’ elf keer gezongen, en dus geen twaalf, omdat Judas natuurlijk niet meezingt. Welke elementen uit de kruisweg/Bijbel herkennen jullie hierin? De profetie, waarin hij aangeeft dat hij verraden en gekruisigd zal worden. De marteling en mishandeling door de Romeinse soldaten. Hij is gestorven voor de zonden van alle mensen. De Joodse hogepriesters die hem willen laten kruisigen. Taferelen uit De passie van Christus (Hans Memling): Halverwege de 15de eeuw maakte de Vlaamse schilder Hans Memling zijn versie van de passie van Christus. Op een enorm paneel schilderde hij het hele levensverhaal van Jezus. Ook het kruisigingsverhaal kreeg de nodige aandacht op zijn schilderij. Eerst laat de leerkracht de leerlingen zelf een aantal scènes zoeken (en uitleggen). Projecteer hiervoor de afbeelding en kopieer ze best ook nog voor elke leerlingen. Overloop daarna de scènes die de leerlingen herkennen en vul de antwoorden aan. Welke scènes uit het lijdensverhaal herken je? Het verraad van Judas: Je kunt zien dat Judas Jezus verraadt bij de Joodse hogepriesters. Het Laatste Avondmaal: Jezus zit voor de laatste keer samen met zijn apostelen. Olijfberg: Wanneer de apostelen zo moe zijn dat ze niet meer wakker kunnen blijven, bidt Jezus tot God en vraagt (tevergeefs) of er geen andere manier is om de zonden van de mensen te vergeven. Jezus wordt gevangen genomen:Hij wordt afgevoerd naar het paleis van Pontius Pilatus. Jezus bij Pontius Pilatus: Daar wordt hij ter dood veroordeeld. Doornenkroon en mantel: Dan wordt de zogenaamde ‘Koning Der Joden’ vernederd door hem daadwerkelijk aan te kleden als een koning, met een mantel en doornenkroon. Simon van Cyrene: Hier is Jezus te zien nadat hij voor de tweede maal is gevallen en Simon van Cyrene de opdracht krijgt Jezus te helpen. Kruisiging: Jezus en de twee misdadigers worden gekruisigd.