Voorbeeld doopboekje bij doop van een meisje

advertisement
D O O P V I E R I N G van een M E I S J E
WOORD VAN WELKOM
NAAMGEVING (1)
Wanneer een baby wordt geboren, krijgt zij een naam. Een naam, waarmee zij het haar verdere leven mee zal
moeten doen; een naam waaraan haar persoontje herkenbaar zal zijn in onze maatschappij.
Beste
en
, ook jullie hebben een naam gekozen voor jullie dochter, die aan jullie werd toevertrouwd.
Welke naam (namen) hebben jullie je dochtertje gegeven?
ouders: Wij kozen voor [Naam], omdat wij dat een leuke naam vonden.
Haar volledige namen zijn [Naam],
,
,
Moge deze naam, [Naam], voor altijd geschreven staan, niet alleen in jullie hart, maar ook in de palm van
Gods hand.
of: NAAMGEVING (2)
Toen God de mens had geschapen, liet Hij hem heel de schepping zien. Hij nodigde hem uit om elk schepsel
een naam te geven en er behoedzaam mee om te gaan. Zo krijgt ook de mens zijn eigen naam: Adam; een
naam die God schrijft in de palm van zijn hand.
Beste
en
,
ook jullie hebben een naam gezocht voor dit kind, dat aan jullie werd toevertrouwd.
Welke naam hebben jullie haar gegeven?
ouders: Wij noemen ons dochtertje [Naam].
De volledige namen zijn [Naam],
,
,
Laat deze naam, [Naam], voorgoed geschreven zijn, niet alleen in jullie hart, maar ook in de palm van Gods
hand.
of: NAAMGEVING (3)
Beste
en
, dit is jullie kind, zij is aan jullie toevertrouwd. Daarom draagt zij jullie familienaam.
Een naam die zij haar verdere leven zal dragen. Jullie hebben haar een voornaam gegeven. Zoals jullie haar
genoemd hebben, zo zal zij heten en zo zal zij ook gekend worden, door jullie, door ons en door allen die haar
ontmoeten.
Welke naam hebben jullie je dochter gegeven?
ouders: Wij noemen onze dochter [Naam]
Haar volledige namen zijn [Naam],
,
,
Dan zullen wij allen haar in de toekomst zo noemen. Met die namen zullen wij haar dopen. Met die namen zal
zij gekend worden door God.
Moge de naam, [Naam], voorgoed geschreven staan, niet alleen in jullie hart, maar ook in de palm van Gods
hand.
1
GEBED DOOR ALLEN (1)
Heer, onze Vader, wij danken U voor Uw genade en trouw. Wij danken U voor dit nieuwe leven, dat U
geschapen hebt. Gij hebt [Naam] oren gegeven om te horen en ogen om te zien. Wij vragen U, zegen
ook haar mondje, dat zij mag leren lachen en de taal spreken van de mensen. Zegen haar handjes en
haar voetjes, en mag zij ervaren dat alles goed is wat Gij hebt gemaakt.
Wij bidden voor haar om veiligheid en beschutting in deze harde wereld. Houdt haar af van alles wat
kwaad en onmenselijk is. Bescherm haar tegen verkeerde invloeden en mag zij geborgen zijn bij haar
ouders. Amen
of: GEBED DOOR ALLEN (2)
God, onze Vader, oorsprong van ons leven, bron van ons bestaan. Wij danken U voor dit nieuwe leven
dat U aan ons hebt toevertrouwd. Geef ons ook de kracht dit nieuwe leven te hoeden, het met alle zorg
en liefde te omringen. Amen
of: GEBED DOOR ALLEN (3)
God, onze Vader, U hebt [Naam] aan ons toevertrouwd. Bij ons zal zij opgroeien. Bij ons kan zij haar
lachjes, haar traantjes, haar pijn en plezier kwijt. Wij danken U voor dit nieuwe leven. Geef ons ook de
kracht dit nieuwe leven te hoeden, het met alle zorg en liefde te omringen. Amen
GEDICHT (1)
[Naam], voor ons zoiets groots,
al ben je nog zo klein.
Kijken naar jou en beseffen:
wat is het leven toch fijn.
Als wij jou zien dan voelen wij geluk,
trots maar ook zorgen
Doen wij het wel goed?
Voel je je bij ons geborgen?
Wat wij als ouders je willen geven,
is een gelukkig en gezond leven.
Misschien krijg je van ons niet altijd
wat je wilt, cadeaus of geld.
Maar denk er dan aan,
dit is niet alles wat telt.
Wat wij wel kunnen beloven
is er altijd te zijn.
In voorspoed, tegenspoed,
gezondheid of pijn.
Als we maar voor elkaar open staan,
dan kunnen we dit samen wel aan.
GEDICHT (2)
Ik wens je meer zon dan regen.
Ik wens je meer pret dan verdriet.
Ik wens je meer euro’s dan centen.
Liever wel een prijs dan niet.
Ik wens je meer vrienden dan haters.
Veel meer gezondheid dan pijn.
2
Ik wens je meer kussen dan klappen.
En voorts al wat goed kan zijn.
GEDICHT (3)
Een mens is niet zomaar een dingetje, iets bloots;
diep in dat dingetje verbergt zich iets groots;
er woont een wonder in, iets ongelooflijk machtigs.
Een kind is meer dan alleen iets engelachtigs.
Ik weet niet wat het is, dat niet.
Maar ik maak me sterk, zo'n mensenkind is niet alleen mensenwerk.
GEDICHT: (4)
"Lentekind"
Het nieuwe leven is begonnen.
't Is lente, vol van pracht en kleur.
En eeuwenlang is al bezongen,
die schoonheid en aparte geur.
Het is de cirkelgang van 't leven,
ook mensen komen en die gaan.
Een vrouw voelt het kindje in haar beven,
wij wensen het een goed bestaan.
Dat het de weg zal mogen vinden,
van vrede, vrijheid en geluk.
En de ouders als de beste vrinden,
dan kan het hoegenaamd niet stuk.
En eeuwig blijft het toch een wonder
hoe 't nieuwe leven steeds ontstaat.
En wan'klend soms als op een vlonder,
dit toch ontroerend gadeslaat.
GEDICHT (5)
[Naam], jij bent zo onbeschreven
en nog geen groot verhaal.
Jij blaakt alleen van leven
dat in jou ademhaalt.
[Naam], jij lacht naar alle kanten
en alles vind je goed.
Want er is niet veel anders
dan liefde in je bloed.
[Naam], je kunt geen mensen haten
en doet geen ander zeer.
Misschien ben jij het wapen
waarmee ik liefde leer.
[Naam], jij bent alleen maar iemand
omdat je wordt bemind.
En niemand is je vijand
en alleman je vrind.
3
[Naam], jij hebt nog kleine handen
en die zijn gauw gevuld.
Jij zoekt geen grote landen
en hebt nog veel geduld.
[Naam], wie is toch zo groot
dat hij jou heeft bedacht
en door jou twee ogen
God naar ons toelacht.
GEDICHTJE (6)
Een kindje is geboren.
Een kind waarvan ik weet,
dat God het in stilte zo
heel mooi groeien deed.
Nu is het kindje hier in ons midden.
Laten wij danken, laten wij bidden.
God help ons kindje klein,
wil altijd in haar hartje zijn
GEDICHT (7)
In verbazing kijken wij op jou neer.
Een poppetje klein en teer,
met alles erop en eraan.
Hebben wij dit alleen gedaan?
Is het echt of maar een droom,
dit meisje dat zonder enige schroom
intens naar ons kijkt en lijkt te zeggen:
"Ik kan het ook niet uitleggen
maar ik ben er .........."
GEDICHTJE (8), door broertje of zusje
Al ben ik een kleine mop,
toch kan ik al heel goed leren.
Daarom zeg ik dit versje op,
om jou, lieve [Naam] te feliciteren.
GEDICHT (9) "Het begint met een naam."
Als je heel klein bent, pas geboren.
Is er al lang op je gewacht.
Jij krijgt je eigen naam te horen,
een naam speciaal voor jou bedacht.
Die naam mag iedereen dan weten.
Er worden kaartjes rondgestuurd.
Zo zul je nu ook voortaan heten.
Altijd, zolang je leven duurt.
Jezus heeft ook een naam gekregen.
Die naam speciaal door God bedacht.
4
Jezus, Hij houdt het donker tegen.
Wat is er lang op jou gewacht.
Jezus, die naam zal bij Hem horen.
Jezus! Ook Hij begon heel klein.
Toch zal Hij, van wie wordt geboren,
de aller- allergrootste zijn.
GEDICHT (10)
Jij kindje, schrik maar niet,
pijn doet het water niet.
Het water is een helder bad.
Jij wordt een lieve schat.
Jij hoort er nu echt bij,
dit water maakt je blij.
Jij kindje, let maar op,
jij hebt een goede God.
Hij draagt jou in Zijn armen mee,
zo golft het water van de zee.
Jij hoort er nu echt bij,
dit water maakt jou blij.
Jij kindje, wees niet bang.
God helpt jou levenslang.
Hij noemt jou met een lieve naam,
[Naam] mag met ons verder gaan.
Jij hoort er nu echt bij,
dit water maakt je blij.
GEDICHT (11) "Alles is anders"
Jij hebt ons leven zo compleet gemaakt.
Meer dan wij hebben durven dromen.
En nu je bij ons bent gekomen,
heb je in ons het liefste aangeraakt.
Jij brengt ons leven zoveel zonneschijn.
Alles heeft glans en groter waarde.
Net of op heel die oude aarde,
sommige dingen nieuw geworden zijn.
Hans de Bondt
GEDICHT (12) "Mijn kleine lief"
Je eerste kreetje
heb ik stil begroet
het was een wonderschoon
geluid
van klank en kleur
en ook de geur
die om je warme lijfje
hing
5
dat blijft in mijn
herinnering
Ik heb je overal
gestreeld
gekust
je niet bewust
van jouw bestaan
van nu af aan
heb jij een naam.
Ina Sipkes de Smit
GEDICHT (13)
Wens gedaan
in vervulling gegaan
in de nacht
ter wereld gebracht
zo betoverend
harten veroverend
engelachtig
levenskrachtig
roze en rond
kerngezond
zeer bemind
mensenkind
een nieuw leven
door God gegeven.
GEDICHT (14)
Lieve [Naam].
Je huilt, je lacht, begint te gapen,
gaat daarna een uurtje slapen,
je speelt verrukt met je handjes en voetjes,
trekt daarbij de mooiste snoetjes.
Je brabbelt en er verschijnt een lach
stralender als de zon op een zomerdag.
Je bent onbevangen, vrij van zorgen,
maakt je niet druk over de dag van morgen.
Vandaag willen we jou en God beloven
je niet van die onschuld te beroven,
je te behoeden voor verdriet en pijn,
er als je bang bent voor jou te zijn.
Je boven alles onze liefde te geven
als basis voor je verdere leven.
GEDICHT (15) door broertje of zusje
[Naam], jij bent nog zo klein
zo teder en zo fijn.
Jij bent een wonder voor ons,
6
met jouw ogen als sterretjes
en jouw haartjes van dons.
Net zoals papa en mama,
ben ik met jouw komst heel blij,
want jij bent ook een beetje van mij.
SCHRIFTLEZING: (1) Marcus 10, 13-16
In die tijd brachten de mensen kinderen bij Hem met de bedoeling dat Hij ze zou aanraken. Maar bars wezen
de leerlingen ze af. Toen Jezus dat zag zei Hij verontwaardigd: "Laat die kinderen toch bij Mij komen en
houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij, behoort het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het
Koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan." Daarop omarmde Hij ze en zegende hen en legde hun de handen op.
of: SCHRIFTLEZING (2): Matteus 5,13
Gij zijt het zout der aarde. Maar als het zout zijn kracht verliest, waarmee zal men dan zouten?
Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. Gij zijt het licht
der wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt! Men steekt toch ook niet een
lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten, maar plaatst ze op de standaard zodat ze licht geeft voor allen
die in huis zijn. Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en
uw Vader verheerlijken die in de hemel is.
of: SCHRIFTLEZING: (3) Matteus 3, 13-17
Ook Jezus kwam naar de rivier de Jordaan en Hij wilde zich door Johannes laten dopen. Maar Johannes zei:
'Ik kan mij beter door U laten dopen'. Maar Jezus hield vol dat Johannes Hém dopen moest. En dit gebeurde
ook. Toen Jezus na de Doop uit het water kwam ging de hemel open en de Geest van God daalde neer over
Jezus. En er klonk een stem uit de hemel: 'Dit is mijn Zoon, op wie mijn liefde blijft rusten'.
SCHRIFTLEZING: (4) vrij naar Marcus 10, 13-16.
De kinderen wisten dat Jezus veel van hen hield. Ook de moeders wisten dat. Als Jezus in de buurt was,
kwamen ze met hun kinderen naar Hem toe en vroegen: Jezus, zegen onze kleintjes! Leg Uw hand op hun
hoofdjes. U bent zo goed, Heer. Wij vinden het fijn als onze kinderen dicht bij U mogen zijn. Eens kwamen
de moeders weer naar Jezus. Maar de apostelen zeiden: de Meester is moe. Hij moet rusten. Kom een andere
keer maar terug! Teleurgesteld wilden de moeders al weggaan. Maar Jezus riep ze terug: laat de kinderen toch
bij Mij komen.Want de hemel is van hen! Die woorden zijn de mensen nooit vergeten.
KORT BEZINNEND WOORD DOOR DE PASTOR.
DOOPBELOFTE DOOR DE OUDERS (1)
Beste
en
, jullie bieden hier voor de doop jullie dochter aan, een kind dat vraagt om liefde, om verzorging, dat vraagt om leiding en begeleiding, totdat zij eenmaal als volwassen christen haar eigen leven kan
bepalen.
Willen jullie altijd heel veel van [Naam] houden? En wat de toekomst ook brengen zal, willen jullie haar
trouw blijven op de verdere levensweg?
ouders:
Ja, dat willen wij.
7
Beloven jullie [Naam] vertrouwd te maken met de naam van God; dat zij mag leren dat God een goede Vader
voor haar wil zijn?
Beloven jullie [Naam] kennis te laten maken met Jezus Christus en met Zijn manier van leven: dat de mens
niet leeft voor zichzelf alleen?
ouders: Ja, dat beloven wij en juist daarom vragen wij voor [Naam] het sacrament van de doop.
of: DOOPBELOFTE DOOR DE OUDERS (2)
en , toen jullie getrouwd zijn hebben jullie beloofd goed te zijn voor de kinderen die jullie zouden
worden toevertrouwd. Nu is jullie gezin verrijkt met [Naam].
Willen jullie heel veel van jullie dochtertje houden, mag zij bij jullie een thuis vinden waar zij zichzelf kan
zijn? En beloven jullie haar groot te brengen in de geest van het evangelie?
ouders:
Ja, dat willen wij.
of: DOOPBELOFTE DOOR DE OUDERS (3)
en
, herinneren jullie de dag, dat jullie voor het altaar je woord van trouw hebben gegeven? Toen
hebben jullie ook beloofd, goed te zijn voor de kinderen die God aan jullie zou toevertrouwen. Willen jullie
dan hier deze belofte bevestigen, nu dit kind aan jullie werd geschonken. Beloven jullie voor [Naam] een
goede vader en een lieve moeder te zijn en haar groot te brengen in de geest van het evangelie?
ouders:
Ja, dat beloven wij.
Beloven jullie [Naam] steeds de hand boven het hoofd te houden en trouw te blijven, wat de toekomst ook
brengen mag?
ouders:
Ja, dat beloven wij.
of: DOOPBELOFTE DOOR DE OUDERS (4)
Wij bieden hier [Naam] aan, een nieuwe mens, pas geboren. Als een levend teken van onze liefde. Zij kijkt de
wereld in, ziet mensen aan, vraagt medemensen, vraagt bijzonder om ons. Zij verwacht een woord, een lach,
zij grijpt naar een hand, zij wil staan en met ons verder gaan.
Wij beiden beloven hier [Naam] van ons te geven waarom zij vraagt; ons dagelijks brood, een glimlach van
welkom, ons woord van herkenning. Onze hand, die haar vasthoudt en loslaat, die ruimte geeft om te leven.
Wij beloven dit te doen zo goed als wij kunnen.
DOOPBELOFTE DOOR BROERTJE OF ZUSJE
............ wil je altijd goed voor [Naam] zorgen, lief voor haar zijn en als zij huilt mama of papa roepen? Geef
je zusje dan een kusje.
DOOPBELOFTE DOOR DE PEETOUDERS (1)
en
, jullie vertegenwoordigen hier de vele mensen die in het leven van [Naam] een rol zullen
spelen. Tegelijk zijn jullie gevraagd in de hoop en in de verwachting dat jullie in de jaren die gaan komen een
extra band zullen opbouwen met jullie petekind. Beloven jullie die extra belangstelling aan [Naam] te geven
en zo mee te werken aan haar levensgeluk?
peetouders: Ja, dat beloven wij.
8
Meter: Lieve [Naam], nog zo jong, zo klein, zo onwetend over de toekomst. Maar ik zal als peettante me
inzetten, dat je een leven van vreugde, liefde en zorgzaamheid tegemoet gaat; samen met je familie en
vrienden.
Peter: Lieve [Naam], als peetoom zal ik, samen met vele anderen, een rol spelen in jouw leven.
Ik hoop dat je in deze wereld je weg zult vinden, samen met je ouders (broertje/zusje). Ik wil je hierbij zoveel
mogelijk behulpzaam zijn.
of: DOOPBELOFTE DOOR DE PEETOUDERS (2)
en
, jullie vertegenwoordigen hier de vele mensen die in het leven van [Naam] een rol zullen
spelen. Tegelijk zijn jullie gevraagd in de hoop en in de verwachting dat jullie in de jaren die gaan komen een
extra band wilt opbouwen met jullie petekind.
Beloven jullie die extra belangstelling aan [Naam] te geven en zo mee te werken aan haar levensgeluk?
peetouders: Ja, dat beloven wij.
of: DOOPBELOFTE DOOR PETER EN METER (3)
en
, jullie zijn gekozen als officiële doopgetuigen, als vertegenwoordigers van allen die in het
leven van [Naam] een rol zullen spelen.
Beloven jullie een bijzondere zorg en belangstelling te tonen voor jullie petekind en er een goed voorbeeld
voor te zijn?
peetouders: Ja, dat beloven wij.
SYMBOOL VAN DE HAND
Mag ik dan de ouders en peetouders vragen een hand over [Naam] uit te strekken, teken van bescherming.
Moge God in dit gebaar aanwezig zijn en blijvend Zijn machtige hand uitgestrekt houden over dit kind van
Hem. God, moge [Naam] in onze zorg en liefde ervaren, dat Gij Uw beschermende hand en Uw hulp steeds
beschikbaar stelt.
GELOOFSBELIJDENIS DOOR ALLEN (1)
[Naam] zal door de doop opgenomen worden in de kerk van Jezus Christus. Laten we samen het geloof van
deze kerk belijden. In dit geloof zal zij met de jaren ingeleid worden.
Ik geloof in God, de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, Zijn enige
Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria.
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, die nedergedaald is ter
helle, de derde dag verrezen uit de doden, die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God,
de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen oordelen, de levenden en doden.
Ik geloof in de heilige Geest, de heilige katholieke kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving
van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven. Amen.
Vanuit dat geloof wil ik leven en wil ik dit kind voorgaan in het geloof.
of: GELOOFSBELIJDENIS DOOR ALLEN (2)
[Naam] zal door de doop opgenomen worden in de kerk van Jezus Christus. Laten we samen het geloof van
deze kerk belijden. In dit geloof zal zij met de jaren ingeleid worden.
Ik geloof in God die onze Vader is en die een wereld wil waarin het voor allen goed is om te leven. Ik
geloof dat het mede mijn taak is zulk een wereld te scheppen. Ik geloof dat er voor ieder mens liefde,
9
gerechtigheid, vergeving en vrede kan zijn. Ik geloof dat de vreugde het zal winnen van het leed, dat
liefde sterker is dan haat, dat niet de dood het laatste woord heeft, maar het leven.
Dit alles geloof ik door Jezus van Nazareth. Hij heeft mij laten zien dat zo'n wereld, zo'n leven mogelijk
is en dat het de moeite waard is om zich voor zo'n wereld in te zetten.
Ik wil mijn leven dan ook op Hem oriënteren. Ik wil leven in zijn Geest, omdat ik geloof dat ik daarmee
anderen het meest tot heil ben; en dat daarmee het geluk van anderen en van mijzelf het meest gebaat
is. Vanuit dat geloof wil ik leven en wil ik dit kind voorgaan in het geloof.
of: GELOOFSBELIJDENIS (3)
[Naam] zal door de doop opgenomen worden in de kerk van Jezus Christus. Laten we samen het geloof van
deze kerk belijden. In dit geloof zal zij met de jaren ingeleid worden.
Ik geloof in God, die de Vader is van alle mensen, die de aarde aan de mensen geeft. Ik geloof in Jezus
Christus, die gekomen is om ons te bemoedigen en te genezen, om ons te bevrijden van de machten, om
Gods vrede met de mensen te verkondigen. Hij heeft zich gegeven voor de wereld; Hij is in ons midden
de levende Heer. Ik geloof in Gods Geest, die werkzaam is in alle mensen van goede wil. Ik geloof in de
kerk, die gesteld is tot een teken voor alle volken, uitgerust met de kracht van de Geest en gezonden om
de mensen te dienen. Ik geloof dat God ten laatste de macht van de zonde zal breken in ons en in alle
mensen. Ik geloof dat de mens zal leven van Gods leven voor altijd.Vanuit dat geloof wil ik leven en wil
ik dit kind voorgaan in het geloof.
INLEIDING TOT DE DOOP.
-
-
de doopschaal wordt gevuld met water
uitleg van de betekenis van water;
symbool van leven;
al wat leeft heeft water nodig.
symbool ook van nieuw leven;
uit het water opstaan tot nieuw leven.
DOOP EN ZALVING (1)
[Naam],
ik doop je in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
[Naam],
ik leg op jou de naam van Jezus Christus, ik zalf je met Zijn Geest,
ik teken je met Zijn Kruis, opdat je doordrongen zult raken van de Geest van Jezus Christus.
God zij met je.
of: DOOP EN ZALVING (2)
[Naam],
,
ik doop je in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
[Naam],
ik zalf je met heilig chrisma. Moge God voor jou zijn: zalf die jouw wonden geneest, heling
van de pijn die de mensen je zullen aandoen, zachte streling na harde slagen die het leven aan niemand
onthoudt.
God zij met je.
of: DOOP EN ZALVING (3)
[Naam], je wordt ondergedompeld in het mensenbestaan, in het lief en leed van ons allen, in de liefde, de
angst en de strijd waarin wij leven. Weet daarbij altijd, dat God voor ons een Vader is, die alles geschapen
heeft en ons heeft opgedragen om het goede door te zetten.
10
[Naam],
,
,ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
[Naam],
ik leg op jou de naam van Jezus Christus, ik zalf je met Zijn Geest, ik teken je met Zijn kruis,
opdat je vervuld mag worden van de kracht die in Hem was, kind van God, vandaag en alle dagen, tot in de
eeuwigheid. Amen
God zij met je.
of: DOOP EN ZALVING (4)
[Naam],
ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
[Naam],
ik leg op jou de naam van Jezus Christus, ik zalf je met Zijn Geest, ik teken je met Zijn Kruis,
opdat je doordrongen zult raken van de Geest van Jezus Christus.
[Naam],
proef van het zout van verbond, dat bewaart voor bederf en smakeloosheid. En dat dorstig
maakt naar recht en vrede. Denk eraan dat je bent gedoopt om het zout der aarde te zijn.
God zij met je.
AANSTEKEN VAN DE DOOPKAARS (1)
Behalve water is ook licht een teken van leven. Jullie zijn als een licht in de wereld, zei
Jezus. We moeten stralen als een licht voor alle mensen en iedereen vreugde brengen.
[Naam], ontvang het licht van deze doopkaars.
Moge jij leven als een licht in de wereld. Wees altijd een vonk van het licht en de liefde van God. En ook wij
willen rondom jou een kring van licht en liefde vormen.
Nu we [Naam] hebben opgenomen in onze geloofsgemeenschap, willen wij samen het gebed bidden dat Jezus
ons gegeven heeft.
Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde
zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld
vergeven en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Amen
of: DE DOOPKAARS (2)
(de kaars wordt eerst aangestoken)
Christus wordt genoemd "Het Licht van de wereld". [Naam], neem deze brandende kaars aan als teken van het
Licht van Jezus. Wij hopen dat je straks licht en warmte zult brengen aan alle mensen met wie je te maken
krijgt.
Daarom houden wij nu dit licht, deze brandende kaars bij je, als een herinnering aan deze doopviering, maar
ook als teken van hoop en verwachting, dat je zult zijn als een verwarmend vuur voor de mensen, als een vonk
van liefde.
Bidden wij nu samen het gebed dat Jezus ons geleerd heeft.
Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde
zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld
vergeven en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Amen
of: DE DOOPKAARS (3)
[Naam], wij staan hier bij de paaskaars. Deze kaars spreekt ons van Jezus die van zichzelf zegt dat Hij het
licht is van de wereld. Wij willen zo graag delen in Zijn licht. En wij bidden ook van harte dat [Naam] mag
11
delen in het licht van Jezus: dat zij vuur en enthousiasme mag doorgeven aan anderen. dat zij altijd een
brandend en warm hart mag hebben waarin veel mensen geborgenheid vinden.
Daarom steken wij nu de doopkaars aan de paaskaars aan en zeggen: [Naam], ontvang het licht van Jezus, om
zelf in dit licht te leven en om het door te geven en uit te stralen naar anderen. Amen.
Bidden wij nu samen het gebed dat Jezus ons geleerd heeft.
Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde
zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld
vergeven en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Amen
VOOR HET MARIABEELD (door de moeder)
Maria, als moeder van Jezus weet U wat het zeggen wil, het nieuwe leven te ervaren en zich te verheugen over
de geboorte van een kind. U kent ook de zorg en de verantwoordelijkheid, die dat met zich mee brengt. Als
moeder van Jezus bent U ook een moeder voor ons allen die in Hem geloven. Leer ons, zoals U deed, [Naam]
te omgeven met zorg, haar veiligheid te bieden en geborgenheid.
Leer ons haar te beschermen tegen alles wat kwaad is; pijn, ziekte en leed.
Vandaag stellen wij [Naam] onder Uw moederlijke bescherming.
Wees gegroet, Maria, vol van genade. De Heer is met U. Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en
gezegend is Jezus, de vrucht van Uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen.
SLOTGEDACHTE (1)
en
, houd veel van elkaar, Houd veel van jullie kleine schat, dopeling van vandaag, aan jullie
toevertrouwd voor alle dagen. Beschouw [Naam] niet als een bezit, een eigendom. Leid haar voorzichtig,
bescherm haar krachtig, en bewaar haar voor angst. Als zij jullie vraagt naar God, vertel haar over Jezus
Christus. Als zij jullie vraagt naar de dood, vertel haar dan over het leven. Als zij jullie vraagt: "Waar kom ik
vandaan?" zeg haar dan: "Uit onze liefde."
of: SLOTGEDACHTE (2)
[Naam], je bent gedragen om verlost te worden, gekomen om te gaan. De streng die je bond aan het lichaam
van je moeder, moest verbroken worden om je te laten leven. Dit mogen we nooit vergeten: je bent geen bezit.
We hebben jóu niet, jij hebt óns, om je te leiden - te beschermen - te bewaren voor angst. Om je te zeggen, dat
we niet bang zijn als het onweert. En met je te zingen in de nacht. Wij zijn toeschouwer aan de rand van je
leven. We mogen je gadeslaan terwijl je speelt en naar je lachen terwijl je verdiept bent in wat je ziet en doet.
We zien je langzaam worden wat je bent; we houden de weg open naar je geluk en trachten te verhinderen dat
je wordt wat je niet zijn kunt.
Je hebt veel vragen. Als je naar God vraagt vertellen we van Jezus. Als je naar de dood vraagt vertellen we
van het leven.
Vraag je waar je vandaan komt dan zullen we zeggen: uit de wereld der liefde.
of: SLOTGEBED (3)
Heer onze God, wij hebben gehandeld naar het woord van Uw Zoon: [Naam] hebben wij gedoopt en gezalfd
in Uw Naam. Verhoor dan ook ons gebed voor de toekomst van dit kind.
Geef, dat zij een open oog heeft voor alles wat het leven biedt. Een open oor voor alles wat het leven vraagt.
En dat zij steeds van harte zal meeleven met de vreugde en het verdriet van de mensen die zij tegenkomt. Laat
[Naam] zo alle geluk vinden dat onder ons mensen mogelijk is.
12
Download