PR_INI

advertisement
Europees Parlement
2014-2019
Commissie industrie, onderzoek en energie
2016/2058(INI)
20.4.2016
ONTWERPVERSLAG
over een EU-strategie betreffende verwarming en koeling
(2016/2058(INI))
Commissie industrie, onderzoek en energie
Rapporteur: Adam Gierek
PR\1092674NL.doc
NL
PE582.058v01-00
In verscheidenheid verenigd
NL
PR_INI
INHOUD
Blz.
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT .......................................... 3
TOELICHTING ......................................................................................................................... 8
PE582.058v01-00
NL
2/8
PR\1092674NL.doc
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over een EU-strategie betreffende verwarming en koeling
(2016/2058(INI))
Het Europees Parlement,
–
gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name
artikel 194,
–
gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het
Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van
16 februari 2016 over "een EU-strategie betreffende verwarming en koeling"
(COM(2016)0051),
–
gezien de mededeling van de Commissie van 25 februari 2015 getiteld "Een
kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid
inzake klimaatverandering" (COM(2015)0080),
–
gezien de conclusies van de Raad van 23 en 24 oktober 2014 over het kader voor het
klimaat- en energiebeleid tot 2030,
–
gezien het derde energiepakket,
–
gezien Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober
2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en
2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG,
–
gezien Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010
betreffende de energieprestatie van gebouwen (herschikking),
–
gezien Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11
december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 – het kaderprogramma voor
onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG1,
–
gezien zijn resolutie van 15 december 2015 getiteld "Op weg naar een Europese
energie-unie"2,
–
gezien artikel 52 van zijn Reglement,
–
gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en het advies van
de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A8-0000/2016),
A.
overwegende dat 50 % van de in de EU voor verwarming en koeling gebruikte energie
primaire energie is;
B.
overwegende dat – hoewel er potentieel is – het aandeel van energie uit hernieuwbare
1
2
PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104.
Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0444.
PR\1092674NL.doc
3/8
PE582.058v01-00
NL
energiebronnen op het gebied van verwarming en koeling in de lidstaten onvoldoende
is;
C.
overwegende dat het aandeel van primaire energie uit fossiele brandstoffen op het
gebied van verwarming en koeling 75 % bedraagt en geen garantie voor decarbonisatie
is, waardoor de klimaatverandering sneller verloopt en het milieu aanzienlijke schade
wordt berokkend;
D.
overwegende dat het gebruik van moderne verwarmings- of koelingssystemen in
gebouwen er waarschijnlijk op neerkomt dat eerst de thermische toestand van die
gebouwen grondig moet worden verbeterd;
E.
overwegende dat de energie-efficiëntie van gebouwen waarvan de thermische toestand
aanzienlijk is verbeterd met het oog op thermisch comfort of comfortkoeling ook
afhangt van het gebruik van geschikte energiesystemen die in de effectieve omzetting
van energie uit primaire bronnen voorziet;
F.
overwegende dat architectuur, stadsplanning en de diversiteit van Europese
klimaatzones in aanmerking moeten worden genomen bij de planning van energieefficiënte, emissiearme openbare en woongebouwen met maximaal thermisch comfort
of comfortkoeling;
G.
overwegende dat aardgas voor verwarming steeds belangrijker wordt, aangezien de
daarin opgeslagen chemische energie zeer efficiënt in warmte-energie kan worden
omgezet;
1.
merkt op dat het efficiënt winnen en gebruiken van energie uit diverse bronnen, het
ontladen van energie (koelen) en het voorkomen dat energie uit ruimten met een hogere
temperatuur naar ruimten met een lagere temperatuur stroomt met behulp van thermisch
geïsoleerde schotten die een maximale weerstand aan die stroom bieden, essentiële
elementen in de EU-strategie betreffende verwarming en koeling zijn;
2.
is van mening dat hoe korter de keten aan de hand waarvan primaire energie wordt
omgezet in andere vormen om bruikbare warmte te genereren is, hoe hoger de energieefficiëntie is;
3.
meent dat huishoudelijk apparaten (wasmachines, afwasmachines enz.) zo moeten
worden ontworpen dat ze gebruik kunnen maken van de warmwatertoevoer op de plaats
waar ze zijn geïnstalleerd;
4.
benadrukt de cruciale rol van hernieuwbare energiebronnen, en in het bijzonder
fotovoltaïsche cellen en zonnepanelen, in de verwarming van water en de verschaffing
van thermisch comfort in gebouwen, in samenhang met warmteopslagvoorzieningen die
's nachts kunnen worden gebruikt;
5.
is van mening dat het gebruik van passende bouwkundige oplossingen en beginselen
van stedelijke vormgeving in de planning van hele woongebieden ten grondslag moet
liggen aan energie-efficiënte en emissiearme bouw in de diverse klimaatzones in
Europa;
PE582.058v01-00
NL
4/8
PR\1092674NL.doc
6.
roept de lokale overheden op de nodige stappen te nemen op weg naar de verbetering
van de thermische toestand van bestaande openbare en woongebouwen met beperkt
thermisch comfort of comfortkoeling;
7.
benadrukt dat het in dichtbevolkte stedelijke agglomeraties absoluut noodzakelijk is dat
het gebruik van individuele verwarmingssystemen die van fossiele brandstoffen
afhankelijk zijn, wordt beperkt en dat deze systemen worden vervangen door
grootschalige lokale warmtekrachtkoppelingssystemen die warmte en elektriciteit
produceren;
8.
merkt op dat verouderde warmtekrachtcentrales met een lage energie-efficiëntie moeten
worden vervangen door kleine, milieuvriendelijke WKK-centrales die gebruikmaken
van aardgas of andere groene brandstoffen;
9.
geeft aan dat in de gematigde klimaatzone van Europa omkeerbare warmtepompen voor
verwarming (in de winter) en koeling (in de zomer) een zeer belangrijke rol zouden
kunnen gaan spelen;
10.
is van oordeel dat de lidstaten moeten onderzoeken of het mogelijk is warmte direct uit
geothermische wateren of indirect uit andere bronnen te gebruiken, bijvoorbeeld de in
diepzeemijnen opgeslagen warmte die met behulp van enorme warmtepompen hele
steden, en niet alleen afzonderlijke gebouwen, zou kunnen verwarmen;
11.
geeft aan dat warmteopslagfaciliteiten, bijvoorbeeld in de vorm van thermisch
geïsoleerde watertanks die gebruikmaken van elektrische weerstand om 's nachts (buiten
de uren van piekbehoefte) warm te blijven en bijgevolg de kwaliteit van de
elektriciteitsvoorziening verbeteren, een zeer belangrijke rol op het gebied van
verwarming zouden kunnen spelen;
12.
is van mening dat afvalwarmte die wordt verkregen middels warmtekrachtkoppeling bij
de productie van elektrische energie in conventionele krachtcentrales en van
woongebouwen die gebruikmaken van terugwinningsmethoden, een veel grotere rol dan
voorheen op het gebied van verwarming en koeling moet spelen;
13.
roept de lidstaten op wettelijke en economische middelen aan te wenden om de
geleidelijke afschaffing te versnellen van verouderde op vaste brandstof gestookte
ovens met een energie-efficiëntieniveau van minder dan 80 %;
14.
verzoekt de Commissie een plan op te stellen ter bevordering van het duurzame gebruik
van organisch afval voor verwarming en koeling als onderdeel van het "Waste to
energy"-programma;
15.
roept de lidstaten op administratieve maatregelen te treffen om het gebruik te verbieden
van verouderde ovens die emissies op geringe hoogte veroorzaken – het in de atmosfeer
uitstoten van natuurlijke pyrolysegassen door onvolledige verbranding, NOx, roet en
vliegas die via convectie worden verspreid – op het gebied van verwarming van
agglomeraties;
16.
is van oordeel dat de lidstaten dringend stappen moeten nemen voor de geleidelijke
afschaffing van voor de verbranding van vaste brandstoffen en organisch afval
PR\1092674NL.doc
5/8
PE582.058v01-00
NL
gebruikte lagetemperatuurovens die tijdens het verbrandingsproces kankerverwekkende
stoffen zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen (benzopyreen enz.) in de
atmosfeer uitstoten; is de mening toegedaan dat het gebruik van houthaarden in dicht
bebouwde steden en gemeenten moet worden verboden;
17.
meent dat warmtewisselaars een cruciale rol kunnen spelen op het gebied van lokale
koeling middels het toenemend gebruik van vloeibaar aardgas in lng-terminals;
18.
is van oordeel dat warmtewisselaars een cruciale rol kunnen spelen op het gebied van
koeling in de voedingsmiddelenindustrie bij het overdragen van warmte naar natuurlijke
wateren (vrije koeling) die dicht bij locaties zijn gelegen waar producten zijn
opgeslagen en waarvan de temperatuur het hele jaar door niet boven 6 °C uitkomt;
19.
is van mening dat stationaire brandstofcellen met hoog vermogen in de zeer nabije
toekomst een milieuvriendelijk alternatief voor steenkool als vaste brandstof zouden
kunnen vormen, dankzij het gebruik van waterstof dat bijvoorbeeld is verkregen uit
watergas dat middels de thermische verwerking van steenkool in een atmosfeer die
waterdamp bevat, is geproduceerd;
20.
wijst, aangezien fossiele brandstoffen goed zijn voor 75 % van de primaireenergievoorziening voor verwarming en koeling, en derhalve voor meer dan 37 % van
het totale energieverbruik van de EU, de Commissie op de mogelijkheid die sectoren in
de EU-ETS op te nemen, inclusief verbrandingsinstallaties met een capaciteit van
minder dan 20 MW;
21.
is van mening dat onderzoek uit hoofde van het Horizon 2020-kaderprogramma
betrekking moet hebben op de ontwikkeling van nieuwe materialen met maximale
thermische geleidbaarheid (warmtewisselaars), minimale geleidbaarheid – dat wil
zeggen maximale thermische weerstand (thermische isolatie) – en maximale
warmteaccumulatiesnelheid (warmteopslagplaatsen);
22.
is van mening dat uit hoofde van het Horizon 2020-kaderprogramma onderzoek moet
worden verricht naar structurele vensterruiten die hoge niveaus van kortegolfstraling
(zonlicht) van buiten naar binnen laten en slechts minimale thermische langegolfstraling
vrijlaten die anders naar buiten zou ontsnappen;
23.
wijst op het belang van uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkeling
van innovatieve technologische oplossingen voor het verschaffen van toestellen en
complete verwarmings- en koelingssystemen die energie-efficiënt zijn;
24.
beveelt aan dat individuele systemen voor thermische renovatie van architecturale
monumenten worden ontworpen, met bijzondere aandacht voor de isolatie van daken en
de vervanging van ramen om de unieke architecturale stijl van de betreffende gebouwen
niet aan te tasten;
25.
is van mening dat geen beperkingen mogen gelden op EU-financiering die voor de
thermische renovatie van gebouwen wordt aangewend; meent dat de tot dusver
vastgestelde beperkingen op hiertoe bestemde EFRO-financiering nadelige gevolgen
hebben gehad wat betreft het belemmeren van deze processen, in het bijzonder ten
aanzien van het grote aantal gebouwen en volledige woonwijken die aan de hand van
PE582.058v01-00
NL
6/8
PR\1092674NL.doc
bouwmethoden met gebruikmaking van grote paneelsystemen zijn gebouwd;
26.
is van mening dat consumenten terdege bewust moeten worden gemaakt van de
technologische en economische voordelen van nieuwe verwarmings- en
koelingssystemen, zodat zij de best mogelijke keuze kunnen maken;
27.
is van oordeel dat de sleutel voor de bestrijding van energiearmoede het verlagen van
verwarmingskosten is door te zorgen voor een aanzienlijke verhoging van de energieefficiëntie in de drie hoofdstadia van energieverbruik: tijdens de omzetting van primaire
energie in nuttige energie, tijdens het verdere transport van die energie en tijdens het
gebruik door de eindgebruiker;
28.
verzoekt zijn Voorzitter de in deze ontwerpresolutie opgenomen aanbevelingen en
voorstellen te doen toekomen aan de Commissie.
PR\1092674NL.doc
7/8
PE582.058v01-00
NL
TOELICHTING
De verwarmings- en koelingsproblematiek is in sommige lidstaten pertinenter dan in andere.
Dit houdt ook in dat er verschillen bestaan in de volgorde van prioriteit die die landen
hanteren wat de te nemen maatregelen betreft. Er zij ook op gewezen dat de grootste
mogelijkheden qua efficiëntievoordelen in de nieuwe landen die na 2004 tot de EU zijn
toegetreden bij de thermische renovatie van gebouwen liggen. Het is de eenvoudigste manier
om ervoor te zorgen dat energie efficiënter wordt gebruikt en om te komen tot een
aanzienlijke vermindering van CO2-emissies.
De financiering voor het werken aan de thermische renovatie van volledige woonwijken, met
name woonwijken die aan de hand van bouwmethoden met gebruikmaking van grote
paneelsystemen zijn gebouwd, moet aanzienlijk worden verhoogd. Ten minste 25 % van het
Europees fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie moet hiervoor opzij worden
gezet. Deze doelstelling moet hoge prioriteit krijgen, in het bijzonder omdat over het
algemeen de eigenaren van de betreffende gebouwen niet in staat zijn de kosten ervan te
dragen en staatssteun ontoereikend is.
Verouderde warmtekrachtcentrales in woonwijken moeten zo snel mogelijk worden
vervangen door kleine, hoogrenderende warmtekrachtkoppelingsinstallaties.
In de mediterrane landen van Europa leidt koeling, gerelateerd aan de geleidelijke opwarming
van het klimaat, tot toenemende bezorgdheid. Passende architecturale oplossingen, isolatie en
omkeerbare warmtepompen – die bij warm weer warmte uit een ruimte pompen en weer
terugpompen als het nodig is de ruimte te verwarmen – kunnen een cruciale rol spelen bij de
oplossing van dit probleem.
Zonnestraling is een belangrijke bron van warmte die nog onvoldoende wordt benut. Ze kan
worden ingezet door gebruikmaking van panelen die water verwarmen of elektriciteit
opwekken.
Omkeerbare warmtepompen zijn bijzonder energie-efficiënt en bezitten een enorm potentieel
wat verwarming en koeling betreft. In dat opzicht is intensief onderzoek naar dergelijke
pompen vereist om nieuwe innovatieve oplossingen te ontwikkelen.
PE582.058v01-00
NL
8/8
PR\1092674NL.doc
Download