Honing een potent antimicrobieel middel, maar niet alleen

advertisement
Een microbiologisch onderzoek naar effect van een nieuwe honingzalf ( L-Mesitran ) bij
patiënten met symptomatische vaginitis
Dr. Mathilde Boon, Patholoog, Leids Cytologisch en Pathologisch Laboratorium
Inleiding
Honingproducten worden reeds eeuwenlang voor allerlei kwalen of problemen bij mens en
dier gebruikt maar echt wetenschappelijke bewijzen voor hun werkzaamheid waren schaars.
We horen het dagelijks dat steeds meer bacteriën weerstand opbouwen tegen antibiotica, de
producten die tenslotte de doorbraak betekenden voor de Westerse geneeskunde.
Goede antibiotica die zeer veel mensenlevens hebben gered blijken plots niet meer te werken.
De overheden pleiten in de media om zorgvuldig om te springen met antibiotica. De media
campagnes geven echter nooit alternatieven aan.
De laatste jaren blijkt er meer en meer interesse te zijn in o.a. honing en dan vooral in het
antimicrobiële effect met betrekking tot wondverzorging. Uit steeds meer publicaties blijkt
dat honing in staat is om de meest resistente bacteriën te onderdrukken.
In dit artikel werd een pilootonderzoek besproken die meer bepaald het antimicrobieel effect
van honing bekijkt als ene volwaardig alternatief voor antibiotica.
Honing en wondverzorging
In een reeks van recente artikels worden de volgende eigenschappen aan honing
toegeschreven1:
- Antibacteriële activiteit
- Versterken van het immuniteitssysteem
- Anti-inflammatoire activiteit
- Anti-oxidant activiteit
- Stimulatie van de celgroei
De belangrijkste eigenschap van wondverbanden is dat ze een vochtig wondhelingsklimaat
creëren. Een beperkt aantal verbanden uit een groot assortiment heeft ook antie-bacteriële
eigenschappen. Zo is Flammazine een gouden standaard voor de behandeling van
brandwonden en is IsoBetadine een veel gebruikte zalf voor chronische wonden.
Meer recent zijn er de nieuwe generatie zilververbanden (nanokristalijn zilver) die bijna
uitsluitend een antibacterieel effect hebben. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een
eeuwenoud antibacterieel middel terug het voorwerp van onderzoek is.
Zo zijn er grote reeks aan onderzoeksartikels verschenen die bewijzen dat honing bacteriën en
zelfs sommige schimmels doodt. 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Honing kan puur gebruikt worden, maar is weinig gebruiksvriendelijk. Het werd reeds bij de
Egyptenaren gemengd met vet en meel omwille van het gebruiksgemak11.
De vraag is bij welke concentratie aan honing de zalf nog voldoende antibacteriële
eigenschappen overhoudt.
1
De beste proeven zijn deze die het effect van honing testen tegen bacteriestammen die uit
geïnfecteerde wonden komen12 (zie tabel 1).
Tabel 1. Minimum inhibitie concentraties (% v/v) van honing voor bacteriën
geïsoleerd uit geïnfecteerde wonden.
Organisme
aantal stammen Suiker Manuka honing Andere honing
getest
Enterococcus faecalis
Escheria coli
Klebsiella oxytoca
MRSA
Proteus mirabilis
Proteus morganii
Serratia marcescens
4
4
2
3
1
3
1
28,6
23,4
27,8
>30
28,6
22,8
>30
6,6
4,0
3,7
2,3
5,2
3,6
5,0
8,4
7,8
7,5
2,9
6,3
5,1
7,0
In het onderzoek van Cooper e.a. blijkt duidelijk dat suiker 5 keer minder antibacterieel is als
honing (Manuka en andere honing) en dat honingconcentraties van 10% volstaan om de
meeste bacteriën te onderdrukken. Deze vaststelling betekent dat de osmolariteit alleen niet
volstaat om de antibacteriële activiteit van honing te verklaren. Niet verhitte honing bevat een
enzym, glucose oxidase dat bij de verdunning met water waterstofperoxide produceert aan
concentraties van 1 mmol/l.(refe Molan) Deze concentratie blijkt voldoende te zijn om
bacteriën te doden zoals blijkt uit deze studies. Niet alle honingsoorten produceren voldoende
waterstofperoxide en zullen dus niet deze antibacteriële eigenschappen vertonen.
Een zalf die dus iets meer dan 10% van de juiste honing bevat kan dus de meeste bacteriën de
baas. Mesitran bevat meer dan 45% niet verhitte waterstofproducerende honing en val dus
ruimschoots binnen de 10% limiet. Ondertussen is er een nieuw onderzoek gepubliceerd door
Cooper e. a.13 . Hierbij werden 18 Staphylococcus aureus stammen die methiciline resistent
waren en 7 stammen van vancomycine gevoelige enterococci en 20 stammen van
vancomycine resistente enterococci allen afkomstig uit het ziekenhuismilieu getest op een
gelijkaardige wijze als bij het vorige onderzoek (suiker, Manuka en andere honing).
De resultaten waren nagenoeg identiek als in het vorige onderzoek, namelijk alle bacteriën
werden gedood bij 10% (v/v) honing. Er werd geen verschil gevonden tussen de resistente en
de niet resistente stammen. Gewapend met deze informatie is het interessant om deze
antibacteriële werking te gaan testen buiten het terrein van de wondbehandeling.
Vaginitis
Vaginitis is een ontsteking van de vagina die regelmatig voorkomt: ongeveer 20% van de
westerse vrouwen hebben daar van tijd tot tijd last van.
Men kan onderscheidt maken in de uitgebreidheid en in de veroorzakende bacterie of
schimmel die een verstoring van de vaginale flora veroorzaakte.
Vast staat dat dergelijke vaginale infecties een hoop ellende betekenen voor de betrokken
vrouwen en dat zelfs huwelijken hierop stuk lopen. 14De gebruikelijk behandeling voor
vaginitis is ofwel een antibioticum kuur, ofwel een antischimmelmiddel.
Omdat niet iedereen graag deze geneesmiddelen gebuikt (vooral tijdens de zwangerschap) en
dat de medische wereld wil zoeken naar alternatieven werd een pilootstudie uitgevoerd met de
Mesitran honingzalf.
2
Methodiek
Bij 30 vrouwen met klachten die kunnen wijzen op vaginitis (overvloedig afscheiding,
brokkelige afscheiding, jeuk en pijn) werd een uitstrijkje genomen. Aan de hand van
microscopie en kleuringen (Giesma & PAS kleuring) werd de vaginale flora bepaald (zie tabel
2 en 3). Door van een vrouw deze controle uitstrijk te vergelijken met de oorspronkelijk,
konden de verschuivingen in de vaginale flora en van het ontstekingsinfiltraat in kaart worden
gebracht.
Figuur 1. Kleuring die bacteriële groei laat zien.
Figuur 2. Kleuring die duidelijk schimmeldraden laat zien.
Tabel 2. Klachten, voorafgaande aan honingzalf-gebruik.
Overmatige afscheiding
19
Brokkelige afscheiding
7
Jeuk
3
Pijnlijke vagina
1
Totaal
30
Tabel 3. Vaginale flora, voorafgaande aan honingzalf-gebruik.
Schimmel
11
Trichomonas
1
Bacteriële vaginosis
12
Normale flora
2
Lactobacillose
4
Totaal
30
3
Bij 18 patiënten was een controle uitstrijkje, na behandeling met honingzalf, voor een nadere
studie van de vaginale flora beschikbaar.
Resultaten
Het blijkt dat zelfs bij hardnekkige ontstekingen de zalf in staat is om de infecterende flora
onder controle te krijgen (Zie tabel 4) Er was slechts één vrouw die geen afname van de
klachten had. Het merendeel (27) vond het effect opmerkelijk groot. Twee hadden er een
beetje baat bij . Drie vrouwen merkten op dat de honingzalf wat prikte.
Vooral de schimmels worden vrij snel uitgeschakeld.
Tabel 4. Microscopische veranderingen, na 7 dagen honingzalf-gebruik.
Ontstekingsinfiltraat verdwenen
Ontstekingsinfiltraat verminderd
Schimmel verdwenen
Schimmel verminderd
Bacteriële vaginosis verdwenen
Bacteriële vaginosis verminderd
1
7
5
1
2
2
18
Bespreking
Deze klinische resultaten zijn consistent met een gevalideerde ‘challenge test’ die werd
uitgevoerd met de Mesitran om het antimicrobieel effect te meten in vitro.
Hiertoe werden 1,7 x 106 Staphylococcus aureus, 2,6 x 105 Pseudomonas aeruginosa, 3,1 x
105 Candida albicans en 1,1 x 105 Aspergillus niger met de zalf vermengd .
Gedurende 28 dagen werd gekeken naar de hoeveelheid aanwezige organismen (Resultaten
zie figuur 1). Na 48 uur waren nog 1,6 x 104 Staphylococcus aureus aanwezig een afname met
een factor 100, na 7 dagen waren er geen Staphylococcus aureus terug te vinden, dit bleef zo
tot het einde van de test. Dit duidt erop dat de zalf een groei niet toelaat ondanks de zeer hoge
uitgangsbesmetting. Voor de Pseudomonas aeruginosa ging de afname nog sneller (na 48 uur
2,3 x 10²) Het opmerkelijkste resultaat in vitro werd bekomen met de Candida albicans en de
Aspergillus niger, die reeds na 48 uur volledig verdwenen waren.
Nochtans is bekend dat honing niet zo goed schimmels doodt als bacteriën15 , de concentratie
honing nodig om o.a. Candida albicans te doden loopt op tot 100% en dat is duidelijk anders
dan bij bacteriën. De schimmeldodende eigenschappen van Mesitran zijn waarschijnlijk
volledig toe te schrijven aan de toevoegingen zoals de Medilan. Zo is duidelijk waarom reeds
in de oudheid het mengen van honing met vet of olie reeds werd toegepast.
Honing gemend met vet of olie in en concentratie van minstens 10% (v/v) honing is in staat
om zowel schimmels als bacteriën te doen stoppen met groeien (bacteriostatisch).
In vitro is een dergelijk mengsel bacteriocide en fungicide.
Uit beperkt klinisch onderzoek blijkt dat honing in staat is om wonden in 7 tot 10 dagen
steriel te maken.16 Uit deze pilootstudie blijkt dat dit niet helemaal het geval is, maar de vraag
is of het noodzakelijk is om zowel de vagina als een wond volledig steriel te krijgen.
In ieder geval is er meer klinisch onderzoek nodig om het echte anti-microbiele effect van
honingzalf in kaart te brengen.
4
Besluit
De behandeling van milde vaginitis kan zeker veilig geschieden men Mesitran honingzalf.
Verder onderzoek op ene iets grotere schaal is aangewezen, maar nu al staat vast dat
honingzalf een volwaardig alternatief kan zijn voor de meest vaginale infecties te bestrijden.
De antibiotica kunnen dan voorbehouden worden bij de hardnekkige gevallen.
Figuur 1. Antibacteriële activiteit van Mesitran
Antimicrobial activity of L-Mesitran
2500000
Staphylococcus
aureus
2000000
Ps. Aeruginosa
1500000
Candida albicans
1000000
Aspergilles niger.
500000
ur
s
ho
ur
s
s
ur
6
33
72
ho
s
ho
ur
48
24
ho
1
st
ar
ho
ur
0
t
CFU colony forming units
3000000
Micro organisms
Chemiphar NV, België
Referenties
1
P.C. Molan, Why honey is effective as a medicine 2. The scientific explanation of its effects, Honey and
Healing, edited by P. Munn & R. Jones, International Bee Research Association, April 2001, p.14- 26.
2
A. Zumla, A. Lulat, Honey – a remedy rediscovered, Journal of the Royal Society of Medicine, 1989, vol. 82,
P.384 – 385.
3
N. Al Somai, K.E. Coley, P.C. Molan, B.M. Hancock, Susceptibility of Heliobacter pylorito the activity of
manuka honey. Journal of the Royal Society of Medicine, 1994, vol. 87, no.1, P.9-12.
4
A.T.M.M. Ali, M.N.H. Chowdhury, M.S. Al Humayyd, Inhibitory effect of natural honey on Heliobacter
pylori, Tropical Gastroenterology, 1991, Vol. 12, no. 3, P. 139-143.
5
K.L. Allen, P.C. Molan, The sensitivity of mastitis-causing bacteria to the antibacterial activity of honey. New
Zealand Journal of Agricultural Research, 1997, vol. 40, p. 537-540.
6
N.F. Brady, P.C. Molan, C.G. Harfoot, The sensitivity of dermatophytes to the antimicrobial activity of manuka
honey and other honey. Pharmaceutical Sciences, vol. 2, p. 1-3.
7
R.A. Cooper, P.C. Molan, The use of honey as an antiseptic in managing Pseudomonas infection, Journal of
Wound Care, 1999, Vol. 8, no 4, p. 161-164.
8
S.E.E. Efem, K.T. Udoh, C.I. Iwara, The antimicrobial spectrum of honey and its clinical significance.
Infection, 1992, vol. 20, no. 4, p. 227-229.
9
C.L. Obi, E.O. Ugoji, S.A. Edun, S.F. Lawal, C.E. Anyiwo, The antibacterial effect of honey on diarrhoea
causing bacterial agents isolated in Lagos, Nigeria. African journal of Medical Sciences, 1994, vol. 23, p. 257260.
10
H.A.L. Wahdan, Causes of the antibacterial activity in honey, Infection 1998, vol. 36, no 1, p. 30-35.
11
G. Manjo, The healing hand. Man and wound in the ancient world. 1975, Harvard University Press;
Cambridge, Massachusetts, USA, 571pp.
5
12
R.A. Cooper, P. Wigley, N.F. Burton, Susceptibility of multiresistant strains of Burkholderia cepacia to
honey. Letters in Applied Microbiology, 2000, vol. 31, p. 20-24.
13
R.A. Cooper, P.C. Molan, K.G. Harding, The sensitivity to honey of Gram-positive cocci of clinical
significance isolated from wounds, Journal of Applied Microbiology, November 2002, Vol. 93, issue 5, P. 857.
14
M.E . Boon, Schimmelverhalen. In; Weg van de groenesteeg, Editors, M.E. Boon, S. Beck, R. S. van
Coevorden, P. Melkert. Coulomb Press Leyden, Leiden 2002.
15
P.C. Molan, The antibacterial activity honey.1. The nature of the antibacterial activity. Bee World 1992, Vol.
1, p. 5-28.
16
P.C.Molan, A brief review of honey as a clinical dressing. Primary Intention, vol (6), no 4, p. 148-158.
6
Download