`bruine hoed`-virus bij champignons

advertisement
Preventie van het
‘bruine hoed’-virus bij
champignons (geassocieerd
met Virus X)
The research leading to these results has
received funding from the European Union
Seventh Framework Programme (FP7/2007-2013)
under grant agreement No. 286836.
Factsheet 02/15
Caoimhe Fleming-Archibald, Teagasc, Ierland, Kerry Burton, East Malling
Research, Verenigd Koninkrijk, Helen Grogan, Teagasc, Ierland.
De zogenaamde ‘bruine hoed’-ziekte bij champignons heeft
betrekking op ‘bruine’ of ‘gebroken witkleurige’ champignons
tijdens de teelt van witte champignonrassen. Deze bruinverkleuring
is het meest opvallende symptoom van het Virus X bij champignons
(MVX) de laatste jaren en houdt voornamelijk verband met
compost uit bulkfase 3 (fase III). De ‘MVX-ziekte’ vertoont
een hele serie symptomen waaronder tragere knopvorming,
opbrengstderving, vervormingen en een bruine hoed. De ‘bruine
hoed’-ziekte wordt in verband gebracht met wat we nu kennen
als het ’Agaricus bisporus virus 16 (AbV16)’ of het ’bruine hoed’champignonvirus (Brown Cap Mushroom Virus: BCMV)’. Dit
informatieblad geeft een samenvatting van de biologie, oorzaken en
bestrijding van deze ziekte.
The research leading to these results has received funding from the
European Union Seventh Framework Programme (FP7/2007-2013)
under grant agreement No. 286836.
1. Typische symptomen van bruinverkleuring bij de teelt van witte champignons
Belangrijkste aanbevelingen
Compostinrichtingen
• Stoom of pasteuriseer de tunnels tussen iedere batch
fase 3-compost.
• Om kruisbesmetting te voorkomen moet, waar
mogelijk, het vullen en leegmaken van fase 3-tunnels
aan verschillende uiteinden worden uitgevoerd, met
een passende uitrusting voor iedere activiteit om
kruisbesmetting te voorkomen.
• Zorg voor het hoogste hygiëneniveau tijdens het enten
en een complete isolatie van het entproces.
• Verwijder compostresten en reinig vóór gebruik grondig
de vloeren, de lieren, de transportbanden en alle
overige uitrustingen voor compostbehandeling om
kruisbesmetting van tunnels te voorkomen.
• Test de fase 3-compost periodiek op aanwezigheid
van virussen.
Transportondernemingen
• Transportvoertuigen, trailers, kopvulmachines, trechters
en overige uitrustingen die van de ene naar de andere
plaats gaan, moeten vaak (van binnen en ook van buiten)
schoongemaakt en gedesinfecteerd worden – minimaal
tussen elke locatie.
Kweekcellen
opruwmachines, zowel vóór als na gebruik, grondig
schoon (alle compostresten verwijderen), desinfecteer
ze en spoel ze af.
• Betonnen vloeren en binnengangen tussen de cellen
moeten aan het eind van iedere dag nat gereinigd en
gedesinfecteerd worden.
• Voer het champignonafval (steeltjes en stompjes) op
de juiste wijze af.
• Stoom deze cellen dood aan het einde van iedere teelt
om de verspreiding van de virusziekte te minimaliseren.
Houd bij het stomen minimaal 8 uur lang de temperatuur
op 65-70˚C in de compost. De vloeren moeten na het
leegmaken van de cel gedesinfecteerd worden.
• Houd alle voor het vullen van fase 3-compost gebruikte
machines, uitrustingen en personeel gescheiden. Het
vullen van verse fase 3-compost moet geïsoleerd
gebeuren. Op dat moment mogen er geen andere teelten
verwijderd worden en moeten de cellen gesloten blijven.
• Maak alle uitrustingen en machines zoals
transportbanden, kopvulmachines vulkoppen en
• Test champignons en compost periodiek (tweede of
derde vlucht) op de aanwezigheid van virussen.
Achtergrond
Uitbraken van ‘bruine hoed’-ziekte komen elk jaar sporadisch
voor, voornamelijk geassocieerd met bulkfase 3-compost.
Deze uitbraken hebben te maken met het niet uitvoeren van
hygiëneprocedures zoals achtergebleven compostresten op
de machines, de uitrusting of de transportvoertuigen en niet
doodstomen na een teelt. Het is gebleken dat de symptomen
verminderen door extra aandacht voor de hygiëne te besteden
in de aangetaste cellen. Deze extra zorg is een efficiënt middel
voor het onder controle houden van de ziekte.
Een infectie kan zich voordoen in compostinrichtingen, tijdens
het transport of bij het vullen of leegmaken van cellen. Daarom
zijn alle in de branche actieve partijen ervoor verantwoordelijk
om de kans op besmetting te voorkomen en te verminderen.
Symptomen
De symptomen van de ‘bruine hoed’-ziekte zijn complex en
vertonen een grote verscheidenheid in uitingsvorm, en dit
zowel binnen als tussen de teelten.
• De symptomen van bruinverkleuring kunnen in slechts
één vlucht voorkomen (vaak de eerste vlucht), ze kunnen
zichtbaar zijn op het bed vóór het oogsten of ze worden
pas zichtbaar nadat de champignons zijn geplukt en in de
koelcel zijn opgeslagen.
• Symptomen kunnen bestaan uit een ‘gebroken witkleurige’
of ‘crèmekleurige’ hoedkleur die erg moeilijk te zien kan zijn.
• Soms ontwikkelen de champignons een meer duidelijke
verkleuring, van bleek crème-achtig tot een diepbruine
koffiekleur, en dit zowel op slechts een paar champignons
als tot op wel 80% van een vlucht.
2. Een paar ‘bruine’ champignons verspreid over een bed witte
champignons
• Soms wordt het symptoom van slechts enkele bruine
champignons genegeerd. Een paar bruine champignons
kan betekenen dat de teelt en/of de compost ernstig
geïnfecteerd is met het ‘bruine hoed’-virus. Deze compost
kan dan de bron zijn voor verdere uitbraken en het is dan
ook belangrijk hoge hygiënenormen te blijven hanteren,
waaronder ook het doodstomen.
• Soms lijken teelten slechts van slechte kwaliteit en neigen
de champignons tot vroegtijdig opengaan.
3. Slechte kwaliteit ‘gebroken witkleurige’ champignons
4. Bruinverkleuring na het oogsten en te vroeg opengaan
Biologie en epidemiologie
Er zijn momenteel negentien virussen bij champignons
geïdentificeerd en deze staan weergegeven in Tabel 1. Vele
hiervan worden gevonden in gezonde teelten en houden geen
verband met een ziekte. Agaricus bisporus virus 1 (AbV1) is
verantwoordelijk voor de ‘La France’- ziekte, ook wel bekend
als “afstervingsziekte”. Dit virus komt niet veel meer voor
vanwege de betere hygiënenormen in de branche, en in het
bijzonder door het doodstomen. De bruinverkleuring van
de champignonhoed wordt grotendeels veroorzaakt door
het recent beschreven AbV16 virus, ook bekend als het
‘bruine hoed’-virus (BCMV). Andere virussen, AbV6 en het
‘staafvormige champignonvirus’ (Mushroom Bacillifom Virus:
MBV) kunnen ook bijdragen aan de bruinverkleuring. Als het
AbV16-virus in lichte mate aanwezig is, ondergaat de teelt een
subtiele verkleuring van ‘helder wit’ naar ‘gebroken wit’, wat
met het oog niet te zien is. Deze champignons kunnen van
goede kwaliteit zijn en volledig aanvaardbaar. Maar als het
AbV16-virus naar een zeer hoog niveau doorgroeit, beginnen
de champignons duidelijk ’gebroken wit’ eruit te zien, waarbij
sommige in diverse gradaties bruin variëren.
Enkele van de andere recent geïdentificeerde virussen kunnen
verantwoordelijk zijn voor de vertraagde knopvorming en
vleksymptomen van MVX, maar er is verder wetenschappelijk
onderzoek nodig om dit te bevestigen.
Tabel 1. Lijst van virussen die in champignons kunnen voorkomen
Eerder geïdentificeerde virussen:
AbV1
Verantwoordelijk voor de ‘La France’-ziekte (ook bekend als LIV)
MBV
Staafvormig champignonvirus – gekoppeld aan andere virusziekten inclusief La France
AbEV1
A. bisporus endornavirus 1 – eerder geassocieerd met MVX complex
AbSV
A. bisporus bolvormig virus
AbMV1
A. bisporus mitochondriaal virus 1
Nieuwe in MushTV geïdentificeerde virussen:
AbV16 (BCMV) Verantwoordelijk voor de ‘bruine hoed’-ziekte
AbV6
Ook geassocieerd met de ‘bruine hoed’-ziekte
Overige virussen met onbekende pathologie:
AbV2, AbV3, AbV5, AbV7, AbV8, AbV9, AbV10, AbV11, AbV12, AbV13, AbV14, AbV15
Infectiebronnen
De hoofdbron van het ‘bruine hoed’-virus is besmetting door
geïnfecteerd mycelium, compost of dekaardedeeltjes. Andere
mogelijke bronnen zijn champignonafval of champignonsporen
van geïnfecteerde teelten. De meest kwetsbare momenten
voor infectie zijn het leegmaken van de tunnel en het vullen
van de cellen, met andere woorden wanneer de compost aan
invloeden van buitenaf wordt blootgesteld.
Ongeveer 3% van fase 3-monsters uit compostinrichtingen die
zijn genomen bij het leegmaken van de tunnel testten positief
op AbV16 gedurende het MushTV-project. Champignon- en/
of compostmonsters testten positief op AbV16 bij 9 van de
17 kwekerijen. Tabel 2 geeft een overzicht van de plaatsen
waar positief op AbV16 is getest.
Tabel 2. Resultaten van tests op AbV16 in plaatsen verspreid over heel Europa
Plaatsen getest tussen
2012 en 2014
Aanwezigheid van AbV16
6 compostinrichtingen
3 inrichtingen testten positief op AbV16
11 van 351 monsters (3%) van fase 3-compost testten positief op AbV16
17 kwekerijen
9 kwekerijen testten positief op AbV16
10 van de 63 monsters (16%) reageerden positief op AbV16 (champignons en/of compost)
Als champost en dekaarde effectief met stoom worden
gesteriliseerd, wordt het champignonmycelium, dat de virussen
met zich meedraagt, afgedood en kan het geen infectiebron
meer vormen.
Besmetting door geïnfecteerde compost- (of dekaarde-)
deeltjes kan de volgende routes volgen:
• Geïnfecteerde compostresten kunnen in fase 3-tunnels
binnendringen tijdens het enten of de doorgroeicyclus.
• Geïnfecteerde fase 3-compost kan transportvoertuigen en
de vulbenodigdheden infecteren, vooral transportbanden
en kopvulmachines die moeilijk te reinigen zijn.
• Geïnfecteerde teelten die niet met stoom gesteriliseerd
zijn, genereren een grote hoeveelheid besmette compost
en dekaardedeeltjes. Deze komen verspreid terecht in de
hele kwekerij en op de machines voor vullen en afdekken,
op de uitrusting en op de vrachtwagens voor het transport.
6. Tijdens het leegmaken in fase 3 op de transportband
opgehoopte resten
• Geïnfecteerde compost en dekaardedeeltjes die neerslaan
rondom de kwekerij of compostinrichting kunnen op
winderige dagen rond geblazen worden en zo gereinigde
transportbanden, machines, uitrusting en vrachtwagens
opnieuw infecteren.
Onderzoek heeft aangetoond dat er slechts een kleine
hoeveelheid geïnfecteerd materiaal nodig is om de infectie te
verspreiden. In experimentele proeven veroorzaakte een heel
klein beetje geïnfecteerde compost die tijdens vuloperaties
met fase 3-compost of het aanbrengen van dekaarde werd
ingebracht, consequent symptomen van verkleuring naar
bruin en gebroken wit. Virussen verplaatsen zich snel in
fase 3-compost, bijvoorbeeld in minder dan twee dagen
doorheen de hele diepte van een bed met compost. Een lichte
infectie wordt dus erg snel door de teelt doorgegeven. Hoe
hoger het aantal infectiepunten, des te erger de ziekte. Het
is dus belangrijk goed te beseffen dat ernstig geïnfecteerde
kopvulmachines, transportbanden of opruwmachines een
zwaar geïnfecteerde teelt zullen veroorzaken.
5. Compostresten die na reiniging op de kopvulmachines zijn
achtergebleven
7. Resten op de opruwmachine na gebruik
8. De kleine hoeveelheid compost die werd gebruikt om
symptomen in experimentele proeven te veroorzaken
Preventie
Hygiëne is het sleutelwoord om infecties te voorkomen.
Onderzoek heeft aangetoond dat het champignonmycelium dat
in een compostrest beschermd zit, door enkel te desinfecteren
niet helemaal afgedood wordt. Het is van vitaal belang
ervoor te zorgen dat de uitrusting, de gemeenschappelijke
ruimten en de transportvoertuigen grondig gereinigd worden
door alle compostresten te verwijderen en dat ze allemaal
gedesinfecteerd en afgespoeld worden na alle werkzaamheden.
Het schoonmaken moet gebeuren als het werk aan de compost
zelf, zoals het vullen, het opruwen of het leegmaken, klaar is.
Via de lucht verspreide besmettingsbronnen zoals
champignonsporen en microscopische compostresten kunnen
geminimaliseerd worden door gebruik van hoogwaardige
luchtfiltering.
Controleren en detecteren
Het is erg belangrijk dat de champignonkweker op de hoogte
is van de symptomen van de ‘bruine hoed’-ziekte, want die
kunnen worden verward met, of toegeschreven worden aan
andere oorzaken zoals abiotische factoren. Plukpersoneel
moet opgeleid worden om deze symptomen te herkennen.
‘Gebroken witkleurige’ champignons kunnen gemakkelijk
worden opgespoord door gevoelige kleurmeetinstrumenten
(die wel duur zijn). Als er champignons staan die de klassieke
symptomen van de ‘bruine hoed’-ziekte vertonen of als de
champignons ‘gebroken wit’, crèmekleurig of van slechte
kwaliteit zijn, dan moeten de kwekers er uit voorzorg van
uitgaan dat het om de bruine hoed-ziekte gaat en moeten ze
de juiste acties ondernemen (zie hieronder).
Er is een nieuwe, zeer gevoelige, moleculaire test ontwikkeld
binnen het MushTV-project voor het detecteren van de niveaus
van de virussen AbV16, AbV6 en MBV. Dit is een ‘vroege
waarschuwing’-test, omdat hiermee het virusniveau in fase
3-compost gemeten kan worden voordat de champignons
geproduceerd worden. De test kan uitgevoerd worden op
vers geledigde fase 3-compost uit een compostinrichting en
ook op champignons of op compost uit een cel. Virusniveaus
correleren met de ernst van de ziekte. De informatie die over
achtergrondniveaus van het virus in fase 3-compost tijdens
routinecontroles verkregen wordt, levert de compostfabrikanten
en kwekers de gegevens waardoor ze weten wanneer deze
niveaus abnormaal hoog zijn.
Strategieën voor ziektebestrijding
De meest effectieve strategie voor het bestrijden van de ‘bruine
hoed’-ziekte bij champignons is een zeer strenge hygiëne. De
virussen worden via geïnfecteerd mycelium overgedragen,
gewoonlijk in de compost. De belangrijkste maatregel is daarom
goed opletten bij het verwijderen van de compost en andere
resten voordat er gedesinfecteerd wordt. De oppervlakken moeten
grondig afgespoeld worden.
Strategieën voor ziektebestrijding dienen op maat voor elke stap
in het proces opgesteld te worden.
Compostinrichtingen
De tunnels moeten doodgestoomd of gepasteuriseerd worden
tussen iedere batch fase 3- compost. Waar mogelijk, vul geënt
fase 2 (fase II) en ledig fase 3 aan verschillende uiteinden van
de tunnel en met voor elke activiteit geschikte machines. Het
entproces moet volledig geïsoleerd gebeuren.
Verwijder resten van vloeren, lieren, transportbanden en alle
andere uitrustingen die grondig gereinigd, gedesinfecteerd en
afgespoeld moeten worden.
Vrachtwagens die de champignonkwekerijen beleveren waar
de ‘bruine hoed’-ziekte heerst, kunnen besmet terugkomen
met geïnfecteerd materiaal op wielen, op de vrachtwagen
zelf en op personeel, zodat er strenge hygiëneniveaus moeten
worden aangehouden.
9. Een fase 3-tunnel wordt gereinigd na het leegmaken
Transportondernemingen
Transportvoertuigen, trailers, kopvulmachines trechters en
overige uitrustingen die van de ene naar de andere plaats
gaan, moeten vaak (van binnen en van buiten) schoongemaakt
en gedesinfecteerd worden – minimaal tussen elke locatie.
Dit is met name van belang voor transportvoertuigen die bij
kwekerijen hebben geleverd waar het MVX-virus een probleem
vormt of kwekerijen waar er niet wordt doodgestoomd.
Kwekerijen
Alle uitrustingen en machines zoals kopvulmachines,
transportbanden en opruwmachines moeten vóór en na
gebruik grondig gereinigd en gedesinfecteerd worden.
Afvalmateriaal van champignons zoals steeltjes en stompjes
moet op correcte wijze afgevoerd worden. Betonnen vloeren en
gangen moeten aan het eind van iedere werkdag nat gereinigd
en gedesinfecteerd worden.
middel dringt immers niet door in de massa van de compost.
Daarom is doodstomen van essentieel belang om de ‘bruine
hoed’-ziekte te bestrijden.
Na het verwijderen van de champost moeten de vloeren,
schappen en wanden van de cel nat gereinigd en gedesinfecteerd
worden met een goedgekeurd desinfectiemiddel. De
betonnen vloeren buiten de cel moeten ook nat gereinigd en
gedesinfecteerd worden. Champost moet zo snel mogelijk
van het terrein van de kwekerij verwijderd worden.
Houd de kweekcellen in goede staat. De oppervlakken en
cellen moeten glad en afgedicht zijn waardoor ze gemakkelijker
te reinigen en te desinfecteren zijn. Ook de omgeving van
de champignonkwekerij moet schoon worden gehouden:
vermijd ophoping van organisch materiaal (compost, dekaarde,
champignonsteeltjes) dat een infectiebron kan vormen.
Betonnen werkvloeren bij bulk-vulwerkzaamheden
moeten gereinigd en gedesinfecteerd worden vóór deze
werkzaamheden beginnen en vochtig gehouden worden om het
wegblazen van stof door de wind te reduceren. Het vullen moet
geïsoleerd gebeuren; op dat moment mag er niet leeggemaakt,
geplukt of gereinigd worden. Cellen met champignons moeten
gesloten zijn wanneer men bezig is met vullen. Resten die op
de celvloer achterblijven na het vullen en afdekken moeten
voorzichtig worden verwijderd met water onder lage druk en
een vloerschraper.
Personeelsleden die betrokken zijn bij het vullen of afdekken
mogen vóór aanvang van het werk geen contact hebben met
de rest van de kwekerij om te voorkomen dat ze besmetting
overbrengen.
Het doodstomen van champost en dekaarde aan het eind van
elke teelt is de meest effectieve maatregel die de kwekers
kunnen nemen om de verspreiding van de ziekte zoveel
mogelijk te beperken. Houd bij het stomen minimaal 8 uur
lang de temperatuur op 65-70˚C in de compost, voordat de
champost uit de cel gehaald mag worden.
Na het leegmaken moeten de bedden van de cellen en de
matten grondig worden gereinigd om de resten te verwijderen
en daarna moeten deze gedesinfecteerd worden. Waar ernstige
niveaus van ‘bruine hoed’-ziekte zijn geconstateerd, moeten
de gereinigde matten op de bedden worden gelegd en moet
de lege cel met de matten opnieuw gestoomd worden op
65°C gedurende 2 tot 8 uur om ervoor te zorgen dat alle
mogelijke overgebleven besmettingsbronnen van de ziekte
afgedood worden.
Waar de ‘bruine hoed’-ziekte heerst, bestaat een uiterst groot
risico op nieuwe besmetting omdat het virus in de geïnfecteerde
compost niet afgedood wordt door een desinfectiemiddel: dit
10. Resten in een pas gevulde cel die na het vullen grondig
gereinigd moet worden
Verdere informatie
MushTV Informatiebladen
HDC Informatiebladen en publicaties
01/15: Gebruik van chemische desinfectiemiddelen in de
champignonproductie
HDC Informatieblad 11/07: Preventie van het X-virus bij
champignons (MVX)
03/15: Inzicht in Trichoderma aggressivum in bulkfase
3-compost
HDC Samenvattingen en rapporten voor de kweker
04/15: Schimmelziekten in champignons en de bestrijding
ervan
Zie de HDC website (www.hdc.org.uk) voor exemplaren van
M 58, 51, 39a, 39b, 39c, 39d en 07.
Dankwoord
Met dank aan Jude Wilson, Monaghan Mushrooms, Ierland;
Patrick Delva, NV Karel Sterckx, België; Brendan Burns, Sylvan,
Ierland; Helen Fanning, Custom Compost, Ierland; Robb
Copyright op afbeeldingen
De afbeeldingen zijn welwillend ter beschikking gesteld door
en vallen onder het copyright van Teagasc.
Maas, Cooperation Funghi U.A, Nederland en Piet Lempens,
Hooymans Compost BV, Nederland voor hun nuttig commentaar
tijdens de voorbereiding van deze informatiebladen.
Hoewel de Agriculture and Horticulture Development Board (Raad voor ontwikkeling
in de land- en tuinbouw), handelend via de afdeling HDC, ernaar streeft dat de
informatie in dit document correct is op het moment van drukken, wordt hiervoor
geen garantie gegeven en accepteert de Agriculture and Horticulture Development
Board, tot de maximale omvang die door de wet is toegestaan, geen aansprakelijkheid
voor - op welke manier dan ook veroorzaakt(e) - verlies, schade of verwondingen
(met inbegrip van die welke door onachtzaamheid worden veroorzaakt) die direct of
indirect geleden worden in verband met de informatie en meningen die al dan niet in
onderhavig document staan aangegeven.
© Agriculture and Horticulture Development Board 2015. Geen enkel gedeelte van
deze publicatie mag worden gereproduceerd in enige materiële vorm (met inbegrip van
fotokopie of elektronische opslag op een medium) en er mag geen kopie of aanpassing
van worden opgeslagen, gepubliceerd of verspreid (langs fysieke, elektronische of
andere weg) zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de Agriculture and
Horticulture Development Board, anders dan door reproductie in ongewijzigde vorm
en alleen met als doel deze te gebruiken als informatiebron waarbij de Agriculture
and Horticulture Development Board duidelijk wordt vermeld als de bron, of volgens
de bepalingen van de ‘Copyright, Designs and Patents Act’ (Wet op auteursrecht,
ontwerpen en patenten) 1988. Alle rechten voorbehouden.
Contact us
Project Co-ordinator
Dr. Helen Grogan
Teagasc, Ashtown Research Centre,
Dublin 15, Ireland
Tel: 00 353 1 8059780
Email: [email protected]
Communications Co-ordinator
Ruth Ashfield
HDC, Stoneleigh Park, Warwickshire, UK
Tel: 00 44 (0) 247 647 8663
Email: [email protected]
For more information visit
www.mushtv.eu
Download