1. De periode van registratie die de basis gaat vormen onder producten en tarieven is gestart per 1 juli 2016. Hoe wordt voorkomen dat data van te lage kwaliteit de basis gaat worden voor de nieuwe producten en tarieven? Antwoord: Om producten en tarieven vast te kunnen stellen is data nodig van goede kwaliteit. De NZa en RN gaan de data eerst toetsen op kwaliteit, voordat deze gebruikt gaat worden als onderbouwing voor producten en tarieven. Tijdens de registratiefase wordt de kwaliteit van de registratie gemonitord door RN en VRA. Daarnaast zijn diverse producten (Cases, Quiz, Elearning, Modulerouteplanner, projectleidersoverleg, FAQ) gereed of in ontwikkeling die bij zullen dragen aan de verbetering van de indicatiestelling en registratie. 2. De modules zijn niet consistent over de diagnosegroepen. Sommige modules bestaan wel bij de ene diagnosegroep, maar bij een andere diagnosegroep niet, terwijl de problematiek bij beide speelt. Antwoord: De modules zijn gebaseerd op die patiëntkenmerken en doelstellingen die binnen een diagnosegroep de meeste invloed hebben op de omvang van de behandeling. Zo kan het voorkomen dat een kenmerk/doelstelling in de ene diagnosegroep wel in een module is beschreven, terwijl dat voor een andere groep niet het geval is. 3. Mijn discipline lijkt onvoldoende tot zijn recht te komen in de modules. Wij zijn bij veel patiënten betrokken, maar er is maar een beperkt aantal modules, gericht op mijn specifieke vak en daarvan zijn de inclusiecriteria zo op gesteld dat ik die niet vaak kan indiceren. Wordt mijn werk straks nog wel betaald? Antwoord: De modules zijn opgesteld vanuit de kenmerken en doelen van de patiënt en worden gebruikt om de patiënt te typeren. Een eigenschap van medisch specialistische revalidatiezorg is dat er interdisciplinair gewerkt wordt en dat diverse behandelaren betrokken zijn bij de doelstellingen. De betrokkenheid van disciplines bij modules is zichtbaar door de zorgactiviteit die aan de module is gekoppeld. Daarnaast worden alle activiteiten, bij een ‘eigen’-module, een ‘niet eigen’-module of de ‘MSR, niet in modules beschreven zorg’module meegenomen in het te bepalen tarief van de te ontwikkelen zorgproducten. 4. Wordt de behandeling straks afgeleid op basis van geregistreerde of geïndiceerde modules? Antwoord: Het onderscheid tussen geïndiceerd en geregistreerd zou uiteindelijk klein moeten zijn: datgene wat geïndiceerd wordt zou ook uitgevoerd moeten worden. Een indicering is daarnaast randvoorwaardelijk voor het kunnen inzetten van een module. Hoe het er technisch precies uit gaat zien is nog niet helemaal bekend, beide moeten geregistreerd worden en de consistentie tussen indicering en registratie zal een belangrijke rol gaan spelen. 5. Onze software ondersteunt nog steeds niet het uitvoeren van meerdere modules tijdens één afspraak. Hierdoor is onze registratie nog onvoldoende representatief en kan daardoor niet gebruikt worden voor product- en tariefonderbouwing. Antwoord: De softwareleveranciers hebben de afgelopen tijd vooruitgang geboekt in functionaliteit en gebruikersvriendelijkheid van hun software. We vertrouwen erop dat de vereiste functionaliteit in alle systemen beschikbaar zal komen. Als dit nog niet het geval is, dan dient u hierop aan te dringen bij uw leverancier. Om producten en tarieven vast te kunnen stellen is data nodig van goede kwaliteit. De data zal eerst getoetst worden op kwaliteit voordat deze gebruikt gaat worden als onderbouwing voor producten en tarieven. 6. Wij hebben nog een aantal op- en aanmerkingen op de modules en missen een module. Kan dat nog aangepast worden? Antwoord: Voor een consistente dataverzameling is het noodzakelijk dat er geen grote wijzigingen worden doorgevoerd tijdens de dataverzameling periode. De vormgeving van het project is er op gericht om tussentijdse wijzigingen te voorkomen: er is een eerste moduleset opgesteld die in 2015 is ingevoerd en op basis van de ervaringen is een bijgestelde set per juli 2016 ingevoerd. Hiermee zijn de grootste wijzigingen ondervangen. Per 1 januari 2017 worden een aantal kleine aanpassingen aan de modules doorgevoerd. Dit betreft veelal tekstuele veranderingen om de modules te verduidelijken. Dringende verzoeken voor wijzigingen en onvolkomenheden kunnen naar [email protected] worden gestuurd om te bezien of er daadwerkelijk een probleem ontstaat. De regel is echter dat er na 1 januari 2017 geen wijzigingen worden doorgevoerd, tenzij er een erg groot belang is om daar vanaf te wijken. 7. Er zijn patiënten die een langdurige behandeling krijgen, soms van vele jaren. Het doel van het project modulaire bekostiging is om de producten aan te laten sluiten bij de inhoud. De registratieperiode van 1,5 jaar is echter te kort om dit soort lange behandelingen goed in beeld te krijgen. We vrezen dan ook dat deze lange behandelingen ondervertegenwoordigd zullen zijn en dat het daardoor niet lukt om hiervoor goede producten en prijzen te bepalen. Antwoord: Om producten en tarieven vast te kunnen stellen is data nodig van goede kwaliteit. De data wordt getoetst op kwaliteit, voordat deze gebruikt wordt als onderbouwing voor producten en tarieven. Als blijkt dat voor bepaalde zorg te weinig data beschikbaar is om producten op te kunnen baseren, wordt verkend hoe dit is op te lossen, om een verantwoorde keuze te maken. 8. Hoe gaan de 120 dagen regel en de inhoudelijk gedefinieerde behandelingen samen als die behandelingen langer duren dan 120 dagen? Antwoord: Dit punt wordt technisch uitgewerkt op basis van de verzamelde data. De inhoudelijke definitie van de producten is uitgangspunt. Er wordt onderzocht hoe dit is in te passen binnen de 120 dagen systematiek. De modules worden bij aanvang van de behandeling grotendeels geïndiceerd en daarmee is het product al vroeg bekend. Tegelijkertijd kunnen zich tijdens de behandeling ontwikkelingen voordoen die tot bijstelling van de behandeling kunnen leiden. 9. We hebben gekozen voor de modules en zijn daar druk mee aan de slag maar tegelijkertijd moeten we de Zorgvraagindex (ZVI) blijven invullen. Dit terwijl de ZVI geen rol meer speelt en vervangen is door de modules. Antwoord: Op 19 oktober jl. heeft de NZa een brief verstuurd (Registratie behandelmodules medisch specialistische revalidatiezorg, kenmerk: 0210656/0288621). In deze brief geeft de NZa aan dat, in overleg met RN, de VRA en ZN, is besloten de verplichting tot het registreren van de ZVI te gaan beëindigen. Tot 2018 zal de NZa niet toezien op de naleving van de verplichte registratie van de ZVI. Voorwaarde is wel dat zorgaanbieders in de nieuwe productstructuur op basis van de modulaire systematiek verplicht zijn om na afronding van de assessmentfase de verzekeraars van informatie te voorzien over de indicering. De invulling van deze verplichting wordt nog uitgewerkt. Bij de invoering van de productstructuur op basis van de modulaire systematiek per 2019, wordt u hierover nader geïnformeerd. 10. De definitie van start en einde van de behandeling is nog onvoldoende helder. Bij een nieuwe patiënt is het startpunt logisch, maar bij een terugkerende patiënt is dat minder helder. We merken al dat dit een probleem is bij het bepalen welke patiënten binnen de registratieverplichting vallen: een nieuwe hulpvraag waarvoor een assessment noodzakelijk is. Antwoord: Er wordt gewerkt aan een scherpere definitie van het start- en eindpunt van de behandeling. De vraag om een start- en eindpunt van een behandeling is ook van belang voor de duur van indicaties voor modules. Een indicering blijft gelden zolang de behandeling voortduurt. De bepaling van het eindpunt van de behandeling en het startpunt van een volgende behandeling zijn dus essentieel.